HET ONDERWIJS- EN EXAMEN REGLEMENT (OER) 06/07

HET ONDERWIJS- EN EXAMEN REGLEMENT (OER) 06/07 Onderwijs- en examenregeling van de eenjarige Masterpleiding Wijsbegeerte Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 tepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van tepassing p het nderwijs en de examens van de masterpleiding Wijsbegeerte, hierna te nemen: de pleiding. De pleiding wrdt verzrgd dr het nderwijsinstituut Wijsbegeerte van de faculteit Wijsbegeerte, hierna te nemen: de schl. art. 1.2 begripsbepalingen In deze regeling wrdt verstaan nder: a. de wet: de Wet p het hger nderwijs en wetenschappelijk nderzek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit vr het vlgen van het nderwijs en het afleggen van de tentamens en het examen van de pleiding; c. nderdeel: een nderwijseenheid van de pleiding, in de zin van de wet; d. tets: tentamen als bedeld in art. 7.10 van de wet; e. praktische efening: het deelnemen aan een practicum f andere nderwijsleeractiviteit, die gericht is p het bereiken van bepaalde vaardigheden, zals: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk f een prefntwerp, - het uitveren van een nderzekpdracht, - het drlpen van een stage; f. examen: het masterexamen van de pleiding; g. Universitaire Jaarkalender: de peridiek dr het cllege van bestuur vastgestelde indeling van het academisch jaar; h. semester: gedeelte van het academisch jaar, waarvan de begin- en de einddatum zijn bepaald in de Universitaire Jaarkalender. De verige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan tekent. art. 1.3 del van de pleiding Deze eenjarige masterpleiding Wijsbegeerte biedt een wetenschappelijke pleiding in de discipline van de wijsbegeerte en geeft uitzicht p een carrière p academisch niveau, waarbij specifieke filsfische vaardigheden van pas kmen. De afgestudeerde filsf heeft een speciale geveligheid vr taal ntwikkeld, is in staat analytisch en kritisch te denken, helder te schrijven en te argumenteren, nauwkeurig te lezen, waardr hij/zij -niet alleen, maar zeker k- in beleidsvrbereidende en jurnalistieke functies een belangrijke rl kan vervullen. De pleiding kent de vlgende eindtermen: De student: a. is thuis in een tweetal subdisciplines van de filsfie die deel uitmaken van verschillende disciplinegrepen; b. is in staat nderzeksbevindingen p heldere wijze schriftelijke te rapprteren, afgestemd p het wetenschappelijke en p het maatschappelijke frum; c. heeft de startbekwaamheden vr maatschappelijke berepen met een nderzekscmpnent waarbij analytische en prbleemplssende vaardigheden centraal staan. 98

art. 1.4 vrm van de pleiding De pleiding wrdt zwel vltijds als in deeltijd verzrgd. Paragraaf 2 Inrichting van de pleiding art. 2.1 studielast De pleiding heeft een studielast van 60 studiepunten, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren. art. 2.2 prgramma s art. 2.3 samenstelling prgramma s 1. Het prgramma mvat theretische nderdelen met een studielast van tenminste 37,5 ECTS (te kiezen uit de mastercursussen, zals beschreven in de studiegids). De student kan ervr kiezen m i.p.v. een vak een stage van 7,5 ECTS te lpen. 2. Daarnaast mvat het prgramma een afstudeerscriptie van 22,5 ECTS. 3. In de studiegids wrden de inhud en de nderwijsvrm van de verplichte nderdelen van de nderscheidene prgramma s nader mschreven, nder vermelding van de vrkennis die gewenst is m aan het desbetreffende nderdeel met ged gevlg te kunnen deelnemen. Paragraaf 3 Tetsing art. 3.1 algemeen 1. De tetsing geeft de student zwel tussentijds als bij afsluiting van het nderdeel de ndige infrmatie f hij de gestelde leerdelen zal bereiken resp. heeft bereikt. Hij wrdt daarbij geadviseerd ver zijn verdere deelneming aan het desbetreffende prgramma. 2. Het rdeel ver een tets is vldende dan wel nvldende, eindcijfers uitgedrukt: 6 f hger, respectievelijk 5 f lager. Onvldenden wrden uitsluitend in hele getallen uitgedrukt, vldenden in hele f halve getallen. In de cursusbeschrijving wrdt aangegeven he de dcent het eindcijfer bepaalt en he eventuele afrnding plaats vindt. 3. Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft vldaan en hem niettemin geen vldende is tegekend maar wel een eindcijfer van ten minste een vier wrdt hij eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvullende f een vervangende tets af te leggen.. art. 3.2 verplichte vlgrde nderdelen In de cursusbeschrijving is pgenmen aan welke ingangseisen met zijn vldaan m aan een cursus te kunnen deelnemen. art. 3.3 tetsing stage f nderzekpdracht De tetsing van een stage f van een nderzekpdracht wrdt verricht dr de desbetreffende begeleider en een andere deskundige. art. 3.4 tetsvrm 1. In de studiegids en OSIRIS is van elk nderdeel vastgelegd f de eindberdeling schriftelijk, mndeling dan wel p andere wijze plaats vindt. Aan de gidstekst en aan OSIRIS kunnen echter geen rechten wrden ntleend. De mededelingen van de dcent aan het begin van de cursus zijn drslaggevend. 99

2. Aan studenten met een functiestrnis wrdt de gelegenheid gebden het nderwijs te vlgen en de tetsen af te leggen p een zveel mgelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze. De examencmmissie wint z ndig deskundig advies in alvrens te beslissen. 3. Op verzek van de student kan de examencmmissie testaan dat een tets p een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald, wrdt afgelegd. art. 3.5 mndelinge tetsen 1. Mndeling wrdt niet meer dan één persn tegelijk getetst, tenzij de examencmmissie anders heeft bepaald. 2. Het mndeling afnemen van een tets is penbaar, tenzij de examencmmissie f de desbetreffende examinatr in een bijznder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. art. 3.6 termijn berdeling 1. De examinatr stelt terstnd na het afnemen van een mndelinge tets het rdeel vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinatr stelt het rdeel ver een schriftelijk f p andere wijze afgenmen tets vast binnen 10 werkdagen na de dag waarp deze is afgenmen, en verschaft de administratie van het nderwijsinistuut de ndige gegevens ten beheve van de uitreiking van het schriftelijk f elektrnisch bewijsstuk van het rdeel aan de student. 3. Op de schriftelijke verklaring van het rdeel ver een tets wrdt de student gewezen p het inzagerecht, bedeld in art. 3.8. art. 3.7 geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde nderdelen is nbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencmmissie vr een nderdeel, waarvan de tets langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullende dan wel een vervangende tets pleggen. art. 3.8 inzagerecht 1. Gedurende tenminste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijke tets krijgt de student p zijn verzek inzage in zijn berdeeld werk. 2. Tevens wrdt hem p zijn verzek tegen kstprijs een kpie verschaft van dat werk. 3. Gedurende de in het eerste lid genemde termijn kan elke student kennis nemen van vragen en pdrachten van de desbetreffende tets, alsmede z mgelijk van de nrmen aan de hand waarvan de berdeling heeft plaatsgevnden. 100

art. 3.9 vrijstelling De examencmmissie kan de student p diens verzek, gehrd de desbetreffende examinatr, vrijstelling verlenen van een nderdeel van het prgramma, indien de student: a. hetzij een qua inhud en niveau vereenkmstig nderdeel van een universitaire f hgere berepspleiding heeft vltid; b. hetzij aantnt dr werk- c.q. berepservaring ver vldende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende nderdeel. art. 3.10 fraude 1. Onder fraude en plagiaat wrdt verstaan het handelen f nalaten van een student waardr een juist rdeel ver zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel f gedeeltelijk nmgelijk wrdt. 2. a. Wanneer fraude wrdt gecnstateerd f vermed, deelt de examinatr dit schriftelijk mee aan de examencmmissie. b. Wanneer de examinatr plagiaat cnstateert f vermedt: - deelt hij dit schriftelijk mee aan de student; - stelt hij de student in de gelegenheid schriftelijk daarp te reageren; - stuurt hij daarna de schriftelijke stukken en bevindingen naar de examencmmissie. c. De examencmmissie stelt de examinandus in de gelegenheid te wrden gehrd. 3. De examencmmissie stelt vast f er sprake is van fraude f plagiaat en deelt de examinandus schriftelijk haar besluit en de sancties cnfrm het bepaalde in het vierde lid mede, nder vermelding van de berepsmgelijkheid bij het Cllege van berep vr de examens. 4. Fraude en plagiaat wrdt dr de examencmmissie als vlgt bestraft: a. In ieder geval: ngeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk f tentamen berisping, die aangetekend wrdt in het dssier van de student. b. En eventueel vrts, afhankelijk van aard en mvang van de fraude f plagiaat, en van de studiefase van de examinandus, één f meer van de vlgende sancties: verwijderen uit de cursus het niet meer in aanmerking kmen vr een psitief judicium uitsluiting van deelname aan tentamens f andere vrmen van tetsing die behren bij het betreffende nderwijsnderdeel vr het lpende academisch jaar, dan wel vr een peride van 12 maande vlledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens f andere vrmen van tetsing vr een peride van 12 maanden. c. Indien de student reeds eerder een berisping heeft gekregen: vlledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens f andere vrmen van tetsing vr een peride van 12 maanden en het advies de pleiding te verlaten. art. 3.11 examen 1. De examencmmissie stelt de uitslag van het examen vast, zdra de student vldende bewijzen verlegt van dr hem afgelegde tetsen. 101

2. Alvrens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencmmissie zelf een nderzek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een f meer nderdelen f aspecten van de pleiding, indien en vrzver de uitslagen van de desbetreffende tetsen haar daarte aanleiding geven. 3. Aan de uitslag van het masterexamen wrdt het predikaat cum laude ( met lf ) verbnden, indien het gemiddelde van alle vereiste eindcijfers 8 f hger is, het cijfer vr de masterthesis minimaal 8,5 is en niet meer dan één eindcijfer lager is dan 8, maar niet lager dan 7. Aan de uitslag van het masterexamen wrdt het predicaat met genegen verbnden, indien het gemiddelde van alle vereiste eindcijfers hger is dan 7 en geen der eindcijfers lager is dan 7. Alleen het judicium cum laude ( met lf ) wrdt p de bul vermeld. art. 3.12 graad 1. Aan degene die het examen met ged gevlg heeft afgelegd, wrdt de graad Master f Arts verleend. 2. De verleende graad wrdt p het getuigschrift van het examen aangetekend. Paragraaf 4 Telating art. 4.1 telatingseisen pleiding 1. Degenen die bij aanmelding in het bezit zijn van het bachelr-diplma in de wijsbegeerte (ngeacht aan welke universiteit dit is behaald) wrden tegelaten znder aanvullende ingangseisen. 2. Degenen die in het bezit zijn van het diplma van een niet-wijsgerige universitaire bachelrpleiding, dienen de verkrte bachelrpleiding wijsbegeerte te vltien alvrens tt de academische master te kunnen wrden tegelaten. 3. Degenen die in het bezit zijn van het bachelrdiplma van een HBO-pleiding, dienen de verkrte bachelrpleiding wijsbegeerte te vltien alvrens tt de academische master te kunnen wrden tegelaten. 4. Degenen die een niet-wijsgerige academische bachelr f een dctraalpleiding (ude stijl) hebben hebben vltid, kunnen telating tt de master aanvragen indien zij minimaal 4 filsfie-vakken (d.w.z. minimaal 30 ECTS) als nderdeel van hun eerdere pleiding hebben gedaan. Vr deze studenten zal de telatingscmmissie in de regel een pre-mastertraject van 30 ECTS vaststellen als aanvullende vrwaarde. art. 4.2 telating prgramma s [nvt] art. 4.3 telatingscmmissie 1. De telating tt de pleiding alsmede de telating tt de nderscheidene prgramma s is pgedragen aan de telatingscmmissie van de pleiding. Deze wrdt gevrmd dr twee leden uit het persneel dat met de pleiding is belast. 2. De aanwijzing geschiedt dr de decaan p vrdracht van het bestuur van de schl. art. 4.4 telatingsnderzek: criteria 1. Met het g p de telating tt de pleiding, als bedeld in art. 4.1, eerste lid, stelt de telatingscmmissie een nderzek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling p schriftelijke bewijzen van de gevlgde pleiding(en) kan de cmmissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten tetsen dr deskundigen in f buiten de universiteit. 102

2. Met het g p de telating tt een prgramma van de pleiding nderzekt de telatingscmmissie f de kandidaat vldet dan wel tijdig zal vlden aan de daarvr in art. 4.2 gestelde vrwaarden. De cmmissie betrekt bij haar nderzek de mtivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het desbetreffende prgramma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het nderwijs van het prgramma wrdt verzrgd. art. 4.5 telatingsnderzek: tijdstippen, telatingsbewijs 1. Het telatingsnderzek bedeld in art. 4.4 vindt tweemaal per jaar plaats m.b.t. het begin van de pleiding respectievelijk in het eerste en het tweede semester zals bepaald in de Universitaire Jaarkalender. 2. Een verzek te wrden tegelaten tt de pleiding en een bepaald prgramma wrdt vr 1 maart resp. 15 september ingediend bij de telatingscmmissie. 3. In bijzndere gevallen kan de telatingscmmissie een na de in het tweede lid genemde sluitingsdatum ingediend verzek in behandeling nemen. 4. De telatingscmmissie beslist vr 1 juni resp. 15 nvember p het verzek. De telating wrdt verleend nder de vrwaarde dat de kandidaat uiterlijk p de betreffende begindatum van de pleiding zal vlden aan de in art. 4.4 bedelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zals die blijken uit getuigschriften van dr hem gevlgde pleidingen. 5. De kandidaat ntvangt een schriftelijk bewijsstuk van de beslissing waarbij hij wrdt tegelaten tt de pleiding en een bepaald prgramma. art. 4.6 vrlpige telating 1. Op verzek van de kandidaat, die zich vrbereidt p het afsluitend examen van de in art. 4.1, tweede lid, genemde bachelrpleiding, kan de telatingscmmissie hem vrlpig telaten tt de pleiding, mits: a. hij de verplichte nderdelen van de majr heeft behaald; en b. hij verigens van de bachelrpleiding ng slechts nderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hgste 15 studiepunten met behalen. 2. Een vrlpige telating dient binnen zes maanden te wrden vervangen dr een telating krachtens art. 4.1. Telichting art. 4.6, 1b De student heeft tijdens de reguliere duur van de bachelrpleiding ten hgste 15 ECTS studiepunten studievertraging pgelpen. De peildatum vr de vertraging is 31 augustus. Bij vertraging die is vrtgekmen uit f bestuurlijke activiteiten ten beheve van de universiteit f van een studentenvereniging f het student-assistentschap f vermacht, kan de telatingscmmissie van deze regel afwijken. De student verplicht zich tt vltiing van de bachelrpleiding binnen zes maanden na indiening van het verzek tt telating tt de masterpleiding; De student vlgt z snel mgelijk na vrlpige telating de in de telatingsaanvraag genemde vakken uit de bachelrpleiding; Daarnaast mag de student deelnemen aan één f meer dr de telatingscmmissie in de telatingsbeschikking aangewezen mastervakken; De afspraken tussen telatingscmmissie en student wrden vastgelegd in een dr de telatingscmmissie pgestelde telatingsbeschikking. Paragraaf 5 Studievrtgang en -begeleiding art. 5.1 studievrtgangsadministratie 1. De schl registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 103

2. Zij verschaft elke student tenminste eenmaal per jaar een schriftelijk verzicht van de dr hem behaalde studieresultaten. art. 5.2 studiebegeleiding 1. In het kader van de telatingsprcedure draagt het bestuur van de schl zrg dat een lid van het wetenschappelijk persneel een afspraak maakt met de student ver de individuele inrichting van het dr hem te vlgen prgramma. 2. Het bestuur van de schl draagt zrg vr een eventueel inwerkprgramma van de student bij de aanvang van zijn pleiding. 3. Het bestuur van de schl draagt zrg vr vldende begeleiding van de student tijdens zijn pleiding, en schenkt daarbij in het bijznder aandacht aan mgelijke aanpassingen in het belang van de aansluiting van het gekzen prgramma p een eventuele nderzekerspleiding f de berepsuitefening buiten de universiteit. 4. Aan het einde van het eerste jaar van zijn pleiding ntvangt de student een niet verbindende prgnse m.b.t. de telating tt een nderzekerspleiding. Paragraaf 6 Overgangs- en sltbepalingen art. 6.1 verstap ude stijl > nieuwe stijl [vervallen] art. 6.2 wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling wrden dr de decaan, gehrd het bestuur van de schl en na verkregen instemming van de faculteitsraad, bij afznderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking p het lpende studiejaar, tenzij 3. De belangen van de studenten daardr redelijkerwijs niet wrden geschaad. 4. Een wijziging kan vrts niet ten nadele van studenten van invled zijn p: a. Een gedkeuring die krachtens art. 2.3 is verleend; b. Enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genmen ten aanzien van een student. art.6.3 bekendmaking 1. De decaan draagt zrg vr een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die dr de examencmmissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken, nder meer dr pneming in het Opleidingsstatuut. 2. Elke belangstellende kan p het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedelde stukken verkrijgen. art. 6.4 inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking p 1 september 2006. 104