Bijlage 2 - Reactienota zienswijzen m.b.t. Ontwerpbestemmingsplan De Wijk, Parkweg e.o. 1. Indiener zienswijze 1 1. Indieners zienswijze geven aan bezwaar te hebben tegen de realisatie van een appartementencomplex van 3 woonlagen. Indieners vinden de hoogte van het complex niet passen in het dorp; het uitzicht wordt belemmerd en het landelijke karakter wordt tenietgedaan. 2. Er wordt te weinig rekening gehouden met de bewoners van de omliggende percelen. Alternatieve ideeën van indieners zienswijze zijn van tafel geveegd. 3. De waarde van de bestaande woningen zal dalen door de realisatie van het appartementencomplex. 1. Er is gekozen voor een appartementengebouw met 3 bouwlagen zodat de bouwhoogte (10 m) niet veel afwijkt van een reguliere gezinswoning (9 a 10 m). Verschil met de reguliere gezinswoning is het ontbreken van een kap op het complex. Naast het appartementengebouw wordt een blokje rijenwoningen gerealiseerd. Qua hoogte, breedte en rooilijn zijn beide gebouwen vergelijkbaar. Het verschil is dat de rijenwoningen een kap hebben (met evt. dakkapellen) en het appartementengebouw niet. Het appartementengebouw heeft een iets diepere bebouwingsdiepte. Gelet op het vorenstaande wordt de realisatie van een appartementengebouw ruimtelijk 2. Naar aanleiding van de gehouden inspraak zijn er gesprekken gevoerd met omwonenden. Dit heeft ertoe geleid dat het voorontwerpplan is aangepast. Actium heeft het aantal appartementen verminderd van 16 naar 12 waardoor het volume van het gebouw is verminderd en er meer groene ruimte ontstaat. Ook is de situering van de parkeerplaatsen en bergingen aangepast zodat er een grotere afstand tot bestaande woningen wordt gerealiseerd. Alternatieve plannen zijn bekeken en zijn niet haalbaar gelet op stedenbouwkundige, verkeerskundige en financiële redenen. 3. Een verzoek om planschade kan worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 2. Indiener zienswijze 2 1. Indiener zienswijze geeft aan bezwaar te hebben tegen de bouw van het appartementencomplex. Indiener zienswijze vindt de hoogte van het complex te hoog en niet passend in het dorp. 2. Omwonenden zijn niet betrokken bij de totstandkoming van het plan. Een alternatief plan waarin iedereen zich kan vinden zal nogmaals worden meegestuurd. 3. De hoogte maakt inbreuk op de privacy. 4. De realisatie van het complex zal leiden tot waardevermindering van de eigen woningen.
1. Er is gekozen voor een appartementengebouw met 3 bouwlagen zodat de bouwhoogte (10 m) niet veel afwijkt van een reguliere gezinswoning (9 a 10 m). Verschil met de reguliere gezinswoning is het ontbreken van een kap op het complex. Naast het appartementengebouw wordt een blokje rijenwoningen gerealiseerd. Qua hoogte, breedte en rooilijn zijn beide gebouwen vergelijkbaar. Het verschil is dat de rijenwoningen een kap hebben (met evt. dakkapellen) en het appartementengebouw niet. Het appartementengebouw heeft een iets diepere bebouwingsdiepte. Gelet op het vorenstaande wordt de realisatie van een appartementengebouw ruimtelijk 2. Naar aanleiding van de gehouden inspraak zijn er gesprekken gevoerd met omwonenden. Dit heeft ertoe geleid dat het voorontwerpplan is aangepast. Actium heeft het aantal appartementen verminderd van 16 naar 12 waardoor het volume van het gebouw is verminderd en er meer groene ruimte ontstaat. Ook is de situering van de parkeerplaatsen en bergingen aangepast zodat er een grotere afstand tot bestaande woningen wordt gerealiseerd. Alternatieve plannen zijn bekeken en zijn niet haalbaar gelet op stedenbouwkundige, verkeerskundige en financiële redenen. 3. Het appartementengebouw is qua hoogte vergelijkbaar met het blokje rijenwoningen dat er naast wordt gebouwd. Het verschil is dat de rijenwoningen een schuin dak hebben en het appartementengebouw niet. Verder wordt het bouwplan afgestemd op de ingediende bezwaren; slaapkamers worden aan de achterzijde gesitueerd, trappenhuizen worden zo geplaatst dat deze het zicht op tuinen beperken en er worden schermen op de galerij aangebracht. 4. Een verzoek om planschade kan worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 3. Indiener zienswijze 3
4. Indiener zienswijze 4 Indieners zienswijze geven aan dat hoogbouw (appartementencomplex van 3 woonlagen) 5. Indiener zienswijze 5 6. Indiener zienswijze 6
7. Indiener zienswijze 7 8. Indiener zienswijze 8 9. Indiener zienswijze 9 1. Indieners zienswijze zijn niet content met het geplande appartementencomplex. De bouw van dit complex zal waardeverminderend zijn voor de woning omdat het uitzicht voor een groot deel zal bestaan uit het appartementencomplex. 2. Het complex zal de privacy aantasten. 3. Indieners zienswijze hebben 2 alternatieve locaties aangeleverd op bijgevoegde schetsen waarbij geen sprake zal zijn van waardevermindering. 1. Een verzoek om planschade kan worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 2. Het appartementengebouw is qua hoogte vergelijkbaar met het blokje rijenwoningen dat er naast wordt gebouwd. Het verschil is dat de rijenwoningen een schuin dak hebben (met evt. dakkapellen) en het appartementengebouw niet. Verder wordt het bouwplan afgestemd op de ingediende bezwaren; slaapkamers worden aan de achterzijde gesitueerd, trappenhuizen worden zo geplaatst dat deze het zicht op tuinen beperken en er worden schermen op de galerij aangebracht.
3. Of er sprake is van planschade wordt na het indienen van een verzoek hiertoe beoordeeld door een onafhankelijk deskundige. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Bij planvorming wordt gekeken naar de planologische aspecten (stedenbouwkundige kwaliteit, ruimtelijke kwaliteit, verkeerskundige aspecten waaronder parkeerruimte en bereikbaarheid) en financiele haalbaarheid. 10. Indiener zienswijze 10 11. Indiener zienswijze 11 12. Indiener zienswijze 12 1. De zienswijze richt zich vooral op de bouw van een appartementencomplex. Dit complex zal de privacy aantasten. Indieners zienswijze zullen minder vrij in hun tuin kunnen zitten nu er op de verdiepingen ook appartementen worden gerealiseerd. 2. Omwonenden zijn volgens indieners zienswijze nooit betrokken bij de beginselen van het plan. Burgerparticipatie is hier niet aan de orde. 3. Indieners zienswijze hebben 2 alternatieve plannen ingediend. De argumenten tegen het eerste alternatieve plan vinden zij begrijpelijk maar op het tweede alternatieve plan is nooit gereageerd. 4. Indieners zienswijze zijn van mening dat een appartementencomplex niet past in dit gedeelte van het dorp vanwege de grootte. 5. Indieners zienswijze vragen zich af of de noodzaak echt zo groot is. De huidige 55+ woningen in het dorp worden door verschillende doelgroepen bewoond en niet alleen door 55+ers.
6. Het plaatsen van koopwoningen tussen de huurwoningen acht men niet logisch. Het zal gevolgen hebben voor de waarde van de nieuwe koopwoningen maar ook voor de bestaande woningen waaronder de woning van indieners zienswijze. 7. Het alternatieve plan wordt nogmaals ingebracht door fam. Luttel. 1. De afstand van het te realiseren appartementencomplex en de reeds aanwezige beplanting en bebouwing op het perceel van indiener zienswijze maar ook op de naastgelegen buurpercelen is dusdanig dat van onevenredige aantasting van de privacy geen sprake zal zijn. Desondanks wordt het bouwplan afgestemd op de ingediende bezwaren; slaapkamers worden aan de achterzijde gesitueerd, balkons aan de Briëtweg gesitueerd, trappenhuizen worden zo geplaatst dat deze het zicht op tuinen beperken en er worden schermen op de galerij aangebracht ter hoogte van de voordeuren. 2. Bij de ontwikkeling van het plan heeft Actium een bewonerscommissie vanuit de huidige huurders betrokken. Daarnaast zijn Belangenvereniging de Wijk eo en Stichting Welzijn ook betrokken geweest. Omwonenden zijn in de gelegenheid gesteld om tijdens de inspraakperiode op het voorontwerpplan te reageren. De inspraakreacties hebben geleid tot aanpassing van het voorontwerpplan. 3. Alternatieve plannen zijn bekenen en zijn niet haalbaar gelet op stedenbouwkundige, verkeerskundige en financiële redenen. Actium heeft het plan aangepast naar aanleiding van inspraakreacties en gesprekken met omwonenden. Het aantal appartementen is verminderd van 16 naar 12 waardoor het volume van het gebouw is verminderd en er meer groene ruimte is ontstaan. Ook is de situering van parkeerplaatsen en bergingen aangepast zodat er een groter afstand tot bestaande woningen wordt gerealiseerd. 4. Er is gekozen voor een appartementengebouw met 3 bouwlagen zodat de bouwhoogte (10 m) niet veel afwijkt van een reguliere gezinswoning (9 a 10 m). Verschil met de reguliere gezinswoning is het ontbreken van een kap op het complex. Naast het appartementengebouw wordt een blokje rijenwoningen gerealiseerd. Qua hoogte, breedte en rooilijn zijn beide gebouwen vergelijkbaar. Het verschil is dat de rijenwoningen een kap hebben (met evt. dakkapellen) en het appartementengebouw niet. Het appartementengebouw heeft een iets diepere bebouwingsdiepte. Gelet op het vorenstaande wordt de realisatie van een appartementengebouw ruimtelijk 5. Uit het behoefteonderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het woonplan (Companen, onderzoek t.b.v. Gemeentelijke Woonvisie uitgevoerd mei 2010) is gebleken dat er behoefte bestaat aan appartementen voor 55-plussers. Ook in de Dorpsvisie van de Wijk (2012) wordt benoemd dat er behoefte is aan seniorenwoningen en dat er voor ouderen moet worden gebouwd. 6. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 7. Zie beantwoording onder punt 3. 13. Indiener zienswijze 13 1. De zienswijze richt zich vooral op de bouw van een appartementencomplex. Dit complex zal de privacy aantasten. Indieners zienswijze zullen minder vrij in hun tuin kunnen zitten nu er op de verdiepingen ook appartementen worden gerealiseerd. 2. Omwonenden zijn volgens indieners zienswijze nooit betrokken bij het ontwerp van het plan. Burgerparticipatie is hier niet aan de orde.
3. Indieners zienswijze hebben 2 alternatieve plannen ingediend. De argumenten tegen het eerste alternatieve plan vinden zij begrijpelijk maar op het tweede alternatieve plan is nooit gereageerd. 4. Indieners zienswijze zijn van mening dat een appartementencomplex niet past in dit gedeelte van het dorp vanwege de grootte. 5. Indieners zienswijze vragen zich af of de noodzaak echt zo groot is. De huidige 55+ woningen in het dorp worden door verschillende doelgroepen bewoond en niet alleen door 55+ers. 6. Het plaatsen van koopwoningen tussen de huurwoningen acht men niet logisch. Het zal gevolgen hebben voor de waarde van de nieuwe koopwoningen maar ook voor de bestaande waaronder de woning van indieners zienswijze. 7. Het alternatieve plan wordt nogmaals ingebracht door fam. Luttel. 1. De afstand van het te realiseren appartementencomplex en de reeds aanwezige beplanting en bebouwing op het perceel van indiener zienswijze maar ook op de naastgelegen buurpercelen is dusdanig dat van onevenredige aantasting van de privacy geen sprake zal zijn. Desondanks wordt het bouwplan afgestemd op de ingediende bezwaren; slaapkamers worden aan de achterzijde gesitueerd, balkons aan de Briëtweg gesitueerd, trappenhuizen worden zo geplaatst dat deze het zicht op tuinen beperken en er worden schermen op de galerij aangebracht ter hoogte van de voordeuren. 2. Bij de ontwikkeling van het plan heeft Actium een bewonerscommissie vanuit de huidige huurders betrokken. Daarnaast zijn Belangenvereniging de Wijk eo en Stichting Welzijn ook betrokken geweest. Omwonenden zijn in de gelegenheid gesteld om tijdens de inspraakperiode op het voorontwerpplan te reageren. De inspraakreacties hebben geleid tot aanpassing van het voorontwerpplan. 3. Alternatieve plannen zijn bekenen en zijn niet haalbaar gelet op stedenbouwkundige, verkeerskundige en financiële redenen. Actium heeft het plan aangepast naar aanleiding van inspraakreacties en gesprekken met omwonenden. Het aantal appartementen is verminderd van 16 naar 12 waardoor het volume van het gebouw is verminderd en er meer groene ruimte is ontstaan. Ook is de situering van parkeerplaatsen en bergingen aangepast zodat er een groter afstand tot bestaande woningen wordt gerealiseerd. 4. Er is gekozen voor een appartementengebouw met 3 bouwlagen zodat de bouwhoogte (10 m) niet veel afwijkt van een reguliere gezinswoning (9 a 10 m). Verschil met de reguliere gezinswoning is het ontbreken van een kap op het complex. Naast het appartementengebouw wordt een blokje rijenwoningen gerealiseerd. Qua hoogte, breedte en rooilijn zijn beide gebouwen vergelijkbaar. Het verschil is dat de rijenwoningen een kap hebben (met evt. dakkapellen) en het appartementengebouw niet. Het appartementengebouw heeft een iets diepere bebouwingsdiepte. Gelet op het vorenstaande wordt de realisatie van een appartementengebouw ruimtelijk 5. Uit het behoefteonderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het woonplan (Companen, onderzoek t.b.v. Gemeentelijke Woonvisie uitgevoerd mei 2010) is gebleken dat er behoefte bestaat aan appartementen voor 55-plussers. Ook in de Dorpsvisie van de Wijk (2012) wordt benoemd dat er behoefte is aan seniorenwoningen en dat er voor ouderen moet worden gebouwd. 6. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 7. Zie beantwoording onder punt 3.
14. Indiener zienswijze 14 1. De bedenkingen tegen het voorontwerp worden als herhaald en ingelast beschouwd. 2. In nabije omgeving cliënten kunnen appartementen worden gebouwd met een bouwhoogte van 10 meter. Dit is hoger dan de oude woningen. De bewoners van de appartementen kunnen rechtstreeks in de tuin kijken van cliënten. 3. Gemeente heeft wel overleg gehad met Actium en de bestaande huurders maar niet met omwonenden, eigenaren en andere betrokkenen. 4. Leilinden moeten achter de gehele achterzijde geplaatst worden, dus ook achter de bergingen. Een passende afscheiding aan de achterzijde is niet concreet genoeg. Er moet een goede afscheiding aan de achterzijde komen met voldoende hoogte om te voorkomen dat men via de parkeerplaatsen in het weiland kan komen. 5. Het appartementencomplex wordt meer in de richting van de woning van cliënt gesitueerd met parkeerplaatsen aan de zij- en achterkant. Er kunnen meer gezinnen wonen dan in de huidige situatie het geval is waardoor de algehele drukte zal toenemen. Geluid van parkerende auto s zal tegen het comlex richting de woning van cliënten weerkaatsen. Ook zal de geluidsinstallatie van VV Wacker door reflectie op het complex tot extra geluidsoverlast lijden. Cliënten worden onevenredig zwaar getroffen. 6. Een complex met 3 woonlagen van 10 m hoogte past niet in de omgeving en zal een negatieve uitwerking hebben op de waarde van de woning van cliënt. Men ziet liever huur- of koopwoningen op de betreffende locatie. 7. Cliënten zijn van mening dat het appartementencomplex beter in de buurt van het centrum of een bestaand zorgcentrum gebouwd kan worden. Er is onvoldoende gekeken naar andere oplossingen. 8. De gemeente heeft niet onderzocht of er daadwerkelijk behoefte bestaat aan de woningen. Er wordt verwezen naar een behoefteonderzoek welk onderzoek niet bij het bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Verwijzing naar landelijke cijfers geeft weer dat er sprake is van een zoektocht naar onderbouwing van het plan. De actuele behoefte moet aangetoond worden. 9. In de toelichting van het bestemmingsplan staat vermeld dat de toevoeging van 8 woningen past binnen de afspraken die in regionaal en provinciaal verband zijn gemaakt. Afgevraagd wordt waar dit uit blijkt. 10. Uit de toelichting blijkt dat niet is voldaan aan artikel 3.20, lid 1 van de provinciale verordening. Eerder is een alternatief voorstel gedaan. De voor- en nadelen worden niet gewogen. 1. De beantwoording op de inspraak wordt als ingelast beschouwd. 2. Het appartementengebouw is qua hoogte vergelijkbaar met het blokje rijenwoningen dat er naast wordt gebouwd. Het verschil is dat de rijenwoningen een schuin dak hebben en het appartementengebouw niet. Verder wordt het bouwplan afgestemd op de ingediende bezwaren; slaapkamers worden aan de achterzijde gesitueerd, balkons worden aan de Briëtweg gesitueerd, trappenhuizen worden zo geplaatst dat deze het zicht op tuinen beperken en er worden schermen op de galerij aangebracht ter hoogte van de voordeuren. 3. Naar aanleiding van de gehouden inspraak zijn er gesprekken gevoerd met omwonenden. Dit heeft ertoe geleid dat het voorontwerpplan is aangepast. Actium heeft het aantal appartementen verminderd van 16 naar 12 waardoor het volume van het gebouw is verminderd en er meer groene ruimte ontstaat.
4. De concrete inrichting van het terrein met leilinden en afscheidingen wordt niet in een bestemmingsplan geregeld. Het bestemmingsplan legt alleen de eventuele bouwhoogte vast. Afgesproken is dat er een passende afscheiding wordt gerealiseerd. Over de nadere invulling hiervan is het wellicht wenselijk dat partijen hierover overleg voeren. Het bouwvolume van het appartementengebouw is niet dermate groot dat dit in vergelijk met de voorheen aanwezige gezinswoningen zal leiden tot reflectie van de geluidsinstallatie van VV Wacker. 5. De toename ten opzichte van de voorheen aanwezige woningen bedraagt 3 woningen (appartementen). Door het verschil tussen de voorheen aanwezige doelgroep (gezinnen) en de toekomstige doelgroep (55+) en het ontbreken van tuinen aan de achterzijde in de nieuwe situatie zal van een onevenredige aantasting geen sprake zijn. Het bouwvolume van het appartementengebouw is niet dermate groot dat dit ten opzichte van de voorheen aanwezige gezinswoningen zal leiden tot reflectie van de geluidsinstallatie van VV Wacker. 6. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 7. Actium en gemeente hebben onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor alternatieve locaties voor het appartementengebouw. Alternatieve locaties zijn niet in eigendom van Actium of gemeente dan wel niet rendabel voor sociale woningbouw. De huidige locatie is bewust gekozen. In het plangebied is dit de locatie die dicht bij het centrum en de voorzieningen ligt. Stedenbouwkundig past het appartementengebouw bij de diverse bebouwing aan de Briëtweg. 8. Uit het behoefteonderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het woonplan (Companen, onderzoek t.b.v. Gemeentelijke Woonvisie uitgevoerd mei 2010) is gebleken dat er behoefte bestaan aan appartementen voor 55-plussers. Ook in de Dorpsvisie van de Wijk (2012) wordt benoemd dat er behoefte is aan seniorenwoningen en dat er voor ouderen moet worden gebouwd. 9. De regionale afstemming is in oktober 2012 in de Regionale Woonvisie Zuidwest Drenthe door het college van de gemeente De Wolden en de andere betrokken gemeenten vastgesteld. Gelet op de harde plancapaciteit in Zuidwest Drenthe is de mogelijkheid aanwezig de woninguitbreiding van Parkweg e.o. daaraan toe te voegen. Het aantal woningen leidt niet tot verdringing of ongewenste concurrentie. 10. Artikel 3.20, lid 1 van de provinciale verordening gaat over de provinciale beleidsdoelen voor Warmte- en Koude Opslag en geothermische energie. Uit het vooroverleg dat met de provincie heeft plaatsgvonden zijn hierover geen opmerkingen gekomen. Het alternatieve voorstel is wel degelijk beoordeeld, zie punt 7. 15. Indiener zienswijze 15 1. De bedenkingen tegen het voorontwerp worden als herhaald en ingelast beschouwd. 2. In nabije omgeving cliënten kunnen appartementen worden gebouwd met een bouwhoogte van 10 meter. Dit is hoger dan de oude woningen. De bewoners van de appartementen kunnen rechtstreeks in de tuin kijken van cliënten. 3. Gemeente heeft wel overleg gehad met Actium en de bestaande huurders maar niet met omwonenden, eigenaren en andere betrokkenen.
4. Leilinden moeten achter de gehele achterzijde geplaatst worden, dus ook achter de bergingen.een passende afscheiding aan de achterzijde is niet concreet genoeg. Er moet een goede afscheiding aan de achterzijde komen met voldoende hoogte om te voorkomen dat men via de parkeerplaatsen in het weiland kan komen. 5. Het appartementencomplex wordt meer in de richting van de woning van cliënt gesitueerd met parkeerplaatsen aan de zij- en achterkant. Er kunnen meer gezinnen wonen dan in de huidige situatie het geval is waardoor de algehele drukte zal toenemen. Geluid van parkerende auto s zal tegen het comlex richting de woning van cliënten weerkaatsen. Ook zal de geluidsinstallatie van VV Wacker door reflectie op het complex tot extra geluidsoverlast lijden. Cliënten worden onevenredig zwaar getroffen. 6. Een complex met 3 woonlagen van 10 m hoogte past niet in de omgeving en zal een negatieve uitwerking hebben op de waarde van de woning van cliënt. Men ziet liever huur- of koopwoningen op de betreffende locatie. 7. Cliënten zijn van mening dat het appartementencomplex beter in de buurt van het centrum of een bestaand zorgcentrum gebouwd kan worden. Er is onvoldoende gekeken naar andere oplossingen. 8. De gemeente heeft niet onderzocht of er daadwerkelijk behoefte bestaat aan de woningen. Er wordt verwezen naar een behoefteonderzoek welk onderzoek niet bij het bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Verwijzing naar landelijke cijfers geeft weer dat er sprake is van een zoektocht naar onderbouwing van het plan. De actuele behoefte moet aangetoond worden. 9. In de toelichting van het bestemmingsplan staat vermeld dat de toevoeging van 8 woningen past binnen de afspraken die in regionaal en provinciaal verband zijn gemaakt. Afgevraagd wordt waar dit uit blijkt. 10. Uit de toelichting blijkt dat niet is voldaan aan artikel 3.20, lid 1 van de provinciale verordening. Eerder is een alternatief voorstel gedaan. De voor- en nadelen worden niet gewogen. 1. De beantwoording op de inspraak wordt als ingelast beschouwd. 2. Het appartementengebouw is qua hoogte vergelijkbaar met het blokje rijenwoningen dat er naast wordt gebouwd. Het verschil is dat de rijenwoningen een schuin dak hebben en het appartementengebouw niet. Verder wordt het bouwplan afgestemd op de ingediende bezwaren; slaapkamers worden aan de achterzijde gesitueerd, balkons worden aan de Briëtweg gesitueerd, trappenhuizen worden zo geplaatst dat deze het zicht op tuinen beperken en er worden schermen op de galerij aangebracht ter hoogte van de voordeuren. 3. Naar aanleiding van de gehouden inspraak zijn er gesprekken gevoerd met omwonenden. Dit heeft ertoe geleid dat het voorontwerpplan is aangepast. Actium heeft het aantal appartementen verminderd van 16 naar 12 waardoor het volume van het gebouw is verminderd en er meer groene ruimte ontstaat. 4. De concrete inrichting van het terrein met leilinden en afscheidingen wordt niet in een bestemmingsplan geregeld. Het bestemmingsplan legt alleen de eventuele bouwhoogte vast. Afgesproken is dat er een passende afscheiding wordt gerealiseerd. Over de nadere invulling hiervan is het wellicht wenselijk dat partijen hierover overleg voeren. Het bouwvolume van het appartementengebouw is niet dermate groot dat dit in vergelijk met de voorheen aanwezige gezinswoningen zal leiden tot reflectie van de geluidsinstallatie van VV Wacker.
5. De toename ten opzichte van de voorheen aanwezige woningen bedraagt 3 woningen (appartementen). Door het verschil tussen de voorheen aanwezige doelgroep (gezinnen) en de toekomstige doelgroep (55+) en het ontbreken van tuinen aan de achterzijde in de nieuwe situatie zal van een onevenredige aantasting geen sprake zijn. Het bouwvolume van het appartementengebouw is niet dermate groot dat dit ten opzichte van de voorheen aanwezige gezinswoningen zal leiden tot reflectie van de geluidsinstallatie van VV Wacker. 6. Planschade is vermogensschade (een waardevermindering van onroerende zaken) die ontstaat na wijziging van de planologie. De schade wordt bepaald door het vergelijken van de maximale invulling van het oude bestemmingsplan of beheersverordening en het nieuwe bestemmingsplan. Een onafhankelijk deskundige bepaalt de waardevermindering. 7. Actium en gemeente hebben onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor alternatieve locaties voor het appartementengebouw. Alternatieve locaties zijn niet in eigendom van Actium of gemeente dan wel niet rendabel voor sociale woningbouw. De huidige locatie is bewust gekozen. In het plangebied is dit de locatie die dicht bij het centrum en de voorzieningen ligt. Stedenbouwkundig past het appartementengebouw bij de diverse bebouwing aan de Briëtweg. 8. Uit het behoefteonderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het woonplan (Companen, onderzoek t.b.v. Gemeentelijke Woonvisie uitgevoerd mei 2010) is gebleken dat er behoefte bestaan aan appartementen voor 55-plussers. Ook in de Dorpsvisie van de Wijk (2012) wordt benoemd dat er behoefte is aan seniorenwoningen en dat er voor ouderen moet worden gebouwd. 9. De regionale afstemming is in oktober 2012 in de Regionale Woonvisie Zuidwest Drenthe door het college van de gemeente De Wolden en de andere betrokken gemeenten vastgesteld. Gelet op de harde plancapaciteit in Zuidwest Drenthe is de mogelijkheid aanwezig de woninguitbreiding van Parkweg e.o. daaraan toe te voegen. Het aantal woningen leidt niet tot verdringing of ongewenste concurrentie. 10. Artikel 3.20, lid 1 van de provinciale verordening gaat over de provinciale beleidsdoelen voor Warmte- en Koude Opslag en geothermische energie. Uit het vooroverleg dat met de provincie heeft plaatsgvonden zijn hierover geen opmerkingen gekomen. Het alternatieve voorstel is wel degelijk beoordeeld, zie punt 7. 16. Indiener zienswijze 16
17. Indiener zienswijze 17 breedte en rooilijn zijn beide gebouwen vergelijkbaar. Het verschil is dat de rijenwoningen een kap (met evt. dakkapellen) hebben en het appartementengebouw niet. Het appartementengebouw heeft een iets diepere bebouwingsdiepte. 18. Indiener zienswijze 18 19. Indiener zienswijze 19
20. Indiener zienswijze 20 21. Indiener zienswijze 21 22. Indiener zienswijze 22
23. Indiener zienswijze 23 24. Indiener zienswijze 24 (10 m) niet veel afwijkt van een reguliere gezinswoning (9 a 10 m). Verschil met de reguliere gezinswoning is het ontbreken van een kap op het complex. Naast het appartementengebouw wordt een blokje rijenwoningen gerealiseerd. Qua hoogte, 25. Indiener zienswijze 25
26. Indiener zienswijze 26 27. Indiener zienswijze 27 Gelet op het vorenstaande wordt de realisatie van een appartementengebouw ruimtelijk aanvaardbaar geacht.