Het EVV-Collectief OPLEIDINGSGIDS. Voor de branche-erkende opleiding tot Eerst Verantwoordelijk Verzorgende. Scholing Training Advies Begeleiding



Vergelijkbare documenten
Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Handleiding Activiteitenmethodiek Maatschappelijke Zorg Periode 2,

Handleiding. voor. praktijkbegeleiders

Toetsplan kwalificatie leercoach

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Gehandicaptenzorg, woonbegeleiding, activiteitenbegeleiding, zorgcoördinatie.

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Autoschadehersteller. Crebonummer / PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Handleiding Kwaliteitszorg BOL, tweede jaar, periode 3

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Nieuwe. Handleiding voor leerlingen/stagiairs Versie 2013

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620

Informatie branche erkende opleiding Gespecialiseerd Verzorgende Psychogeriatrie (GVP)

Eerst Verantwoordelijk Verzorgende

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Programma van toetsing

Beoordelen met de 360 feedback-methode

Programma van toetsing

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

Communicatie onderzoek Team haarverzorging

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Doktersassistent (JANUARI-GROEPEN) Proeve van Bekwaamheid. Kerntaak 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Toetsplan Prestatie Looptrainer 4

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Consortium Beroepsonderwijs

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Toetsplan van de kwalificatie golfinstructeur level 2

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Beroeps Praktijk Vormingsplan

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

PVB 3.4 Aansturen van sportkader (portfoliobeoordeling) Deelkwalificatie van Basketballtrainer-coach 3

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Basisinformatie Opleiding

Examens hout- en meubelopleidingen in het mbo Niveau 2 en 3

Kwalificatiestructuur Sport Toetsdocumenten Scheidsrechterscoach

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Handleiding examinering student eind stage

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag?

Competentieprofiel werkbegeleider

Toets Consultvoering in jaar 1 IB Aangepast

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING. Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1

1. Opstellen van een plan van aanpak 2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

EE 5 Professioneel handelen

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

Versie januari Waterhulpverlening

3.1 Portfoliobeoordeling De portfoliobeoordeling heeft betrekking op het door u opgestelde en deels uitgevoerde en geëvalueerde jaarplan.

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Sportleider 2 Badminton Geven van (delen van) trainingen Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Handleiding EVC-procedure

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

1 Opdracht Doelstellingen Onderdelen PvB en tijdsduur Deelnamecondities Afnamecondities Locatie...

Formulier Erkenningsaanvraag

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

Dossier Informatieblad praktijkopleider: voorbereiden en beoordelen proeve van bekwaamheid, niveau 4

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Wat Doel Voorbereiding TL overleg Actie / gedrag tijdens overleg Afronding

De studieadviesregeling voor de student

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding.

Kinderverblijf Het Strand. Organisatie: 1e locatie Burgemeester Amersfoordtlaan DM Badhoevedorp

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

Transcriptie:

OPLEIDINGSGIDS

2

Inhoudsopgave Inleiding... 5 1. Uitgangspunten... 6 Beroepsopleiding... 6 Eisen aan deelname... 6 Eisen aan werkplek... 6 Praktijkbegeleiding... 6 Onderwijsovereenkomst... 6 Competentiegericht onderwijs... 7 Portfolio... 7 Contactpersonen... 8 2. Positie van partijen... 10 Deelnemers en opdrachtgever... 10 Het EVV-Collectief... 10 Praktijkopleiders... 10 3. Verantwoordelijkheid en taken in opleiding / begeleiding... 11 Hoofd Opleiding Stichting Zorgpartners Midden-Holland... 11 Management decentrale instelling... 11 Het EVV-Collectief... 11 Praktijkbegeleiding... 11 De deelnemers... 12 4. Globaal programma van de opleiding... 13 De opleiding in blokken... 13 Tijdsinvestering per persoon... 16 Specifieke onderdelen van de opleiding... 16 5. De examinering.... 20 Examen 1... 22 Examen 2... 26 Examen 3... 28 Examen 4... 32 Examen 5... 35 Bijlage 1 Registratieformulier Begeleidingsmomenten... 38 Bijlage 2 Kerntaken en Beroepscompetenties... 40 Bijlage 3 Self-assessment Blok 1... 44 Bijlage 4 Self-assessment blok 2... 48 Bijlage 5 Self-assessment Blok 3... 52 Bijlage 6 Self-assessment Blok 4... 55 Bijlage 7 Self-assessment Blok 5 & 6... 59 3

Bijlage 8 Self-assessment doorlopende competentes... 64 4

Inleiding Voor u ligt de opleidingsgids van de Branche-erkende Evv-opleiding welke door Het EVV-Collectief voor Stichting Zorgpartners Midden-Holland wordt verzorgd. Deze opleidingsgids is bestemd voor de deelnemers aan de opleiding en de praktijkbegeleiders en heeft als doel het geven van richtlijnen ten behoeve van het volgen van de opleiding het geven van richtlijnen ten behoeve van de begeleiders Door het behalen van vorenstaande doelen zal het einddoel het afleveren van goed geschoolde beoefenaren van het beroep Eerst Verantwoordelijk Verzorgende worden behaald. Daar waar deze opleidingsgids afwijkt van officiële documenten inzake de Evv-opleiding zal in beginsel de inhoud van de officiële documenten maatgevend zijn. Wanneer deelnemer en /of instituut kan aantonen dat de inhoud van deze opleidingsgids redelijkerwijs logischer is dan de officiële documenten kan het bevoegd gezag besluiten de inhoud van deze opleidingsgids te volgen. Het EVV-Collectief is, ongeacht de gevolgen, niet verantwoordelijk voor kennelijke drukfouten. 5

1. Uitgangspunten Beroepsopleiding De opleiding tot Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (verder evv-opleiding te noemen)leidt op tot het beroep Eerst Verantwoordelijk Verzorgende en is een Erkende (post-mbo) Beroepsopleiding. Dit betekent met nadruk dat aan de evv-opleiding een officieel einde, middels toetsen en een diploma, is verbonden. De erkenning van de evv-opleiding is afgegeven door de OVDB Eisen aan deelname Vooropleiding De deelnemers aan de Evv-opleiding dienen een vooropleiding op nivo VIG-3 (of gelijkwaardig nivo) te hebben afgerond. Eisen aan werkplek Deelnemers aan de evv-opleiding moeten werkzaam zijn in de praktijk en in staat zijn of worden gesteld de handelingen en werkzaamheden behorende bij het beroep Evv tijdens de opleiding uit te voeren. Praktijkbegeleiding De praktijkbegeleiding is in handen van begeleiders die voldoen aan de door de OVDB gestelde eisen aan praktijkopleiders, danwel in het bezit zijn van een door de OVDB erkende opleiding tot praktijkopleider. Daarnaast dienen de begeleiders kennis te hebben van competentiegericht onderwijs. <hier opdrachtgever invullen> heeft met Het EVV-Collectief een onderwijsovereenkomst gesloten waarin onder andere de eisen die aan de begeleiding worden gesteld zijn geregeld. Onderwijsovereenkomst Het EVV-Collectief heeft een onderwijsovereenkomst met Stichting Zorgpartners Midden-Holland afgesloten. Het Onderwijs en examen reglement (OER) is hier een belangrijk onderdeel van. De Onderwijsovereenkomst regelt alle zaken die nodig zijn om de evv-opleiding tot een goed einde te laten komen. Het OER regelt specifiek alle aangelegenheden over de examens / toetsing. Het Oer is in te zien en / of te downloaden op/via www.evvcollectiefnl 6

Competentiegericht onderwijs Het onderwijs is afgestemd op de 13 beroepscompetenties die landelijk (erkend) zijn vastgesteld voor het beroep Eerst Verantwoordelijk Verzorgende. Uitgangspunt van de competenties en het competentie gerichte onderwijs zijn de twee geformuleerde kerntaken van een Eerst Verantwoordelijk Verzorgende. Een competentie is een combinatie van Kennis, Vaardigheid, Attitude en Persoonskenmerken. Het competentiegerichte onderwijs kenmerkt zich in ontwikkeling van deze aspecten en gaat er vanuit dat deze ontwikkeling niet stopt aan het eind van een opleiding. Dit betekent dat de deelnemers aan de opleiding moeten voldoen aan minimumeisen. Op basis van professionaliteit, leergierigheid en interesse zullen de deelnemers na diplomering blijven werken aan deze competenties. Een ander kenmerk van competentiegericht onderwijs is de grote eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer. Uiteraard krijgt de deelnemer tijdens de lesdagen materiaal en informatie aangedragen en worden zij begeleid bij de uitvoering van de praktijkopdrachten. Echter, er wordt nadrukkelijk van hen verwacht dat zij verder op zoek gaan naar meer informatie. Eigen initiatief is hierbij het sleutelwoord. Daarnaast wordt van de deelnemers verwacht dat zij elkaar voeden. Dit krijgt onder andere vorm middels actieve deelname aan de lesbijeenkomsten en intervisiebijeenkomsten. Ook het delen van gevonden materiaal en het met elkaar werken aan / oplossen van vraagstukken is hier een voorbeeld van. Zonder eigen actieve inbreng is het onmogelijk de opleiding tot een goed einde te brengen. Portfolio De deelnemers creëren gedurende de opleiding een Portfolio. Met dit portfolio tonen de deelnemers aan wat zij hebben gedaan, hoe zij dit hebben gedaan en welke ontwikkeling zij hebben doorgemaakt. 7

Contactpersonen Opleiden en leren kun je niet alleen. Hiervoor is de hulp en medewerking nodig van meerdere partijen. In dit hoofdstuk vind je alle partijen die van belang zijn bij het volgen van deze opleiding. Functie of rol bij de Evv-opleiding Werkeenheid (afdeling, unit, locatie of functie) Telefoonnummer Voor welke vragen / onderwerpen kan deze persoon worden benaderd Overige Leiding Savelberg Hoofd Zorg of direct Leidinggevende Intern: zie interne telefoonlijst Extern: 0182 566200 Organisatorische vraagstukken (planning, indeling etc) Vragen m.b.t. arbeidsrechterlijke positie Functie of rol bij de Evv-opleiding Werkeenheid (afdeling, unit, locatie) Telefoonnummer Voor welke vragen / onderwerpen kan deze persoon worden benaderd Overige Praktijkopleider Centrale Afdeling Opleiding aan de Ronsseweg Intern:. - Extern: 0182-562100 Alle vragen die betrekking hebben op de begeleiding van evv-ers in de praktijk Het maken van afspraken voor een begeleidingsmoment / -gesprek en bespreking van het leer-werkplan. Het maken van afspraken in het kader van toetsing Check de dagen waarop de begeleider aanwezig is. Functie of rol bij de Evv-opleiding BPV-Coordinatie Werkeenheid (afdeling, unit, locatie) Het EVV-Collectief Telefoonnummer 0182 553 622 Alle vragen die betrekking hebben op organisatie Voor welke vragen / onderwerpen kan deze van de (theoretische) opleiding en de invloed persoon worden benaderd daarvan op of in de praktijk Overige Contact zal doorgaans via leiding van Savelberg of praktijkopleider verlopen 8

Functie of rol bij de Evv-opleiding Werkeenheid (afdeling, unit, locatie of functie) Adres Docenten Het EVV-Collectief Het EVV-Collectief Blommesteinsingel 47, 2804 EB Gouda Telefoonnummer Partners in Zorg: 0416 666114 VNMConsult: 0182 553622 Email info@evvcollectief.nl Voor welke vragen / onderwerpen kan deze persoon worden benaderd Overige Alle vragen inzake de lesstof en opdrachten. Vragen die begeleiders hebben inzake inhoud opleidingen en / of de begeleiding. Deelnemers worden verzocht via de praktijkopleider(s) contact op te nemen. Tenzij de inhoud van de vraag/ het onderwerp dit niet mogelijk maakt. Functie of rol bij de Evv-opleiding Werkeenheid (afdeling, unit, locatie of functie) Telefoonnummer Voor welke vragen / onderwerpen kan deze persoon worden benaderd Overige Hoofd Opleiding Stichting Zorgpartners Midden-Holland Centrale afdeling Opleiding aan de Ronsseweg Intern:. - Extern: 0182-563100 Voor alle vragen inzake organisatorische aspecten van de Evv-opleiding die overstijgend zijn voor de decentrale instelling Contact verloopt via leiding van de decentrale instelling of via Praktijkopleider(s) 9

2. Positie van partijen Dit hoofdstuk beoogt duidelijkheid te verschaffen over de positie van alle betrokken partijen. Deelnemers en opdrachtgever De deelnemers aan de evv-opleiding zijn allen in dienst van Stichting Zorgpartners Midden Holland. Het (mogen) volgen van de opleiding en de daaruit voortvloeiende gevolgen zijn louter en alleen een zaak van genoemde partijen. Desgewenst adviseert Het EVV-Collectief in de omvang van het dienstverband; dit om een reële mogelijkheid voor de deelnemer te scheppen haar of zijn praktijkopdrachten uit te kunnen voeren. Voor de gehele opleiding is een aanwezigheid van 90% vereist. Wanneer door omstandigheden dit niet wordt gehaald kan op verzoek van de deelnemer een met redenen omkleed verzoek tot dispensatie worden ingediend. Dispensatie zal altijd gepaard gaan met een vervangende opdracht. Het EVV-Collectief Het EVV-Collectief zal en mag geen enkele bemoeienis, anders dan voortvloeiend uit de opleiding, hebben op de positie binnen de instelling(en) waar de deelnemers werkzaam zijn. Het EVV-Collectief sluit een onderwijsovereenkomst met Stichting Zorgpartners Midden-Holland. Naast het feit dat zij zich hiermee verbindt tot het verzorgen van de gehele opleiding, staat hier bovendien in dat zij verantwoordelijk is voor de gehele opleiding en dus ook alle examens. Het eerder genoemde OER is hierbij een belangrijk richtinggevend hulpmiddel. Praktijkopleiders De praktijkopleiders zijn in dienst van Stichting Zorgpartners Midden-Holland. Het EVV-Collectief heeft geen bemoeienis in deze relatie. Daar waar nodig of vereist heeft Het EVV-Collectief de bevoegdheid op inhoudelijke gronden met de praktijkopleiders in gesprek te gaan danwel aanwijzingen te geven. Wanneer deze aanwijzingen invloed hebben op de organisatie van het werk en / of de arbeidsrechtelijke positie van de praktijkopleider zal Het EVV-Collectief eerst in contact treden met de leidinggevende van de praktijkopleiders. Van de praktijkopleiders wordt verwacht dat zij Het EVV-Collectief hier indien noodzakelijk op wijzen. Roostering en toewijzing aan één of meer deelnemers van de praktijkopleiders is een aangelegenheid van de praktijkopleiders en / of Hoofd Opleiding. 10

3. Verantwoordelijkheid en taken in opleiding / begeleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven wat iedere betrokken partij aan specifieke verantwoordelijkheid heeft. Indien noodzakelijk wordt dit aangevuld met een beschrijving van taken. Hoofd Opleiding Stichting Zorgpartners Midden-Holland Het Hoofd Opleiding van Stichting Zorgpartners Midden-Holland is verantwoordelijk voor het regelen van goede lesruimten, de benodigde hulpmiddelen zoals flapover en eventueel beamer of overheadprojector. Bovendien zorgt Stichting Zorgpartners Midden-Holland voor catering. (Koffie, thee, water) Management decentrale instelling Het management van de decentrale instelling is verantwoordelijk voor het creëren van omstandigheden waardoor van de deelnemer redelijkerwijs verwacht mag worden aan de eisen van de opleiding te kunnen voldoen. ( goed leerklimaat ) Hiermee wordt ondermeer bedoeld: Goede roostering van deelnemers en dan met name inplannen van lesdagen. Inzet praktijkopleiders en dan met name ruimte geven voor het houden of hebben van begeleidingsmomenten. Inzet van praktijkbegeleiders / opleiders die voldoen aan de gestelde kwalificaties Het EVV-Collectief Het EVV-Collectief is verantwoordelijk voor de uitvoering van het lesprogramma. Dit betekent dat: Het EVV-Collectief zorgt dat er een docent is en dat deze het programma en lesstof goed beheerst én zij biedt tijdens, tussendoor en na de lesdagen begeleiding op afroep of op afspraak aan zowel deelnemers als praktijkbegeleiders. Hiervoor worden zowel telefoonnummers (zie eerder) als speciale emailadressen bekend gemaakt. Het EVV-Collectief houdt toezicht op de gemaakte opdrachten en gegeven begeleiding. Zij doet dit door steekproefsgewijs meerdere portfolio s in te zien en aan de hand van nagekeken toetsen / examens. Praktijkbegeleiding De praktijkopleider / begeleider is verantwoordelijk voor de directe begeleiding van de deelnemer op de (verpleeg)afdeling. Dit doet hij/zij door ondermeer: zich op de hoogte te (laten) houden van het leerproces van de deelnemer de deelnemer te wijzen op en te stimuleren in de eigen verantwoordelijkheden waar nodig bij te sturen feedback te geven het aanleren van een juiste beroepshouding 11

de mogelijkheid bieden tot het houden van begeleidingsmomenten / samenwerkingsmomenten Naast de directe begeleiding is de praktijkopleider / begeleider medeverantwoordelijk voor het beoordelen van examenonderdeel 1 en verantwoordelijk voor het beoordelen van examenonderdeel 2, 3 en 4. De criteria voor deze examenonderdelen staan in het betreffende hoofdstuk. Voor het kunnen volgen van het proces( door onder meer het opleidingsinstituut) houdt de deelnemer op een speciaal daarvoor bestemd formulier een administratie bij van begeleidingsmomenten (waaronder geplande gesprekken) en samenwerkmomenten. (zie bijlage1). De deelnemers De deelnemer is verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Dit betekent onder meer dat de deelnemer: Regelmatig (een deel van) het self-assessment maakt en bespreekt met de begeleiding. Zorg draagt voor het uitvoeren van de praktijkopdrachten en hier feedback op vraagt aan begeleiding, afdelingsleiding of zonodig anderen. Een actieve rol inneemt inzake het creëren van begeleidings- samenwerkingsmomenten met de begeleiding. Altijd eerst deze opleidingsgids raadpleegt alvorens begeleiding of docent naar regels of procedures te vragen. Zorgt voor het actueel houden van het eigen portfolio. Zelfstandig anderen uitnodigt wanneer dit noodzakelijk is voor een opdracht of anderszins nodig is in het kader van de opleiding. Op tijd aangeeft wanneer bepaalde zaken niet lukken of meer tijd behoeven dan die er voor staat. Er voor zorgt te voldoen aan de minimale aanwezigheidseis van 90%. Een actieve rol heeft tijdens de lesmomenten. 12

4. Globaal programma van de opleiding Het beroep van Eerst Verantwoordelijk Verzorgende omvat 2 kerntaken. Vanuit deze 2 kerntaken zijn 13 beroepscompetenties geformuleerd in een landelijk erkend beroepscompetentieprofiel. De opleiding is afgeleid van dit competentieprofiel. Afgeleid wil zeggen dat de rollen die de evv-er binnen haar of zijn beroep kan / zal / moet innemen per blok worden behandeld. De opbouw van de opleiding (lees: volgorde van de blokken) is zo gemaakt dat de deelnemer een opbouw in rollen van en functioneren als evv-er doormaakt. Hieronder is dat schematisch weergegeven. De omschrijving van Kerntaken en beroepscompetenties zijn terug te vinden in bijlage 2. De opleiding in blokken Blok 1 De planner. 4 dagen (28 uren) Competenties Introductie 1, 2 en 11 de EVV: eenduidige roldefiniëring verzamelen van gegevens: welke gegevens heb je nodig? welke bronnen dienen geraadpleegd te worden? schriftelijke vastlegging in het dossier. de opnameperiode vanuit het perspectief van de op te nemen cliënt de indicatiestelling: werkwijze CIZ t.a.v. indicatiestelling sociale kaart landelijke ontwikkelingen (w.o. AWBZ) de rol van de EVV bij de opname hoe bouw je een opnamegesprek op? hoe verzamel je met welke instrumenten de juiste gegevens tijdens dit gesprek? het introductieprogramma gedurende de eerste weken methodisch en cyclisch werken: rapportagesystemen en de logica van het methodisch werken link tussen formulieren, zowel in het papieren als het electronisch dossier het multidisciplinair plan en het zorgplan waarbij wordt voldaan aan professionele standaarden (met de elementen PES, doel en acties) rapporteren WGBO- wet en de wet op de privacy Hoe overleg je met en informeer je betrokkenen op de juiste wijze over het plan? 13

Blok 2 In gesprek met de cliënt en diens naaste. 2 dagen (14 uren) Competenties 6, 8 en 9 wederzijds informeren /de cliënt houdt de regie: maken van afspraken met de volgende vaardigheden: informeren bevragen duidelijk krijgen van zorgvraag, wensen en behoeften gestructureerd een gesprek voeren schriftelijk rapporteren van het gesprek geplande evaluatie in ieder geval komen tot omgaan met zorgwensen die moeilijk beantwoord kunnen worden binnen de afdeling/organisatie en aanleren eerste vaardigheden op het gebied van onderhandelen ongeplande evaluaties omgaan met klachten en kritiek en toewerken naar win-win situaties. Blok 3: De regisseur binnen het team. 2 dagen (14 uren) Competenties je rol van de EVV in relatie tot collega s /teamleden. 4, 5 en 6. Quick scan: Waar sta je nu als EVV? Welke hulpmiddelen/ overlegvormen heb je om regisseur te kunnen zijn? (b.v. observatieopdrachten overlegmomenten) welke vaardigheden heb je nodig? vaardigheid: mondeling overdragen deelnemen aan een overdracht; mondeling kunnen rapporteren neerzetten, volgen en bewaken van een overdrachtstructuur vaardigheid: leiden van een overleg omtrent de eigen cliënt met eigen collega s toepassen bevragen analyseren acties formuleren en maken van concrete afspraken vaardigheid: creëren van een lerend klimaat - feedback geven en ontvangen - effecten van de eigen communicatie op collega s 14

Blok 4: In overleg met andere disciplines. 2 dagen (14 uren) Competenties Het MDO team 3, 4 en 6. - eigen rol als aanspreekpunt - gebruik maken van deskundigheid in MDO-team - grenzen aangeven - toezien op naleven van afspraken Het MDO overleg voorbereiding presentatievaardigheden deelname aan overleg als gelijkwaardige gesprekspartner, belangenbehartiger én onderhandelaar (bij het afstemmen van welzijnsactiviteiten) schriftelijke verwerking terugkoppeling van zaken die door cliënt en/of collega s minder gewenst zijn afsluiting bij ontslag /verhuizing Blok 5 en 6: Competenties 7, 9, 10 en 13 De welzijnswerker en 3 dagen (21 uren) De ontwikkelaar 2 dagen (14 uren) van visie op zorg, welzijn en wonen tot afdelingsbeleid omgaan met groepsprocessen omgaan met specifieke doelgroepen (in overleg met deelnemers/organisatie) komen een zestal doelgroepen uitgebreid aan bod; te denken valt hierbij b.v. aan cliënten met een depressie en cliënten met de ziekte van Huntington. vertaling naar woon/ leefklimaat van specifieke doelgroepen werken aan kwaliteitsontwikkeling deskundigheidsbevordering van collega s (leren van ervaringen) Competenties 12 en 13 Loopbaanontwikkeling (de reflector) en professionalisering (de professional) lopen als rode draad door het gehele programma heen. 15

Het totale opleidingstraject bevat maximaal 15 lesdagen waarbij theorie en verwerkings- (praktijk)opdrachten elkaar afwisselen. Tijdens de beroepspraktijkvorming oefent en leert de deelnemer ten aanzien van zijn competenties op zijn eigen werkplek. Naast reflectieve momenten met de leergroep vindt twee begeleide intervisie plaats in een kleinere groep. Hierbij staat het individuele leertraject centraal. Elke deelnemer legt zijn individuele leertraject vast in een leermap, namelijk het portfolio. Hierin wordt van start tot toetsing al het materiaal verzameld wat het eigen leertraject met persoonlijke leerdoelen inzichtelijk maakt. Tijdsinvestering per persoon De opleiding omvat: 15 lesdagen à 6 tot 7 uur 2 begeleide intervisie bijeenkomsten à 3 uur deelname examenonderdeel 1 à 1 uur voorbereiding per lesdag à 2 uur voorbereiding 3 examenonderdelen à 25 uur Totaal sbu (exclusief bpv uren) = 217 uur Specifieke onderdelen van de opleiding Begeleide Intervisie Iedere deelnemer volgt 2 bijeenkomsten Begeleide Intervisie Deze bijeenkomsten dragen bij aan: het probleemoplossend leren werken deskundigheidsbevordering collegiale samenwerking en steun het leren van elkaars ervaringen inzicht verkrijgen in eigen mogelijkheden Tijdens deze bijeenkomsten worden werkproblemen ingebracht door de deelnemers. Vervolgens wordt onder leiding van een docent dit werkprobleem verder ontleed. Voorts worden collegiale adviezen geformuleerd en gegeven. De inbrenger van het probleem geeft aan welk advies hij of zij gaat opvolgen en waarom hij of zij voor deze oplossing kiest. Ook al breng je zelf geen probleem in, toch zijn deze bijeenkomsten zinvol. De manier van praten en denken van anderen brengt je wellicht op ideeën, confronteert je met eigen leerpunten of bevestigt juist datgene je al dacht of wist. 16

Praktijkopdrachten Tijdens ieder blok krijg je één of meer praktijkopdrachten (verwerkingsopdrachten) opgedragen. Door opdrachten oefen je de lesstof en vaardigheden in de praktijk. Daarbij zijn de opdrachten een goede voorbereiding op de examens / toetsen. De criteria waaraan de praktijkopdrachten moeten voldoen komen overeen met de succescriteria van de beroepscompetenties. Er wordt ruimte vrijgemaakt binnen de plenaire bijeenkomsten om de opdrachten te bespreken. Individuele begeleiding wordt door de praktijkbegeleider / praktijkopleider gegeven. De uitgewerkte praktijkopdracht wordt aan het portfolio toegevoegd. Voortgangsgesprekken / Begeleidingsgesprekken Wij gaan er vanuit dat iedere deelnemer regelmatig een begeleidingsgesprek heeft. Aan de hand van het leerwerkplan wordt de frequentie in gezamenlijk (begeleider-deelnemer) vastgesteld. Het EVV-Collectief is bevoegd naar de reden van de verlaging van de frequentie te vragen. De deelnemer houdt een registratie bij van deze gesprekken. Naast datum en tijdsduur worden door de deelnemer ook de gemaakte afspraken / behandelde onderwerpen geregistreerd. De deelnemer voegt deze registratie toe aan zijn of haar portfolio. Self-assesment De deelnemer maakt voorafgaand aan ieder blok (behalve het 1 e blok; dan na de 1 e lesdag) een selfassesment. Op een lijst waar per competentie alle succescriteria staan vermeld kruist de deelnemer aan in welke mate hij of zij al voldoet aan de genoemde succescriteria. Aan de hand van het ingevulde self-assesment gaat de deelnemer: hierover een gesprek aan met de praktijkbegeleider / praktijkopleider en een leerwerkplan maken (een overzicht met leerpunten / leerdoelen voor de komende periode) aan de hand van leerwerkplan een planning maken die regelmatig wordt bijgesteld. Het is verstandig het gesprek over het self-assessment voorafgaand aan de 1 e lesdag van een blok te houden. Van dit gesprek wordt door de deelnemer een kort verslag gemaakt voor met praktijkbegeleider / praktijkopleider en het eigen portfolio. Portfolio Het portfolio is een instrument die de deelnemer meer verantwoordelijkheid geeft over het eigen leerproces, om het eigen leerproces te sturen. Tegelijkertijd is het portfolio een registratie van de stand van zaken t.a.v. de competentieontwikkeling. Daarvan worden bewijsstukken in het portfolio 17

opgenomen. Ook is in het portfolio het proces van competentieontwikkeling te volgen. In het portfolio laat een deelnemer zien hoe hij of zij werkt aan de eigen competenties. Het maken van de portfolio Begin met het verzamelen van alles wat je doet of maakt voor de Evv-opleiding. Beoordeel wat hiervan volgens jou belangrijk is voor de competenties die je in dit stadium hebt bereikt, dan wel aan het eind van je opleiding behaald moet hebben. Orden en structureer het materiaal aan de hand van de competenties Maak een index (inhoudsopgave) van alles wat je in het portfolio stopt. Maak een apart hoofdstuk in je portfolio voor gesprekken en examens/toetsen. Orden en structureer ook dit materiaal aan de hand van de competenties In je portfolio wordt dus verzameld: alle materialen die je maakt of uitwerkt voor deze opleiding alle praktijkopdrachten alle verslagen van gevoerde begeleidingsgesprekken een overzicht van data en tijdstippen gevoerde gesprekken Ingevuld self-assessment Alle toetsen / examens inclusief beoordelingsformulieren. Alle materialen waarvan jij denkt dat ze een aanvulling zijn op je opleiding en dus op je portfolio. Hoe gebruik je het portfolio tijdens de opleiding Het portfolio gebruik je dus enerzijds om bij te houden wat je hebt gedaan of wat je al hebt geleerd. Daarnaast, kun je het (samen met je self-assessment) ook gebruiken om te bepalen wat je nog moet / wilt leren. Bijvoorbeeld door: Je af te vragen (en vast te stellen) wat belangrijke leermomenten voor jou waren. Te bedenken wat je nog moet doen om de competenties te behalen. Leerdoelen / leerpunten te formuleren en te bepalen hoe je deze denkt te bereiken. Toetsing van de Portfolio Aan het eind van de opleiding, uiterlijk de 14 e lesdag, leveren de deelnemers de portfolio in bij de docent. Deze kijkt na of alle documenten aanwezig zijn en zet een handtekening voor akkoord. Indien het portfolio niet akkoord wordt bevonden krijgt de deelnemer éénmaal de kans het geheel aan te vullen. Bovendien kan Partners in Zorg /VNMConsult, gedurende de opleiding, steekproefsgewijs één of meer portfolio op inhoud nakijken. 18

Deze steekproeven geven enerzijds inzicht in de stand van zaken en anderzijds informatie over hoe het bijhouden wordt ervaren. Een steekproef gaat altijd gepaard met feedback op het portfolio. Deze feedback kan mondeling of schriftelijk worden gegeven. Indien deelnemers dit op prijs stellen kunnen zij het eigen portfolio voor een steekproef aanbieden. 19

5. De examinering. Om te slagen voor de EVV-opleiding zijn de volgende regels vastgesteld: De vijf toetsonderdelen dienen allen minimaal met een voldoende afgesloten te worden. Het portfolio moet worden geaccordeerd door de docent. Er is voldaan aan de 90% -eis t.a.v. aanwezigheid en 100% aanwezigheid bij begeleide intervisie. Beoordelaarsinstructie Inzicht bij deelnemer eigen competenties Een deelnemer moet ruimte krijgen om in toenemende mate zijn eigen leerproces te sturen en aan te geven wanneer hij klaar is voor de beoordeling. Hoe krijgt de deelnemer inzicht in eigen competenties: Selfassesment invullen door deelnemer en leidinggevende/praktijkopleider, hierna nabespreken; Beoordelingscriteria met elkaar doorspreken; Oefenen en feedback a.d.h.v. beoordelingscriteria. Deskundigheid beoordelaar Een deskundige beoordelaar is noodzakelijk om de bekwaamheid van een deelnemer aan de hand van beoordelingscriteria te beoordelen. Hij /zij dient kennis te hebben van/bekwaam te zijn op de volgende terreinen: Het competentieprofiel EVV De inhoud van de EVV-opleiding op hoofdlijnen Vakinhoudelijke kennis Gebruik van de instrumenten voor beoordeling Geïntegreerd beoordelen: beoordelen van één of meer kerntaken met de daarbij horende competenties De kwaliteit van de beoordeling hangt ook samen met de mate van objectiviteit. Dat wil zeggen dat de beoordeling niet persoonlijk gekleurd mag zijn. Niemand is echter helemaal objectief bij het beoordelen. Bij twijfel kan gekozen worden - door beoordelaar en/of deelnemer- voor een tweede beoordelaar. Bij examen 1 is dit al standaard het geval. N.B. De beoordelaar mengt zich niet in het gesprek als gesprekspartner bij examen 2 t/m 5. 20

Toepassing beoordelingscriteria Zoveel mogelijk wordt het te beoordelen gedrag van de deelnemer door de beoordelaar zelf waargenomen. Dit is echter niet altijd mogelijk: Een beoordelingscriterium is niet van toepassing en hierdoor niet te beoordelen. Bij een examen mag één criterium als n.v.t. ingevuld worden. Dit heeft de volgende consequenties voor de cesuur: o Examen 1: Er moeten minimaal 10 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 3 of meer criteria is, los van het totaal aantal punten, altijd onvoldoende o Examen 2: Er moeten minimaal 8 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 3 of meer criteria is.altijd onvoldoende o Examen 3: Er moeten minimaal 7 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 2 of meer criteria is.altijd onvoldoende o Examen 4: Er moeten minimaal 11 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 4 of meer criteria is.altijd onvoldoende o Examen 5: Er moeten minimaal 10 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 3 of meer criteria is.altijd onvoldoende Zijn er meer beoordelingscriteria niet van toepassing bij examen 2 en 3 doordat er sprake is van onvoldoende complexiteit, eindigt de toetssituatie niet in een beoordeling. De deelnemer behoudt twee kansen op toetsing (inclusief de herkansing). Deze situatie dient echter zoveel mogelijk voorkomen te worden door van te voren de toetscriteria met de deelnemer door te spreken en zijn/haar de keuze voor examencliënt. Een beoordelingscriterium is wel van toepassing maar niet door waarneming zelf te beoordelen. Voor een dergelijk criterium geldt dan een reflectie gesprek : de deelnemer verwoordt alleen de representatie. Een geschikte methode om te gebruiken is de STAR-interviewtechniek. Hierbij vraagt de beoordelaar: Situatie: In welke situatie zijn de ervaringen opgedaan? Taak: Wat was in die situatie precies je taak, opdracht en/of rol? Actie: Welke actie ondernam je? Wat deed je dan? Om welke reden pakte je het juist zo aan? Resultaat: Wat was het resultaat? Wat zou je de volgende keer anders doen en waarom? Wat vond de ander van het resultaat? Bijvoorbeeld: Beoordeling d.m.v. een reflectiegesprek kan van toepassing zijn bij toets 1, 21

criteria h t/m k. Examen 4 en 5 mogen met maximaal drie andere deelnemers uitgevoerd worden. Hierdoor zijn niet alle criteria door direct waarneembaar gedrag te beoordelen. Door taakverdeling bij de presentatie is het mogelijk dat een inhoudelijk criterium zoals verwoorden van eigen visie wordt verwoord door één van de deelnemers, wel voorbereid met de anderen. De beoordeling van dit criterium geldt dan voor alle desbetreffende deelnemers. Een procescriterium zoals ter plekke omgaan met feedback kan wel individueel beoordeeld worden. Bovendien is voor de beoordelaar ook onderstaande informatie relevant bij de examenonderdelen zelf. Examen 1 Beschrijving De deelnemer toont aan zorgdossier(s) te kunnen maken en onderhouden. Dit volgens standaarden die geleerd zijn in de opleiding en volgens de eisen die de organisatie daaraan stelt. 22

Welke competentie en kerntaak Deze toets heeft betrekking op Kerntaak 1 met de competenties 1, 2, 5 en 11 Wijze van beoordelen en Beoordelingscriteria De beoordeling vindt plaats in een (maximaal 30 minuten durend) gesprek. Deelnemers aan dit gesprek zijn de docent, praktijkopleider en de deelnemer. Aan de hand van het gesprek en het zorgdossier worden de volgende criteria gescoord. A. anamnesegegevens zijn actueel, relevant en gecontroleerd B. respecteert en waarborgt de privacy van de cliënt Het zorgplan bevat de volgende elementen C. problemen beschreven volgens de PES-indeling D. doelen beschreven volgens de SMART-eisen E. acties waaruit duidelijk wordt wie wat doet, waar, wanneer en hoe F. middelen en mensen worden hierbij efficiënt ingezet G. de acties voldoen aan betreffende professionele standaarden, protocollen e.d. H. stelt zorgplan op vanuit de behoefte en wensen van de cliënt I. stimuleert anderen de zorg op basis van dit plan uit te voeren en afspraken na te komen J. maakt de juiste keuze wat ze nog voor haar eigen rekening kan nemen tijdens het coördineren of waar zij de leidinggevende voor moet inschakelen K. maakt de juiste afweging om zelf uit te voeren of te delegeren L. houdt het zorgplan actueel en stelt zonodig bij. M. rapportage is concreet en eenduidig. N. rapportage geeft inzicht in het verloop van het zorgplan en gemaakte afspraken Het zorgdossier geeft inzicht in criteria a t/m g en l t/m n Het gesprek geeft met name inzicht in de criteria h t/m k. Daarnaast krijgt de deelnemer in het gesprek de gelegenheid aspecten uit het zorgdossier die onduidelijk zijn of vragen oproepen te verhelderen. Na het gesprek vullen de docent en de praktijkopleider onafhankelijk van elkaar de beoordeling in. Per criterium kunnen zij als volgt scoren: Onvoldoende Voldoende Goed = 0 punten = 1 punt = 2 punten 23

De beoordelingen worden met elkaar vergeleken. Daar waar de beoordelingen afwijken wordt overlegd; uiteindelijk dient er een gezamenlijk oordeel uit te komen. Puntentelling Er moeten minimaal 11 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 4 of meer criteria is, los van het totaal aantal punten, altijd onvoldoende. minder dan 11 punten is onvoldoende. 11 tot en met 20 punten is voldoende mits er maximaal 3 criteria onvoldoende zijn beoordeeld. 21 tot en met 28 punten is goed. Wanneer maken en inleveren De competenties 1, 2, 5 en 11 komen aan bod in blok 1 en blok 3. Dit betekent dat na bijeenkomst 8 dit examenonderdeel kan worden gepland. Dit examenonderdeel moet voor bijeenkomst 15 zijn afgerond. Instructies voor deelnemer Voor dit onderdeel moet je een volledig zorgdossier van een bewoner inleveren. Jij bent van deze bewoner de EVV-er of je bent in de gelegenheid gesteld voor deze bewoner mede EVV-er te zijn. Aan de hand van de lessen, competenties en succescriteria en je self-assesment ga je (eventueel in overleg met je begeleider) vaststellen op welke wijze je voor jouw bewoner een volledig dossier gaat maken. In je planning hou je er rekening mee dat je tussen bijeenkomst 8 en bijeenkomst 15 dit examenonderdeel moet afronden. Uiteraard hou je in je planning ook rekening met vakanties en andere opdrachten. Hoewel de beoordeling over één dossier gaat is het niet de bedoeling dat je alleen voor deze bewoner alles netjes en goed uitwerkt. Je moet dit dossier zien als een bewijsstuk dat je altijd op deze wijze aan een dossier werkt. Instructies voor praktijkopleider De deelnemer plant, eventueel met hulp van de begeleider, grotendeels zelfstandig haar of zijn activiteiten voor het oefenen aan deze opdracht. 24

Belangrijk is dat: de deelnemer (mede-)evv-er is van één of meer bewoners de gelegenheid krijgt om te werken aan de dossiers zoals is geleerd tijdens de opleiding niet alleen bij de toegewezen bewoner(s) of voor deze opdracht werkt aan deze opdracht. Herkansing Er bestaat recht op één herkansing. Deze moet binnen 28 werkdagen na bijeenkomst 15 hebben plaatsgevonden. 25

Examen 2 Beschrijving De deelnemer toont aan een evaluatiegesprek met de cliënt en / of diens naaste te kunnen houden. Dit volgens standaarden die geleerd zijn in de opleiding en volgens de eisen die de organisatie daaraan stelt. Welke competentie en kerntaak Dit examenonderdeel heeft betrekking op Kerntaak 1 en Kerntaak 2 met de competenties 6, 8 en 9. Wie beoordeelt De praktijkbegeleider / praktijkopleider beoordeelt deze opdracht. Afhankelijk van de keuze van de deelnemer (en de cliënt) vindt de beoordeling plaats aan de hand van een video of aan de hand van het aanwezig zijn van de begeleider (in de rol van observator en beoordelaar) bij het gesprek. Wijze van beoordelen en Beoordelingscriteria De deelnemer voert een evaluatiegesprek met de cliënt en / of diens naaste. De beoordelaar is daarbij als observator aanwezig. Het is mogelijk het gesprek op video op te nemen, zodat de beoordelaar achteraf en alleen naar het gesprek kan kijken. De volgende criteria worden gehanteerd Communiceert met de cliënt/naaste op duidelijke en gelijkwaardige wijze Sluit aan bij het tempo, taalgebruik en evt. communicatiebeperkingen van de cliënt/naaste signaleert tijdig wensen, vragen en klachten in het gesprek De cliënt/naaste voelt zich begrepen analyseert het probleem/de situatie met behulp van de PES denkt mee met de cliënt/naaste en adviseert zo nodig weegt voor- en nadelen af en gaat hierbij uit van de behoeften van de cliënt benadrukt in onderhandelingen het gemeenschappelijk belang neemt een effectief besluit kan besluit en /of afspraken helder verwoorden en toelichten benut opmerkingen, vragen en klachten bij de verbetering van de zorg geeft eigen grenzen aan en respecteert grenzen van anderen 26

Na het gesprek vult de beoordelaar het beoordelingsformulier in. Per criterium kan als volgt worden gescoord Onvoldoende = 0 punten Voldoende = 1 punt Goed = 2 punten.puntentelling Er moeten minimaal 9 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 4 of meer criteria is, los van het totaal aantal punten, altijd onvoldoende. Minder dan 9 punten is onvoldoende. 9 tot en met 17 punten is voldoende mits er maximaal 3 criteria onvoldoende zijn beoordeeld. 18 tot en met 24 punten is goed. Maximaal 15 minuten na afloop van het gesprek wordt de uitslag aan de deelnemer bekend gemaakt. Binnen 5 werkdagen na het gesprek wordt de gemotiveerde uitslag aan de deelnemer en docent schriftelijk bekend gemaakt. Wanneer maken en inleveren De competenties 6, 8, 9 11 komen aan bod in blok 2. We adviseren dit examenonderdeel na bijeenkomst 6 te plannen. Dit examenonderdeel moet voor bijeenkomst 15 zijn afgerond. Instructies voor deelnemer Aan de hand van de beoordelingscriteria, competenties en succescriteria en je self-assesment ga je (eventueel in overleg met je begeleider) plannen wanneer je (onderdelen van) een evaluatiegesprek gaat oefenen. Het is verstandig eerst de onderdelen te oefenen alvorens een geheel gesprek uit te voeren. Het oefenen van (onderdelen van) een gesprek kun je wellicht met mede-deelnemers plannen. Het is uiteraard de bedoeling dat je deze vaardigheid zodanig oefent dat je niet alleen voor dit examen deze vaardigheid goed voor de dag laat komen. Instructies voor praktijkopleider De deelnemer wordt met behulp van het beoordelingsformulier beoordeeld. Het is de bedoeling dat de deelnemer 15 minuten na afloop van het gesprek de beoordeling te horen krijgt. Daarna ontvangen de deelnemer en de docent een schriftelijke onderbouwde uitslag van dit examenonderdeel. De onderbouwing is vooral van belang in geval van onvoldoende; de deelnemer weet dan welke punten hij of zij nog extra aandacht moet geven. 27

Ook in het geval van voldoende/goed is de schriftelijke onderbouwing niet onbelangrijk; in verband met het competentieleren is het prettig voor de deelnemer te weten waar nog aandacht aan moet worden besteed. Herkansing Er bestaat recht op één herkansing. Deze moet binnen 28 werkdagen na bijeenkomst 15 hebben plaats gevonden. Examen 3 Beschrijving De deelnemer toont in het algemeen aan de multidisciplinaire zorg te kunnen coördineren, waarbij specifiek de rol binnen het MDO aandacht krijgt. Welke competentie en kerntaak Deze toets heeft betrekking op kerntaak 1 met de competenties 3, 4, 6 en op kerntaak 2 met competentie 6. Wie beoordeelt De praktijkbegeleider /praktijkopleider beoordeelt deze opdracht. Wijze van beoordelen en Beoordelingscriteria De praktijkbegeleider /praktijkopleider beoordeelt de inbreng van de deelnemer tijdens het MDO. Na het MDO vult de beoordelaar het beoordelingsformulier in. De volgende criteria worden gehanteerd. Deelname MDO draagt er actief toe bij dat het overleg plaats vindt volgens vaste procedure (frequentie, deelnemers, agenda, e.d.) zorgt dat de belangen van de cliënt centraal staan informeert anderen op duidelijke wijze over het totale zorgproces komt op eigen initiatief met voorstel/idee/oplossing staat open voor andere ideeën toont overtuigingskracht tijdens meningvorming vraagt advies aan andere disciplines: o.a. als de complexiteit van zorg de eigen verantwoordelijkheid overstijgt. zorgt dat de gemaakte afspraken haalbaar zijn voorkomt overlap en tegenstrijdigheden t.a.v. gemaakte afspraken draagt uit dat hij/zij aanspreekpunt is 28

29

Per criterium kan als volgt worden gescoord Onvoldoende = 0 punten Voldoende = 1 punt Goed = 2 punten Puntentelling Er moeten minimaal 8 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 3 of meer criteria is, los van het totaal aantal punten, altijd onvoldoende. Minder dan 8 punten is onvoldoende. 8 tot en met 14 punten is voldoende mits er maximaal 2 criteria onvoldoende zijn beoordeeld. 15 tot en met 20 punten is goed. Maximaal 15 minuten na afloop van het gesprek wordt de uitslag aan de deelnemer bekend gemaakt. Binnen 5 werkdagen na het gesprek wordt de gemotiveerde uitslag aan de deelnemer en docent schriftelijk bekend gemaakt Wanneer maken en inleveren De competenties waar het hier om gaat horen bij blok 4; Dit is bijeenkomst 9 en 10. We adviseren dan ook dit examenonderdeel na bijeenkomst 10 te plannen. Dit examenonderdeel moet voor bijeenkomst 15 zijn afgerond. Instructies voor deelnemer Aan de hand van de beoordelingscriteria, competenties en succescriteria en je self-assesment ga je (eventueel in overleg met je begeleider) plannen wanneer en hoe je je rol in het MDO gaat oefenen Het is verstandig meerdere malen te oefenen alvorens een MDO uit te kiezen waarin je vraagt om beoordeeld te worden. Het is uiteraard de bedoeling dat je zodanig oefent dat je niet alleen voor dit examen goed voor de dag komt. Instructies voor praktijkopleider De deelnemer wordt met behulp van het beoordelingsformulier beoordeeld. Het is de bedoeling dat de deelnemer 15 minuten na afloop van het gesprek de beoordeling te horen krijgt. Daarna ontvangen de deelnemer en de docent een schriftelijke onderbouwde uitslag van dit examenonderdeel. De onderbouwing is vooral van belang in geval van onvoldoende; de deelnemer weet dan welke punten hij of zij nog extra aandacht moet geven. Ook in het geval van voldoende/goed is de schriftelijke onderbouwing niet onbelangrijk; in verband met het competentieleren is het prettig voor de deelnemer te weten waar nog aandacht aan moet worden besteed. 30

Herkansing De herkansing moet uiterlijk 28 werkdagen na bijeenkomst 15 hebben plaats gevonden. 31

Examen 4 Beschrijving De deelnemer maakt een verbetervoorstel ten behoeve van het Woon/Leefklimaat op de afdeling waar de deelnemer werkzaam is. Dit verbetervoorstel wordt gepresenteerd aan het eigen team waar de deelnemer deel van uitmaakt. welke competentie en kerntaak Dit examenonderdeel heeft betrekking op Kerntaak 1 met competentie 10 en Kerntaak 2 met competentie 7 en 10. Wie beoordeelt. De praktijkbegeleider /praktijkopleider beoordeelt deze opdracht. Wijze van beoordelen en Beoordelingscriteria Na de presentatie vult de beoordelaar het beoordelingsformulier in. De volgende criteria worden gehanteerd Kan haar visie uitleggen op woon-/leefklimaat. Houdt hierbij rekening met de specifieke aard en problematiek van de verschillende doelgroepen Vergelijkt haar visie met andere visies op woon-/leefklimaat, b.v. vanuit de organisatie, afdeling, cliëntenraad en literatuur. Benoemt sterke en zwakke punten ten aanzien van het huidige woon-/leefklimaat: bezien vanuit de visie/het beleid van de organisatie en overige wettelijke bepalingen in de samenleving. Motiveert hierbij haar keuze voor een verbeterpunt. Maakt een afweging bij het bepalen van de wenselijkheid tussen de vrijheid van de cliënt en de belangen van de groep Maakt een afweging tussen de vrijheid van de cliënt versus de regels van de instelling Vertelt hoe aan deze wenselijkheid te werken en houdt hierbij in ieder geval rekening met draagvlak medewerkers eigen afdeling draagvlak andere disciplines draagvlak cliënten(systemen) aan-/afwezigheid van middelen aan-/afwezigheid van deskundigheid Heeft ideeën over hoe de wenselijkheid getoetst kan worden Vragen uit het team worden inhoudelijk kwalitatief goed beantwoord Laat zich niet uit het veld slaan door weerstand/tegenslag tijdens de presentatie Vraagt en ontvangt feedback tijdens een korte evaluatie 32

Per criterium kan als volgt worden gescoord Onvoldoende = 0 punten Voldoende = 1 punt Goed = 2 punten.puntentelling Er moeten minimaal 11 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 5 of meer criteria is, los van het totaal aantal punten, altijd onvoldoende. Minder dan 11 punten is onvoldoende. 11 tot en met 22 punten is voldoende mits er maximaal 4 criteria onvoldoende zijn beoordeeld. 23 tot en met 30 punten is goed. Direct na afloop van de presentatie wordt de uitslag aan de deelnemer bekend gemaakt. Binnen 5 werkdagen na de presentatie wordt de gemotiveerde uitslag aan de deelnemer en docent schriftelijk bekend gemaakt Wanneer maken en inleveren De presentatie dient plaats te vinden voor bijeenkomst 15. Instructies voor deelnemer Voor het woon-/leefklimaat op je eigen werkplek maak je een voorstel ter verbetering. Dit voorstel werk je uit in een verbeterplan /verslag. Tijdens blok 5 en 6 De welzijnswerker' en De ontwikkelaar krijg je gelegenheid hier aan te werken en om feedback te vragen. Op deze wijze bereid je je voor op een presentatie die je binnen je eigen team houdt. Deze presentatie mag maximaal 1 uur duren (feitelijke presentatie en beantwoorden van vragen samen). Je mag dit examenonderdeel individueel doen en je mag samenwerken met maximaal 3 andere deelnemers. Ieders aandeel moet dan wel duidelijk zichtbaar zijn tijdens het werken aan het verbeterplan en de presentatie. Instructies voor praktijkopleider De deelnemer wordt met behulp van het beoordelingsformulier beoordeeld. Het is de bedoeling dat de deelnemer direct na afloop van de presentatie de beoordeling te horen krijgt. Daarna ontvangen de deelnemer en de docent een schriftelijke onderbouwde uitslag van dit examenonderdeel. De onderbouwing is vooral van belang in geval van onvoldoende; de deelnemer weet dan welke punten hij of zij nog extra aandacht moet geven. Ook in het geval van voldoende/goed is de schriftelijke onderbouwing niet onbelangrijk; in verband met het competentieleren is het prettig voor de deelnemer te weten waar nog aandacht aan moet worden besteed. 33

Herkansing De herkansing moet uiterlijk 28 werkdagen na bijeenkomst 15 hebben plaatsgevonden. 34

Examen 5 Beschrijving De deelnemer kiest een specifieke doelgroep van de organisatie waar hij of zij werkt en maakt een presentatie met deze doelgroep als onderwerp. De presentatie vindt plaats in de eigen leergroep Welke competentie en kerntaak Dit examen heeft betrekking op beide Kerntaken met specifieke aandacht voor competentie 12 en 13 Wie beoordeelt De docent beoordeelt deze opdracht. Wijze van beoordelen en Beoordelingscriteria Na de presentatie vult de beoordelaar het beoordelingsformulier in. De volgende criteria worden gehanteerd Verzorgt een kernachtige presentatie: wat houdt het gedrag/levensfase/ in welke oorzaken/beïnvloedende factoren spelen hierbij een rol met welke verschijnselen vaak voorkomende wensen, vragen en/of klachten vanuit de cliënt, zijn omgeving en/of medewerkers haalbare doelstellingen t.a.v. zorg en welzijn aanpak/aandachtspunten wat heb je nodig (voorwaarden) verzorgt een duidelijke presentatie ( is te begrijpen voor de andere toehoorders) presentatie leidt tot vergroten van kennis en/of vaardigheden bij de toehoorders gebruikte middelen zijn goed toegepast en ondersteunend bij de presentatie vragen van de toehoorders worden inhoudelijk kwalitatief goed beantwoord prikkelt de toehoorders tot meedenken over maakt gebruik van nieuwe inzichten, actuele ontwikkelingen. vraagt en ontvangt feedback tijdens een korte evaluatie. Per criterium kan als volgt worden gescoord Onvoldoende = 0 punten Voldoende = 1 punt Goed = 2 punten 35

Puntentelling Er moeten minimaal 11 punten worden behaald. Een onvoldoende voor 4 of meer criteria is, los van het totaal aantal punten, altijd onvoldoende. Minder dan 11 punten is onvoldoende. 11 tot en met 20 punten is voldoende mits er maximaal 3 criteria onvoldoende zijn beoordeeld. 21 tot en met 28 punten is goed. Wanneer maken en inleveren De presentatie wordt gehouden tijdens bijeenkomst 14 en/of 15. Uiterlijk tijdens bijeenkomst 12 maken de deelnemers bekend: het onderwerp van de presentatie wordt presentatie alleen of met meerdere personen gegeven Indien met meer: wie vormen één groep. Instructies voor deelnemer T.a.v. een specifieke doelgroep maak je een presentatie voor de leergroep. Deze presentatie mag je individueel doen of met maximaal 3 andere deelnemers. Ieders aandeel moet herkenbaar zijn. De nadruk tijdens de presentatie ligt op: gebruik maken van nieuwe ontwikkelingen & kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering van collega s De presentatie dient in te gaan op: Cliënten met een specifiek ziektebeeld/gedrag/levensfase: wat houdt het in, oorzaken/beïnvloedende factoren en verschijnselen Vaak voorkomende wensen/vragen/klachten: vanuit de cliënt, zijn omgeving en/of de medewerkers; Doelstellingen t.a.v. zorg en welzijn; Aanpak/aandachtspunten. Met nadruk wordt hier niet gevraagd om één cliënt / bewoner uit te lichten. Natuurlijk mag je wel voorbeelden uit de praktijk gebruiken. Aan de hand van de criteria kun je zien op welke punten de docent gaat letten. Het wordt aangeraden vooraf de presentatie vooraf een keer te oefenen en er feedback op te vragen. Aan de hand van de criteria kun je dan vaststellen op welke punten je nog moet verbeteren. 36

Herkansing De herkansing moet uiterlijk 28 werkdagen na bijeenkomst 15 zijn benut. Aangezien de leergroep dan niet meer bij elkaar komt vindt de herkansing plaats binnen de eigen organisatie. De docent komt dan naar de organisatie toe. 37

Bijlage 1 Registratieformulier Begeleidingsmomenten Datum Van Tot Soort moment Handtekening Toelichting Begeleidingsmomenten die geregistreerd zijn geplande begeleidingsmomenten bestaande uit gesprekken 38

samenwerkingsmomenten en deze duren langer dan 15 minuten Deelnemers laten de praktijkopleider in het handtekening een handtekening plaatsen en voegen dit formulier toe aan het Portfolio. 39

Bijlage 2 Kerntaken en Beroepscompetenties Kerntaken Kerntaak 1: coördineert de (multi)disciplinaire zorg en draagt zorg voor de continuïteit van de zorg in overleg met cliënt/cliëntsysteem (is aanspreekpunt voor cliënt/ cliëntsysteem, collega's en andere disciplines) Kerntaak 2: Draagt in overleg met de cliënt zorg voor het welzijn in zijn woon/leefklimaat Beroepscompetenties 1. De EVV is in staat om op adequate wijze informatie (over ziektebeelden, gezondheidsproblemen, wonen, welzijn, verenigingen e.d.) over cliënten te verzamelen, te selecteren en te interpreteren en deze als input te gebruiken voor het zorgplan. 2. De EVV is in staat om op adequate wijze een methodisch verantwoord zorgplan voor en met de cliënt(en) op te stellen, te bewaken, te evalueren en bij te stellen conform de procedures 3. De EVV is in staat om op adequate wijze vanuit een op samenwerkingsgerichte houding de door de cliënt gevraagde zorg in het multidisciplinaire overleg (MDO) voor te bereiden en te participeren in het MDO 4. De EVV is in staat om op adequate wijze de (multi)disciplinaire zorg te coördineren ten behoeve van een efficiënt zorgproces en daarbij rekening te houden met protocollen 5. De EVV is in staat om op adequate wijze de continuïteit te bewaken van de uitvoering van het zorgplan van de cliënt(en) aan wie zij is toegewezen. 6. De EVV is in staat op adequate wijze zo te communiceren en te onderhandelen (met cliënt/naaste relaties, collega s, andere disciplines en derden) dat de communicatie een bijdrage levert aan een optimaal zorgverleningresultaat 7. De EVV is in staat om op een adequate wijze zorg te dragen voor het welzijn in het woon- /leefklimaat van een groep cliënten. 40