Protocol van samenwerking



Vergelijkbare documenten
Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

ACTIVITEITENVERSLAG 2010 FTMA

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Activiteitenverslag 2011

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. Bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

FTMA ACTIVITEITENVERSLAG /08/2012 1

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Protocol van samenwerking. Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van montage PC 111.3

Protocol van samenwerking TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN HET PC 314 DEELSECTOREN HAARKAPPEN, FITNESS EN SCHOONHEIDSZORGEN

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Activiteitenverslag 2012

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Betreft : Maatregelen ten voordele van de vorming en opleiding van risicogroepen in

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Diversiteitsplannen. Een overzicht. Annemie Van Uytven projectontwikkelaar diversiteit RESOC Halle-Vilvoorde

2. Op welke manier verloopt de samenwerking tussen VDAB en school in de gezamenlijke aanpak van NEET-jongeren/vroegtijdige schoolverlaters?

Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Mechelen en De Ploeg vzw voor de periode tot

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012

ACTUELE BELEIDSKADER VOOR SECTORCONVENANTS. Contactdag Levenslang Leren

Protocol van samenwerking

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Sta versteld... en ontdek wat WEB voor u kan betekenen.

Gemeenschappelijke platformtekst Vlaamse regering en sociale partners Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit

RTC informeert! Infomoment 20/10/2015

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Het loopbaan en diversiteitsplan. Werken aan duurzame loopbanen voor iedereen

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

De makers

Ondersteuningsgids FTMA vzw PC 111.1&2 Provincie Antwerpen

Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de bouwsector (paritair comité 124)

Aanbeveling. van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit

Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014

PREAMBULE TITEL I TOEPASSINGSGEBIED

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

De trajectbegeleider, sleutelfiguur binnen Duaal leren

17 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de functie van logistiek assistent (1) De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van

Wegwijs in de social profit

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door...

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

Wegen naar je toekomst Je gids in je zoektocht naar een diploma, opleiding of werk

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Geplande acties - uitgevoerde activiteiten - doelstellingen - streefcijfers - realisaties

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

d) Hoeveel werkzoekenden hebben deze sessies gevolgd de afgelopen drie jaar?

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

Ondersteuning door een projectontwikkelaar. Loopbaan- en diversiteitsplan: het traject. Loopbaan- en diversiteitsplannen (LDP)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Aan de slag met diversiteit

Wat? = een educatief centrum voor jongeren tussen 11 en 14 jaar oud, hun ouders en hun

Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad X en De Kringwinkel vzw Y voor de periode tot

Financiering van demografieplannen

BIJLAGE BIJ DE CAO NR. 38 VAN 6 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE WERVING EN SELECTIE VAN WERKNEMERS

Paritair Fonds ten voordele van de Risicogroepen voor de Apotheken en de Tariferingsdiensten

Activiteitenverslag 2013

TOOLBOX EAD EEN INSTRUMENTENKOFFER VOOR CONSULENTEN TOOLBOX EAD FASE 1 1

De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken

Financiering van demografieplannen

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

Decreet duaal leren en de aanloopfase

Leren. w e rken. Perfect te combineren

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Het Vlaamse loopbaan- en diversiteitsbeleid Michiel Van de Voorde

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden. Focus op. Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen

Leren. Werkervaring & Werkplekleren. 27 november Wat is werkplekleren?

Vlaamse regering PROTOCOL VAN SAMENWERKING TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE SOCIALE PARTNERS VAN DE SECTOR METAAL/BEDIENDEN PARITAIR COMITE 209

Functieprofiel projectmedewerker

Financiering van demografieplannen

Randstad Diversity. voor een succesvol diversiteitsbeleid.

Ondersteuningsgids FTMA vzw PC 111.1&2 Provincie Antwerpen

Mobiliteitscentrum Glastuinbouw

#DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE LIBERFORM / DUIDING KRACHTLIJNEN NON-DISCRIMINATIE LIBERFORM.BE

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Protocol van samenwerking

ONDERWIJS, OPLEIDING ENVORMING

COLLOQUIUM GENT, 23 OKTOBER 2014

Departement Onderwijs & Vorming

Transcriptie:

Vlaamse Regering Protocol van samenwerking In het kader van het akkoord 2007-2009 Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de metaal arbeiders (PC 111) Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de sociale partners van de sector van de metaal bedienden met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Wilson De Pril, Agoria Vlaanderen en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Georges De Batselier, ABVV-Metaal; De heer Walter Cnop, ACV-Metaal Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 1

Wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering stimuleren de samenwerking tussen scholen (gemeenschappen) en bedrijven (uit de omgeving) om te komen tot een operationeel netwerk voor de lokale uitvoering van bepalingen uit dit protocol. De (globale) samenwerkingsovereenkomsten die hieruit voortvloeien worden opgenomen als addenda bij dit protocol. Artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technisch- en beroepsonderwijs De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om een geïnformeerde studie en beroepskeuze te realiseren. Hiertoe zal de sector haar contacten met de scholen(gemeenschappen) intensifiëren. De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken in dit kader samen aan de waardering van het technisch- en beroepsonderwijs en het doorbreken van het watervaleffect. Artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren De Vlaamse Regering en de sectorale sociale partners wensen het werkplekleren verder te ondersteunen en te implementeren, waarbij wordt gestreefd naar een verdere uitbreiding van het aanbod en een kwalitatieve verbetering van werkplekleren als methodiek. Artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken In de deeltijdse leersystemen, m.n. het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO), de leertijd en de deeltijdse vorming, wordt resoluut de overgang van een deeltijdse leerplicht naar een voltijds engagement beoogd, met werkervaringsplaatsen waar mogelijk, met voortrajecten, brugtrajecten en persoonlijke ontwikkelingstrajecten waar dat niet onmiddellijk mogelijk is. De finaliteit is steeds (een verhoogde kans op) de doorstroming naar werk. Op die manier wil de Vlaamse Regering komen tot een sluitende aanpak. De sectorale sociale partners engageren zich tot het aanbieden van meer (en betere) werkervaringsplaatsen en staan mee borg voor de wisselwerking tussen opleiding en werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij noodzakelijk. Artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om tot sluitende afspraken en sterke engagementen te komen over het aantal en de kwaliteit van de stageplaatsen die de sector voor het voltijds onderwijs ter beschikking stelt. Het aantal ter beschikking gestelde stageplaatsen dekt zo veel mogelijk de behoefte aan stages. Het dient te gaan om interessante stageopdrachten die aansluiten bij de (leerplan)doelstellingen van de betrokken studierichting en gepaard gaan met een verantwoorde stagebegeleiding door de stagegever en de onderwijsinstelling. Artikel 3.3: ter beschikking stellen van stages voor leerkrachten en opleiders De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om tot engagementen te komen inzake stageplaatsen voor leerkrachten en opleiders. Idealiter zou elke leerkracht of opleider technische vakken en praktische vakken om de vijf jaar minstens een week op stage moeten gaan in een stageplaats die relevant is voor het onderwijs of de opleiding die ze verstrekken. Artikel 3.4: ondersteunen van andere vormen van werkplekleren De sectorale sociale partners engageren zich om ook andere dan de hierboven besproken vormen en methodieken van werkplekleren bij bedrijven uit de sector te ondersteunen met het oog op een soepelere aansluiting tussen leren en werken. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 2

Artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen van de SERV De sectorale sociale partners werken samen met de SERV actief verder aan de ontwikkeling van een beroepenstructuur met uitgewerkte beroepscompetentieprofielen, rekening houdend met het kwalificatieraamwerk. Om de validiteit van dit werk te garanderen stimuleren de sectorale sociale partners bedrijven om hieraan mee te werken. Ondertussen werkt de SERV een snellere en meer efficiënte door ICT-ondersteunde werkmethode uit. Artikel 5: ondersteunen Regionale Technologiecentra De sectorale sociale partners ondersteunen via de RTC s de samenwerking tussen het onderwijs, de bedrijfswereld en de socio-economische organisaties op het vlak van infrastructuur en hoogtechnologische apparatuur en nemen daartoe het. initiatief om actief te bemiddelen om de infrastructuur en apparatuur in de bedrijven open te stellen. Artikel 6: bevorderen van basiscompetenties De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering bevorderen de ontwikkeling van basiscompetenties, in het bijzonder Nederlands als tweede taal en functionele geletterdheid De sectorale sociale partners blijven verder inspanningen leveren om hiertoe bij te dragen. Onder functionele geletterdheid wordt verstaan: geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden om te kunnen functioneren in verschillende breed-maatschappelijke en sociaaleconomische contexten. Artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling De sectorale sociale partners engageren zich om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van competentieontwikkeling met bijzondere aandacht voor KMO s en niet-vormingsbedrijven. Artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om te zorgen voor een hoge en kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt om op die manier bij te dragen tot het verminderen van het aantal knelpuntvacatures. Artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling en de inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen aan de waardering (in termen van "erkenning") van verworven competenties verbonden aan de uitoefening van een beroep/functie en aan het stimuleren van het actief beheren van de eigen loopbaan van de werknemers. De sectorale sociale partners ondersteunen het ontwikkelwerk en de dienstverlening (dienstverlening ervaringsbewijs, loopbaanbegeleiding, ) terzake. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 3

Artikel 10: actief ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven Met het oog op de erkenning, inzet en verdere ontwikkeling van élk talent in de onderneming ondersteunen de sectorale sociale partners de bedrijven van de sector bij het ontwikkelen van een strategisch competentiebeleid. Strategisch competentiebeleid laat toe om de competentieontwikkeling van personeelsleden af te temming op de organisatiedoelstellingen. Het omvat het op een strategische manier onderkennen, inzetten en ontwikkelen van competenties. 1 Een constructieve dialoog tussen werkgevers en werknemers is bij het realiseren van een competentiebeleid een kritieke succesfactor. Artikel 11: aangaan van partnerschappen De sector kan op maat en ritme van de sector multilaterale samenwerkingsakkoorden aangaan met VDAB, Syntra en andere opleidingsverstrekkers met het oog op de realisatie van competentieontwikkeling en het verhelpen van de knelpuntberoepen. Artikel 12: begeleiding bij herstructurering De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe actief ondersteuning te geven aan de mogelijkheden voor intensieve begeleiding van de met ontslag bedreigde werknemers. Dit kan gebeuren via hun betrokkenheid in de tewerkstellingscel en via de mogelijkheden van het Herplaatsingsfonds. Aan de betrokken bedrijven wordt zoveel mogelijk informatie verstrekt over sectorale mogelijkheden op dit vlak. Bij de ondersteuning van deze begeleiding wordt gestreefd naar een snelle reïntegratie op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in de sector, van de ontslagen werknemer. Horizontaal aandachtspunt: Diversiteit Artikel 13: algemeen: de diversiteitsdrager De sectorale sociale partners en de Vlaamse regering stimuleren een diversiteitsbeleid (inzonderheid via de diversiteitsplannen) in de sectoren en de ondernemingen en sporen de ondernemingen aan tot het sluiten van een non-discriminatiecode. Artikel 14: specifiek: de diversiteitstoets De sectorale sociale partners passen een diversiteitstoets toe op de bepalingen en de artikels van dit protocol. De diversiteitstoets levert via categoriale accenten een structurele bijdrage tot een inclusief beleid. De evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen vormt hierbij het beginsel en de toetssteen. 684 1 Bij competentiebeleid of competentiemanagement staan volgende uitgangspunten centraal: - competentieontwikkeling is ruimer dan enkel en alleen formele opleiding, - competenties verwijzen naar het concreet toepassen van kennis, vaardigheden en attitudes, zowel in algemene zin als op beroepsgericht vlak, ook loopbaancompetenties zijn belangrijk, - het gaat zowel om formeel en informeel leren, binnen en buitende onderneming, op de werkvloer, - het gaat om een basis voor gesprek tussen werkgever en werknemer over begeleiding en functionering, - competentieontwikkeling zou een positieve invloed moeten hebben op de prestaties, het loopbaanverloop, de verloning, - selectie en promotie zijn sleutelmomenten in een loopbaan waarop competentiemanagement een wezenlijke impact heeft.) Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 4

Uitvoering, opvolging en samenwerking - Buiten bovenstaande artikels kunnen er tevens afspraken worden gemaakt inzake diverse modules. - Op basis van dit convenant en het actieplan in bijlage kent de Vlaamse regering 7 consulenten toe aan de sociale partners. Zij werken in de sector onder paritair toezicht. Deze zullen als volgt worden ingezet : 1 VTE-consulent bij INOM-Arbeiders, 1 VTE-consulent bij FTMA, 1 VTEconsulent bij FTML, 1 VTE-consulent bij RTM-Vlaams Brabant, 1 VTE-consulent bij RTM-Brussel, 1 VTE-consulent bij TOFAM Oost-Vlaanderen en 1 VTE-consulent bij TOFAM West-Vlaanderen. - De sociale partners van de sector zijn belast met de uitvoering van het actieplan. De Vlaamse regering voorziet hiervoor jaarlijks per VTE-consulent een bedrag van (EUR 51.000,00). Voor convenanten met een looptijd langer dan twee jaar voorziet de Vlaamse regering per VTEconsulent een bedrag dat met de verlenging overeenstemt. - Voor convenanten met een looptijd langer dan twee jaar worden de acties uit het tweede werkingsjaar verhoudingsgewijs in de resterende maanden van het daaropvolgende jaar door de sector uitgevoerd. - De sectorale sociale partners kunnen ter ondersteuning van specifieke projecten mbt tot competentiebeleid en die beantwoorden aan de gestelde voorwaarden een dossier in dienen in het kader van ESF en/of hefboomkrediet. - Via de sectorconvenants geven de sectorale sociale partners aan in welke mate en op welke wijze (informeren, sensibiliseren, activeren) ze diverse ondersteunende maatregelen en andere overheidsincentives ingang zullen doen vinden in de sector. Daarnaast wordt werk gemaakt over een sluitend plan van aanpak met betrekking tot de disseminatie, de overdracht en de mainstreaming in het reguliere (sector)beleid van processen, producten en resultaten die voortvloeien uit het gebruik van deze maatregelen en incentives. - De Vlaamse Regering zal het advies van de betrokken sectorale sociale partners inwinnen indien zij sectorspecifieke maatregelen voorbereidt die een impact hebben op de ontwikkelingen in de sector. Deze uitwisseling zal desgevallend gebeuren via de betrokken sectorcommissie van de SERV of via het paritair orgaan in opdracht van de sector. - Op geregelde tijdstippen organiseert de SERV netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten. Hiervoor zal een sectorconsulent (per netwerk) als contactpersoon aangeduid worden. De netwerken staan in het teken van ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, doorgeefluik van informatie, sectoroverschrijdende samenwerking enz. - Op vraag van sectoren organiseert het Departement Werk en Sociale Economie klankbordvergaderingen met o.m. de sectorale sociale partners. Hierbij formuleert de sector beleidsaanbevelingen en worden er knelpunten besproken. Het departement volgt deze vergaderingen op via een stuurbord en maakt dit overzicht jaarlijks over aan VESOC. - De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe jaarlijks een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model en gebaseerd op een door Vesoc goedgekeurde indicatorenset, over te maken aan het departement. Voor convenanten met een looptijd langer dan twee jaar dient er ook in het derde werkjaar een opvolgingsrapport te worden ingediend m.b.t. de resterende maanden. Dit rapport dient uiterlijk bezorgd te worden tijdens de eerste maand na het respectievelijke werkingsjaar of de respectievelijke verlenging. Het Departement Werk en Sociale Economie staat in voor de opvolging en de monitoring van dit convenant. De in het convenant of actieplan opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. Het Departement Werk en Sociale Economie maakt op basis van de opvolgingsrapporten een globaal jaarrapport op dat wordt overgemaakt aan het VESOC. - Indien de in het actieplan opgenomen normen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. - Dit protocol treedt in werking vanaf 1 januari 2008 en loopt tot 31 december 2009. In onderling overleg kunnen tijdens de duurtijd van het protocol bijkomende artikels worden opgenomen. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 5

Opgemaakt in vier exemplaren te Brussel: Namens de Vlaamse Regering: De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming 6

Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Wilson DE PRIL, Agoria Vlaanderen en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Georges DE BATSELIER, ABVV-Metaal; De heer Walter CNOP, ACV-Metaal 7

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 1: Actieplan onderschreven door de sociale partners van INOM-Arbeiders- Vlaanderen Noot: in het verleden zijn er om specifieke redenen twee paritaire fondsen voor de arbeiders opgericht, nl. v.z.w. INOM en v.z.w. Tewerkstelling en Opleiding van Risicogroepen Arbeiders MVEN. Alle acties van onderhavig actieplan zullen alnaargelang de situatie worden uitgevoerd met middelen van hetzij het ene hetzij het andere paritaire fonds, maar om praktische redenen door medewerkers van de v.z.w. INOM. Bijgevolg zal in de tekst van deze convenant INOM-Arbeiders-Vlaanderen betekenen "met inbegrip van Tewerkstelling en Opleiding van Risicogroepen Arbeiders MVEN Vlaanderen". Acties ter uitvoering van artikel 1: stimuleren van samenwerken van scholengemeenschappen - INOM-Arbeiders zal deel uitmaken van een begeleidingscommissie met de netverantwoordelijken om de uitwerking van leer-werkplaatsen te stimuleren. In deze commissie zetelen de pedagogische begeleiders van alle netten van het DBSO, sociale partners en een sectorconsulent. Acties ter uitvoering van artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van technisch en beroepsonderwijs - INOM-Arbeiders organiseert samen met de regionale sectorfondsen Mecatrophy in 2008. Mecatrophy is een wedstrijd voor leerlingen van het 6 de en 7 de jaar Metaal, afdeling verspaning. Alle technische beroepsscholen in Vlaanderen kunnen deelnemen aan de Mecatrophy met maximum twee leerlingen per school. In een eerste ronde creëren de leerlingen een industrieel werkstuk in een opleidingscentrum van de VDAB. In een tweede ronde realiseren de tien beste kandidaten een werkstuk op productiemachines in een bedrijf. Het startschot van deze Mecatrophy is op 11 januari 2008. Op die dag openen verschillende bedrijven uit de sector hun deuren voor de scholen. Bereik We voorzien een bereik van 34 scholen INOM-Arbeiders engageert zich tot volgende financiële investeringen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs: Lassen met de Klas waarbij jongeren met hun leerkracht een gratis 5-daagse opleiding kunnen volgen in het Vervolmakingscentrum voor Lassers dat toeleidt tot een Europees erkend lascertificaat. Diversiteitstoets: Er zal getracht worden alle lasleerkrachten uit het DBSO te bereiken en een 30- tal leerlingen op jaarbasis. De leerlingen behoren allen tot de kansengroepen (100%). - De sociale partners van INOM-Arbeiders Vlaanderen participeren aan (experimenten rond) onderwijsvernieuwing. - Jaarlijks worden een 50-tal beroepengidsen verspreid tijdens infodagen of bij contacten met DBSO. INOM-Arbeiders zal deze ook naar de CLB s versturen. - Een elektronische beroepengids met regionale scholengids wordt via een link aan de website toegevoegd. - INOM-Arbeiders zal participeren aan het initiatief van het SERV-netwerk Levenslang Leren wie wordt wat werk voor durvers dat als voorlichtingsactie naar studiekeuze in 2008 uitgewerkt wordt. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 8

Acties ter uitvoering van artikel 3 ondersteunen van meer en beter werkplekleren INOM-Arbeiders onderzoekt in hoeverre er medewerking kan verleend worden bij de totstandkoming van het ervaringsbewijs opleider/begeleider door de SERV. Acties ter uitvoering van artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken - INOM-Arbeiders-Vlaanderen streeft in 2008 naar 400 werkervaringsplaatsen in 200 ondernemingen en in 2009 wensen we dit te behouden of indien mogelijk te verhogen binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs. - INOM-Arbeiders-Vlaanderen zal voor volgende beroepen: aluminiumschrijnwerker, bankwerker, bedrader-monteerder, containerhersteller, fietsenmaker, garneerder-stoffeerder, goederenbehandelaar, installateur-monteur, ketelmaker, lasser-monteerder, machinearbeider, monteerder, onderhoudselektricien, onderhoudsmecanicien, operator materiaalbehandeling, plaatbewerker, polyvalent gieterijarbeider, polyvalent goederenbehandelaar, spuitgieter van nonferrometalen en rigger-monteerder promotie voeren door middel van een 50-tal bedrijfsbezoeken en een 200-tal andere contacten, organiseren van informatiesessies i.h.k.v. het deeltijds onderwijs, ontwikkeling van promotiemateriaal. - Lassen met de klas: De leerlingen uit centra deeltijds onderwijs (CDO) kunnen via INOM- Arbeiders en het VervolmakingsCentrum voor Lassers (VCL) een gratis opleiding volgen, die toeleidt tot het certificaat van gekeurd hoeknaadlasser (volgens NBN EN 287-1). Met deze opleiding kunnen jongeren zich laten certifiëren en onderscheiden. Hiermee staan ze sterker op de arbeidsmarkt en kan dit voor hen ook een stimulans zijn om nadien nog hoger te gaan in laskwalificaties. De leerkrachten kunnen (tegelijkertijd) de opleiding en de testing volgen die toeleidt tot dezelfde certificaten én tot het Europees Lasdiploma van hoeknaadlasser en/of plaatlasser en/of pijplasser. De opgedane kennis kan hij/zij dan doorgeven aan zijn/haar leerlingen. - Diversiteitstoets: 100% van de jongeren behoort tot de kansengroepen Een gelijkaardig traject zal worden aangeboden bij het Vlaams Kunststoffencentrum. Acties ter uitvoering van artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen - Deze actie wordt voornamelijk opgevolgd door de regionale fondsen. INOM-Arbeiders biedt in het kader van mecatrophy 10 stageplaatsen per jaar aan aan leerlingen draaien/frezen in het TSO en BSO. - De sector zal de door het onderwijs en bedrijven binnen de sector gesignaleerde knelpunten opvolgen. Acties ter uitvoering van artikel 3.3 ter beschikking stellen van stageplaatsen voor leerkrachten en opleiders - De sector biedt jaarlijks een 60-tal stageplaatsen voor leerkrachten aan. Via schooldirect en lerarendirect, de koepels, het gemeenschapsonderwijs en de verantwoordelijken van de publieke opleidingsverstrekkers wordt de communicatie naar het onderwijs(opleidings)veld verzorgd inzake het aantal stageplaatsen in de sector. INOM-Arbeiders zal het initiatief stages voor leerkrachten verder ontwikkelen en promoten, zowel bij Onderwijs als bij de bedrijven. - De sector biedt jaarlijks een aantal bijscholingsprogramma s voor 5 leerkrachten/opleiders aan via het Open Aanbod. Ook via het initiatief Lassen met de Klas kunnen leerkrachten uit 41 CDO s bijscholing volgen. In deze initiatieven worden de groepen gemengd met werknemers. Door de gemengde groepen gebeuren wederzijdse ervaringsuitwisselingen. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 9

Acties ter uitvoering van artikel 3.4 ondersteunen van andere vormen van werkplekleren bij de bedrijven - INOM-Arbeiders zal het initiatief stages voor leerkrachten verder ontwikkelen en promoten, zowel bij Onderwijs als bij de bedrijven. Acties ter uitvoering van artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen - De sector werkt in samenwerking met de SERV volgende beroepscompetentieprofielen uit: hoeknaadlasser, plaatlasser, pijplasser, operator lasautomaten, matrijzenmaker kunststofinjectie, lifttechnieker - INOM-Arbeiders ondersteunt de SERV in zijn zoektocht naar bereidwillige ondernemingen. Acties ter uitvoering van artikel 5: ondersteunen van de regionale technologiecentra - De uitvoering van deze actie gebeurt door de regionale fondsen. Acties ter uitvoering van artikel 6: bevorderen van basiscompetenties INOM-Arbeiders-Vlaanderen engageert zich tot opleiding en permanente vorming van arbeiders uit de risicogroepen (kansengroepen). Volgens de CAO van 19 april 1999 worden volgende arbeiders als risicogroepen (kansengroepen) benoemd (onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders): laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs; arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming; arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie; arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen; laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn; arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren; gehandicapten; uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van volgende voorwaarden voldoen: die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten; die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten; die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen; die minstens 45 jaar zijn; die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritair comité 111; werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; werkzoekenden die het bestaansminimum trekken; allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit; deeltijds leerplichtigen. - Vanuit INOM-Arbeiders zullen specifieke acties rond basisvaardigheden Nederlands op de Werkvloer worden georganiseerd. Men voorziet jaarlijks een bereik van 50 werknemers. Diversiteitstoets: 75% zullen tot kansengroepen behoren, voornamelijk bestaand uit laaggeschoolden en/of mensen van allochtone afkomst. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 10

De overheid promoot via de brochure De G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer geletterdheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om ongeletterdheid op de werkvloer te herkennen. INOM-Arbeiders helpt deze brochure mee te verspreiden naar een 50-tal bedrijven en zal op de website van INOM-Arbeiders worden geplaatst. - De overheid zal door de publicatie van een brochure specifieke geletterdheidstrainingen op de werkvloer promoten. INOM-Arbeiders helpt deze brochure mee verspreiden. - INOM- Arbeiders stimuleert jaarlijks 30 ondernemingen om bij technische opleidingen voor lagere functies ook aandacht te schenken aan functionele geletterdheid. Acties ter uitvoering van artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeing - INOM-Arbeiders bereikt 30 niet-vormingsbedrijven per jaar (bedrijven die de voorbije 2 jaar geen gebruik maakten van de diensten van INOM-Arbeiders) op een totaal van ongeveer 180 bedrijven, met bijzonder aandacht voor KMO s. - INOM-Arbeiders onderzoekt een samenwerkingsakkoord met het Vlaams Kunststoffencentrum waardoor arbeiders P.C. 111 opleidingen kunnen volgen tegen een gunsttarief. Het initiatief wordt ook opengesteld naar leerlingen uit het deeltijds onderwijs. - INOM-Arbeiders zal binnen de voertuigindustrie per constructeur actieplannen lanceren ter ondersteuning van de tewerkstelling en inzetbaarheid van de arbeiders en om de instroom van jongeren in de sector te verhogen. Voor de verwezenlijking hiervan zal een jaarlijks vooraf vastgelegd budget worden vrijgemaakt. Acties ter uitvoering van artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden - De acties naar werkzoekenden worden uitgevoerd door de regionale fondsen. INOM-Arbeiders neemt wel deel aan het overlegcomité met VDAB waar de knelpuntvacatures worden vastgelegd en eventuele initiatieven worden besproken. Acties ter uitvoering van artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling + inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding - De sociale partners van INOM-Arbeiders zullen meewerken aan het ontwikkelen van ervaringsbewijzen van hoeknaadlasser, plaatlasser, pijplasser, onderhoudstechnieker lasautomaten Automotive, Matrijzenbouwer kunststofinjectie, Installateur en onderhoudstechnicus liften, Hef- / reachtruckchauffeur, magazijnmedewerker. - INOM-Arbeiders ondersteunt samen met Vormelek het ervaringsbewijs koelmonteur. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, wordt er via zoveel mogelijk kanalen promotie gemaakt. Zo zal er in VDAB- competentiecentra, lokale werkwinkels, sociale partners, bedrijven, CLB s, Syntra, KHK, Iris Tech, Sint-Lodewijksinstituut te Genk en KHLIM promotie gemaakt worden. - Vormelek en INOM-Arbeiders streven in 2008 naar 125 ervaringsbewijzen, in 2009 wordt getracht dit cijfer opnieuw te behalen. Op beurzen zal promotie gemaakt worden voor het ervaringsbewijs koelmonteur via affiches en folders. De resultaten van de evaluatie na één jaar ervaringsbewijs koelmonteur zullen gedissemineerd worden. Goede praktijken zullen verspreid worden om werknemers en werkgevers te sensibiliseren. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 11

Acties ter uitvoering van artikel 10: ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven Acties ter uitvoering van artikel 11: aangaan van partnerschappen Er is een raamovereenkomst afgesloten tussen de sector en de VDAB. Hierbij wordt onder andere afgesproken een overlegcomité op te starten waarbij bijsturings- en innovatievoorstellen aangaande de samenwerking en de vastlegging van de knelpuntberoepen worden geformuleerd. Acties ter uitvoering van artikel 12: begeleiding bij herstructurering DIVERSITEIT Acties ter uitvoering van artikel 13: - Via de website informeert INOM-Arbeiders de bedrijven rond instrumenten die door de overheid worden ontwikkeld inzake diversiteit. INOM-Arbeiders neemt een doorverwijzingsfunctie op. - De sociale partners engageerden zich in de sectorconvenant 2004-2005 om onderstaande nondiscriminatiecode, die uitvoering geeft aan de Europese non-discriminatierichtlijnen en het bevorderen van de evenredige arbeidsdeelname, te verspreiden en bekend te maken: werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders waardigheid, gevoelens en overtuiging. Verboden is bijgevolg elke vorm van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur en pamfletten. Ook elke discriminatie op grond van geslacht, sexuele geaardheid, ras, huidskleur, afstamming, afkomst, nationaliteit en overtuiging is verboden. - INOM-Arbeiders zal binnen het eigen personeelsbeleid Jobkanaal promoten als rekruteringskanaal voor ouderen, arbeidsgehandicapten, kortgeschoolden en allochtonen en dit in samenwerking met de consulenten van Jobkanaal. - De sector streeft naar de ontwikkeling van 30 diversiteitsplannen op jaarbasis. Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 12

Opgemaakt in vier exemplaren te Brussel: Namens de Vlaamse Regering: De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming 13

Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Wilson DE PRIL, Agoria Vlaanderen en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Georges DE BATSELIER, ABVV-Metaal; De heer Walter CNOP, ACV-Metaal 14

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 2: Actieplan onderschreven door de sociale partners van FTMA Acties ter uitvoering van artikel 1: De uitvoering van deze actie wordt opgenomen door INOM-Arbeiders. Acties ter uitvoering van artikel 2: Stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technisch-en beroepsonderwijs. - FTMA zal in 2008 en 2009 meewerken aan de wedstrijd Mecatrophy. Dit is een wedstrijd conventionele verspaning voor leerlingen van het 6 de en 7 de jaar BSO/TSO. De wedstrijd wordt ingeluid met een onderdompeling van de deelnemende scholen in de sector: voor alle scholen die deelnemen wordt er een bedrijfsbezoek georganiseerd bij een onderneming in de buurt. Leerlingen en hun begeleiders maken er kennis met spitstechnologie. Voor de bedrijven uit metaal- en technologische industrie is het een gelegenheid om de banden aan te halen met scholen uit de buurt en potentiële toekomstige medewerkers te verleiden. De eerste ronde van de wedstrijd vindt plaats in een VDAB centrum, waarna de tien beste deelnemers doorgaan naar de tweede ronde. Deze wordt dan georganiseerd in een bedrijf uit de sector in de buurt van de school. - FTMA lanceert een oproep naar de scholen uit het technisch- en beroepsonderwijs: bedoeling is dat wanneer individuele scholen één of andere samenwerking aangaan met bedrijven uit de omgeving of met andere scholen met als doel de promotie van het technisch- en beroepsonderwijs, er beroep kan gedaan worden op FTMA voor financiële of logistieke ondersteuning. Er zal ook onderzocht worden of er een vorm van samenwerking mogelijk is met de CVO s. - FTMA neemt deel aan de proeftuin: Expertisecentrum voor Talentontwikkeling in het Onderwijs. Samen met andere partners en Resoc Kempen (=de promotor) hebben we de ambitie een Regionaal Expertisecentrum voor Talentontwikkeling in het Onderwijs op te richten dat zal fungeren als centraal en zichtbaar kennis- en begeleidingscentrum om talentontwikkeling in het onderwijs te stimuleren. Als motor voor talentontwikkeling willen we de scholen ondersteunen en begeleiden in het uitbouwen van technische vorming in het curriculum. Daarnaast willen we een samenwerking realiseren tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, die resulteert in een interdisciplinaire kennis-, leer- en werkrelatie van en tussen professionals uit beide domeinen. Door de krachten van al deze professionals te bundelen kunnen we verandering brengen in het keuzegedrag van leerlingen en innovatiekrachtig onderwijs ontwikkelen. - Om de technische beroepen te promoten zal FTMA gebruik maken van de beroepengids. De beroepengids en hieraan gekoppeld een jongerenwebsite: een gids die de relevante beroepen uit de sector voorstelt en koppelt aan een technische studierichting. Deze gids is gelinkt aan een interactieve jongerenwebsite verrassendmetaal.be. De website omvat een beroepen- en scholengids. De website kan verder uitgebreid worden naar alle provincies. Dit zal in 2008 bekeken worden ism de diverse fondsen Metaal. Deze gids is nuttig voor de leerlingen, ouders en ook leerkrachten uit het laatste jaar van het lager onderwijs, maar ook voor de eerste jaren van het secundair onderwijs. - Waar mogelijk zal de sector mee projecten ondersteunen die over verschillende scholengroepen heen, scholen wil laten samenwerken én/of de uitrusting wil uitbreiden en optimaliseren. CAMSO-project is zo één m.b.t. CNC-machines en verspaningstechnieken: RTC, heeft samen met FTMA een project opgestart waarbij een aantal satelietscholen in de provincie Antwerpen, waar de infrastructuur en de competenties reeds ver ontwikkeld zijn, extra worden uitgerust en er wordt ondersteuning geboden in: het verwerven van nog meer expertise, het verder uitbreiden van het machinepark, het implementeren van didactisch ondersteunende werkmethodes en in het opzetten van een netwerk voor het uitwisselen van ervaring. Voorwaarde is uiteraard dat deze satelietscholen hun expertise en infratsructuur voor andere scholen en bedrijven ter beschikking te stellen. Kostprijs voor FTMA: 40.330 Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 15

- Om jongeren een extra troef te geven wanneer ze zich op de arbeidsmarkt begeven, heeft FTMA besloten om de VCA-examenkost te betalen voor alle leerlingen uit de richtingen elektrotechniek en metaal in de provincie Antwerpen die slagen op dit examen. 2008: 1.000 leerlingen 2009:1.000 leerlingen Diversiteitstoets - Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald. Het is vanuit een sectorfonds moeilijk om de instroom van kansengroepen in het technisch en beroepsonderwijs te beïnvloeden. - Kwalitatieve doelstellingen Er wordt aandacht geschonken aan een goede communicatie naar jongeren uit kansengroepen en jongeren die voor een beroepskeuze staan. Er werd visueel aantrekkelijk materiaal ( folder verrassend metaal, de beroepengids, de interactieve website) ontwikkeld die, laagdrempelig is qua taalgebruik en die op deze manier toegankelijk is voor jongeren en volwassenen uit de kansengroepen. Acties ter uitvoering van artikel 3.1: FTMA promoot het industrieel leerlingwezen dat georganiseerd wordt door INOM-Arbeiders. Acties ter uitvoering van artikel 3.2: - FTMA richt tweejaarlijks een arbeidsmarktonderzoek in. Dat onderzoek resulteert ondermeer in een update van de stageplaatsen en werkervaringsplaatsen die de bedrijven aanbieden, zowel voor deeltijds als voltijds onderwijs. FTMA zal daar waar bedrijven stageplaatsen aanbieden, de scholen in de omgeving op de hoogte brengen van deze mogelijkheden. Ook het stageforum zal, mits goedkeuring van de bedrijven, verwittigd worden over deze vacante plaatsen. Acties ter uitvoering van artikel 3.3: - De sector biedt bijscholingsprogramma s voor leerkrachten aan uit TSO, BSO en BUSO. Leerkrachten kunnen gratis technische opleidingen, zoals lassen, VCA, CNC-draaien en frezen, PLC-technieken, elektriciteit, ICT-vaardigheden, enz. volgen bij een VDAB centrum bij hun in de buurt. Bovendien wordt er door ANTTEC (= Antwerps opleidingscentrum van de sector) jaarlijks rond bepaalde thema s studiedagen georganiseerd voor leerkrachten. In het voorjaar wordt er met de directies en leerkrachten bepaald welk onderwerp er kan worden aangeboden. 2008: minimum 1.000 opleidingsuren en 15 leerkrachten 2009: minimum 1.000 opleidingsuren en 15 leerkrachten - FTMA en ANTTEC bieden bovendien vanaf 2008 een aantal opleidingen voor werknemers aan rond verspanende technieken, die door leerkrachten in hun respectievelijke scholen zullen worden gedoceerd. Acties ter uitvoering van artikel 3.4: - Bedrijven worden door FTMA gestimuleerd om specifieke initiatieven te nemen voor het geven van vakgerichte vormingen op de werkvloer aan leerlingen en/of leerkrachten van het technischen beroepsonderwijs. Bedrijven die zo n acties opzetten krijgen dan ook een financiële ondersteuning. De promotie hieromtrent gebeurt via bedrijfsbezoeken, mailings, website,... Voor 2008 zijn er reeds twee bedrijven die opleidingen voor scholen in het bedrijf willen organiseren: Stork Mec en Van Hool. Acties ter uitvoering van artikel 5: - De sector participeert actief in de werking van RTC Antwerpen. Het RTC in Antwerpen focust zich samen met de sector op thema s procestechnieken en onderhoudsmechanica. Komend jaar zal er vanuit FTMA dan ook een financiële input worden voorzien van 30.000. - Het RTC-Antwerpen zal in de komende 2 jaar projecten opstarten waarbij leerlingen en leerkrachten van de derde graad richting elektromechanica en chemie, worden opgeleid op Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 16

hoogtechnologische apparatuur en machines. Eén van de aangeboden opleidingen montage van flenzen wordt ook aangeboden aan de leerlingen. Hierdoor wordt uiteraard een meerwaarde gecreërd voor de leerling bij het zoeken naar een job. De opleidingskost is ten laste van het RTC, maar de examenkost, bij een erkende organisatie, zal gedragen worden door FTMA. 2007: 50 leerlingen ( 4000) 2008: 50 leerlingen ( 4000) Acties ter uitvoering van artikel 6: - Er wordt aan de bedrijven de mogelijkheid geboden om samen met de VDAB de opleiding Nederlands op de werkvloer te organiseren. FTMA staat in voor de promotie van deze opleidingen. INOM-Arbeiders biedt hier financiële ondersteuning. FTMA zal mee de brochure van de overheid de G-factor in uw bedrijf of organisatie rond geletterdheid en geletterdheidstrainingen op de werkvloer helpen verspreiden. Acties ter uitvoering van artikel 7: Risicogroepen FTMA Volgens de CAO van 19 april 1999 behoren de volgende arbeiders tot de risicogroepen (onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders): laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs; arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming; arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie; arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen; laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn; arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren; gehandicapten; uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van volgende voorwaarden voldoen: die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten; die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten; die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen; die minstens 45 jaar zijn; die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritaire comité 111; werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; werkzoekenden die het bestaansminimum trekken; allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit; deeltijds leerplichtigen. - De medewerkers van FTMA staan permanent in voor de ondersteuning van het opleidings- en competentiebeleid van de ondernemingen. Ook de subsidiëringsmogelijkheden worden voortdurend onder de aandacht gebracht. Dit gebeurt door bedrijfsbezoeken, telefonische inlichtingen, nieuwsbrieven, enz. Toch zijn er nog een pak ondernemingen die tot de FTMA doelgroep behoren en niet worden bereikt. Vooral KMO s zijn niet altijd overtuigd dat het zinvol is een volwaardig opleidings- en competentiebeleid uit te werken. Deze KMO s vinden ook niet snel de weg naar het sectorfonds. Daarom gaat FTMA in 2008 een communicatiebureau onder de arm nemen om niet alleen de communicatiestromen in een ander moderner kleedje te steken, maar ook om een strategie uit te schrijven om meer niet-vormingsbedrijven te bereiken. In 2008: 25 niet-vormingsbedrijven doen een beroep op FTMA en in totaal 150 bedrijven In 2009: 25 niet-vormingsbedrijven doen een beroep op FTMA en in totaal 170 bedrijven Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 17

In 2008: 5% extra particiaptie in opleidingen tegenover referentie jaar 2007 In 2009: 5% extra participatie in opleidingen tegenover referentiejaar 2008 - FTMA gaat een arbeidsmarktonderzoek uitwerken (zoals vroeger reeds vermeld). De bedrijven in de metaal uit de provincie Antwerpen gaan bevraagd worden rond hun opleidingsbeleid, recrutering en kennis van de ondersteuningsmogelijkheden van FTMA. - FTMA zal zelf ook een aantal opleidingen inrichten. Uiteraard krijgen bedrijven hier ook de nodige premies voor. Deze opleidingen worden in een opleidingskalender gegoten om bedrijven te stimuleren in het ontwikkelen of bestendigen van hun politiek rond levenslang leren. Volgende opleidingen worden ondermeer voorzien: heftruckopleidingen / hoogwerker / BA4 en 5 / hydraulica / pneumatica / draaien / frezen / lassen / VCA / PLC opleidingen/ leidinggeven... - FTMA gaat ook verder met het uitbouwen van het technologisch opleidingscentrum ANTTEC dat moet gefocust zijn op reële opleidingsbehoeften in de sector. Er wordt in de eerste plaats gedacht aan een opleidingscentrum met een specialisatie in onderhoudstechniek (dit beroep heeft al jarenlang een vaste plaats op de lijst van knelpuntberoepen). Daarenboven wordt onderzocht dat het opleidingscentrum ook niet kan functioneren als een observatorium van markten, technologieën en beroepen en de ontwikkelingen hierin op lange termijn. Daarmee zou ook beantwoord worden aan een kennisbehoefte die in de sector leeft (bij sociale partners, onderwijsinstellingen, overheid, bedrijven,...). Dit opleidingscentrum zal in 2008 en 2009 al een open aanbod aan opleidingen organiseren alsook specifieke opleidingsvragen van bedrijven trachten te beantwoorden. Eind 2009 moet er dan de bouw van het fysiek opleidingscentrum zijn voltooid. In de tussentijd wordt er dan gebruik gemaakt van andere opleidingslokalen. Diversiteitstoets Kwantitatieve doelstellingen - FTMA streeft jaarlijks naar 40% deelnemers uit de kansengroepen in haar opleidingsinitiatieven. Onder kansengroepen verstaan we laaggeschoolden, ervaren werknemers, BUSO schoolverlaters, allochtonen en algemeen de risicogroepen bepaald per CAO hierboven vermeld. Acties ter uitvoering van artikel 8: - FTMA zal jaarlijks 175.000 aan de VDAB betalen en dit ter compensatie van de opleidingsuren die FTMA kan aanbieden aan de ondernemingen die onder PC 111. 1 en 2 ressorteren. Met dit geld kan de VDAB dan weer haar opleidingspatrimonium uitbreiden en dit ten behoeve van de secties metaal, meer specifiek de sectie lassen en verspaning die onder het eigen beheer van de VDAB-centra, provincie Antwerpen, staan. De sector heeft in die overeenkomst ook een luik voor werkzoekenden staan. Voor de provincie Antwerpen gaat de VDAB in samenwerking met FTMA jaarlijks pogen een 100-tal werkzoekenden op te leiden in een finaliteitsopleiding die mogelijk leidt tot tewerkstelling binnen de metaalsector. 2008: 100 werkzoekenden 2009: 100 werkzoekenden - FTMA lanceert een oproep, in het kader waarvan men concrete initiatieven neemt om de instroom van arbeidskrachten in onze sector te optimaliseren. We denken daarbij in de eerste plaats aan de sociale tewerkstellingsinitiatieven en organisaties die werkzoekenden opleiden in een metaal gerelateerde opleiding. Bedoeling is dan dat FTMA deze projecten gaat subsidiëren, zodat de financiële drempel om een instroomproject te ontwikkelen wordt verlaagd. Concreet zal de raad van bestuur van FTMA een keuze maken tussen de ingediende projecten op basis van de uitgewerkte selectiecriteria. FTMA vraagt ook een financieel engagement van de indiener van het dossier. 50% van de totale kosten van het project kan door FTMA gefinancierd worden, voor de andere 50% moet de organisatie dus zelf zorgen. De maximum inbreng van FTMA is 30.000 per project en een 7-tal projecten kunnen ondersteund worden. - Ondertussen blijft FTMA samenwerken (en financieren) met Steunpunt Tewerkstelling Antwerpen, Werkvormm en De Steenschuit. Deze vzw s wil de tewerkstelling bevorderen van maatschappelijk achtergestelde werkzoekenden (veelal migranten). Zij doen dit door initiatieven te nemen die deze mensen voorbereiden op reële tewerkstelling (opleidingen) en ze te begeleiden in hun zoektocht naar werk (arbeidsbemiddeling). Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 18

2008: 80 jongeren die doorstromen naar werk 2009: 80 jongeren die doorstromen naar werk Diversiteitstoets: zowel kwantitatieve als kwalitatieve doelstellingen: - Door de samenwerking met derden initiatieven en de projectoproep om de instroom in de metaal sector te verhogen engageert FTMA zich jaarlijks in een doorstroming van 120 werkzoekenden die doorstromen naar werk met prioriteit voor de metaalsector. - De sector engageert zich tot de installatie van een begeleidingscommissie met vertegenwoordigers van de VDAB die de toeleiding en het opleidingstraject van werkzoekenden binnen de metaalberoepen opvolgt en waar nodig bijstuurt. Acties ter uitvoering van artikel 9 Dit wordt opgenomen door INOM-Arbeiders Acties ter uitvoering van artikel 10: - FTMA heeft ondermeer samen met RESOC Kempen een tool ontwikkeld waarbij wordt getracht om de competenties voor laaggeschoolden in kaart te brengen, alsook het waarderen van en functioneel hanteren van deze competenties. In dit model worden zowel de technische als de gedragsmatige competenties van het betrokken individu in kaart gebracht. Deze basis wordt gehanteerd voor de opmaak van een persoonlijk ontwikkelingsplan van de betrokkene. Bedoeling nu is met dit model de boer op te trekken en een aantal bedrijven warm maken om een echt competentiebeleid te implementeren via deze tool. Het spreekt voor zich dat de profielen in deze tool op maat worden aangepast van het bedrijf, de functie binnen het bedrijf en de plaats ervan binnen het bedrijf. - De sector gaat ook een plan uitwerken om op een actieve en functionele manier de bedrijven te ondersteunen in de opmaak van hun (verplichte) opleidingsplannen. Dit kan gebeuren via ondersteuning: een uitgebreide ondersteuning door externe partners, als een iets meer beperkte ondersteuning via FTMA. De manier waarop moet dus nog worden onderzocht en uitgewerkt. - De sector doet mee aan het ESF project werk maken van competentie ontwikkeling op de werkplek met de hogeschool EHSAL als promotor. Op vele niveaus is er onvoldoende draagvlak om echt te komen tot de invulling en uitvoering van competentieontwikkeling op de werkvloer. Daarnaast stellen we vast dat de leidinggevenden niet goed weten hoe ze competentieontwikkeling vorm kunnen geven. Via dit project willen we de leidinggevende concrete, eenvoudige methodieken en instrumenten ter beschikking stellen, willen we hen inzicht geven hoe men gedragsgebonden competenties kan ontwikkelen. Afhankelijk van de bedrijfsnoden kunnen deze instrumenten worden ingezet in de selectie, loopbaanbegeleiding, training,. FTMA engageert zich in dit project om actief mee te werken aan het ontwikkelen van oplossingen, haar kennis en know how ter beschikking te stellen en haar netwerk inzetten daar waar nodig. Diversiteitstoets Kwantitatieve doelstellingen: In de ontwikkelde tool met RESOC zullen er uiteraard diverse arbeiders uit de kansengroepen zitten. Het is moeilijk om te voorspellen over hoeveel personen dit gaat. Maar aangezien het een tool is voor laageschoolden zullen er minstens 50% tot de kansengroepen behoren. Acties ter uitvoering van artikel 11 - Zie artikel 8 Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 19

Acties ter uitvoering van artikel 12 - FTMA biedt een ondersteuningsprogramma aan voor outplacement of ontslagbegeleiding bij een individueel of collectief ontslag. FTMA biedt 500 ondersteuning aan per arbeider die in outplacement gaat. Er moet gekozen worden voor een erkend outplacementbureau. De begeleiding moet bestaan uit: opvang na ontslag, sollicitatietraining, individuele gesprekken, waarbij het maximaliseren van de kansen tot hertewerkstelling voor de ontslagen arbeider de belangrijkste doelstelling is. FTMA gaat hier als kwaliteitsbewaker fungeren. - FTMA gaat een vacaturedatabank ontwikkelen waarbij bedrijven uit de sector hun vacatures online kunnen zetten. Acties ter uitvoering van artikel 13 - Bij het arbeidsmarktonderzoek wordt eveneens gepeild of er een diversiteitsplan aanwezig is en zo niet of ze daaraan behoefte hebben. Zo ja worden ze in contact gebracht met een projectontwikkelaar diversiteit van het Resoc. Deze mensen kunnen dan pogen een diversiteitsplan uit te werken. - Netwerken uitbouwen met de projectontwikkelaars van de SERR, jobconsulenten van jobkanaal en diversiteitsconsulenten van de vakbonden waardoor gezamenlijke initiatieven kunnen opgezet worden. - Bij de ondernemingen van de sector zal de medewerking gepromoot worden aan de structurele projecten (jobkanaal, diversiteitsconsulenten). Convenant en actieplan sector metaal arbeiders 20