Pak de jas! Spel Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes De leerkracht gooit met de dobbelsteen. De leerlingen nemen om ter snelste dezelfde kleur jas als de kleur van de dobbelsteen. De leerlingen verwoorden welke kleur jas ze genomen hebben. Differentiatie: De leerlingen zoeken in de klas naar een voorwerp dat dezelfde kleur heeft als het oog van de dobbelsteen. Ze lopen hier naartoe. Bespreek de kleur en het voorwerp. Variant: De leerkracht legt de zes jasjes op tafel. De leerlingen bekijken aandachtig de jasjes. De leerlingen draaien zich om en de leerkracht neemt een jasje weg. De leerlingen raden zo snel mogelijk welke kleur jas verdwenen is.
Observatie weer Kijkopdracht Observatiefiche Potlood Pictogrammen weer De leerkracht gaat naar buiten met de leerlingen. Ze bekijken het weer. De leerkracht vraagt welke pictogrammen er bij het weer horen. De leerkracht geeft de pictogrammen aan de leerlingen. We gaan terug naar de klas en de leerlingen komen de pictogrammen aan het bord hangen ondertussen verwoorden ze deze pictogrammen. We vullen samen de observatiefiche in. De leerlingen verwoorden het weer nogmaals. Uitbreiding: Activiteit: weerbericht naspelen
Weerbericht naspelen Drama Televisie Pictogrammen weer Bril Filmpje: het weer De leerlingen bekijken het weer en nemen de juiste pictogrammen. De leerlingen bekijken een filmpje van het weer. De leerkracht overloopt de verschillende fases in het weerbericht: begroeting, presentatie weer, afsluiting. Een leerling verkleedt zich als een weerman of weervrouw met een bril. De leerling kruipt in de televisie en begroet de kijkers vervolgens vertelt hij aan de hand van de genomen pictogrammen welk weer het vandaag is en tot slot neemt hij afscheid van de kijkers. Differentiatie: De leerlingen vertellen hoe je je best kan aankleden tegen het weer van de dag. (Uitbreiding op het thema kleding.)
Bingo! Spel Bingokaarten Dopjes Elke leerling krijgt een bingokaart. De leerkracht De leerlingen zoeken het voorwerp op de kaart. Indien ze dit voorwerp op hun kaart vinden, leggen ze er een dopje op. Wie als eerste vier dopjes op een rij heeft, roept bingo en is de winnaar van het spel.
Memorie! Spel Roze memorie met afbeeldingen Rode memorie met afbeeldingen en woorden De leerkracht legt de kaartjes omgekeerd op tafel. De leerlingen draaien twee kaartjes om en verwoorden wat ze zien. Wanneer de twee kaartjes hetzelfde plaatje bevatten mogen ze de kaartjes houden. De leerlingen verzamelen om ter meeste kaartjes. Spelen maar! Differentiatie: De leerlingen spelen het spel met de rode memorie. Ze draaien telkens twee kaartjes om. Ze zoeken een plaatje en het overeenkomstige woord. Wanneer ze deze vinden, mogen ze het paar houden.
Spelbord! Spel Spelbord Dobbelsteen Pionnen De leerlingen kiezen een pion en zetten deze aan start. De leerlingen gooien om de beurt met de dobbelsteen en zetten het aantal stappen vooruit op het spelbord. De leerlingen lezen het woord dat op het vakje staat. Wie geraakt het snelst bij de finish?
Domino! Spel Domino met afbeeldingen Domino met combinatie afbeeldingen en woorden De leerling neemt de dominokaartjes en zoekt het kaartje met het groene blokje. Hier begint de rij mee. De leerling zoekt het kaartje met dezelfde afbeelding en legt deze naast het vorige blokje, zo ontstaat een rij. De leerling verwoordt hierbij telkens wat hij ziet. Differentiatie De leerling zoekt nu het juiste woord bij het juiste prentje en legt deze kaartjes naast elkaar.
Met cijfers in de weer! Spel Cijfers Dobbelsteen De leerkracht legt alle getallen op tafel en overloopt deze met het kind. De leerkracht gooit met de dobbelsteen. De leerling neemt het juiste getal en verwoordt het. Differentiatie: De leerkracht gooit met twee dobbelstenen. De leerling telt de uitkomst uit en neemt het juiste cijfer.
Douchen met een regendruppel Drama / De leerkracht vertelt dat we ons vandaag gaan wassen met slechts een regendruppel. De leerkracht vertelt waar ze zich wassen met de regendruppel. Bv. de regendruppel valt op je hoofd en je laat hem naar je arm glijden, De leerlingen beelden de instructies van de leerkracht uit.
Pluviometer maken Knutselactiviteit PET-flessen Schaar Stift Plakband Meetlat De leerkracht knipt samen met de leerlingen de bovenste helft van de fles. De leerkracht zet die omgekeerd op de onderste helft. De leerlingen maken beide delen aan elkaar vast met plakband. De leerkracht legt samen met de leerlingen de meetlat op de onderste helft van de fles. De leerlingen zetten met stift om de cm een streepje. Eventueel vul je de onderkant van de fles op met kiezelsteentjes zodat de pluviometer niet omwaait. Nadien zet je de pluviometer buiten. Laat de regen maar vallen nu!
Vlieger maken Knutselactiviteit Touw Gekleurd papier Sjabloon strik Sjabloon vlieger Plakband Kleurtjes, wasco s, stiften, De leerlingen kiezen een gekleurd papier naar keuze uit. Op het papier staat de vorm van een vlieger. De leerlingen knippen deze vorm uit. Nadien deelt de leerkracht een sjabloon uit waarop vijf strikjes staan. De leerlingen versieren deze strikjes naar keuze. Als laatste nemen ze een stuk touw en maken ze alles hieraan vast met plakband. De vlieger is klaar! Differentiatie: De leerlingen tekenen zelf een ruit op een gekleurd papier naar keuze. De leerlingen tekenen zelf strikjes die ze mogen versieren naar keuze.
Kunstwerk in de regen Knutselactiviteit Blauwe verf Rietjes Foto van het kind met paraplu Stevige A4-bladeren Vooraf in orde te brengen door leerkracht: De leerkracht maakt een foto van de leerlingen waarbij ze een paraplu vasthouden en een beetje naar boven kijken. De leerkracht drukt deze foto s af. De leerlingen knippen de foto van zichzelf met de paraplu uit. De leerlingen kleven de foto van zichzelf op een stevig A4-blad. De leerlingen blazen met de rietjes de blauwe verf over de tekening. De leerkracht helpt waar nodig. En nu blazen maar!
Tellen met het weer Spelenderwijs leren Knijpkaarten Wasknijpers De leerkracht deelt aan de leerlingen verschillende knijpkaarten uit. De leerlingen verwoorden eerst wat er op de knijpkaart staat. Nadien krijgen de leerlingen van de leerkracht een wasknijper. De leerlingen tellen eerst hoeveel voorwerpen ze op de knijpkaart zien staan. Nadien knijpen ze de wasknijper op het juiste getal. De leerlingen kunnen achteraan op de knijpkaart kijken of ze de oefening juist gemaakt hebben. En nu tellen maar!
Zonnetjes knutselen Knutselactiviteit Gele verf Gele en oranje bladeren Kleurtjes, stiften, Kartonnen wegwerpbordjes Krantenpapier Lijm De leerlingen schilderen de wegwerpbordjes geel. De leerlingen leggen de gele bordjes op krantenpapier zodat ze kunnen drogen. De leerlingen knippen uit geel of oranje papier zonnestralen. Als het bordje helemaal droog is, maken ze de zonnestralen erop vast. Als laatste versieren de leerlingen de zon naar keuze. Ze kunnen het zonnetje een gezichtje geven,
Versje dagen van de week Versje aanleren Pictogrammen dagen van de week Versje De leerkracht leest eerst hardop het versje voor. Nadien herhaalt de leerkracht dag per dag het versje en leert dit aan. De kinderen herhalen wat de leerkracht zegt. Oefenen maar! Het versje: Maandag zwaai ik naar de maan, Dinsdag zie ik een dino staan. Woensdag is van woef waf hond, Donderdag komt de donder rond. Vrijdag wil mijn vriendje komen, Zaterdag zaag ik 100 bomen, Zondag zit ik in de zon en de week is om.
Regendans.. Zingen en dansen Songtekst regendans De leerkracht beluistert samen met de leerlingen de regendans. Nadien laat de leerkracht het liedje voor een tweede keer horen en doet er de bijhorende bewegingen bij. Nadien leert de leerkracht het liedje aan. De leerlingen zingen het liedje na. Nadien leert de leerkracht de verschillende bewegingen aan. De leerlingen zingen en oefenen de verschillende bewegingen in. En nu.. zingen en dansen maar!