Veiligheidsregio s. Balans per 1 juli 2006

Transcriptie

1 Veiligheidsregio s Balans per 1 juli 2006 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Programma Veiligheidsregio s Oktober 2006

2 Inhoudsopgave Inleiding 1. Regionalisering van de brandweer 2. Integratie van de besturen van regionale brandweer en GHOR 3. Regionalisering van de beheersaspecten van de rampenbeheersing 4. Verplichte bestuurlijke samenwerking van regionale brandweer en GHOR met politie 5. Doorzettingsmacht bestuur 6. Versterking van de bevoegdheden van de regionaal commandant brandweer 7. Pro-actie en preventie 8. Versterking GHOR 9. Financiering Gemeentelijke processen Prioriteiten Veiligheidsregio s Verantwoording 4

3 Inleiding In 2004 is het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio s (kamerstukken , nr. 1) naar de Tweede Kamer gestuurd. Drijfveer achter het kabinetsstandpunt was: Meer slagkracht, betere samenwerking, minder vrijblijvendheden en een professionelere brandweer Gedurende 2004 en 2005 is er verdere richting gegeven aan het kabinetsstandpunt. Hiertoe zijn een aantal documenten en brieven uitgebracht: a. Het beleidsplan Crisisbeheersing b. Brief Regionaal Veiligheidsbestuur 2 c. Brief Doorzettingsmacht 3 d. Brief Basisniveaus 4 e. Brief voortgang implementatie Kabinetsstandpunt veiligheidsregio 5 In 2004 is een nulmeting gehouden in alle 25 regio s, gevolgd door een tussenbalans in Rond 1 juli 2006 is de balans opnieuw opgemaakt. Het resultaat hiervan is weergegeven in deze rapportage. Aan deze rapportage lag een vragenlijst ten grondslag, die opgesteld was aan de hand van de brief basisniveaus. Per basisniveau wordt in deze rapportage de stand van zaken per 1 juli 2006 weergegeven en waar mogelijk de ontwikkeling ten opzichte van de nulmeting in In een aantal gevallen is deze ontwikkeling niet aan te geven, aangezien de brief basisniveaus een verdere uitwerking van het kabinetsstandpunt bevatte dan ten tijde van de nulmeting al bekend was. Dit heeft in enkele gevallen tot een andere vraagstelling geleid. Regio s hebben via de vragenlijsten en de gesprekken die in iedere regio gevoerd zijn, aandachtspunten meegegeven aan het ministerie van BZK. Deze rapportage is opgesteld ten behoeve van de Tweede Kamer en biedt een feitelijke stand van zaken. In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer wordt ingegaan op genoemde aandachtspunten. Deze rapportage bevat een algemeen, niet tot regio s terug te leiden, beeld van de stand van zaken per 1 juli Evenals bij de tussenbalans worden echter bij een aantal basisniveaus koplopers benoemd. 1 Kamerstukken , nr. 1 2 Kamerstukken /29668, nr. 4 3 Kamerstukken /29668, nr. 9 4 Verstuurd aan Regionaal Veiligheidsbestuur i.o., Bestuur Regionale Brandweer, Bestuur GHOR; cc aan Regionaal College Politie. Kenmerk BZK/DGV/PVR , 21 november Kamerstukken , nr. 8 5

4 Basisniveau 1 Regionalisering van de brandweer Doel In het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio s van 2004 is de ambitie opgenomen de brandweer te professionaliseren door verdere regionalisering van het beheer van de brandweer. In de brief basisniveaus is aangegeven dat de regionalisering van de brandweer cruciaal is voor de ontwikkeling en inrichting van de veiligheidsregio en van de professionalisering en positionering van de brandweer. Aan deze doelstelling zou verdere uitwerking worden gegeven. Het resultaat hiervan is onderdeel van de conceptwet op de Veiligheidsregio die juli 2006 ter consultatie is aangeboden. Bij het opmaken van de balans 2006 is de regio s gevraagd of er een besluit is genomen ten aanzien van de regionalisering van de brandweer en wat dit besluit behelst. Besluitvorming ten aanzien van het in regionale dienst nemen van personeel Afb regio s hebben besloten personeel in regionale dienst te nemen. 3 regio s hebben besloten geen personeel in regionale dienst te nemen 7 regio s bereiden een besluit voor om personeel in regionale dienst te nemen 5 regio s bereiden dit niet voor Vorm van regionalisering: 5 regio s gaan over tot volledige regionalisering van het personeelsbeheer 2 regio s alleen leidinggevenden en specialisten Overige regio s divers: - maatwerk per gemeente - gemeenten die personeel in regionale dienst willen nemen kunnen dit doen, maar geen collectief besluit - er worden nog varianten uitgewerkt Overwegingen om geen personeel in regionale dienst te nemen: Een aantal regio s noemt de lokale bedding en de binding met vrijwilligers. Een aantal regio s noemt als argument dat er voldoende afspraken zijn op regionaal niveau en dat het niet noodzakelijk is personeel in regionale dienst te nemen Door 1 regio wordt het ontbreken van harde wettelijke kaders genoemd. 6

5 Realisatie (gedeeltelijke) regionalisering Afb. 2 Intenties voor de toekomst In totaal zijn er 8 regio s die niet over gaan tot regionaliseren: òf hiertoe is een besluit genomen òf er is in het geheel nog geen besluitvorming voorbereid. Van deze in totaal 8 regio s zijn er 7 regio s die aangeven dat zij werken aan professionalisering van de brandweer door het verbeteren van de kwaliteit van de brandweerzorg. Dit gebeurt bijvoorbeeld door districtsvorming of door het versterken van de regionaal brandweercommandant. In 1 regio wordt een project regionalisering van de brandweer uitgevoerd. Afhankelijk van de uitkomsten van dit project wordt er al dan niet een besluit voorbereid. Ontwikkeling In de rapportage Nulmeting 2004 wordt geconcludeerd dat ten aanzien van het in regionale dienst nemen van personeel nog geen beweging in de planvorming lijkt te zijn die leidt tot het daadwerkelijk in dienst nemen van personeel. Medio 2006 zijn er 17 regio s waar ontwikkelingen gaande zijn rond regionalisering van personeel: 10 regio s hebben besloten over te gaan tot regionalisering, waarvan 5 volledig willen regionaliseren; 7 regio s bereiden besluitvorming over regionalisering voor. Aandachtspunten Financiering Regio s geven aan dat de frictiekosten die gepaard gaan met regionalisering van de brandweer aandacht vragen. Ook de hybride financiering is voor een aantal regio s een aandachtspunt. Een aantal regio s is rond het thema financiering samenwerking gestart om kennis te delen. Wettelijke verankering Drie regio s geven aan dat eventueel verdere stappen ten aanzien van regionalisering van de brandweer afhankelijk is van wetgeving. Cultuuromslag Regio s geven aan dat het bij regionalisering van de brandweer niet alleen om een structuurwijziging gaat, maar dat het vooral ook een grote cultuuromslag is; dit vergt tijd en zorgvuldige aandacht. 7

6 Koplopers Koplopers zijn de regio s waar het bestuur van de veiligheidsregio een positief besluit heeft genomen ten aanzien van het in regionale dienst nemen van personeel. Dit zijn de volgende tien regio s: Amsterdam-Amstelland, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Zeeland, Limburg-Zuid, Groningen, Kennemerland, Rotterdam-Rijnmond, Zuid-Holland Zuid, Friesland. Hiervan hebben de eerste vijf vermelde regio s besloten om over te gaan tot volledige regionalisering. 8

7 Basisniveau 2 Integratie van de besturen van de regionale brandweer en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) Doel Een eenduidige bestuurlijke organisatie en het verminderen van bestuurlijke drukte door samenvoeging van de besturen van brandweer en GHOR tot een bestuur van de veiligheidsregio op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit bestuur van de veiligheidsregio bestaat alleen uit burgemeesters en beslist bij meerderheid van stemmen waarbij de voorzitter een beslissende stem heeft indien de stemmen staken. Integratie besturen regionale brandweer en GHOR Afb regio s hebben een gemeenschappelijke regeling die integratie van besturen regelt 7 regio s hebben dit in voorbereiding. Daarvan treden er 5 per 1/1/2007 in werking, 1 per 1/1/2008. Het bestuur beslist in alle regio s bij meerderheid van stemmen. In 10 regio s heeft de voorzitter een beslissende stem bij het staken van stemmen Veelal is er sprake van gewogen stemming. In 5 regio s is de voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio niet de burgemeester die tevens korpsbeheerder is. 2 van deze regio s geven aan dat hierover een besluit genomen zal worden dat in lijn is met de conceptwet op de Veiligheidsregio. Ontwikkeling In 2004 was er in 10 regio s nog geen sprake van een geïntegreerd bestuur van regionale brandweer en GHOR. Rond 1 januari 2007 is dit in 24 regio s een feit; de 25 e regio volgt 1 januari

8 Organisaties die deel uitmaken van de gemeenschappelijke regeling Afb. 4 Toelichting: CPA - Centrale Post Ambulancevervoer RAV Regionale Ambulance Voorziening Anders: In 4 regio s valt de meldkamer onder de gemeenschappelijke regeling; in 3 regio s is er sprake van een brede regeling: ook geheel andere taken dan die betrekking hebben op rampen- en crisisbeheersing zijn ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling. Aandachtspunt De territoriale congruentie met de GGD wordt door twee regio s als aandachtspunt genoemd. 10

9 Basisniveau 3 Regionalisering van de beheersaspecten van de rampenbeheersing Doel Het bestuur van de veiligheidsregio is verantwoordelijk voor het beleid en het beheer van de regionale brandweer, de GHOR en de multidisciplinaire rampen- en crisisbeheersing en de daaruit voortvloeiende taken. Dit behelst tevens de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de meldkamerfunctie. Over de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen het bestuur van de veiligheidsregio en het regionaal college van politie worden afspraken gemaakt. Taken van het bestuur van de veiligheidsregio Afb. 5 6 regio s hebben alle genoemde taken opgenomen in de gemeenschappelijke regeling. 4 regio s bereiden een nieuwe gemeenschappelijke regeling voor en zijn voornemens alle genoemde taken in deze regeling op te nemen Van de overige regio s is het beeld over welke taken er opgenomen zijn in de gemeenschappelijke regeling divers. Een aantal regio s heeft genoemde taken deels opgenomen in de gemeenschappelijke regeling en deels in andere documenten, zoals beleidsplan, samenwerkingsdocument met de politie of een bestuursafspraak. 1 regio geeft aan dat in de gemeenschappelijke regeling taken niet zo expliciet zijn opgenomen; in de gemeenschappelijke regeling is de procedure omschreven die gevolgd wordt indien taken worden overgedragen. Ontwikkeling In 2004 waren de taken van het regionale veiligheidsbestuur ten aanzien van de rampenbeheersing nog niet expliciet benoemd. Deze zijn in 2005 in de brief basisniveaus aan de regio s bekend gemaakt. Bij de nulmeting is hier dan ook niet naar gevraagd. Markant is dat in 19 regio s inmiddels sprake is van een multidiscipliniar beleidsplan. Koplopers Koplopers zijn die regio s die alle taken zoals genoemd in de brief basisniveaus in de gemeenschappelijke regeling hebben opgenomen. Dit zijn: Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond, Noord- en Oost Gelderland, Zeeland, Zuidoost Brabant. 11

10 Basisniveau 4 Verplichte bestuurlijke samenwerking van regionale brandweer en GHOR met politie Doel Samenwerking van brandweer, GHOR, politie en gemeenten ten aanzien van de voorbereiding op het gezamenlijke optreden in ramp- en crisissituaties. Convenant bestuur van de veiligheidsregio en politie Afb. 6 In 3 regio s is een convenant gesloten met de politie. In 17 regio s is dit in voorbereiding. De regio s die een convenant voorbereiden hebben dit, op 1 regio na, op 1 januari 2007 gerealiseerd. 5 regio s bereiden geen convenant voor. Hiervoor worden de volgende redenen gegeven: - multidisciplinaire samenwerking loopt al jaren goed - formalisering in dit stadium is niet noodzakelijk - er is al een personele unie - er is al een samenwerkingsovereenkomst met de politie - de politie neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling voor de meldkamer; hierdoor is een convenant overbodig In vrijwel alle regio s is er een multidiscipliniar overleg bestaande uit de korpschef, regionaal brandweercommandant, directeur GHOR/RGF en een coördinerend gemeentesecretaris. Inhoud van het convenant In de brief basisniveaus is aangegeven dat via het convenant de volgende zaken geregeld dienen te worden: a. multidisciplinaire samenwerking b. beheer van de gemeenschappelijke meldkamer c. wijze van samenwerking d. besluitvormingsprocedures e. verantwoordelijkheden van de verschillende actoren Ten aanzien van de meldkamer de volgende zaken; f. locatie g. beleids- en beheersplan h. omvang van de begroting en andere financiële stukken 12

11 i. verdeelsystematiek van de financiële bijdragen j. de regionale eisen aan de prestaties van de meldkamer De 3 regio s waar een convenant afgesloten is, hebben genoemde zaken geregeld. De 17 regio s die een convenant voorbereiden geven aan dat genoemde punten daarin op hoofdlijnen opgenomen zullen worden. In een aantal regio s zijn al lopende afspraken over de meldkamer bijvoorbeeld via een stichtingsvorm; deze afspraken blijven gelden en zullen naast het convenant blijven bestaan. Ontwikkeling In 2004 gaven 18 regio s aan dat er sprake is van bestuurlijke samenwerking tussen het bestuur van de brandweer/ghor en de politie. Deze samenwerking was veelal niet geformaliseerd. In 7 regio s bestond er geen bestuurlijke samenwerking. Met het realiseren van 19 convenanten op 1 januari 2007 en de 20 e die volgt, is een forse stap gezet in het formaliseren van en vormgeven aan de multidisciplinaire samenwerking op het terrein van rampen- en crisisbeheersing in de regio s. Markante ontwikkeling is de voorgenomen schaalvergroting van gemeenschappelijke meldkamers. Dit speelt in drie gebieden: Fryslân, Groningen en Drenthe realiseren met ingang van 1 januari 2009 een gemeenschappelijke meldkamer Noord-Nederland. IJssel-Vecht en Noord-Oost Gelderland bereiden een fusie van de meldkamer voor; eveneens per 1 januari In Flevoland en Gooi- en Vechtstreek vinden bestuurlijke gesprekken plaats over schaalvergroting op meldkamergebied. Aandachtspunten Veiligheidsregio en politie Een aantal regio s geeft aan dat de praktische vertaling van de ontwikkelingen rond de voorgenomen politiewet en de voorgenomen wet op de veiligheidsregio nog niet helder zijn. Koplopers Koplopers zijn de regio s waar een convenant is gesloten. Dit zijn: IJssel-Vecht, Hollands- Midden, Utrecht. 13

12 Basisniveau 5 Doorzettingsmacht bestuur Doel Het bestuur van de veiligheidsregio heeft voldoende doorzettingsmacht bij de voorbereiding op rampen en crises en bij de voorbereiding op de meer dagelijkse werkzaamheden. Dit komt tot uiting doordat de voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio tevens voorzitter van het regionaal beleidsteam is en er bij meerheid van stemmen wordt gekozen. Voorzitter regionaal beleidsteam (RBT) Afb. 7 In 18 regio s is de voorzitter van het Veiligheidsbestuur (VR) tevens de voorzitter van het Regionaal Beleidsteam (RBT). In 3 regio s is dit de Commissaris van de Koningin (CdK). 4 regio s hebben een andere variant aangegeven: - er zijn meerdere coördinerende burgemeesters (2 regio s) - de voorzitter van het RBT is de burgemeester van de gemeente waar het incident plaatsvindt (2 regio s) Het bestuur beslist in alle regio s bij meerderheid van stemmen. In 9 regio s heeft de voorzitter een beslissende stem bij het staken van stemmen. Veelal is er sprake van gewogen stemming. Aandachtspunt Vier regio s melden dat de doorzettingsmacht van het bestuur afhankelijk blijft van een groot aantal gemeenten. Dat gaat ten koste van de slagkracht. 14

13 Basisniveau 6 Versterking van de bevoegdheden van de regionaal commandant brandweer Doel De regionaal commandant beschikt over voldoende bevoegheden om een adequate inzet mogelijk te maken en om zijn operationele eindverantwoordelijkheid waar te kunnen maken. Bevoegdheden regionaal brandweercommandant 9 regio s hebben in de gemeenschappelijke regeling opgenomen dat de regionaal brandweercommandant de operationele eindverantwoordelijkheid heeft ten aanzien van het bepalen welke lokale brandweer bijstand verleent. Van deze 9 regio s hebben 8 regio s dit eveneens opgenomen ten aanzien van het bepalen welke lokale brandweer in staat van paraatheid wordt gebracht binnen de regio. De overige regio s hebben deze bevoegdheden van de regionaal brandweercommandant vastgelegd in operationele leiding, uitruk- en opschalingsprocedures en/of nemen dit op in de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Twee regio s melden een gebrek aan formele bevoegdheden van de regionaal brandweercommandant. Eén regio ervaart dat de regionaal brandweercommandant te afhankelijk is van het grote aantal gemeenten in de regio. Ontwikkeling Gevraagd naar de markante ontwikkelingen in regio s ten aanzien van het versterken van de bevoegdheden van de regionaal commandant, wordt het volgende gemeld: In een aantal regio s liggen in het najaar 2006 voorstellen voor regionalisering van de brandweer voor in het bestuur. De bevoegdheden van de regionaal commandant maken daar onderdeel van uit. In een aantal regio s vindt sturing via kwaliteitsaudits plaats. De regionaal commandant maakt met het bestuur in regionaal verband afspraken over het kwaliteitsniveau en vervolgens worden in alle gemeenten audits uitgevoerd. Dit biedt mogelijkheden aan de regionaal commandant om regionaal de kwaliteit te versterken. In een aantal regio s zijn de afgelopen periode de bevoegdheden van de regionaal commandant ten aanzien van opleiden/oefenen, vervanging/aanschaf van materiaal en het aanstellen van personeel (lokale commandanten) versterkt. 15

14 Basisniveau 7 Pro-actie en preventie Doel Realiseren van specifieke deskundigheid op regionaal niveau ten aanzien van advisering en toetsing van pro-actie en preventie. Advisering pro-actie en preventie Afb. 8 Toelichting: 1 regio heeft hierover geen informatie verstrekt. 13 regio s hebben in de gemeenschappelijke regeling opgenomen dat de Veiligheidsregio gemeenten op het terrein van pro-actie en preventie adviseert. 6 regio s bereiden dit voor. 5 regio s bereiden dit niet voor. Door 1 regio zijn hierover geen gegevens verstrekt. Toetsing pro-actie en preventie Afb. 9 Toelichting: 1 regio heeft hierover geen informatie verstrekt In 1 regio geeft aan dat dit nog niet ingevuld kan worden i.v.m. een project met als onderwerp proactie en preventie ; de uitkomsten van dit project zullen bepalen wat de eventuele regionale invulling van proactie en preventie wordt. 16

15 9 regio s hebben in de gemeenschappelijke regeling opgenomen dat de Veiligheidsregio gemeenten op het terrein van pro-actie en preventie toezicht houdt. 4 regio s bereiden dit voor. 10 regio s bereiden dit niet voor. 2 regio s hebben hierover geen gegevens verstrekt. Van de regio s die advisering en/of toetsing van pro-actie en preventie niet voorbereiden zijn er 2 regio s die aangeven dat dit afhankelijk is van nadere wetgeving. 1 regio geeft aan dat dit opgenomen is in het convenant met de politie en 1 regio geeft aan dat gemeenten de regio advies kunnen vragen, maar dat er geen sprake is van structurele betrokkenheid. Aandachtspunten Lokale versnippering Het terrein van pro-actie en preventie is lokaal sterk verschillend. Er zijn grote verschillen in kwaliteit en er is beperkte uniformiteit. Ontvlechting uit gemeenten is complex. In een aantal regio s zijn projecten gestart om pro-actie en preventie goed te organiseren. Regio s ontwikkelen hiervoor structuren en zoeken naar de wijze waarop de regio advisering multidisciplinair vorm kan geven. Er wordt bijvoorbeeld in 1 regio gewerkt aan het vormen van een 1 loketsysteem. In een andere regio wordt gewerkt aan een frontoffice bij gemeenten en een backoffice/kennisbank bij de regio. Omgevingsvergunning 2 regio s melden de ontwikkelingen rond de omgevingsvergunning als belangrijk punt van aandacht. 17

16 Basisniveau 8 Versterking GHOR Doel Het realiseren van een GHOR die Veiligheidsregioproof is. Stand van zaken per 1 juli 2006 Afb. 10 In 3 regio s was op 1 juli 2006 de GHOR Veiligheidsregioproof. Dat betekent dat zij voldoen aan alle hierboven genoemde punten. In 8 regio s is de GHOR uiterlijk per 1 januari 2007 Veiligheidsregioproof. Ontwikkeling Bij de tussenbalans in 2005 waren 4 regio s HKZ-gecertificeerd. Op 1 januari 2007 zijn dat er 20. In 2005 beschikten 11 regio s over een vastgesteld organisatieplan; uiterlijk 1 januari 2007 zal dit in 23 regio s het geval zijn. Aandachtspunten Regio s geven ten aanzien van de witte kolom binnen de Veiligheidsregio de volgende aandachtspunten mee: Huisartsen Afspraken met huisartsen vormen een knelpunt. Oefenen Zorginstellingen en huisartsen hebben te weinig middelen of maken te weinig middelen vrij om te oefenen. Koplopers Koplopers zijn de regio s die ten aanzien van de GHOR op 1 juli 2006 Veiligheidsproof waren. Dit zijn: IJssel-Vecht, Twente en Zuid-Holland Zuid. Per 1 januari 2007 komen daar de volgende regio s bij: Flevoland, Friesland, Gelderland Zuid, Gooi- en Vechtstreek, Groningen, Haaglanden, Noord- en Oost- Gelderland, Zuid-Limburg. 18

17 Basisniveau 9 Financiering Doel Uitgangspunt in de vorming van de Veiligheidsregio is het principe van verlengd lokaal bestuur en daarmee ligt de financiële verantwoordelijkheid primair bij de gemeenten. Er dient voldoende gewaarborgd te worden dat gemeenten de regio voldoende faciliteren om de basisniveaus in de regio mogelijk te maken. Dit blijkt uit een vastgestelde begroting waaruit blijkt dat de regio over voldoende middelen beschikt. Stand van zaken per 1 juli 2006 De minister van BZK heeft een adviesaanvraag aan de Raad voor Financiële Verhoudingen gestuurd met het verzoek uiterlijk 1 november 2006 te adviseren over de bekostiging van de Veiligheidsregio s. Aandachtspunten Regio s melden als knelpunten: 1. Hybride financiering 2. Beperkte budgetruimte bij gemeenten en verlies van gemeentelijke zeggenschap 3. Gemeentelijke bezuinigingen en taakstellingen 4. Frictiekosten bij organisatieverandering 5. Ontvlechting uit gemeenten 6. Onduidelijkheid in hoeverre er een rijksbijdrage komt 7. Te weinig middelen voor landelijke infrastructuur zoals communicatie en informatie 19

18 Gemeentelijke processen In het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio en in de brieven die daarop voortbouwden zijn geen specifieke doelstellingen opgenomen ten aanzien van gemeentelijke processen. Gemeenten en regio s hebben de afgelopen jaren forse stappen gezet om de gemeentelijke processen binnen de Veiligheidsregio te stroomlijnen. In een groot aantal regio s is bijvoorbeeld een coördinerende gemeentesecretaris aangesteld. In juli 2006 zijn gelijktijdig met de vragen over de basisniveaus eveneens vragen gesteld over de gemeentelijke processen. Coördinerend gemeentesecretaris Afb. 11 In 20 regio s is er een coördinerende gemeentesecretaris. Samenvattend zijn de 2 hoofdtaken van de coördinerend gemeentesecretarissen: - adviseren van de veiligheidsdirectie en/of lid van de veiligheidsdirectie - coördineren van de gemeentelijke kolom in de rampenbestrijding In 5 regio s is er geen coördinerende gemeentesecretaris. 1 van deze 4 regio s kent wel een coördinerende gemeentesecretaris voor het Regionaal Beleidsteam. Daarvoor staat een aantal gemeentesecretarissen op piket. Van de 4 regio s waar geen coördinerende gemeentesecretaris is, is er 1 gemeente die wel de intentie heeft een coördinerend gemeentesecretaris aan te stellen. In 1 regio is er bewust voor gekozen om geen coördinerende gemeentesecretaris aan te stellen, maar taken in te vullen binnen het veiligheidsbureau. Het hoofd van het veiligheidsbureau coördineert de gemeentelijke processen, overlegt met de aov s; de directeur van het veiligheidsbureau stemt af met de gemeentesecretarissen. 20

19 Regionaal organiseren van gemeentelijke processen Afb. 12 Ontwikkelingen Gevraagd naar markante ontwikkelingen ten aanzien van de gemeentelijke processen blijkt dat gemeenten allerlei initiatieven hebben genomen. Er zijn regio s die intergemeentelijke teams hebben gevormd voor bepaalde taken. In andere regio s is de samenwerking tussen gemeentesecretarissen versterkt rond het thema Veiligheid. Regio s noemen allerlei voorbeelden waarmee zij vorm geven aan de intergemeentelijke samenwerking. Aandachtspunten Lokaal regionaal De relatie lokaal regionaal vraagt aandacht: hoe wordt dit ingevuld en wat betekent bijvoorbeeld de autonomie van gemeenten ten opzichte van de slagkracht van de regio? Lokaal en regionaal wordt gezocht naar goede vormen. Regionale samenwerking vraagt van een aantal gemeenten een cultuuromslag en een andere wijze van samenwerken. Oefenen Voor opleiding, oefening en training van gemeentefunctionarissen en de financiële middelen daarvoor wordt door een aantal regio s aandacht gevraagd. 21

20 Prioriteiten Veiligheidsregio s De volgende onderwerpen worden door regio s genoemd als prioriteit de komende periode: Regionalisering brandweer Bestuurlijk en ambtelijke inrichting Veiligheidsregio Uitbouw van multidisciplinaire aanpak Versterking GHOR/witte kolom Versterking gemeentelijke processen 8 regio s 10 regio s 6 regio s 5 regio s 5 regio s 22

21 Verantwoording De Balans per 1 juli 2006 is uitgevoerd door het programmabureau Veiligheidsregio s van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op basis van de brief Basisniveaus 6, die een verdere uitwerking van het Kabinetsstandpunt Veiligheidsregio bevatte, is een vragenlijst opgesteld. Deze vragenlijst is toegezonden aan de 25 regio s. Medewerkers van BZK hebben de regio s vervolgens in juli en augustus 2006 bezocht en de vragenlijsten nader ingevuld met de projectleiders van de regio s. Per regio is in overleg tussen projectleider en bestuur bepaald welke personen bij dit gesprek aanwezig zouden zijn. De ingevulde vragenlijsten zijn door de besturen van de regio s geaccordeerd en teruggezonden aan BZK. De rapportage is opgesteld door het programmabureau Veiligheidsregio s. Colofon Programmabureau Veiligheidsregio s Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus EA Den Haag Oktober Brief Basisniveaus (Verstuurd aan Regionaal Veiligheidsbestuur i.o., Bestuur Regionale Brandweer, Bestuur GHOR; cc aan Regionaal College Politie. Kenmerk BZK/DGV/PVR ) 23

22 24