Bijzondere examenreglementen

Transcriptie

1 Bijzondere examenreglementen Versie goedgekeurd door de Academische raad d.d Examenreglement van de K.U.Leuven Onderafdeling 1 - Bijzondere bepalingen in verband met de verhandeling of masterproef Onderafdeling 2 - Bijzondere bepalingen in verband met de academische lerarenopleiding Onderafdeling 3 - Bijzondere bepalingen in verband met de voortgezette academische opleidingen en masterna-masteropleidingen Onderafdeling 4 - Bijzondere bepalingen in verband met postgraduaat opleidingen en met andere opleidingen van permanente vorming Onderafdeling 5 - Bijzondere bepalingen in verband met het doctoraat Vooraf Dit reglement is ondergeschikt aan de decretale bepalingen in verband met het hoger onderwijs en hun uitvoeringsbepalingen. Deze teksten kunnen teruggevonden worden op Alle verwijzingen in deze regeling en dit reglement naar personen en functies slaan zowel op vrouwelijke als op mannelijke personen. Waar in deze regeling en dit reglement sprake is van "de faculteit", betekent dit voor de Campus Kortrijk dat de subfaculteit daar de betrokken beslissing kan nemen. Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar Titel I van het onderwijsreglement. Onderafdeling 1 - Bijzondere bepalingen in verband met de verhandeling of masterproef Artikel 62 (facultair reglement, promotor) Elke faculteit stelt een bijzonder reglement vast voor de totstandkoming en beoordeling van de verhandelingen of masterproeven. Bijzonder examenreglement - facultaire aanvullingen 1/6

2 De promotor van een verhandeling of masterproef is een lid van het ZAP van de K.U.Leuven of van het AAP-BAP voorzover dit houder is van een diploma van doctor op proefschrift. Artikel 63 (beoordeling) De verhandeling of masterproef wordt overeenkomstig het facultair reglement beoordeeld door een evaluatiecommissie die bestaat uit ten minste drie leden. Onverminderd de toepassing van artikel 28, tweede lid, derde zin, van het algemeen examenreglement brengt de commissie één cijfer uit, het weze collegiaal, het weze na het bijeenbrengen van de eventueel gewogen individuele cijfers van de bij het facultair reglement aangewezen leden. In voorkomend geval wordt de examencommissie in kennis gesteld van de deelcijfers. De leden van de evaluatiecommissie die geen lid zijn van de examencommissie worden, overeenkomstig het facultair reglement, door de examencommissie geconsulteerd wanneer de student of een lid van de evaluatie- of examencommissie daarom verzoeken. Artikel 64 (verdediging) Indien het facultair reglement niet voorziet in de verdediging van de verhandeling of masterproef, bepaalt het hoe de student vóór de beraadslaging kennis kan nemen van de opmerkingen van de evaluatiecommissie en hoe de student die dit wenst, voor de beraadslaging gehoord zal worden. Onderafdeling 2 - Bijzondere bepalingen in verband met de academische lerarenopleiding Artikel 65 (examenperiodes) De faculteit beslist in welke examenperiodes examen kan worden afgelegd over de opleidingsonderdelen van de academische lerarenopleiding. Artikel 66 (vrijstelling en herkansing) A. Uitdovende academische lerarenopleiding. Wij volgen hier de bepalingen zoals uitgewerkt door de POC Lerarenopleiding Biomedische Groep. Een student die examen heeft afgelegd over een brugvak als opleidingsonderdeel van de lerarenopleiding in de tweede cyclus van een basisopleiding en daarvoor is geslaagd, wordt voor de lerarenopleiding vrijgesteld van dat opleidingsonderdeel. In geval van beraadslaging in dezelfde examenperiode van hetzelfde academiejaar, wordt het behaalde examencijfer voor elk van de beide opleidingen ingebracht. Bijzonder examenreglement - facultaire aanvullingen 2/6

3 B. Een student die examen heeft afgelegd over een opleidingsonderdeel van de lerarenopleiding en daarvoor is geslaagd c.q. een creditbewijs heeft verworven, wordt voor de lerarenopleiding vrijgesteld van dat opleidingsonderdeel. In geval van gelijktijdige inschrijving, wordt het behaalde examencijfer voor elk van de beide opleidingen ingebracht. Er kan per opleidingsonderdeel slechts éénmaal examen worden afgelegd tot wanneer men cijfers heeft behaald voor alle opleidingsonderdelen en over dit geheel een beraadslaging heeft plaatsgevonden. Er zijn hierop twee uitzonderingen: - een student kan opnieuw examen afleggen over die opleidingsonderdelen waarvoor die student nog niet slaagde en waarvan het met goed gevolg afleggen een voorwaarde is om aan de stage te mogen beginnen; - een student kan voor de opleidingsonderdelen waarvoor een onvoldoende cijfer is behaald, na een schriftelijk verzoek geregistreerd via het faculteitssecretariaat, opnieuw examen afleggen tijdens de examenperiode waarin die student zich registreert voor alle opleidingsonderdelen waarvoor nog examen moet afgelegd worden. Artikel 13 van het examenreglement blijft onverkort van toepassing. Artikel 67 (registratie en deelname aan de examens) Vóór elk examen moet de student zich laten registreren volgens de door de inrichtende faculteit bepaalde regels. De student die zich heeft laten registreren, kan wegens ernstige redenen, te beoordelen door de voorzitter van de examencommissie, toelating krijgen om niet aan het examen deel te nemen. Wie zonder toelating niet deelneemt aan een examen, kan ten vroegste opnieuw examen afleggen over dat opleidingsonderdeel tijdens de examenperiode waarin men zich registreert voor alle opleidingsonderdelen waarover men nog examen moet afleggen. Artikel 68 (examenmaterie) De studenten worden steeds ondervraagd over de materie van het ogenblik waarop zij een bepaald opleidingsonderdeel volgden tot in het jaar waarin voor het eerst over hen beraadslaagd wordt. Wij volgen hier de bepalingen zoals uitgewerkt door de POC Lerarenopleiding Biomedische Groep. Artikel 69 (mededeling van examencijfers) De punten behaald op een examen worden door de titularis van het opleidingsonderdeel meegedeeld aan het secretariaat van de faculteit waartoe de student behoort. Het resultaat van het examen wordt door het secretariaat na elke examenperiode aan de student meegedeeld. Bijzonder examenreglement - facultaire aanvullingen 3/6

4 De examencijfers worden bewaard tot aan de beraadslaging, tenzij de student opnieuw examen heeft afgelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 66. Artikel 70 (beraadslaging) Voor de (academische) lerarenopleiding beraadslaagt de examencommissie in elke examenperiode over de studenten die over alle opleidingsonderdelen het examen hebben afgelegd. Voor studenten die de (academische) lerarenopleiding aanvatten tijdens de academische opleiding, gebeurt de beraadslaging uiterlijk aan het einde van het tweede jaar volgend op het beëindigen van de academische opleiding. Voor studenten die zich inschrijven na het beëindigen van de academische opleiding gebeurt de beraadslaging uiterlijk aan het einde van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste inschrijving voor de (academische) lerarenopleiding. In uitzonderlijke gevallen kan na schriftelijke aanvraag een verlenging met één jaar toegestaan worden door het Academisch vormingsinstituut voor leraren. Artikel 71 (behoud van examencijfer bij niet-slagen) Behoud van examencijfers is toegestaan voor zover de termijnen voor het afwerken van de academische lerarenopleiding zoals gespecificeerd in artikel 70 worden gerespecteerd. Voor elk opleidingsonderdeel wordt behoud van het examencijfer toegestaan wanneer ten minste 10 punten op 20 werden behaald. Voor de onderdelen van de stage wordt behoud van het examencijfer toegestaan wanneer een gemiddelde van ten minste 10 punten op 20 werd behaald op het geheel van deze opleidingsonderdelen. Onderafdeling 3 - Bijzondere bepalingen in verband met de voortgezette academische opleidingen en master-namasteropleidingen Artikel 72 Wij volgen hier de huidige gehanteerde procedures In afwijking van artikel 5 bepaalt elke faculteitsraad of faculteitsbestuur de tijdstippen waarop binnen een zelfde academiejaar de examens voor de voortgezette academische opleidingen en master-na-masteropleidingen worden afgenomen. Artikel 73 (interuniversitaire opleidingen) Bijzonder examenreglement - facultaire aanvullingen 4/6

5 Elke overeenkomst voor de organisatie van een interuniversitaire opleiding bepaalt welk examenreglement van toepassing is. Die bepaling wordt in de programmagids vermeld. Onderafdeling 4 -Bijzondere bepalingen in verband met postgraduaat opleidingen en met andere opleidingen van permanente vorming Artikel 74 Voor postgraduaatopleidingen en voor die andere opleidingen van permanente vorming waarbij het behalen van een getuigschrift afhankelijk is van een examen, stelt de faculteit een specifieke onderwijsregeling op omtrent de wijze en momenten van evalueren, wie kan beoordelen, de resultaatberekening en de wijze van meedelen en bespreken van resultaten. Deze onderwijsregeling wordt duidelijk kenbaar gemaakt aan de studenten die inschrijven voor het vormingsprogramma. Uiterlijk vijf kalenderdagen na de schriftelijke mededeling van het resultaat kan beroep worden aangetekend tegen de beslissing bij de coördinator Studentenbeleid. Onderafdeling 5 - Bijzondere bepalingen in verband met het doctoraat Artikel 75 (verplichting van de faculteit) Elke faculteit stelt een bijzonder reglement vast voor het doctoraatsexamen met proefschrift. Artikel 76 (samenstelling van de examencommissie) De groep of faculteit duidt één promotor-eindverantwoordelijke aan voor een proefschrift. Naast de promotoreindverantwoordelijke kan de faculteit één of meerdere promotoren en/of co-promotoren aanduiden. De promotor-eindverantwoordelijke behoort tot 1. de voltijdse en deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel van de K.U.Leuven of 2. de voltijdse en deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel van andere universiteiten waarmee de K.U.Leuven ter zake een akkoord heeft of 3. bijzondere categorieën van onderzoekers door de groep of faculteit aangeduid. Promotoren dienen houder te zijn van een doctoraat op proefschrift. Co-promotoren worden aangesteld omwille van hun specifieke competentie en dienen geen houder te zijn van een doctoraat op proefschrift. Bijzonder examenreglement - facultaire aanvullingen 5/6

6 Professoren of docenten uit met de K.U.Leuven geassocieerde hogescholen, onderzoeksleiders en onderzoeksdirecteurs van een wetenschappelijk fonds komen in elk geval in aanmerking voor het promotorschap en/of co-promotorschap. Voor het behalen van een doctoraat in de kunsten kunnen uitzonderlijk ook personen zonder doctoraat maar met bijzondere competentie in het onderzoeksgebied worden aangesteld als promotor. De promotor-eindverantwoordelijke en de promotor onderschrijven het profiel van de goede promotor. De examencommissie wordt samengesteld door de rector op voorstel van de faculteit; naast de personen genoemd in het eerste lid kunnen ook andere deskundigen er deel van uitmaken. In elk geval behoort ten minste één lid van de examencommissie niet tot de K.U.Leuven. Bijzonder examenreglement - facultaire aanvullingen 6/6