Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit (GRS) Goedgekeurd door de Raad van bestuur K.U.Leuven d.d. 21 februari 2006 en gewijzigd op 27 november 2007 en op 27 mei 2008 Versie van toepassing op Wetenschap & Technologie/Biomedische wetenschappen Huishoudelijk Reglement Departement Indien in deze kolom geen tekst wordt opgenomen, wordt ervan uitgegaan dat het GRS voldoende duidelijk is en dat er geen departementale specificaties nodig zijn. HOOFDSTUK II DE ONDERDELEN VAN DE UNIVERSITEIT EN HUN BESTUURSORGANEN Afdeling 3 De departementen Artikel 47 Elke groep omvat naast de faculteiten ook departementen. Een departement bestrijkt een zo homogeen mogelijk onderzoeksdomein en bestaat uit een voldoende aantal leden om de opdracht van het departement efficiënt te kunnen uitvoeren. Onverminderd artikel 34 behoren alle leden van het zelfstandig academisch personeel zoals bepaald door het Groepsbestuur ook tot een departement of gelijkgestelde entiteit of meerdere ervan, en voorzover daarbinnen kleinere eenheden zijn opgericht volgens artikel 48, 2de lid een kleinere eenheid of meerdere ervan. Het Groepsbestuur kan departementen oprichten, afschaffen, splitsen of samenvoegen. Artikel 48 Leden van het zelfstandig academisch personeel, die al dan niet behoren tot verschillende departementen, kunnen met het oog op het uitvoeren van onderzoeksprojecten op eigen initiatief een onderzoeksgroep vormen. Het departement kan volgens de wijze bepaald in het groepsreglement kleinere eenheden ter oprichting voorleggen aan het Groepsbestuur en de wijze van samenwerking ervan bepalen. Artikel 49 Het departement is verantwoordelijk voor de volgende opdrachten:
1 het stelt een departementaal beleidsplan op, dat ter advies wordt voorgelegd aan de Departementsraad en wordt voorgelegd aan het Groepsbestuur; 2 het organiseert en coördineert het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening; 3 het stimuleert en evalueert de interdisciplinaire samenwerking inzake wetenschappelijk onderzoek; 4 het verstrekt, in opdracht van de faculteit die het betrokken onderwijs organiseert, academisch en voortgezet academisch onderwijs en het verzorgt de doctoraatsopleiding en de disciplinegerichte permanente vorming; 5 het stelt de begroting van het departement op; 6 het zorgt ervoor dat de toegewezen universitaire financiële middelen en ruimten optimaal aangewend worden; 7 het staat in voor het intern personeelsbeleid ten aanzien van het academisch personeel, overeenkomstig het reglement van het academisch personeel; daaronder wordt onder meer verstaan: het bepalen en verdelen van de taken van het academisch personeel en het bijzonder academisch personeel; het voorstellen van profielvacatures voor opdrachten van onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; het adviseren bij benoemingen of aanstellingen van het zelfstandig academisch personeel en bij het toewijzen van onderwijstaken door het daartoe samengestelde adviesorgaan; het vacant stellen van mandaten van het assisterend academisch personeel en bijzonder wetenschappelijke medewerkers; het adviseren bij aanstellingen van leden van het assisterend academisch personeel en bijzonder wetenschappelijke medewerkers; het evalueren van de toegewezen opdrachten en taken; het formuleren, in voorkomend geval, van voorstellen voor een herverdeling van de onderwijstaken binnen het departement; 8 het organiseert de eigen logistieke diensten en infrastructuur voor onderzoek, en het voert het intern personeelsbeleid ten aanzien van het departementaal administratief en technisch personeel volgens de geldende reglementen. Artikel 50
De organen van het departement zijn de Departementsraad, het Departementsbestuur en de departementsvoorzitter. Het Departementsbestuur, hierbij inzake algemeen beleid geadviseerd door de Departementsraad, staat in voor de in artikel 48 en 49 van dit reglement genoemde opdrachten. Het kan bepaalde bevoegdheden en taken delegeren aan andere organen van het departement of aan onderdelen van het departement. Artikel 51 1 De Departementsraad bestaat uit: De Departementsraad Biomedische Kinesiologie bestaat uit: 1 alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse 1 alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die voor onbepaalde duur voltijds leden van het zelfstandig academisch personeel van het departement zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; Biomedische Kinesiologie die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; 2 een vertegenwoordiging van de deeltijdse leden van het zelfstandig 2 een vertegenwoordiging van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren; academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren; 3 een vertegenwoordiging van het assisterend academisch personeel, de 3 een vertegenwoordiging van het assisterend en bijzonder academisch vastbenoemde leden van het wetenschappelijk personeel, de bijzonder navorsers personeel, 50/50 verdeeld over beide afdelingen, waaronder de AAP/BAPvertegenwoordiger in het departementsbestuur; en de bijzonder wetenschappelijke medewerkers; 4 een vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel; 4 een vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel; 5 een vertegenwoordiging van de studenten die bij het onderzoek van het departement betrokken zijn. 5 een vertegenwoordiging van de studenten die bij het onderzoek van het departement Biomedische Kinesiologie betrokken zijn. 6 De administratieve beleidsondersteuner van het departement woont als waarnemer de vergadering bij en stelt de notulen op. 7 Alle andere leden van het departement worden uitgenodigd als waarnemer. De Departementsraad bepaalt uit hoeveel leden elk van de onder 2, 3 en 5 genoemde vertegenwoordigingen bestaat; de vertegenwoordigingen genoemd onder 2, 3, 4 en 5 maken samen niet meer dan een derde van het totaal aantal leden uit. De vertegenwoordigers genoemd onder 2, 3, 4 en 5 worden verkozen onder toezicht van de departementsvoorzitter op initiatief van en door de aan het departement verbonden leden van de betrokken categorieën. Alle leden van de departementsraad Biomedische Kinesiologie zijn stemgerechtigd, uitgezonderd de waarnemers. 2 Het Departementsbestuur wordt samengesteld overeenkomstig het reglement van het departement. 2 Het Departementsbestuur Biomedische Kinesiologie wordt als volgt samengesteld:
De samenstelling van het Departementsbestuur wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan het Groepsbestuur. Artikel 52 De departementsvoorzitter is ofwel een gewoon hoogleraar of voltijds hoogleraar, ofwel een buitengewoon hoogleraar of deeltijds hoogleraar die voor onbepaalde duur voltijds verbonden is aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen. Het mandaat van departementsvoorzitter duurt vijf jaar en kan éénmaal worden hernieuwd. De departementsvoorzitter wordt aangesteld volgens de volgende procedure: 1 De departementsvoorzitter, tevens voorzitter 2 De afdelingshoofden o Het afdelingshoofd is een ZAP-lid van de betrokken afdeling die voor onbepaalde duur verbonden is aan de universiteit. o Het afdelingshoofd wordt verkozen door alle leden van de betrokken afdeling met een tewerkstellingspercentage van minstens 50% o Het mandaat van afdelingshoofd duurt drie jaar en kan onbeperkt hernieuwd worden. 3 Een vertegenwoordiger van het AAP/BAP, die voltijds verbonden is aan het departement 4 De administratieve beleidsondersteuner van het departement woont als waarnemer de vergadering bij en stelt de notulen op. 3 De afdelingsbesturen Fysieke Activiteit en Gezondheid en Bewegingscontrole en Neuroplasticiteit worden als volgt samengesteld: 1 Het afdelingshoofd, tevens voorzitter 2 Twee ZAP-leden van de betrokken afdeling die voor onbepaalde duur verbonden zijn aan de universiteit. Deze worden verkozen door alle leden van de betrokken afdeling met een tewerkstellingspercentage van minstens 50%. Hun mandaat duurt drie jaar en kan onbeperkt hernieuwd worden. 3 Een vertegenwoordiger van het AAP/BAP, die voltijds verbonden is aan de afdeling. 4 De departementsvoorzitter wordt uitgenodigd als waarnemer de Departementsraad legt via een verkiezing een lijst vast van ten minste drie kandidaten, tenzij er minder dan drie kandidaten zouden zijn;
die lijst wordt met het behaalde aantal stemmen voorgelegd aan het Groepsbestuur dat hieruit een kandidaat kiest. Bij een tweede aanstelling consulteert het Groepsbestuur de Departementsraad zonder dat deze laatste een nieuwe verkiezing organiseert. Artikel 53 De departementsvoorzitter waakt over de uitvoering van de opdrachten van het departement. Hij is verantwoordelijk voor het goed gebruik van de universitaire middelen. Hij wordt geïnformeerd over de aanvragen en toekenningen van andere middelen die aan het departement of onderdelen daarvan of aan een aan het departement gehechte onderzoeksgroep toekomen en ziet toe op het rationeel gebruik ervan.