AO milieuregels windturbines d.d. 14 december 2010



Vergelijkbare documenten
Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Waterstof: de energiedrager van de toekomst. Frank de Bruijn. Waterstof. Een Gas Kleurloos;Geurloos;Niet Giftig; Brandbaar

Nationale Energieverkenning 2014

Petitie GELIJK SPEELVELD VOOR AUTOGAS (LPG) Autogas (LPG) voor kostenefficiënte CO2-besparing

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

CO 2 -uitstootrapportage 2011

1 van :03

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 H1

Invloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen. Arno Schroten

Westvoorne CO 2 - uitstoot

BRANDSTOFFEN WEGVERKEER

EEN. De feiten op een rij! BEWUSTE KEUZE MAKEN VOOR UW NIEUWE HAARD

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog

BIJLAGE 3 CONSULTATIE DUURZAAMHEIDEISEN BIOMASSA

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

de 6 belangrijkste misvattingen op de weg naar een 100% duurzame energievoorziening

Macro economie. Vooruitblik

Latijns-Amerika aarzelt over hernieuwbare energie zaterdag, 15 augustus :30

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018

Half jaarlijkse rapportage Carbon Footprint 2014

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Nadeel: Of kolencentrales gaan minder bijstoken en worden nog minder duurzaam.

Elektrisch rijden in de praktijk

Hernieuwbare waterstof en HBEmarkt

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Biomassa: brood of brandstof?

Duurzame energie in balans

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Knelpunt 1: Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast dan rijden op fossiele brandstoffen

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Ontwikkelingen in aandrijftechniek en de rol van biobrandstoffen. Jaap Tuinstra, Manager Public Affairs, Pon

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, IenM/BSK-2014/, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Reactie visiedocument: Duurzame bio-economie 2030

Energievoorziening Rotterdam 2025

W & M de Kuiper Holding

(autogas en propaan)

Ervaar het duurzame comfort van het nieuwe verwarmen met de Daikin Intergas Hybride.

1 Nederland is nog altijd voor 92 procent afhankelijk van fossiele brandstoffen

Activiteiten van leveranciers van biobrandstoffen, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen

100% groene energie. uit eigen land

snelwegen voor de wind

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

Uitvoering RED NL regelgeving

Elektrische auto s en infrastructuur

Naar een duurzame energie huishouding: belofte of mogelijkheid?

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

CO2 Emissie 2010 t/m 2018 Fugro NL Land B.V.

KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact & Figures. Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid

Transitie naar elektrisch vervoer

Bevoorradingszekerheid

E85 rijdende flexifuel auto uitstoot ten gevolge van de aanwezigheid van benzine in de brandstof.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bio-Energie voor bedrijven en woningen

Formulieren Beleid & Organisatie Pagina 1 van MVO & CO2 4.4 Energiebeoordeling 2017 Versie 1.0

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Factsheet: Dong Energy

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Minder emissies, betere bereikbaarheid. Haags Milieucentrum, 26 februari 2013 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft

Fysieke energiestroom rekeningen

Ontwerp Gezonde Systemen

130 PARTIJEN HEBBEN SAMEN VISIE DUURZAME BRANDSTOFFEN- MIX OPGESTELD

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Perspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS

Bioethanol in den Niëderlanden

CONCEPT SUBSIDIEVERORDENING VERGROENEN WAGENPARK BEDRIJVEN IN BEVERWIJK 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.

EEN «CARBON CREDIT CARD» OM BELGEN WAKKER TE MAKEN

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4.

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix

certificeert duurzame energie

KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact& Figures

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Laat uw stem horen! Maak nu bezwaar tegen de vliegtaks!

TOESPRAAK JOHAN REMKES, COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN NOORD-HOLLAND, TIJDENS HET SYMPOSIUM GROEN GAS IN ZICHT, OP 25 NOVEMBER 2010, TE ALKMAAR

Minder emissies, betere bereikbaarheid. Afscheid Frans v.d. Steen, 26 juni 2014 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft

Windturbines: Dweilen met de kraan open op kosten van de burger!

De auto van de toekomst is voor vandaag

SRA-Praktijkhandreiking

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Change. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CO 2 Footprint 2015 ZAVIN C.V. Conform de CO 2 - Prestatieladder. Datum: januari 2016 Auteur: Nicole Deylius Rapport nr.: 2016/CO2 Footprint/Q1/1.

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

CO 2 Rapportage Energie audit verslag

Bedreigingen. Broeikaseffect

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 oktober 2002 (29.10) 13344/02 Interinstitutional File: 2001/0107 (COD) LIMITE

Wat kunnen we in Pijnacker-Nootdorp doen tegen klimaatverandering? Richard Smokers

Transcriptie:

AO milieuregels windturbines d.d. 14 december 2010 Voorzitter, Vandaag voeren wij een bijzondere debat. Later zullen wij hier waarschijnlijk op terug kijken en ons realiseren dat wij vandaag grote stappen hebben gezet bij het verduurzamen van onze economie. Wij zullen dat terug kijken en ons realiseren dat wij ons niet hebben laten afleiden door bijzaken, maar gekeken hebben naar echte oplossingen. Na vandaag komen de Europese doelstellingen om in 2020 een aandeel van 14% duurzame energie te hebben, en 20% minder CO2 uit te stoten een stuk dichterbij. Ik ben er dan ook van harte overtuigd dat dit kabinet wel een het groenste kabinet ooit kan zijn. Voorzitter, Het wetsvoorstel strekt zich tot de implementatie van drie Europese richtlijnen. Ik zal ze een voor een langs lopen. 1: richtlijn energie uit herwinbare bronnen. Het aandeel duurzame energie van 14% is opgedeeld in een aandeel voor transport en een aandeel voor elektriciteit. Binnen de transportsector ligt er een verplichting om in 2020 een aandeel van 10% duurzame biobrandstoffen te hebben. De discussie hierover is beladen. Biobrandstof komt immers uit biomassa en legt daarmee mogelijk een hypotheek op het grondgebruik. Grond is het speelveld van de concurrentie tussen fibre, food en fuel, of in het Nederlands, vezels, voedsel en brandstof. Maar dit bekt minder goed. Deze lastige discussie is de reden dat in het verleden de bijmengpercentages van biobrandstoffen, mede met steun van de VVD, zijn verlaagd. Inmiddels heeft onder voorzitterschap van Dorette Corbey oud europarlementariër voor de PvdA. Een commissie criteria opgesteld waaraan duurzame biobrandstoffen moeten voldoen. Ook de brandstofkwaliteit zelf, geregeld via de NEN-richtlijnen is op orde. Vandaar dat de VVD de staatsecretaris wil vragen de percentages voor het bijmengen eerder te verhogen. De belangrijkste reden is dat daarmee een bulldozer effect voorkomen wordt, als rond 2017 ineens de versnelling komt om in 2020 te voldoen aan de tien-procentseis. In een beheerst schema kan capaciteit opgebouwd worden. noodgrepen en paniek voetbal aan het einde worden voorkomen. Tegelijkertijd is het voor Nederland een belangrijke stap om meer duurzaam te worden,

minder afhankelijk van fossiele importen en minder uitstoot van CO2. Dat is de weg die we opgaan en dat is duurzaamheid op zijn VVD s. Ik overweeg een motie op dat punt. Voorzitter, tot zover over deze wet. Onderliggende wetgeving wordt, zo heb ik begrepen, in deze kamer alleen in een nahang procedure besproken, terwijl daar grote zorgen leven bij de VVD. Dit kabinet is tegen koppen op Europese wetgeving. Maar als wij bijvoorbeeld horen hoe in de behandeling van de tickets voor biobrandstoffen lijkt te worden voorzien, slaat de schrik om het hart. Het lijkt of er wordt gekozen om de internationale handel in bio-tickets te verbieden. Met andere woorden, Nederlandse ondernemers kunnen geen bio- tickets meer leveren aan een land als bijvoorbeeld Luxemburg. Luxemburg heeft geen fysieke bijmeng faciliteit voor biobrandstoffen en vult haar Europese verplichting daarom met Tickets, veelal uit Nederland. En andersom geldt dat Nederlandse ondernemers op de internationale markt tickets zouden kunnen kopen. Dit past bij een open economie als het onze en het past bij de internationale handel. Ook voor andere landen in de EU geldt dat zij de bio-verplichting aanvullen met tickets uit Nederland of andere landen. De opgelegde beperking leidt daarom tot een onnodige kop op de EU regelgeving en een onnodige beperking van het Nederlandse bedrijfsleven, zonder dat er op enig ander punt winst wordt gemaakt. Luxemburg gaat haar tickets kopen in België of Frankrijk. Graag hoor ik van de staatssecretaris dat hij de internationale ticket handel gewoon toestaat. Daarnaast schijnt in de onderliggende wetgeving gesproken te worden over een beperking van de zogenaamde Carry-over " balans. Dit is de technische term voor het balanceren van volumes tussen verschillende jaren. Dit balanceren voorkomt onnodige druk op werkkapitaal voor ondernemers en draagt bij een efficiente en effectieve onderliggende groei van de bijmeng percentages. Het beperken van de " carry over" lijkt te zijn ingegeven door de wens om een mooie vloeiende grafiek te krijgen van de afname van CO2 en toename van bijmeng volumes. Maar ik wil de staatsecretaris vragen of het gaat om mooie grafieken of om het halen van de doelstellingen en de bedrijven daarbij zo veel mogelijk vrij te laten. Graag ook hier een toezegging om de Carry over gewoon weer toe te staan. Al met al leidt het tot de vraag hoe wij de onderliggende wetgeving gaan behandelen. Graag hoor ik van de staatssecretaris wat zijn mening hierover is.

Ten aanzien van duurzame elektriciteit heeft de VVD een aantal vragen. Deze vragen richten zich op de voorrang voor duurzaam opgewekte stroom en op de plicht van netbeheerders om producenten op het net aan te sluiten. Als het gaat om energie en milieu heeft de VVD een duidelijk perspectief. Wij willen een energiemix, die steeds minder afhankelijk wordt van olie, kolen en gas, en een robuuste leverzekerheid kent. De VVD wil een energiemix die schoon, betaalbaar en betrouwbaar is. Als wij kijken naar duurzame fantasieën uit het verleden lijkt de betaalbaarheid nog wel eens een ondergeschoven kind, vandaar mijn vraag aan de staatssecretaris: In hoeverre leidt de voorrang voor duurzame stroom tot extra kostenverhoging voor de consument en het bedrijfsleven? En als dit leidt tot hogere kosten, in hoeverre zijn die kosten in verhouding tot een groter aandeel van duurzame stroom? Met andere woorden helpt het, of maken we alleen extra kosten? Daarnaast wil ik de staatssecretaris vragen of de aansluitverplichting van duurzame producenten leidt tot een efficiënte plaatsing van nieuwe duurzame centrales? We kennen al een exploitatie subsidie, waardoor er weinig stimulans is om effectief energie op te wekken, en ook de verplichte aansluiting lijkt niet te stimuleren tot een optimale inpassing? Maken wij het systeem niet onnodig duur? Als ik kijk naar plannen voor bijvoorbeeld wind op zee, valt het op dat er van een aantal mogelijke locaties sprake is. Voor iedere locatie moet straks een kabel getrokken worden en de kosten daarvan komen uiteindelijk bij de consument terecht. Maar deze consument heeft geen enkele invloed op deze kosten stijging. Nu al is het zo, dat de energierekening slechts voor een beperkt deel de kosten voor de stroom zijn. Als dat percentage nog verder verslechterd, vervalt ook de financiële prikkel voor energiebesparing. Als dat zo gaat worden en ik ben daar bang voor boeren wij achter uit. Hoe kijkt de staatssecretaris in dit licht aan tegen die verplichte aansluiting? Voorzitter, daarmee kom ik bij de brandstof kwaliteitsrichtlijn. Deze richtlijn beperkt zich tot het wegverkeer. Er zijn andere richtlijnen voor binnenvaart en luchtvaart. De richtlijn voor invoering biobrandstoffen in de binnenvaart is opgeschort tot overeenstemming met België is voor gelijktijdige invoering. Dat is goed, want Nederland moet dit niet eenzijdig invoeren. Vanwege het belang voor de inzet van

biobrandstoffen, schone energie en minder afhankelijk van de import van olie, wil ik vragen wat de status van deze onderhandelingen met België? Zit er een tijdslimiet aan de opschorting, of is de opschorting gekoppeld aan overeenstemming met België? op welke manier kan de staatssecretaris het proces versnellen? Voorzitter, Tenslotte de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen. Het doel van de richtlijn is om te komen tot schonere en energiezuinige voertuigen. Het gaat daarbij om CO2 en andere verontreinigende stoffen. De focus ligt vooral op CO2. De VVD vraagt zich af hoe het zit met de afweging tussen de verschillende emissies? Als het ene daalt, maar het andere stijgt, hoe moet dat beoordeeld worden? Daarnaast heeft de VVD een vraag over LPG voertuigen. Er is een toenemend aantal voertuigen waar in de fabriek een LPG installatie wordt ingebouwd. Ee voertuig dat op LPG rijdt heeft ongeveer 10% lagere co2 uitstoot dan hetzelfde voertuig op benzine. Daarmee krijgt dat voertuig op LPG een lager energielabel dan zijn broertje op benzine. Dat is goed. Maar, in Nederland is de markt anders. Bij ons bouwen veel auto s pas bij aanschaf van het voertuig een LPG installatie in. Deze voertuigen, waarbij de installatie is ingebouwd onder de strengste specificatie van R115, en waarbij de importeur garantie geeft hebben de zelfde uitstoot als de auto s waar het in de fabriek gebeurd. Feitelijk gaat het om exact dezelfde installatie als die in de fabriek ingebouwd wordt. Ik wil de staatssecretaris dan ook vragen of deze LPG voertuigen waarbij, met garantie van de importeur, de nieuwste LPG installatie onder R115 is ingebouwd een lager energielabel kan krijgen, gelijk aan dat van de affabriek auto op LPG. Dit is logisch, omdat deze auto s 10% minder CO2 uitstoten dan hun identieke broertje op benzine. Op een makkelijke en goedkope manier kan Nederland hiermee een daling van CO2 voor elkaar krijgen. In Europa wordt LPG dan ook gezien als established alternative fuel, omdat het voor 69% uit aardgas komt. En in de ons omringende landen zien wij een vergroting van het marktaandeel van auto s op LPG. Ik overweeg een motie. Ten slotte voorzitter, Waar de richtlijn van invloed is op aanbestedingen (bv openbaar vervoer, of wagenparken van publieke partijen) leidt het in de praktijk soms tot het voorschrijven van een techniek. De VVD vindt dit

zeer onwenselijk. In de voorbereiding van dit debat werkten wij aan een amendement om norm voorschriften voor te schrijven. Maar het probleem lijkt niet in de wet te zitten, maar in de uitvoering. in de praktijk blijkt het te gebeuren dat overheden bij voorbeeld voorschrijven dat een prius gekocht moet worden, of een aardgas bus. Terwijl we weten dat het milieuvoordeel van het een wordt overdreven en van het ander niet bestaat. De vraag aan de staatssecretaris is, hoe wij dit in de toekomst kunnen voorkomen?