Eén voor twaalf Projectplan vorming veiligheidsregio 1. Achtergrond Veiligheidsrisico s in de samenleving vragen om een overheid die duidelijk, daadkrachtig en consequent kan reageren. Dit vergt een bestuurlijke structuur die slagvaardig is en waarin democratische controle gewaarborgd is. Naar aanleiding van het advies Veiligheid op niveau heeft het kabinet haar visie en ambities verwoord in het kabinetsstandpunt veiligheidsregio s. In het kabinetstandpunt worden een aantal knelpunten gesignaleerd: -schaalgrootte -slagkracht van het regionale bestuur -uitvoering landelijke projecten -uniform hulpverleningsniveau -financiering Op basis van deze knelpunten heeft het kabinet 9 targets gesteld. 1. Verdere regionalisering van het beheer van de brandweer. 2. Integratie van de besturen van de regionale brandweer en de GHOR. 3. Regionalisering van de beheersaspecten van de rampenbeheersing. 4. Verplichte bestuurlijke samenwerking van de regionale brandweer met de GHOR en politie. 5. Doorzettingsmacht van het regionale hulpverleningsbestuur. 6. Versterken bevoegdheden van de regionaal brandweercommandant. 7. Adviesrol regio pro-actie en preventie. 8. Versterking GHOR. 9. Financieringssystematiek. Onder een veiligheidsregio verstaat het kabinet: een gebied waarin wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten ten aanzien van taken op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid. Hiermee wordt beoogd meer samenhang en minder vrijblijvendheid in het regionale veiligheidsbeleid te brengen, de kwaliteit van de prestaties te bevorderen en efficiencywinst te genereren. Deels volgt de vormgeving van de veiligheidsregio rechtstreeks uit richtlijnen vanuit de rijksoverheid (de 9 targets), deels zijn de regio s vrij om dit op een eigen manier in te vullen. Om te komen tot een veiligheidsregio bewandelt de regio Drenthe meerdere paden: 1. De commissie Bijl, deze commissie heeft onderzoek gedaan naar het meest gewenste bestuurlijke model voor veiligheidsregio Drenthe, uitmondend in een advies. 1
2. Het project Brandweer in Drenthe vernieuwt, eind 2004 is dit project gestart om werkwijze van de huidige brandweerorganisatie efficiënter en effectiever maken door intensieve intergemeentelijke samenwerking. Het gaat in feite om een professionaliseringsslag, daarnaast is het doel is om de brandweer fit te maken voor nieuwe ontwikkelingen, zoals bestuurlijke integratie van de RBD, GHOR (en evt. de GGD) en te komen tot een brandweerorganisatie die past binnen de veiligheidsregio. 3. Beleidsnota GGD Drenthe 2005-2008 en de missie en visie van de GGD in relatie tot de veiligheidsregio. 4. Organisatieplan / meerjarenbeleidsplan GHOR Drenthe 2006-2009. Hierin staat de visie van de GHOR omschreven en hoe zij de eigen organisatie wil versterken en passend wil maken binnen de veiligheidsregio. 5. Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2006-2009. Dit is het multidisciplinaire meerjaren beleidsplan van brandweer, politie, gemeenten en de GHOR op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. 2. Aanleiding en inhoud van dit plan Het zogenaamde basisniveau van de veiligheidsregio moet medio 2006 gerealiseerd zijn. Inmiddels hebben de verschillende inspanningen geleid tot resultaten. In 2006 moet hier verder uitwerking aan worden gegeven wat moet leiden tot het samenvoegen van de visies van de verschillende diensten (brandweer, GHOR en GGD) tot één totaalvisie en uiteindelijk de realisatie van één veiligheidsbestuur en één hulpverleningsdienst. In de brief van 20 september 2005 die wij ontvangen hebben van het ministerie van Binnenlandse zaken, stelt de minister geld beschikbaar voor het aanstellen van een projectleider en het inrichten van een projectorganisatie waarmee sturing kan geven aan het tot stand komen van één regionaal veiligheidsbestuur, en één hulpverleningsdienst in Drenthe en het behalen van de basisniveaus. 1 In het volgende hoofdstuk wordt een korte tussenstand gegeven van de inspanningen en resultaten in het kader van de veiligheidsregio tot nu toe. Verder geven we in dit projectplan aan hoe de projectorganisatie er in grote lijnen uit komt te zien. Daarnaast willen we hier in aangegeven welke stappen nog moeten worden ondernomen om het basisniveau te behalen en te komen tot de instelling van één veiligheidsbestuur, en één hulpverleningsdienst (zie hoofdstuk 6 fasering) De op te richten projectorganisatie onder leiding van een externe projectleider moet het projectplan nader uitwerken en uitvoeren. Op een aantal punten gaat de regio Drenthe de deadline van 1 juli 2006 van het ministerie van BZK niet halen. Voor deze aspecten zal tijdig een plan van aanpak worden opgesteld met een toelichting waarom de deadline niet gehaald wordt en welke stappen worden ondernomen om aan de eisen van het ministerie te kunnen voldoen. 1 Brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 september 2005, betreffende bijdrage vorming veiligheidsregio, briefnummer 2005-0000219451. 2
3. Tussenstand vormgeving veiligheidsregio in Drenthe 3.1 Commissie Bijl De openbare gezondheidszorg heeft in toenemende mate raakvlakken met openbare orde en veiligheid. Rampenbestrijding is in feite opgeschaalde dagelijkse zorg. Het kabinet stuurt daarom aan op bestuurlijke integratie van in ieder geval de RBD en de GHOR. De commissie Bijl heeft zich met name geconcentreerd op de vraag welk bestuurlijk model het meest wenselijk is in de Drentse situatie. In samenwerking met het bureau PMP zijn er interviews gehouden met de belangrijkste spelers in het veld. 2 Inmiddels is dit onderzoek afgerond en heeft de commissie Bijl haar bevindingen teruggerapporteerd. De commissie heeft haar voorkeur uitgesproken voor variant 1 (bestuurlijke integratie van de RBD,GHOR en GGD) Zij is van mening dat het raadzaam is alle drie de organisaties samen te laten gaan. Dit gezien de raakvlakken tussen de drie organisaties (met name in) de uitvoerende werkzaamheden, de wenselijkheid van een eenduidige bestuurlijke verantwoordelijkheid, en de mogelijke synergievoordelen in samenhang met de noodzakelijk te realiseren kwaliteitsslagen. Het feit dat de portefeuillehouders volksgezondheid in dit model niet in het bestuur waren opgenomen werd als groot nadeel ervaren. Daarom is er nog een extra model toegevoegd, namelijk variant 1 A. De betrokkenheid van portefeuillehouders volksgezondheid wordt in deze variant gewaarborgd doordat de betreffende wethouders vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de veiligheidsregio. De portefeuillehouders volksgezondheid blijven hierbij direct verantwoordelijk voor de GGD. De besturen van de RBD, GHOR en de GGD hebben zich inmiddels positief uitgesproken over variant 1 A. De minister heeft verordonneerd dat het veiligheidsbestuur onder de WGR dient te functioneren. Dit betekent dat de gemeenteraden moeten instemmen met het aangaan van een nieuwe gemeenschappelijke regeling en het opheffen van bestaande regelingen. Besluitvormingstraject: - Op 13 september jl. zijn de uitkomsten van de commissie Bijl gepresenteerd aan de bestuursleden van de drie hulpverleningsbesturen en de bestuurders. - Begin 2006 moeten de gemeenteraden, colleges en burgemeesters van de verschillende gemeenten een besluit nemen over de voorgestelde variant 1A. -Daarna moeten de AB s van de drie gemeenschappelijke regelingen een definitief besluit nemen. -Tenslotte kan op basis van de besluiten van de AB s en van de gemeenten een nieuwe gemeenschappelijke regeling aan de gemeenteraden worden voorgelegd. 3 3.2 Brandweer in Drenthe vernieuwt Op 14 december zal de tussenrapportage van het project De brandweer in Drenthe vernieuwt worden aangeboden aan het Algemeen Bestuur van de Regionale Brandweer 2 Rapportage Project Management Partners Project vormgeving veiligheidsregio Drenthe (26 juli 2005) 3 Notitie aan de gemeenteraden en de colleges van B & W over de vorming van de veiligheidsregio Drenthe, december 2005. 3
Drenthe. 4 De tussenrapportage is de uitkomst van het werk van verschillende taakgroepen, (1) preparatie, (2) repressieve dekking en (3) logistiek. In de rapportage worden een aantal aanbevelingen gedaan met betrekking tot de gewenste ontwikkelrichting, waarmee invulling wordt gegeven aan een aantal punten in het kabinetsbesluit. 1. Preparatie: geadviseerd wordt om opleidingen en oefeningen voortaan onder te brengen bij een regionale oefenorganisatie, die bestaat uit gemeentelijke oefencoördinatoren. 2. Repressie: Standaardisering van de basis brandweerzorg, bijvoorbeeld van de maximale opkomsttijd, het materieel en aantallen personen, soort en hoeveelheid materieel bij uitrukken naar gelijke incidenten. 3. Logistiek: Aanschaf en beheer van huisvesting, materieel en uitrusting centraal organiseren. Aanvankelijk waren er nog drie andere taakgroepen, brede veiligheid, personeel & personele ontwikkeling en bedrijfsvoering, financiën & organisatie. Besloten is om de laatste twee aspecten niet mee te nemen in het project De brandweer in Drenthe vernieuwt, maar te integreren in het project Vormgeving veiligheidsregio Drenthe. De precieze inhoud van brede veiligheid (multidisciplinaire samenwerking tussen verschillende diensten en gemeente op het gebied van veiligheid in brede zin van het woord) moet nader worden uitgewerkt en kan tevens worden meegenomen in het project Vormgeving veiligheidsregio Drenthe. Voor een aantal targets worden geen aanbevelingen gedaan in tussenrapportage van het project De brandweer in Drenthe vernieuwt, zoals: 1. Regionalisering van beheersaspecten van de rampenbeheersing. 2. Adviesrol regio op het gebied van preventie en proactie. 3. Versterken bevoegdheden van de Regionaal Commandant. Ad. 1: Om kwalitatief betere brandweerzorg te kunnen bieden, om meer slagkracht te genereren en om een volwaardige partner te zijn in de veiligheidsregio is de regionalisering van de brandweer cruciaal. In het kader van deze regionalisering zullen tenminste de lokale commandanten en personen met een specialistische functie in regionale dienst genomen moeten worden. Op zeer korte termijn moet de brandweer een visie ontwikkelen over het personeel in de toekomstige organisatie. Ad. 2: Het beleid op het gebied van proactie en preventie is momenteel te versnipperd en niet uniform. De uitvoering op het gebied van proactie kan kwalitatief beter, er is onvoldoende voorlichting en onvoldoende advisering op het gebied van ruimtelijke ordening en infrastructuur. Daarnaast is samenwerking met andere hulpverleningsdiensten en andere overheden hierbij steeds belangrijker. Dit zou opgepakt kunnen worden in het kader van brede veiligheid. Ad. 3: In de nieuwe gemeenschappelijke regeling moet aangegeven worden hoe de bevoegdheden van de regionaal commandant versterkt kunnen worden. 4 Concept tussenrapportage Brandweer in Drenthe vernieuwt (versie 1.0 14 december 2005) 4
3.3 Missie en visie van de GGD Drenthe Missie De missie van de GGD Drenthe is het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners van de twaalf Drentse gemeenten in het algemeen en van risicogroepen in het bijzonder. Visie De GGD Drenthe levert een actieve bijdrage aan het instandhouden en verbeteren van de gezondheid van de inwoners van Drenthe. Naast de uitvoering van preventieve activiteiten, ondersteunt en adviseert de GGD de gemeenten en andere actoren bij gezondheidsvraagstukken. De GGD is voor het lokale bestuur een vanzelfsprekende deskundige partner en voor de inwoners van Drenthe een herkenbare organisatie. Begrippen - Een actieve bijdrage houdt in: signaleren en op eigen initiatief adviseren op het terrein van gezondheid en na gezamenlijke analyse met gemeenten komen tot een plan van aanpak. - Gezondheid is de resultante van de factoren erfelijke aanleg, omgeving, gedrag en gezondheidsvoorzieningen. - Preventieve activiteiten zijn gericht op de beïnvloedbare factoren van gezondheid. - De ondersteunende en adviserende rol bekleedt de GGD vanuit een positie in het veld van gezondheidsvoorzieningen, tussen het lokale bestuur en de inwoners van Drenthe. - Als vanzelfsprekende deskundige partner is de GGD, als gemeentelijke professionele dienst, het kenniscentrum voor volksgezondheid. - De herkenbare organisatie komt tot uiting in een helder takenpakket, vanuit een zichtbare positie met een goede toegankelijkheid voor de inwoners van Drenthe. Binnen de toekomstige veiligheidsregio kan de GGD haar missie en visie goed uitvoeren en haar taken versterken. Binnen een helder bestuurlijk kader wordt openbare gezondheidszorg verbonden aan veiligheid. De operationalisatie van uitvoering bij rampen, de organisatie en voorbereiding daarvan met de GHOR en een heldere aansturing daaromtrent verbeteren ook de public health. Rondom thema s als infectieziekten en milieu kan nadere samenwerking worden gezocht. De GGD kan vanuit haar ervaring met preventie, onderzoek, advisering en voorlichting actief bijdragen aan het ontwikkelen en vormgeven van de veiligheidsregio. Binnen een sterke dienst ontstaat een klantgerichte proactieve GGD, die deels wettelijke taken uitvoert maar steeds meer ook markttaken op verzoek van gemeentes. 3.4 Organisatieplan / Meerjarenbeleidsplan GHOR Drenthe 2006-2009 Dit organisatieplan beschrijft de visie voor de GHOR Drenthe voor de komende vier jaar en is tevens het meerjarenbeleidsplan 2006-2009. 5 De GHOR Drenthe is verantwoordelijk voor de drie geneeskundige deelprocessen van de rampenbestrijding. Deze processen zijn spoedeisende medische hulpverlening, psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen en preventieve openbare gezondheidszorg. Tevens is de GHOR onderdeel van de rampenbestrijding, daarbij is de GHOR afhankelijk van de 5 Organisatieplan /meerjarenbeleidsplan GHOR Drenthe 2006-2009 (versie 1.0) 5
brandweer, politie en gemeenten. Als reactie op toenemende veiligheidsrisico s in Nederland en als gevolg van een aantal incidenten zoals de vuurwerkramp en de cafébrand Volendam heeft de regering de Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding ingevoerd. Het toetsingsinstrument van deze inspectie is de Algemene Doorlichting Rampenbeheersing. De GHOR moet aan alle eisen voldoen die passen bij een maatscenario I en de daarbij behorende hulpvraag. Daarnaast wordt in het kabinetsstandpunt veiligheidsregio s de uitdrukkelijke wens uitgesproken om de GHOR te versterken. Om aan alle nieuwe eisen te kunnen voldoen wil de GHOR de komende vier jaar doorgroeien naar het eindniveau (waarbij aan alle eisen van de Algemene Doorlichting Rampenbeheersing wordt voldaan voor alle ramptypen in overeenstemming met maatscenario I en de bijbehorende hulpvraag). Om dit niveau te halen zal de GHOR moet groeien van vijf naar acht formatieplaatsen. De GHOR ziet mogelijkheden om enkele nieuwe functies te combineren met functies van de RBD en/of de GGD. Daarom wil de GHOR wachten met het invullen van de meeste functies, totdat er duidelijkheid bestaat over de vorming van een hulpverleningsdienst. 3.5 Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2006-2009 (RBRC) In het RBRC wordt beschreven hoe de regio Drenthe zich multidisciplinair voorbereidt op de bestrijding van rampen en crises. 6 Alleen focussen op traditionele rampen is niet meer voldoende. Immers wat te doen als de hele energiesector uitvalt, of de telecommunicatie. Of hoe te handelen als het om internationale gevaren gaat zoals SARS of terroristische acties. Om de kwaliteit van rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren zullen de gemeenten een inhaalslag moeten maken en hun intergemeentelijke samenwerking daadwerkelijk vorm moeten geven. In het RBRC 2006-2009 zijn de volgende doelstellingen opgenomen: -Minimaal voldoen aan alle eisen die worden gesteld aan maatscenario I -Uitbreiden van de focus op niet traditionele rampen, zoals terroristische aanslagen, ernstige epidemieën, of uitval van energie of telecommunicatie. -Ontwikkelen van nieuwe strategieën zoals bijvoorbeeld het versterken van de zelfredzaamheid van de burger, het versterken van risicocommunicatie en het versterken van een integrale aanpak van pro-actie en preventie. Een voorbeeld van dit laatste is een integrale aanpak van grote plaatsgebonden evenementen. - Acties ondernemen die er toe bijdragen dat de veiligheidsregio Drenthe gaat voldoen aan de kwaliteitseisen c.q. basisvereisten die op landelijk niveau worden ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is een start te maken met de implementatie van kwaliteitseisen voor de gemeenschappelijke meldkamer. 6 Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en crisisbeheersing 2006-2009 (RBRC) (Assen 12 december 2005) 6
3.6 Eén hulpverleningsdienst, één visie! Elke dienst heeft of gaat in haar eigen visiedocument aangegeven hoe zij de eigen organisatie denkt te versterken. Bij de samenvoeging van de drie gemeenschappelijke regelingen moeten ook de drie visies worden omgevormd tot één visie voor één hulpverleningsdienst, die efficiënter kan werken en kwalitatief betere hulp kan verlenen dan de drie diensten afzonderlijk. Dit zal de eerste taak worden van de op te zetten projectorganisatie die vorm zal moeten geven aan de veiligheidsregio Drenthe. 4. Doelstelling en projectafbakening 4.1 Doelstelling Het instellen en opstarten van een regionale projectorganisatie met opdracht het instellen van één regionaal veiligheidsbestuur, het vormen van één hulpverleningsdienst en het behalen van het zogenoemde basisniveau van een veiligheidsregio. 4.2 Opdracht 1. Het aanstellen van een regionale projectleider en het opzetten van een projectorganisatie die het projectplan kunnen uitvoeren. 2. Vaststellen van het projectplan door de gezamenlijke besturen van politie, brandweer, GHOR en de GGD of het regionaal veiligheidsbestuur in oprichting. 3. In het projectplan moeten de stappen zijn opgenomen die leiden tot de instelling van het regionale veiligheidsbestuur 1 januari 2007, dit in afwijking van de de einddatum 1 juni 2006 die door het ministerie wordt gesteld. 4. Het projectplan dient in gezamenlijkheid met de genoemde disciplines en gemeenten te worden uitgevoerd. 4.3 Projectafbakening Het project veiligheidsregio beperkt zich vooralsnog tot drie diensten (RBD, GHOR, GGD) Goede bestuurlijke en operationele samenwerking met de politie is echter van groot belang. Er wordt reeds een aantal jaren door verschillende diensten op multidisciplinaire wijze samengewerkt met de politie in de coördinatiegroep Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing. Het nieuw te vormen regionale hulpverleningsbestuur en het Regionaal College zullen in 2006 nadere afspraken moeten maken die een gecoördineerde voorbereiding op het gezamenlijk optreden in ramp- en crisissituaties bevorderen en deze afspraken bestuurlijk vastleggen. Afstemming tussen het veiligheidsbestuur en de Regiopolitie zal op den duur wettelijk verankerd worden, onlangs heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken besloten dat het Regionaal College van de politie met ingang van 1 januari 2008 samen moet gaan met het regionaal veiligheidsbestuur. Het project richt zich op het behalen van de basisniveaus zoals deze in de brief van 21 november 2005 zijn beschreven. 7 Daarnaast richt het zich op het opstellen van een 7 Brief ministerie van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties betreffende basisniveaus veiligheidsregio, 21 november 2005, briefnummer 2005-0000246283. 7
gemeenschappelijke regeling voor één hulpverleningsdienst en de voorbereiding van een fusie van de diensten die onder het regionaal veiligheidsbestuur vallen. 4.4 Randvoorwaarden voor het behalen van de doelstelling - Dat in de juiste volgorde en op het juiste moment bestuurlijke besluiten worden genomen. - Goede communicatie in het fusietraject met medewerkers en medezeggenschapsorganen. -Heldere gemeenschappelijke (integrale) visie ontwikkeling - Het project moet 1-1-2007 afgerond zijn. 4.5 Communicatie Wij hechten er aan bij dit voor Drenthe belangrijke onderwerp zorg te dragen voor een goed communicatietraject; daarbij zal periodiek informatievoorziening moeten plaatsvinden naar de betrokken medewerkers, de besturen van verschillende diensten, bestuurders, medewerkers bij de gemeenten en niet in de laatste plaats de inwoners van Drenthe. In het communicatieplan, Strategisch communicatieplan veiligheidsregio Drenthe i.o., Veiligheidsregio: samen bouwen aan één hulpverleningsdienst in Drenthe zijn de doelstellingen vastgelegd. 8 Communicatie met eerder vermelde doelgroepen moet in eerste plaats leiden tot inhoudelijke kennis van het begrip veiligheidsregio en daarnaast tot het verkrijgen van draagvlak en uiteindelijk in het zich positief inzetten van betrokkenen voor het opzetten van een nieuwe organisatie. Er wordt een nieuwsbrief ontwikkeld om personeel, bestuurders en burgers meer bij de veiligheidsregio te betrekken. 4.6 Evaluatie Na afronding zullen de resultaten van het project om een aantal nader te bepalen momenten geëvalueerd worden. Daarnaast wordt het project gedurende het proces continu geëvalueerd bij verschillende mijlpalen in de fasering. 5. Fasering Zoals eerder vermeld zal de regio Drenthe op een aantal punten de deadline 1 juli 2006 niet gaan halen. Hieronder een overzicht van de stappen die nog moeten worden ondernomen, uitgezet in de tijd. Fasering 1. Januari: Aanbestedingstraject externe projectleider en projectondersteuning 2. maart 2006: -monodisciplinaire visies gereed - (voor 7 maart) besluitvorming over gemeenteraden over het te kiezen bestuurlijk model 8 Strategisch communicatieplan Veiligheidsregio Drenthe i.o., Veiligheidsregio samen bouwen aan één hulpverleningsdienst in Drenthe (versie 2.) 8
3. mei 2006: - gezamenlijke visie op hulpverleningsdienst en veiligheidsbestuur gereed. - plan van aanpak fusietraject gereed - plan van aanpak behalen basisniveau veiligheidsregio 4. juni 2006 - organisatiemodel gereed 5. juli 2006 - besluitvorming besturen RBD, GGD en GHOR alsmede gemeenteraden over de gemeenschappelijke regeling 6. september 2006 -ontwerp begroting gereed -huisvestingsplan gereed 7. december 2006 -plaatsing personeel 6. Projectorganisatie 6.1 Organogram De projectorganisatie komt er als volgt uit te zien. Stuurgroep Projectgroep (o.l.v. externe projectleider) Deelprojectgroep Deelprojectgroep Deelprojectgroep Opdrachtgever voor de stuurgroep zijn de besturen van de gemeenschappelijke regelingen. De stuurgroep is de opdrachtgever van de projectgroep. Om de gestelde doelen in het kader van de veiligheidsregio te halen zal een externe projectleider worden aangetrokken om dit proces te begeleiden. De externe projectleider zit de projectgroep voor en is tevens adviserend lid van de stuurgroep. Daarnaast moet hij de deelprojectgroepen aansturen en is hij verantwoordelijk voor de communicatie tussen stuurgroep, projectgroep en deelprojectgroepen. 9
De eerste taak van de projectgroep (i.o.) is het schrijven van een gezamenlijke visie voor de RBD, GHOR en GGD voor de nieuwe hulpverleningsdienst en het veiligheidsbestuur. Na bestuurlijke besluitvorming over het gekozen bestuurlijke model moet de projectorganisatie een gemeenschappelijke regeling voorbereiden die moet leiden tot de totstandkoming van één veiligheidsbestuur. Daarnaast moet de projectgroep een plan van aanpak schrijven voor het fusietraject en een plan van aanpak welke stappen moeten worden gezet om de overige kabinetsstandpunten te implementeren, zodat voldaan wordt aan het basisniveau van een veiligheidsregio. 6.2 Samenstelling stuurgroep, projectgroep en deelgroepen De stuurgroep zou er als volgt uit kunnen zien: - een onafhankelijk voorzitter -Voorzitters van de RBD, van de GHOR en de GGD (plus waarnemend voorzitter GGD). Adviserend lid: -(adjunct) directeur GGD -hoofd GHOR bureau -Regionaal Commandant -coördinerend gemeentesecretaris -projectleider De projectgroep zou er als volgt uit kunnen zien: Externe projectleider + projectsecretariaat Coördinerend gemeentesecretaris (adjunct) directeur GGD hoofd GHOR bureau Regionaal commandant Deelprojectgroepen: In de deelprojectgroepen of werkgroepen kan gewerkt worden aan de nadere uitwerking van een aantal belangrijke aspecten, zoals: personeel en organisatie, financiën en bedrijfsvoering en een nieuwe gemeenschappelijke regeling. 6.3 Te organiseren bijeenkomsten Eind januari: startbijeenkomst projectgroep en stuurgroep Gedurende het hele proces: voorlichtingsbijeenkomsten naar besturen, personeel en gemeenten. 7. Bestedingsvoorstel Projectleiding + projectondersteuning 150.000 Volgt uit het aanbestedingstraject in januari 2006 10
8. Bijlagen - Tussenrapportage de brandweer in Drenthe vernieuwt (versie 1.0 14 december 2005) -Organisatieplan / meerjarenbeleidsplan GHOR 2006-2009 (versie 1.0) - Beleidsnota GGD Drenthe 2005-2008 en de missie en visie van de GGD in relatie tot de veiligheidsregio. - Rapportage commissie Bijl, door Project Management en Partners Rapportage project vormgeving Veiligheidsregio Drenthe (26 juli 2005) -Notitie aan de gemeenteraden en de colleges van B & W over de vorming van de veiligheidsregio in Drenthe van december 2005, plus een concept raadsbesluit over de samenvoeging van de RBD, GHOR en de GGD. - Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2006-2009 (Assen 15 december 2005) - Strategisch communicatieplan Veiligheidsregio Drenthe i.o. Veiligheidsregio: samen bouwen aan één hulpverleningsdienst in Drenthe (versie 2. ) 11