VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL C.B.S. HET KOMPAS Locatie(s) : Brinnr. :11VZ Plaats :9402 CB Assen Onderzoeksnummer :14827 Datum onderzoek :26-5-2011 Datum vaststelling rapport :5 september 2011 Odin: 126591 Onderzoeksdatum: 26-5-2011 Pagina 1 van 6
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 23, waarvan 3 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 22, waarvan 3 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep c: 22, waarvan 6 doelgroepkleuters Odin: 126591 Onderzoeksdatum: 26-5-2011 Pagina 2 van 6
2. HET TOTAALBEELD De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van de vroegschoolse educatie op basisschool Het van voldoende niveau is. De directie van de school heeft een goed beeld van de leerlingpopulatie en de onderwijsbehoeften van haar leerlingen. De school stemt haar onderwijsaanbod af op de leerlingen. Het beleid ten aanzien van VVE is daardoor verweven met het totale schoolbeleid en terug te vinden bij het aanbod, het onderwijsleerproces, de zorg en de kwaliteitszorg maar wordt binnen deze aspecten niet benoemd als VVE beleid. De school heeft gekozen voor de methode Schatkist voor de groepen 1 en 2 en zorgt daarmee voor een goed beredeneerd aanbod in de kleutergroepen dat voldoet aan de kerndoelen. De school is echter op zoek naar een goede balans tussen het programmatisch werken en het spel in de groepen 1 en 2. De leerlingen worden geobserveerd en getoetst en de observatie- en toetsgegevens worden door de leerkrachten goed geanalyseerd. Op basis van deze gegevens vindt de afstemming van het aanbod op de onderwijsbehoeften van de leerlingen plaats. De extra zorg die leerlingen krijgen, is in voldoende mate vastgelegd in handelingsplannen en in de dagplanning. De school werkt samen met de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf. De peuterspeelzaal werkt met een ander programma, maar er worden wel afspraken gemaakt over de thema`s die aan bod komen. Daarnaast worden ook afspraken gemaakt om de twee programma`s inhoudelijk goed op elkaar af te stemmen. De ouders zijn tevreden over de school. Zij vinden dat zij goed geïnformeerd zijn over de onderwijsactiviteiten van de school. Welke activiteiten zij thuis kunnen doen, die aansluiten bij het onderwijsprogramma van de school, is voor de ouders maar beperkt duidelijk. In de nieuwsbrief van de school worden wel activiteiten genoemd, maar de school geeft geen informatie over hoe ouders deze activiteiten thuis kunnen uitvoeren. De ouders ervaren dat de contacten met de directeur en de leraren laagdrempelig zijn. Odin: 126591 Onderzoeksdatum: 26-5-2011 Pagina 3 van 6
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Schatkist A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 3 A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) 4 (A3) Er is voor 8 dagdelen een onderwijsassistent benoemd om het onderwijs in de drie kleutergroepen te ondersteunen. (A5.4) De leerkrachten hebben een opleiding gevolgd om te kunnen werken met het VVE programma en zij zijn gecertificeerd. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid 3 B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 B3 Intake 3 B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 2 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool 3 B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 B7 Rekening houden met de thuistaal 3 (B4) De ouders krijgen via de weekbrief informatie over de projecten in groep 1-2. Er wordt in de weekbrief ook aandacht besteed aan activiteiten die de ouders thuis kunnen doen. Ouders krijgen echter geen informatie over de uitvoering van de activiteiten thuis en er wordt ook niet teruggekoppeld of en hoe de activiteiten thuis zijn verlopen. Het is onbekend hoeveel ouders gebruik maken van de tips uit ouderbrief. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma 3 C1.2 Werken met een doelgerichte planning 2 C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 3 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol 3 C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke 3 competenties van de kinderen C2.4 De leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend 2 C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar 3 afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling 3 uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen 2 C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en 2 verrijken het spelen en werken C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag 3 Odin: 126591 Onderzoeksdatum: 26-5-2011 Pagina 4 van 6
(strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief 3 C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling 3 van de individuele kinderen (C1.2) De leerkrachten maken rondom de thema`s van Schatkist en eigen thema s een planning van de activiteiten die zij gaan uitvoeren. De leerkrachten van de drie kleutergroepen houden zich ook aan deze planning zodat het programma in deze groepen parallel loopt aan elkaar. Er is echter geen jaarrooster gemaakt voor de activiteiten in het kader van VVE waardoor het vooraf niet inzichtelijk is welke thema`s en bijbehorende doelen in dat schooljaar aan de orde komen. (C2.5) In de gemeenschappelijke hal bij de kleuterlokalen zijn speelhoeken ingericht waarin de leerlingen uit de drie kleutergroepen s middags mogen spelen. In de kleuterlokalen zelf zijn maar een zeer beperkt aantal speelhoeken aanwezig. De kleuterlokalen zijn op dit moment meer gericht op het ontwikkelen van de cognitieve vaardigheden d.w.z. er is veel tweedimensionaal materiaal zoals puzzels en lotto`s aanwezig. Een ontwikkelpunt van de school is uitdagende speelhoeken inrichten die passen bij de onderwerpen die in de kleutergroepen aan bod komen. (C3.3) De activiteiten van de leerlingen liggen `s morgens meer op het cognitieve vlak. De leerlingen in de drie kleutergroepen kregen `s morgens veel leerkracht-gestuurde opdrachten. Meespelen met de leerlingen heeft de inspectie alleen tijdens het middagprogramma gezien. (C3.4) Tijdens het ochtendprogramma waren weinig spelactiviteiten te zien dus ook weinig spelinterventies. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en 3 het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig 3 hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de 3 voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidstersleerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra 3 zorg bijhouden E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de vroegschool 3 E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 3 E3 De vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 3 E4 De vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en 3 voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken 3 (E2-E6) Het VVE beleid is onderdeel van het totale kwaliteitsbeleid van de school. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 3 F3 De basisschool wint doelmatige informatie in bij de voorschool over de 3 instromende peuters en maakt daar aantoonbaar gebruik van F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 2 Odin: 126591 Onderzoeksdatum: 26-5-2011 Pagina 5 van 6
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd 3 2 3 (F4) De voorschool werkt met het programma Puk & Ko en de vroegschool werkt met het programma Schatkist. Er worden wel afspraken gemaakt met elkaar over de verschillende thema`s en de activiteiten die aangeboden worden. (F6) De peuterspeelzaal en de school hebben geen afspraken met elkaar gemaakt over manier waarop ze met ouders omgaan. Het beleid t.a.v. de omgang met ouders is niet op elkaar afgestemd. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode 3 (G1) Op dit moment zijn er geen afspraken met de gemeente over de resultaten van het VVE beleid. De school verantwoordt zich wel over de besteding van de VVE gelden door de activiteiten in het kader van VVE te beschrijven. 4. VERVOLGAFSPRAKEN. Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken. Odin: 126591 Onderzoeksdatum: 26-5-2011 Pagina 6 van 6