Samenvatting Familierecht 2012-2013. Deel I. Verticale Relaties



Vergelijkbare documenten
Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak C. De rechtsleer D. De gewoonte E. De algemene rechtsbeginselen...

HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING 5

Familierecht (1) Academiejaar samenvatting familierecht (1) Jeroen De Mets 1

DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

Minderjarigheid in het recht

1 Tijdstip verwekking

Familierecht

Syllabus Familierecht: Deel I : Verticale relaties

NOTA S + PPT SOPHIE SCHIETTEKATTE

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

INHOUD. WOORD VOORAF... v

Compendium van het personen- en familierecht

Meemoederschap, afstamming en naam

Familierecht / combinatie nota s en slides Deel I: Verticale Relaties

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Rolnummer Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

DEEL I. DE WET VAN 27 APRIL 2007 INZAKE ECHTSCHEIDING. KNELPUNTEN VAN MATERIEEL RECHT EN VAN PROCES- RECHT

Rolnummer Arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007 A R R E S T

GS:$ Personen0! &" Familierecht) Prof.&Dr.&Gerd&Verschelden)

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Model A.1. Verzoekschrift bij toepassing van artikel 213 BW (onderhoudsgeld tussen echtgenoten) de artikelen 1034bis e.v. en 1320 e.v. Ger.W.

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v DEEL I. GRONDVOORWAARDEN VOOR ADOPTIE CHRISTOPH CASTELEIN...1 HOOFDSTUK 1. AFBAKENING...3 HOOFDSTUK 2. ALGEMEEN...

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

DEEL I. DE HERVORMING VAN HET AFSTAMMINGSRECHT DOOR HET GRONDWETTELIJK HOF

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

Compendium van het Personen- en Familierecht

Je rechten bij erfenis

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug:

Hof van Cassatie van België

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek

Tel.: 011/ Vrederechter Hasselt kanton 1 / 2 Fax: 011/ Naam:.. Voornaam:... Beroep: Adres:... Tel.:...GSM.:... .:...

Vaststelling en betwisting van het vaderschap van de echtgenoot in België en Nederland

INHOUD BW VW 3. BOEK I. PERSONEN art. (*1) Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten (K. VUYLSTEKE) 7-33

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Geregistreerd partnerschap

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rolnummer Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

10 MEI Wet betreffende de transseksualiteit

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II

Het nieuwe Belgische naamrecht. Inwerkingtreding op 01 juni 2014

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht Larcier...

Compendium van het personenen familierecht

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIER 057/ e Kamer. 1 en 1bis. 1e en 3e Ma. 09:00 u. 2bis

De familie- en jeugdrechtbank

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

H4 Wettelijk erfrecht

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 5 Inhoudstafel 7 Korte inleiding 12

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

INHOUD. Zaakregister Table alphabétique Tabel van de geciteerde beslissingen Voorwoord HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEGRIPPEN

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN

Rolnummer Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

De familiekamer en de jeugdkamer in het hof van beroep te Antwerpen

VERZOEKSCHRIFT TOT RECHTERLIJKE BESCHERMING VAN EEN ONBEKWAME

Compendium van het personenen familierecht

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, vonnis van 19 december 2008

Gew. bij S.B no. 104.

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16

Naam van een kind. Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. enkel de vader. moeder en vader tegelijkertijd. Vader.

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Inhoud. 1. Inleiding... 27

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK

Hof van Cassatie van België

BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding tot de burgerlijke stand

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

Rolnummer Arrest nr. 138/2000 van 21 december 2000 A R R E S T

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rechterlijke beschermingsmaatregelen - bewindvoering. Wet van 17 maart2013

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Transcriptie:

Samenvatting Familierecht 2012-2013 Deel I Verticale Relaties Jonathan Van Dooren Met lesnotities van Bram De Roo, Bart de Groote, Jonathan Van Dooren En Roxanne Willems

Titel I: Afstamming Deel I Verticale relaties Inhoud Hoofdstuk 1: Algemeen o Afdeling 1: Begrip Algemene betekenis Juridische betekenis Belang afstamming Verschil afstamming adoptie o Afdeling 2: Openbare orde-karakter van het afstammingsrecht Afstammingsrecht o Afdeling 3: Bloed- en aanverwantschap Bloedverwanten Aanverwanten Systeem van de graden o Afdeling 5: Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van het EVRM Afstammingsrecht en erfrecht en het EVRM Arrest Marckx Arrest Vermeire o Afdeling 6: Afstammings- en erfrecht en de Belgische grondwet Zaak Verreyt Zaak M Bayo Hoofdstuk 2: Vaststelling van de afstamming o Afdeling 1: Vaststelling moederschap Vaststelling moederschap 3 manieren Vermelding naam moeder in geboorteakte Erkenning door een vrouw Gerechtelijke vaststelling Bijzondere regels voor overspelige kinderen o Afdeling 2: Vaststelling van vaderschap Binnen het huwelijk De vaderschapsregel Vermoedens i.v.m. de verwekking Uitzonderingen op het vermoeden van vaderschap Vaderschapsconflicten Buiten het huwelijk Erkenning door een man Gerechtelijke vaststelling onderzoek naar vaderschap Hoofdstuk 3: Betwisting van de afstamming o Afdeling 1: Betwisting van moederschap Betwisting wettelijk vastgesteld moederschap Betwisting moederlijke erkenning Betwisting gerechtelijk vastgesteld moederschap o Afdeling 2: Betwisting van vaderschap Betwisting vaderschap van de echtgenoot Betwisting vaderlijke erkenning o Casussen Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 2

Hoofdstuk 4: Gevolgen van de afstamming o Afdeling 1: Algemeen De regel Uitzonderingen o Afdeling 2: Naam Familienaam 6 regels De naam van de vondeling Naamsbetwisting Naamsverandering Familienaamsverandering Voornaamsverandering Naamsverbetering o Afdeling 3: Wettelijke erfopvolging Algemeen Erfgenamen Voorwaarden Aanvaarding en verwerping Zuivere aanvaarding Verwering Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving Vereffening en verdeling Erfrechtelijk reserve en beschikbaar deel De orden van erfopvolging De lijn De Graad Plaatsvervulling Kloving Toebedeling binnen de orden Erfrecht langstlevende echtgenoot Erfrecht langstlevende wettelijk samenwonende Casussen o Afdeling 4: Alimentatie De gemeenrechtelijke familiale onderhoudsverplichting Tussen welke personen Voorwerp van de onderhoudsverplichting Kenmerken Pluraliteit van onderhoudsplichtigen Pluraliteit van onderhoudsgerechtigden Verhaal Gerechtelijke verwezenlijking/afdwinging Methodes van gedwongen tenuitvoerlegging o Beslag of ontvangstmachtiging o Tussenkomst van de DAVO Drie bijzondere onderhoudsverplichtingen In hoofde van de ouders In hoofde van de langstlevende stiefouder/llwsp In hoofde van de vermoedelijke verwekker De onderhoudsplicht ten laste van de nalatenschap Twee categorieën begunstigden Gemeenschappelijke kenmerken Onderhoudsvordering van de langstlevende echtgenoot Onderhoudsvordering van de ascendenten o Afdeling 5: Ouderlijk gezag Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 3

Titel II: Adoptie Hoofdstuk 1: Algemeen o Afdeling 1: Definitie o Afdeling 2: Historiek o Afdeling 3: Federaal en regionaal adoptierecht Verdragsrecht Huidige adoptiewetgeving o Afdeling 4: Twee vormen van adoptie Gewone adoptie Volle adoptie Hoofdstuk 2: Grondvoorwaarden voor adoptie o Afdeling 1: Instellingsvoorwaarden Wettige redenen Het hoger belang van het kind Bekwaamheid en geschiktheid voor de adoptie van een minderjarige Wettige belangen o Afdeling 2: Vereisten inzake de burgerlijke staat o Afdeling 3: Leeftijdsvereisten Adoptanten Adoptandus o Afdeling 4: Toestemmingen tot adoptie Wie moet toestemmen? Hoe toestemmen of een toestemming weigeren? Toestemming tot de adoptie zonder kennis van de identiteit van de adoptant(en) Intrekking van een gegeven toestemming Verhaal tegen toestemmingsweigering GwH 12 juli 2012, nr. 93/2012 Hoofdstuk 3: Procedure o Afdeling 1: Voorbereiding tot adoptie (van een minderjarige) o Afdeling 2: Rechtspleging Inleiding van de procedure Onderzoek door het Openbaar Ministerie (Inlichtingen en adviezen) Maatschappelijk onderzoek (omtrent geschiktheid tot adopteren) Fasen in de rechtspleging + Specifieke regels o Afdeling 3: Rechtsmiddelen o Afdeling 4: Administratieve formaliteiten Hoofdstuk 4: Gevolgen van de adoptie o Afdeling 1: Gevolgen van de gewone adoptie Basisprincipes Naam en voornaam (Art. 353-1 tot 6 BW) Ouderlijk gezag (Art. 353-8 tot 10 BW) Huwelijksbeletselen (Art. 353-13 BW) Alimentatie (Art. 353-14 BW) Erfrecht (Art. 353-15 t.e.m. 353-17 BW) o Afdeling 2: Gevolgen van de volle adoptie Algemeen Ouderlijk gezag Naam Onderhoudsverplichtingen Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 4

Erfrecht Hoofdstuk 5: beëindiging va de adoptie o Afdeling 1: Herziening van de adoptie Toepassingsgebied Gevolgen o Afdeling 2: Herroeping van de gewone adoptie Toepassingsgebied Gevolgen o Afdeling 3: Nieuwe adoptie o Afdeling 4: Vaststelling van de afstammingsband ten aanzien van de adoptant(en) o Afdeling 5: Omzetting van de gewone adoptie in volle adoptie Titel III: Beschermingsstatuten voor minderjarigen Hoofdstuk 1: Het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind Hoofdstuk 2: Handelingsonbekwaamheid van de minderjarige o Afdeling 1: Principiële handelingsonbekwaamheid Materiële rechtshandelingen Proceshandelingen o Afdeling 2: Uitzonderlijke handelingsbekwaamheid Hoofdstuk 3: Ouderlijk gezag, verblijf en recht op persoonlijk contact o Afdeling 1: Ouderlijk gezag Definitie Doel Einde Bestaat enkel voor ouders (met juridisch vastgestelde afstammingsband) Evolutie Wettelijk kader o Afdeling 2: Gezag over de persoon van de minderjarige Uitoefening: Gezagsregimes Gezamenlijke gezagsuitoefening door beide ouders (= de regel) Uitsluitende gezagsuitoefening door één ouder (= de uitzondering) Twee tussenmodellen ( getemperde regimes) Verblijf o Afdeling 3: Rechten omtrent het vermogen van de minderjarige Ouderlijk goederenbeheer Wettelijk beheer Ouderlijk vruchtgenot Wettelijk genot o Afdeling 4: Recht op persoonlijk contact Algemeen Titularissen Modaliteiten Procedure o Afdeling 5: Bijzondere rechtspleging voor de jeugdrechtbank o Afdeling 6: Sancties bij niet-naleving Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 5

Hoofdstuk 4: Voogdij o Afdeling 1: Ontstaan van de voogdij o Afdeling 2: Organisatie van de voogdij o Afdeling 3: Werking van de voogdij Algemeen Bij aanvang van de voogdij Goederenbeheer door de voogd o Afdeling 4: Einde van de voogdij en definitieve voogdijrekening Gevallen van beëindiging van de voogdij Definitieve voogdijrekening Hoofdstuk 5: Pleegvoogdij o Afdeling 1: Omschrijving en praktisch nut o Afdeling 2: Grondvereisten o Afdeling 3: Vormvereisten o Afdeling 4: Gevolgen o Afdeling 5: Beëindiging Hoofdstuk 6: Ontvoogding o Afdeling 1: Omschrijving en nut o Afdeling 2: Vormen o Afdeling 3:Rechtsstatuut van de ontvoogde minderjarige o Afdeling 4: Beëindiging o Afdeling 5: Sancties als gevolg van de onbekwaamheid van de ontvoogde minderjarige Titel IV: Beschermde meerderjarigen Hoofdstuk 1: Publiekrechtelijke maatregelen houdende vrijheidsberoving o Afdeling 1: De in een Psychiatrische dienst opgenomen of in een gezin verpleegde geesteszieke Behandeling in een (psychiatrisch) ziekenhuis De gedwongen verpleging in een gezin (Art 23-29 wet bescherming persoon geesteszieke) o Afdeling 2: De geïnterneerde persoon met een geestesstoornis Hoofdstuk 2: Privaatrechtelijke beschermingsstatuten o Afdeling 1: Verlengde minderjarigheid Toepassingsgebied Procedure Statuut Beëindiging o Afdeling 2: Voorlopig bewind Inleiding Toepassingsgebied ratione personae Procedure tot aanwijzing van een voorlopig bewindvoerder Publiciteit Gevolgen Einde Sancties o Afdeling 3: Gerechtelijke onbekwaamverklaring Toepassingsgebied Procedure Publiciteit Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 6

o Gevolgen Sancties Afdeling 4: Bijstand van een gerechtelijk raadsman Toepassingsgebied Procedure Publiciteit Gevolgen Sanctie Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 7

Hoofdstuk 1: Algemeen Deel I: Verticale relaties Titel I: Afstamming Afdeling 1: Begrip Algemene betekenis Afstamming, ouderschap (bijzonder) en bloedverwantschap (algemeen) hangen aan elkaar o Algemene betekenis afstamming Bloedverwantschap o Bijzondere betekenis afstamming Ouderschap Juridische betekenis Juridisch is er sprake van afstamming wanneer de band van een ouder ten opzichte van een kind is vastgesteld overeenkomstig de door de wet bepaalde regels Biologische juridische afstamming (HIER juridische afstamming, volgens BW) o Juridische afstamming is gebaseerd op de biologische realiteit, maar kan ook verschillen! Bv. : Als vader een kind erkennen (en niet bloedverwant zijn) Als er een biologische band is, wil dit niet zeggen dat men juridisch verwant is! Er is vaak een discrepantie tussen de biologische en de juridische afstamming Procedures Afstamming belang: Diverse gevolgen Gekoppeld aan een juridisch vastgestelde afstammingsband (Familie)naam, erfrecht, alimentatie, ouderlijk gezag Verschil tussen afstamming en adoptie: Afstamming is declaratief (aanwijzen) o Het oorspronkelijke afstammingsrecht 'declareert' dat een bepaalde vader, vader is van een bepaald kind. o Ouderschapsband die geacht wordt altijd al te hebben bestaan, zelfs van bij de verwekking o Biologische grondslag (om kinderen die je verwekt hebt, om daar juridisch mee verbonden te worden) Adoptie is constitutief (vestigen) o Komt op een bepaald ogenblik tot stand ( zal maar zeer beperkt terugwerken in de tijd, tot de neerlegging van het verzoekschrift van adoptie) Door de adoptie wordt de afstammingsband bevestigd o Er zullen maar gevolgen zijn vanaf de neerlegging van het verzoekschrift van adoptie Enkel gevolgen voor de toekomst o Socio- affectieve grondslag (kinderen die je zelf verwekt heb, kan je zelfs niet adopteren) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 8

Afdeling 2: Openbare Orde-karakter van het afstammingsrecht Afstammingsrecht Raakt integraal de openbare orde! o Het overstijgt louter private belangen van cruciaal belang voor de ordening van de maatschappij o Wettelijke regels van afstamming van moederskant, kan niet van worden afgeweken via private overeenkomst o Draagmoederschapsovereenkomst Als hierin staat dat de wensmoeder de moeder is van het kind, dan is dit absoluut nietig (eenieder kan dit opwerpen), want dit gaat in tegen regels van openbare orde, de moeder die het kind gebaard heeft, is de moeder in de geboorteakte. Het Belgisch recht koppelt de vrouw die het kind gebaard heeft aan de juridische moeder (Art. 312-333 BW) Afdeling 3: Bloed- en aanverwantschap Bloedverwanten: In rechte lijn: stammen rechtstreeks van elkaar af (juridisch bloedverwanten) o Bv. : Vader, grootvader, kinderen, kleinkinderen In de zijlijn: Hebben een gemeenschappelijke stamouder o Bv. : Broer, zus, oom, tante, nicht Bloedverwantschap heeft in het familierecht voornamelijk gevolgen op het vlak van naam, nationaliteit, erfrecht, levensonderhoud, uitoefening ouderlijk gezag, Aanverwanten: Bloedverwanten van de echtgenoot o Bv. : Schoonbroer of schoonmoeder Echtgenoten van de bloedverwanten o Bv. : Schoonzoon, schoonbroer Aanverwantschap heeft geen gevolgen op het vlak van erfrecht of van de uitoefening van het ouderlijk gezag, wel beperkte gevolgen op het vlak van de onderhoudsverplichting en de huwelijksbeletsels Gebaseerd op huwelijk (niet op wettelijke of feitelijke samenwoning) Samengevat: Bloedverwantschap op basis van afstamming o In rechte lijn: Ascendenten (opgaande lijn) en Descendenten (nederdalende lijn) o In de zijlijn: collateralen Aanverwantschap op basis van huwelijk (aangetrouwd familielid) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 9

Stiefbroer = geen aanverwant noch bloedverwant, noch aanverwant Dit is de zoon van de echtgenote van uw ouder (Kind van iemand die geen ouder is van u, maar wel getrouwd is met een ouder van u ) o 'Stief' wijst op huwelijk in de strikt juridische betekenis Halfbroer = bloedverwant o Er is 1 gemeenschappelijke ouder (Ze zijn Bv. geboren uit dezelfde vader en een verschillende moeder) Systeem van de graden Bloedverwantschap: o Elke generatie is een graad in rechte lijn o In de zijlijn generaties tot aan de gemeenschappelijke ouder o Bv. : Ik + oom 3e graad Ik + neef 4e graad Aanverwantschap: zelfde systeem, maar geen graad voor het huwelijk dat de aanverwantschap deed ontstaan Bv. : o Schoonbroer/schoonzus 2e graad o Schoonmoeder 1e graad Toepassing: KK1 - K2 oom of tante (bloedverwanten) KK1 - y oom of tante (aanverwant) 3e graad KK1 - KK3 4e graad Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 10

Afdeling 5: Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van het EVRM Afstammingsrecht en erfrecht (en het EVRM) Art. 8 juncto art. 14 EVRM Arrest Marckx: 13 juni 1979 o Art. 8 EVRM: Recht op eerbiediging van het gezinsleven Schending in hoofde van het kind en in hoofde van de moeder o Art. 14 EVRM: Non- discriminatiebeginsel o Art. 1 Protocol 1 EVRM: Recht op eigendom De bekwaamheid van de moeder om te beschikken om niet ten voordele van haar dochter werd beperkt o Verhaal: Paula Marckx en natuurlijke dochter Alexandra Marckx Paula Marckx was een bewust ongehuwde moeder Oud afstammings- en erfrecht: Zij moest haar eigen kind erkennen, maar ook adopteren om het dezelfde rechten te geven dan een 'zogenaamd' wettig kind (uit een huwelijk geboren) Het feit dat een ongehuwde moeder haar kind moest erkennen was in strijd met het EVRM. Buitenhuwelijkse kinderen konden ook minder begiftigd worden bij een schenking België veroordeeld in 1979 Afstammingswet 31 maart 1987 In Vlaanderen een ruime interpretatie van het arrest Marckx in Wallonië veel strikter Arrest Vermeire: 29 november 1991 o Schending van Art. 14 EVRM en Art. 8 EVRM o Verhaal: Astrid Vermeire was een buitenhuwelijks kind. Haar grootouders waren gestorven. Krachtens het toenmalige erfrecht kon ze niet erven in de nalatenschap van haar grootouders. Het verlies van erfrechten in de nalatenschap van de in 1980 overleden grootvader moest worden vergoed Het verlies van erfrechten in de nalatenschap van de in 1975 overleden grootmoeder moest niet worden vergoed o Nalatenschappen opengevallen na 13/06/1979 (Marckx) Oude erfrecht niet meer van toepassing Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 11

In welke mate heeft Art. 8 EVRM directe werking? Kan je art. 8 gebruiken om toe te passen rechtstreeks voor de Belgische rechter en Belgische wetgeving daarmee uitschakelen Kan men Belgisch intern afstammingsrecht buitenspel laten door toepassing van Art. 8 EVRM? Hof van Cassatie aanvaardt niet dat Art. 8 EVRM gebruikt wordt om Belgisch intern recht uit te schakelen voor vaststelling van de afstamming 'Art. 8 is onvoldoende nauwkeurig en volledig Wel voor erfrecht (gevolg van de afstamming) Afdeling 6: Afstammings- en erfrecht en de Belgische grondwet (in het licht van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel) Oud discriminatoir erfrecht (Art. 756 en 762 oud BW) is blijven doorwerken krachtens een overgangsbepaling (met eerbiedigende werking voor het oude recht) uit de afstammingswet (1987) Art. 107, 1e lid Afstammingswet van 31/3/1987 Art. 107, eerste lid Afstammingswet: De nieuwe wet (die van 1987) is van toepassing op kinderen geboren vóór en nog in leven op 6 juni 1987, zonder dat daaruit enig recht in de voordien opengevallen erfenissen kan volgen Oud Art. 756 BW: natuurlijke kinderen zijn geen erfgenaam, ze kunnen maar erfgenaam worden als ze wettelijk erkend zijn. Geen erfrecht voor buitenhuwelijkse kinderen Oud Art. 762 BW: overspelige kinderen: verkregen enkel recht op levensonderhoud, geen erfrecht nog slechter dan buitenhuwelijkse kinderen Dit is eigenlijk blijven doorwerken door die overgangsbepaling Overgangsbepaling was dus eigenlijk strijdig met het Marckx- arrest: Arbitragehof: De zaak Verreyt (4 juli 1991): o Gebrek aan erfrecht van een niet- erkend buitenhuwelijks kind in de nalatenschap van haar moeder (+1956) en haar tante (+1983) o In toepassing van het Marckx arrest heeft het grondwettelijk hof beslist dat er toch erfrecht moest zijn in de nalatenschap van de tante Het ongrondwettigheidsoordeel telt enkel voor nalatenschappen van na het marckx- arrest o Het Hof concludeerde dat het discriminerende artikel (Art. 756 (oud) BW) nog kan worden toegepast op voor 13 juni 1979 opengevallen nalatenschappen, maar niet meer op de nalatenschappen die vanaf die datum zijn opengavellen Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 12

Arbitragehof: De zaak M'Bayo (1 december 1993): o Gebrek aan erfrecht van overspelige kinderen a patre in de nalatenschap van hun vader (+1984) o Toepassing van art 762 oud BW, krachtens overgangsbepaling in werking gebleven Erfrecht want na Marckx- arrest o Het oude artikel 756 BW kan overspelige kinderen a patre nog uitsluiten van de erfopvolging van hun vader bij nalatenschappen die zijn opengevallen voor 13 juni 1979, maar niet meer indien de nalatenschap is opengevallen vanaf die datum De overgangsbepaling is niet vernietigd conclusie: nalatenschap opengevallen na 1979 betere, nieuwe erfrecht toepassen Synthese De nalatenschap is opengevallen voor 13 juni 1979 Art. 107 afstammingswet van 1987 wordt onverkort toegepast Oud Art. 756-766 BW blijft van toepassing Het oude erfrecht dat buitenhuwelijkse kinderen discrimineert dient te worden toegepast De nalatenschap is opengevallen in de periode vanaf 13 juni 1979, maar voor 6 juni 1987 Rekening houden met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof Op basis van de arresten Verreyt en M Bayo kan het nieuwe niet- discriminatoir erfrecht worden toegepast, hoewel strikt wettelijk het oude discriminatoire erfrecht (via de overgangsbepaling Art. 107 afstammingswet van 31 maart 1987) zou moeten spelen voor alle nalatenschappen die zijn opengevallen voor de inwerkingtreding van de afstammingswet De nalatenschap is opengevallen na 6 juni 1987 De oude discriminatoire artikelen 756-766 BW werden met ingang van 6 juni 1987 opgeheven Indien de nalatenschap na die datum is opengevallen, vindt het nieuwe erfrecht toepassing Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 13

Hoofdstuk 2: Vaststelling van de afstamming Elke vastgestelde afstammingsband kan betwist worden! Vaderschap: onderscheid kinderen binnen huwelijk en buiten huwelijk vermoeden van vaderschap Buiten huwelijk 2 wijzen van vaststelling: o Erkenning: Gebeurt altijd vrijwillig Man wil juridische vader worden Bij de burgerlijke stand of de notaris o Onderzoek naar het vaderschap: In de regel tegen de wil van de betrokken man in Gerechtelijke procedure voor de rechtbank van eerste aanleg Vaststelling van het moederschap: 3 manieren Strikte hiërarchische orde Afdeling 1: Vaststelling moederschap Vermelding naam van de moeder in de geboorteakte (Art. 312 1 BW) o (meeste gevallen) o De vrouw wie het kind baart, enkel zij moet in de geboorteakte worden vermeld (Art. 57 BW) o Registratie in de geboorteakte impliceert meteen de juridische afstammingsband 'mater semper certa est' (Art. 312 BW) o In België kan men dus niet anoniem bevallen Anonieme bevalling (zonder enig spoor van de moeder terug te vinden, de letter X in de geboorteakte) Kan in Frankrijk, Luxemburg, Italië Bevalling in discretie = de naam van de moeder niet in de geboorteakte vermeld. Maar wel gegevens bijgehouden van de bevallen vrouw en het kind om later de koppeling mogelijk te maken (wil men in België invoeren) Vondelingenschuif (moeder dus ook anoniem) misschien dan bevalling in discretie in bepaalde gevallen Als men bevalling in discretie als algemene toepassing zou invoeren dan zou een vrouw een mongooltje bv. bij de geboorte weigeren Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 14

Erkenning door een vrouw (Art. 313 BW) (enkel mogelijk als 1 niet mogelijk) o Indien de naam van de moeder niet vermeld is in de geboorteakte o Indien er geen geboorteakte is o Bv. Toepassing bij draagmoederschap o Bv. Vondeling kan door eender welke vrouw erkend worden o Voorwaarde: De man met vaststaande afstamming moet toestemmen (meestal de man die het kind prenataal heeft erkend) Niet de echtgenoot van de erkennende vrouw Gerechtelijke vaststelling (Art. 314 BW) (enkel mogelijk als 1 en 2 niet mogelijk) o Bij gebrek aan (vermelding van de naam van de moeder in de) geboorteakte o Wanneer het kind onder een valse naam is ingeschreven in de geboorteakte o Bij gebrek aan moederlijke erkenning o Onder dezelfde voorwaarden als de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap o Bewijs van de bevalling moet geleverd worden (normaal de vrouw die van het kind bevallen is) De bevalling kan bewezen worden via bewijs van bezit van staat (socio- affectief) = de vrouw die zich altijd als moeder heeft gedragen mogelijk dus ten gunste van de wensmoeder Enkel als er geen bewijs is van staat kunnen de wettelijke bewijsmiddelen aangewend worden dus bezit van staat is primaire bewijsmiddel Sociaal gedrag moet primeren op de genetische realiteit Bijzondere regels voor overspelige kinderen Erkenning door een overspelige vrouw: o Mededelingsverplichting (art. 313, 3 BW), op straffe van (relatieve) niet- tegenwerpelijkheid Gerechtelijke vaststelling overspelig moederschap: o Echtgenoot moet in het geding worden geroepen (art. 332ter, vierde lid BW) Erkenning of gerechtelijke vaststelling waaruit absoluut huwelijksbeletsel tussen ouders blijkt = verboden (zie art. 313, 2 en 314, tweede lid BW) o Opmerking: de vroegere absolute huwelijksbeletselen tussen aanverwanten in de rechte lijn zijn vatbaar geworden voor ontheffing (en dus niet langer absoluut, maar relatief) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 15

Afdeling 2: Vaststelling van vaderschap Voor de vaststelling van de afstamming langs vaderszijde zijn er ook 3 vaststellingswijzen Fundamenteel verschil naargelang binnen het huwelijk of buiten het huwelijk: Binnen huwelijk Vaderschapsregel Buiten huwelijk o Door erkenning o Door een gerechtelijk onderzoek naar het vaderschap Afstamming van vaderszijde binnen het huwelijk De vaderschapsregel (art. 315 BW) Pater is est quem nuptiae demonstrant De vader is diegene die het huwelijk aanwijst De echtgenoot is vader van kinderen geboren: o Binnen het huwelijk van de moeder o Binnen de 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van dit huwelijk Tekst van de wet, sinds 1804 niet meer aangepast Ratio: 300 dagen (10 maand) is een bijzonder lange zwangerschap Men gaat uit van de verwekking De ratio van de vaderschapsregels is dat kinderen die verwekt zijn tijdens het huwelijk de echtgenoot van de moeder als vader moeten hebben De tekst van de wet gaat uit van geboren kinderen, de ratio gaat uit van verwekte kinderen Huwelijk kan ontbonden worden op 2 manieren (Art. 227 BW) : o Door overlijden o Door echtscheiding Definitief op het ogenblik dat het echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde is getreden Als er geen rechtsmiddelen meer openstaan (dus geen hoger beroep meer) 1 maand na de betekening van het vonnis Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 16

Vermoedens i.v.m. de verwekking (art. 326 BW) De vaderschapsregel (Art. 325 BW) moet gelezen worden met Art. 326 BW dat 2 vermoedens bevat: Tijdvak van de verwekking (verwekkingsperiode): o Kind wordt vermoed te zijn verwekt in het tijdvak van de 300ste t.e.m. de 180ste dag vóór de geboorte = vermoeden juris tantum (weerlegbaar vermoeden) Tijdvak = periode van 121 dagen, maar tegenbewijs is mogelijk Huwelijkssluiting Huwelijksontbinding 180 dagen 300 dagen Kinderen die onder de toepassing van de vaderschapsregel vallen o Er kan dus tegenbewijs worden geleverd Kinderen geboren binnen het huwelijk tot 300 dagen na de ontbinding van het huwelijk vallen onder de vaderschapsregel o Toepassing 1: kind geboren 301 dagen na ontbinding, maar zwangerschap heeft 302 dagen geduurd Vaderschapsregel speelt voor dit laat geboren kind (dat tijdens het huwelijk is verwekt) o Toepassing 2: kind geboren 180 dagen na ontbinding, maar zwangerschap heeft slechts 179 dagen geduurd Vaderschapsregel speelt niet voor dit prematuur kind (dat na het huwelijk is verwekt) o Toepassing 3: Het kind is geboren 179 dagen na de huwelijksontbinding Valt onder de vaderschapsregel (zuivere toepassing wet) Als men kan bewijzen dat de zwangerschap maar 178 dagen geduurd heeft dan blijkt dit dat het kind verwekt is 1 dag na de huwelijksontbinding onttrekken aan het toepassingsgebied van de vaderschapsregel Omni meliore momento (= meest gunstige tijdstip) o Kind wordt vermoed te zijn verwekt (binnen het wettelijke tijdvak) op het voor het kind gunstigste tijdstip = vermoeden juris tantum o Praktisch belang: toepassing van de vaderschapsregel kan erdoor worden uitgeschakeld (bv. indien men de verwekking situeert binnen het wettelijk tijdvak, maar na de ontbinding van het huwelijk) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 17

Uitzonderingen op het vermoeden van vaderschap Afwezigheid o Een beslissing houdende vaststelling van het vermoeden van afwezigheid waaruit blijkt dat het kind geboren is meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot (art. 316 BW) o 2 fasen van afwezigheid Vermoeden van afwezigheid Verklaring van afwezigheid (gevolgen van overlijden) Automatische uitschakeling van de vaderschapsregel o Drie (eigenlijk vijf) gevallen waarin het vaderschap van de echtgenoot onwaarschijnlijk is, tenzij de echtgenoten op het ogenblik van de aangifte van de geboorte een gemeenschappelijke verklaring van vaderschap hebben afgelegd (opgesomd in art. 316bis BW) o Uitzondering van 316 bis Kind is vaderloos o Tenzij gemeenschappelijke verklaring van vaderschap Vaderschapsregel toch handhaven Gemeenschappelijke verklaring gezamenlijke verklaring Bij gemeenschappelijke verklaring moeten ze niet beiden verschijnen voor de burgerlijke stand Bij een gezamenlijke verklaring moet men in persoon de wil gezamenlijk uiten o Globaal gezien zal het vaderschap van de echtgenoot krachtens de wet niet vaststaan Wanneer kind geboren is > 300 dagen na: Inleiding van een echtscheidingsprocedure (EOO = onherstelbare ontwrichting of EOT = onderlinge toestemming) (drie te onderscheiden gevallen: 2 EOO en 1 EOT) Geregistreerde inschrijving op verschillende adressen o Bevolkingsregister Belgen o Vreemdelingenregister vreemdelingen o Wachtregister vluchtelingen Machtiging van de vrederechter tot afzonderlijk verblijf (Art. 223 BW) Bij een huwelijk in crisis (ZIE art. 316bis, 1 tot 3 BW) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 18

Vaderschapsconflicten Na een nieuw huwelijk van de moeder: o Bv. : Na overlijden of echtscheiding o Voorkeur voor de nieuwe echtgenoot (art. 317, eerste lid BW) Na bigamie: o Bigamie = 2 huwelijken tegelijkertijd afgesloten (Strafbaar in België) Komt wel eens voor bij mensen van vreemde origine (gehuwd in thuisland en gehuwd in België) o De rechter stelt de meest waarschijnlijke afstamming vast (art. 331septies BW) Vaststelling van vaderschap buiten het huwelijk Twee essentieel verschillende wijzen: Erkenning door een man (vrijwillig) Gerechtelijke vaststelling van (=onderzoek naar het) vaderschap (onvrijwillig) Vaststelling van vaderschap Erkenning door een man Grondvoorwaarden o Je kan juridisch maar 1 man als vader en 1 vrouw als moeder hebben (tegelijkertijd) o Het vaderschap staat niet vast krachtens de vaderschapsregel ex art. 315 of 317 BW (art. 319 BW) o Noodzakelijke tussenstap: eerst het vaderschap van de echtgenoot van de moeder uit de weg ruimen betwisting van het vaderschap o Één of meerdere toestemmingen (zie art. 329bis BW) Kind < 12 jaar: moeder moet toestemmen, ook bij prenatale erkenning (bij prenatale erkenning spreken we dan van zwangere vrouw) Kind 12 jaar: moeder + kind (maar kind niet wanneer het onbekwaam verklaard is, verlengd minderjarig werd verklaard of werd geoordeeld dat het geen onderscheidingsvermogen heeft)(art. 329bis, 2 BW) Kind meerderjarig of ontvoogd: moet zelf toestemmen (art. 329bis, 1 BW = vetorecht) Bij oorspronkelijke afstamming kan een kind ook meerderjarig zijn (Bij adoptie is leeftijd kind omschreven) Uitzondering: bijzondere gevallen ex art. 329bis, 3 BW: erkenning zonder toestemming moet ter kennis worden gebracht, met het oog op eventuele vordering tot nietigverklaring Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 19

o Verhaal na toestemmingsweigering(en) bij de rechtbank van eerste aanleg (art. 329bis, 2, derde lid BW) Aspirant- erkenner dagvaardt wie weigert Partijen worden gehoord in raadkamer 2 fasen in het geding voor de rechtbank (art. 329bis, 2, derde lid BW) Verzoeningspoging (mislukt in 90% van de gevallen) Uitspraak van de rechtbank (indien de nodige toestemmingen niet worden bekomen) volgens de wettelijke regels Wat zal de rechtbank beslissen? Bij bewijs van biologisch niet- vaderschap: verzoek afgewezen Indien het niet- vaderschap niet wordt bewezen, kan de rechtbank de erkenning weigeren als ze kennelijk in strijd is met de belangen van het kind o Kennelijk marginale toetsing o Manifest ipv kennelijk zou beter zijn o Strikt volgens de wet voor kinderen ouder dan 1 jaar Discriminerend bevonden door het Grondwettelijk hof ook 1 j., zie GwH 16 december 2010. Indien tegen de aspirant- erkenner een strafvervolging is gestart wegens verkrachting van de moeder gedurende het wettelijk tijdperk van de verwekking, kan de erkenning niet plaatsvinden (art. 329bis, 2, vierde lid BW) De procedure na toestemmingsweigering kan door de aspirant- erkenner worden ingeleid vóór de geboorte (art. 328bis BW), = Schijnmogelijkheid want er rijzen in voorkomend geval problemen i.v.m. het bewijs van de biologische realiteit Vruchtwaterpunctie Moeder kan weigeren (men mag haar niet dwingen als ze niet wil) Zinloze procedure als de moeder niet wil meewerken Geen absoluut huwelijksbeletsel tussen de erkenner en de moeder De vader kan het kind niet erkennen, wanneer uit die erkenning een absoluut huwelijksbeletsel tussen hem en de moeder zou blijken, ( niet huwen met bloedverwanten in de rechte opgaande en nederdalende lijn en niet met broer of zus ook niet halfbroer of halfzus) Tenzij het huwelijk waardoor dat (huwelijks)beletsel is ontstaan, nietig werd verklaard of werd ontbonden door overlijden of door echtscheiding (Art. 321 BW), Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 20

Opgelet: de huwelijksverboden tussen aanverwanten in de rechte lijn zijn relatief geworden na de wet van 15 mei 2007 (er moet geen uitzondering meer gemaakt worden want het huwelijk waardoor aanverwantschap bestaat kan nooit meer leiden tot absolute huwelijksbeletselen) Vormvereisten o Een authentieke akte, maar geen testament (art. 327 BW) o Opgemaakt door een bevoegde ambtenaar (ABS, notaris, diplomatieke of consulaire ambtenaar) ABS gratis of dossierkosten (Goedkoper) Notaris Duurder Modaliteiten o Erkenning door een man die niet de biologische vader is (= erkenning uit welwillendheid) o Erkenning door een onbekwame (art. 328, eerste lid BW) Uitdrukkelijk in de wet toegelaten Minderjarige kan een kind erkennen (Vaders bij Tienermoeders) Men moet wel over het vereiste onderscheidingsvermogen beschikken Dus geen krankzinnigen o Erkenning van een verwekt kind vóór de geboorte (= prenatale erkenning) is mogelijk (Art. 328, tweede lid BW) 2 voordelen van prenatale erkenning: Kind zal onmiddellijk de naam krijgen van de erkennende man = anticiperen op het overlijden van de erkenner (het kind zal erven) o erfrecht in de nalatenschap van de erkennende man. o Afstamming werkt declaratief dus erkenning werkt terug tot geboorte of tot de verwekking (in het voordeel van het kind) en het kind zal dus kunnen erven ABS vereist (praeter legem = naast de wet) een zwangerschapsattest Ministeriele omzendbrief 1848 ABS mag geen akte van burgerlijke stand opmaken voor een wezen dat geen 180 dagen oud is Zwangerschapsattest men mag dit wel degelijk vereisen o Erkenning van een overleden kind (= postume erkenning) is mogelijk indien dit afstammelingen heeft nagelaten Een zonder afstammelingen overleden kind kan enkel binnen het jaar na zijn geboorte worden erkend (art. 328, tweede lid BW) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 21

o Erkenning van een reeds erkend kind (= opeenvolgende erkenningen) Mogelijk, maar enkel de eerste erkenning heeft uitwerking zolang ze niet is vernietigd (art. 329 BW) o Erkenning van een doodgeboren kind (heeft nooit geademd en dus nooit juridische persoonlijkheid gehad) is NIET mogelijk, omwille van de theorie van de juridische persoonlijkheid Juridische persoonlijkheid pas op het ogenblik van de geboorte van een levend en levensvatbaar geboren kind Wel wordt een akte van aangifte van levenloos kind opgemaakt (art. 80bis BW) Declaratief karakter o Vindt praktische toepassing vooral bij de prenatale erkenning (erfrecht) o Werkt retroactief tot de geboorte of zelfs tot de verwekking Infans conceptus pro jam nato habetur, quoties de commodis eius agitur Publiciteit o Algemeen kantmelding in de geboorteakte van het erkende kind (art. 62, 2 BW); niet in de geboorteakte van de erkenner o Specifiek de erkenning van een overspelig kind a patre Overspelig kind a patre = De gehuwde man is overspelig geweest en heeft een kind verwekt bij een andere vrouw Wettig of feitelijke samenwonenden kunnen niet overspelig zijn Moet ter kennis worden gebracht aan de echtgeno(o)t(e) van de erkenner, op straffe van relatieve niet- tegenwerpelijkheid (art. 319bis BW) Hoe? o Indien de erkenningsakte werd opgemaakt door een Belgische ABS of notaris, wordt een afschrift van de erkenningsakte door hem verzonden bij een ter post aangetekende brief, binnen de drie dagen na de opmaak van de erkenningsakte; o In andere gevallen wordt ze betekend bij deurwaardersexploot, op verzoek van de vader, het kind of diens wettelijke vertegenwoordiger. Straf bij niet- kennisgeving? o Vaststelling van de erkenning is niet- tegenwerpelijk aan sommige mensen De echtgenote en de gemeenschappelijke kinderen o Echtgenote en huwelijkse kinderen mogen doen alsof het kind er niet is. Ze mogen de nalatenschap van de erkenner verdelen zonder rekening te houden met het overspelig kind Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 22

Onderzoek naar het vaderschap = Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap Grondvereisten o Het vaderschap staat niet vast krachtens de vaderschapsregel (art. 315 of 317 BW) Geen 2 vaders tegelijk dus eerst betwisting indien nodig o noch op grond van erkenning o het recht van verzet wordt niet succesvol uitgeoefend(art. 322 BW) Recht van verzet tegen de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap: Regeling analoog aan de toestemmingen vereist voor een erkenning (zie art. 332quinquies BW): na uitoefening relatief verzetsrecht wordt de vordering pas afgewezen indien de vaststelling kennelijk strijdig is met de belangen van het kind (ook al is dat 1 j., zie GwH 3 mei 2012) o Geen absoluut huwelijksbeletsel tussen de moeder en de vermeende vader Het onderzoek is onontvankelijk wanneer uit het vonnis een absoluut huwelijksbeletsel tussen de vermeende vader en de moeder zou blijken, tenzij het huwelijk waardoor dat beletsel is ontstaan, nietig werd verklaard of werd ontbonden door overlijden of door echtscheiding (art. 325 BW) GwH 9 augustus 2012: Artikel 325 BW schendt de artikelen 10 en 11 Gw., in zoverre het de rechter bij wie een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van vaderschap is ingediend, verhindert dat verzoek in te willigen indien hij vaststelt dat de vaststelling v/d afstamming overeenstemt met de belangen v/h kind. praktische draagwijdte = gerechtelijke vaststelling moet toegelaten worden als de rechter dit in het belang van het acht Voorbeeld. : Man en vrouw zijn koppel en komen gaandeweg te weten dat ze halfbroer en halfzus zijn (zelfde moeder). Ze krijgen samen 3 kinderen en wonen feitelijk samen 8 jaar na de geboorte van het jongste kind besluiten ze wettelijk te gaan samenwonen (2008). In 2010 verongelukt de man op weg naar zijn werk. De nalatenschap is opengevallen. De kinderen hun afstamming stond nog niet absoluut vast Moeder zet onderzoek in naar het vaderschap post mortum want er was geen juridisch vastgestelde afstammingsband Men stootte op deze bepaling in art. 325 BW Grondwettelijk Hof zegt: het is zeker in het patrimoniaal belang van de kinderen dat de afstammingsband alsnog kan vastgesteld worden Art. 325 discrimineert de kinderen en wordt ongrondwettelijk bevonden Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 23

Bewijs (art. 324 BW) o Door bezit van staat (art. 324, eerste lid BW) = onweerlegbaar, primair bewijsmiddel (omschreven in art. 331nonies BW) man heeft zich als vader gedragen (vaderschap kan zelfs tegen zijn wil worden vastgesteld) o Door alle wettelijke middelen, bij gebreke van bezit van staat (art. 324, tweede lid BW) Bv. DNA- onderzoek (kost tijd en geld) Kan door de rechter bevolen worden Of buitengerechtelijk aangevoerd worden (via internet DNAkits) Maar ook andere wettelijke bewijsmiddelen zijn toegelaten, behalve de eed Conflict: man A gedraagt zich als vader en man B is vader volgens DNA- onderzoek man A zal vader zijn DNA- onderzoek post mortem is mogelijk, zelfs na crematie Rechtsgevolgen van de onrechtmatige weigering een deskundigenonderzoek te ondergaan: Cass. 17 december 1998 (i.v.m. art. 331octies BW) Uit weigering blijkt dat men iets te verbergen heeft Verbod van dwanguitvoering op de persoon is een algemeen rechtsbeginsel, maar uit de onrechtmatige weigering mag de rechter een feitelijk vermoeden afleiden (van vaderschap) dat die man toch de vader is. Dat in combinatie met andere elementen in het dossier (die in dezelfde richting wijzen) mag leiden tot de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap Rechtmatige weigeringen om een DNA onderzoek te ondergaan o Vroeger wel toen er nog bloed moest geprikt worden o Nu niet meer schraapsel wangslijmvlies o Door vermoeden van vaderschap wegens geslachtsgemeenschap met de moeder behalve wanneer er twijfel over bestaat in welke gevallen? Als de vrouw meerdere minnaars heeft (exceptio plurium concubentium) De bedoelde twijfel betreft het causaal verband tussen de (bewezen) geslachtsgemeenschap en de verwekking. (art. 324, derde lid BW) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 24

Procedureregels o Titularissen van de vordering: het kind + elk van zijn ouders persoonlijk (art. 332ter, eerste lid BW) Ook de beweerde vader o Termijn (art. 331ter BW): 30 jaar, te rekenen vanaf het einde van het bezit van staat of, bij gebrek daaraan, vanaf de geboorte Deze verjaringstermijn wordt geschorst tijdens de minderjarigheid, maar loopt tussen echtgenoten Voorbeeld: vordering inleiden als 20- jarige ja nog geen verjaring Als meerderjarige kan je de vordering inleiden tot de dag dat je 48 jaar wordt o Partijen in het geding: zie art. 332ter, derde lid BW o Vertegenwoordiging: zie art. 331sexies BW Aanstelling voogd ad hoc bij tegenstrijdigheid van belangen, die in concreto moet worden bewezen (wanneer hoedanigheden van eiser en verweerder niet gecombineerd worden) (meestal situatie dat de moeder de vordering inleidt) Als moeder eiser en kind verweerder is kan de moeder kind niet vertegenwoordigen o Materieel en territoriaal bevoegde rechtbank: zie art. 331, 1 BW o Wijzen van gedinginleiding (altijd een dagvaarding,geen verzoekschrift mogelijk) (geding kan niet vóór de geboorte worden ingeleid, zie art. 331bis BW) Het kind moet al levend en levensvatbaar geboren zijn Uitwerking van het vonnis o Veel post mortem om erfrecht van de vader te kunnen genieten o Declaratief karakter o 1 maand na de betekening van het vonnis is dit definitief (geen hoger beroep meer mogelijk) Publiciteitsregeling o zie art. 333 BW Bijkomende vormvereiste bij overspelige kinderen a patre o Betekening van het vonnis aan de echtgeno(o)t(e) van de overspelige man, op straffe van relatieve niet- tegenwerpelijkheid (art. 322, tweede lid BW) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 25

Hoofdstuk 3: Betwisting van de afstamming Vereist altijd een gerechtelijke procedure! langs moederszijde (komt minder voor) langs vaderszijde (komt veel voor) Afdeling 1: Betwisting van moederschap Betwisting wettelijk vastgesteld moederschap Art. 312, 2 BW o Omdat de naam van de moeder in de geboorteakte staat Het baren is de juridische grondslag voor de vaststelling van het moederschap (312 2 juncto art 57 BW) o Mater sempra certa est o Door alle wettelijke middelen moet worden bewezen dat de moeder niet van het kind bevallen is o Bezit van staat ten aanzien van de moeder maakt de vordering onontvankelijk Baby J geboren uit een draagmoeder maar het moederschap van de Nederlandse wensmoeder is frauduleus in de geboorteakte van het kind geschreven (SIS- kaart) Afstammingsprocedure Wat moet bewezen worden? Dat de moeder (vrouw wiens naam in geboorteakte) niet van het kind bevallen is (dit kan bewezen worden) Bezit van staat Nederlandse wensmoeder had bezit van staat Zaak onontvankelijk Socio- affectieve werkelijkheid primeert op de biologische werkelijkheid afwezigheid van bezit van staat is een ontvankelijkheidsvoorwaarde voor het instellen van de vordering Termijn o 1 jaar vanaf de ontdekking v/h leugenachtige karakter v/d afstamming Titularissen van de vordering o De vader, het kind, de moeder en de persoon die het moederschap opeist (blijkbaar geen automatische vaststelling van moederschap in dit laatste geval) o Wanneer de beweerde moeder de vordering inleidt, is niet in de wet bepaald dat haar betwistingvordering maar gegrond is wanneer haar moederschap is komen vast te staan, noch dat de beslissing die deze betwistingvordering inwilligt, van rechtswege de vaststelling van de afstamming van verzoekster met zich meebrengt, met inachtneming van art. 332quinquies BW (een systeem dat wel vooropgesteld wordt bij de betwisting van het vaderschap van de echtgenoot door de beweerde vader, (zie art. 318, 5 BW) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 26

Betwisting van een moederlijke erkenning Ontvankelijkheid o Wanneer staat het moederschap van de vrouw niet vast? als de vrouw anoniem bevallen is (bv. Bevallen in Frankrijk) o Algemeen: afwezigheid van bezit van staat ten aanzien van de erkennende vrouw o Bijzonder (voor de erkennende vrouw en degenen die hebben toegestemd): erkennende vrouw wil zelf haar erkenning betwisten een wilsgebrek (art. 330, 1, eerste en tweede lid BW) o Titularissen en termijnen WET (art. 330, 1, vierde lid BW) De erkennende vrouw en de vader moeten de vordering inleiden binnen 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende vrouw niet de moeder is De beweerde moeder: binnen 1 jaar na de ontdekking dat zijzelf de moeder is Het kind: ten vroegste vanaf de 12de verjaardag, uiterlijk op de 22ste verjaardag of binnen 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende vrouw niet zijn moeder is Gegrondheid o De erkenning wordt tenietgedaan indien door alle wettelijke middelen is bewezen dat de betrokkene niet de moeder is (art. 330, 2 BW) Begrijpen als niet van het kind bevallen is cf. de bijzondere hypothese van art. 329bis 3, vijfde lid BW: niet de biologische moeder Bio- fysiologische moeder Stel draagmoeder na anonieme bevalling in Frankrijk Draagmoeder erkent zelf het kind dat ze gebaard heeft Geding tussen wensmoeder en draagmoeder Wensmoeder zal erkenning betwisten betwisting moederlijke erkenning zal niet lukken (ook al genetisch van de wensmoeder via embryo) Wensouders zullen daar de lege lata niets kunnen aan doen o Toch moet bewezen worden dat de erkennende vrouw niet van het kind is bevallen (cf. het ongewijzigde art. 314, derde lid BW) (bewijs van genetisch niet- moederschap is niet doorslaggevend) o De vordering van de beweerde moeder is slechts gegrond indien haar eigen moederschap is komen vast te staan; het vonnis dat de betwistingvordering inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van het moederschap van de beweerde moeder mee, indien aan de voorwaarden van art. 332quinquies BW is voldaan (art. 330, 3 BW) Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 27

Betwisting gerechtelijk vastgesteld moederschap Art. 331decies BW Door middel van een bijzonder rechtsmiddel: derdenverzet Betwisting van het vaderschap van de echtgenoot Artikel 318 BW: o 1, 2 en 4 = ontvankelijkheid o 3 en 5 = gegrondheid van de vordering Ontvankelijkheid (Algemeen) o Afwezigheid van bezit van staat t.a.v. de echtgenoot (aanhef art. 318, 1 eerste lid BW) Afdeling 2: Betwisting van vaderschap Maar: deze regel is ongrondwettig bevonden GwH nr. 20/2011, 3 februari 2011 Art. 318, 1 eerste lid BW schendt art. 22 Gw., in samenhang gelezen met art. 8 EVRM, in zoverre de vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft t.a.v. de echtgenoot van de moeder Rechtsoverweging B.10: Door het «bezit van staat» als absolute grond van niet- ontvankelijkheid van de vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap in te stellen, heeft de wetgever de socio- affectieve werkelijkheid van het vaderschap steeds laten prevaleren op de biologische werkelijkheid. Door die absolute grond van niet- ontvankelijkheid wordt de echtgenoot van de moeder die te goeder trouw het socio- affectieve vaderschap heeft opgenomen, op absolute wijze uitgesloten van de mogelijkheid om zijn vaderschap te betwisten omdat zijn handelen te goeder trouw precies heeft bijgedragen tot de totstandkoming van de feiten die de criteria uitmaken van het bezit van staat. Aldus bestaat voor de rechter geen enkele mogelijkheid om rekening te houden met de vaststaande feiten en de belangen van alle betrokken partijen. Een dergelijke maatregel is onevenredig met de door de wetgever nagestreefde, legitieme doelstellingen, en derhalve niet bestaanbaar met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Schending van art 22 GW (recht op privéleven wordt grondwettelijk beschermd) De basisregel wordt ongrondwettig bevonden! Feiten: Man (echtgenoot) die bedrogen was door de moeder 10 jaar lang overtuigd van het feit dat dit zijn kind was Na 10 jaar bekent de moeder dat ze overspelig is geweest, man is 10 jaar in de waan geweest dat hij het kind had Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 28

verwekt en had zich dus ook als vader gedragen (bezit van staat) Vaderschap is bevestigd door bezit van staat De man heeft te goeder trouw (misleid door de moeder) het kind beschouwd als het zijne hij zou dit nooit gedaan hebben had hij geweten dat het kind niet van hem was Grondwettelijk Hof volgt hem Zijn gedragingen worden tegen hem ingeroepen probleem: voor de rechter bestaat geen enkele mogelijkheid om rekening te houden met de vaststaande feiten (DNA onderzoek betreft de gegrondheid) en de belangen van alle betrokken partijen (men gaat blind voor de socio- affectieve werkelijkheid) Conclusie: dergelijke maatregel is onevenredig met de door de wetgever nagestreefde doelstellingen Wat met afstammingsgeschil na dit arrest? Bezit van staat mag niet langer een absolute grond van onontvankelijkheid zijn Wat is dan nog wel de betekenis van bezit van staat? Kijken naar de vaststaande feiten en de belangen van de partijen Nu moet de rechter met bezit van staat een beetje rekening houden, met de biologische realiteit en met de belangen van de partijen Afstammingsgeschil wordt zeer onvoorspelbaar o Toestemming van de echtgenoot tot K.I.(kunstmatige inseminatie) of een andere daad die de voortplanting tot doel had maakt de vordering onontvankelijk, tenzij de verwekking van het kind hiervan niet het gevolg kan zijn (art. 318, 4 BW) Andere daad die voortplanting tot doel hebben = Bv. Seks (man onvruchtbaar en huisvriend mag vrouw bevruchten) invitro fertilisatie eicel en zaadcel samengebracht en embryo wordt ingebracht intra cytoplasamtische sperma- injectie slechte zwemmertjes 1 beweeglijke zaadcel inspuiten in eicel o De levende en levensvatbare geboorte van het kind (art. 331bis BW) Uitzondering: De man die het vaderschap opeist, kan de vordering reeds vóór de geboorte instellen (zie art. 328bis BW) = Lex specialis op de lex generalis van Art. 331bis BW Er zijn evenwel gevallen waarin het onduidelijk is of het kind meer of minder dan 300 dagen na de gebeurtenissen vermeld in art. 316bis BW zal worden geboren. In deze gevallen rijst het praktische probleem dat de rechtbank verzocht wordt om uitspraak te doen over de betwisting van een vaderschap dat misschien nooit zal worden gevestigd Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 29

Titularissen van de vordering o Moeder, echtgenoot en kind (Art. 318, 1, eerste lid BW) o De persoon die het vaderschap opeist (betwistingrecht onder voorwaarde en met gevolg, zie Art. 318, 5 BW) Bijzonderheid voor de vordering van de beweerde biologische vader : Indien hij de betwistingvordering inleidt, is zijn vordering maar gegrond als zijn vaderschap is komen vast te staan ; de beslissing die de betwistingvordering inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van het vaderschap van de verzoeker mee. De rechtbank gaat na of de voorwaarden van art. 332quinquies BW vervuld zijn (art. 318, 5 BW) Zijn vaderschap = het vaderschap van de beweerde biologische vader 2 in 1 afstammingsvordering: Beweerde biologische vader betwist vaderschap echtgenoot En tegelijkertijd Vaststelling vaderschap van de beweerde biologische vader Kind wordt op geen enkel moment vaderloos o Subsidiair, na overlijden van de echtgenoot: diens bloedverwanten o De eerste echtgenoot bij vaderschapsconflict (Art. 318, 2, tweede en derde lid BW) Termijnen o Moeder: 1 jaar na de geboorte (Art. 318, 2, eerste lid BW) o Echtgenoot: 1 jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de (biologische) vader van het kind is (Art. 318, 2, eerste lid BW) o Man die het vaderschap opeist: 1 jaar na de ontdekking van het feit dat hij de (biologische) vader van het kind is (Art. 318, 2, eerste lid BW) o Kind: Ten vroegste op de 12de verjaardag, ten laatste op de 22ste verjaardag of binnen 1 jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot zijn vader niet is (Art. 318, 2, eerste lid BW) Normaalgezien zijn minderjarigen procesonbekwaam maar in afstammingszaken kan een kind wel procederen GwH nr. 96/2011, 31 mei 2011 In de hypothese dat het vaderschap van de echtgenoot niet overeenstemt met de biologische, noch met de socio- affectieve waarheid, schendt art. 318, 2 BW de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met art. 8 en 14 EVRM Samenvatting Familierecht JVD 2012-2013 30