Rechts ECG: V3 t/m V6 uitpolen naar rechts om rechter ventrikel te bekijken op ischaemie. Belangrijk voor behandeling ( Vullen? ja/nee?

Vergelijkbare documenten
ECG s beoordelen. Mike van Zwam 09 September 2010 IC-Gelre

ECG basis. Veltion bijscholingsdag Edwin Icke VUmc ICVC/6D. E.Icke ICV VUmc

ECG maken en interpretatie

Introductie ECG. Jonas de Jong

Oefenboek ECG 2e master Geneeskunde. Prof. Dr. Rik Willems

Het beoordelen van een ECG Extremiteitselectrodes: R = Rechter arm (rood) L = Linker arm (geel) F = Linker been (groen) N = Rechter been (zwart)

Het normale elektrocardiogram. Zie voor nog uitgebreidere informatie

Oefenstroken & ECG s. LBTB of RBTB? LBBB is herkenbaar aan: RBTB : Rechterbundeltakblok. LBTB of RBTB? LBBB is herkenbaar aan:

Handleiding voor beoordeling ECG van sporters

Informatiebrochure Electrocardiogram. I Autonome verzorgingsinstelling

Standaardhandeling ECG, beoordeling van het 12-afleidingen-electrokardiogram

Definitie van infarct. Klinische diagnose. Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige prognose!

Dag 1 ECG cursus. Grondbeginselen Systematische beoordeling

ECG lezen voor beginners

Spelregels; A = Groen B = Rood Heeft u het antwoord fout, dan neemt u weer plaats op uw stoel!!

THEMA-AVOND ELEKTROCARDIOGRAFIE

De waarde van het oppervlakte ECG in volwassenen met een aangeboren hartafwijking. R. Evertz Cardioloog/Elektrofysioloog

Dag 1 ECG cursus. Grondbeginselen Systematische beoordeling ECG verschijnselen bij niet-cardiale ziekte

Klinische Elektrocardiografie Les 2 Ischemie

ECG cursus voor assistenten interne en anesthesie. Dag 1

Basiscursus ECG voor coassistenten. Jonas de Jong

ECG en ritmestoornissen na Hartchirurgie. Mischa Lunter MPA, Thorax IC MST

non-profit / open access / physician moderated / up-to-date ECG cursus dagdeel 2

ECG cursus voor co-assistenten in 2 uur. Jonas de Jong Cardionetworks.org

Basiscursus ECG voor huisartsen. Ivo van der Bilt

ECG cursus deel 1: de basis. Grondbeginselen Systematische beoordeling

Basiscursus ECG voor anesthesisten i.o. Joris de Groot Jonas de Jong

Dag 2 ECG cursus. Ischemie Ritmestoornissen

Klinische Elektrocardiografie

AMC - ECG cursus voor assistenten cardio, interne, anesthesie en SEH. Dag 1 Jonas de Jong

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning

Ritme en Geleidingsstoornissen

ECG cursus deel 1: de basis. Grondbeginselen Systematische beoordeling

Achtergrond. ECG en hartritmestoornissen Achtergrond en wat jullie zelf graag willen bespreken. Eryn Liem

Ritmestoornissen en het beoordelen hiervan

INTERPRETATIE VAN ELEKTROCARDIOGRAFIEËN BIJ ATLETEN

Longembolie

Ritmestoornissen CCU

Dag 2 Basiscursus ECG

non-profit / open access / physician moderated / up-to-date Ritmestoornissen

Dag 2 Basiscursus ECG

Herhalingsles. Dieter Nuyens Cardiologie

ECG bij niet cardiale pathologie. Prof. Dr. Rik Willems

melde zich met p.o.d.b. Wat is het, wat doe je er aan, (4 november) aan de monitor gelegd om te kunnen bewaken

Artsen informatie over het Philips 12-Afl. algoritme

ECG cursus dagdeel 2. Dr. J.R. de Groot, cardioloog. non-profit / open access / physician moderated / up-to-date

ACUUT CORONAIR SYNDROOM

ECG 10+: Systematisch ECG s beoordelen

Johan Vijgen. ECG bij hartritmestoornissen

Ritmestoornissen CCU

Pre opera(eve poli. Joris de Groot Jonas de Jong

Indeling ritmestoornissen Naar oorsprong

Ritmestoornissen Amstel academie. Pieter Postema CCU/IC/SEH/MC/Anesthesie/Cardio-Thoracaal 10/4/2008

Algemene doelstelling. Kransslagaderen: coronairarteriën

Snelle overzichten. voor eigen gebruik. Uit: Snelle interpretatie van ECG s

Chapter 10. Samenvatting

Ine Bollen Aanvullingen ECG ECG s les 1 ECG 1 ECG 2. 1 P a g i n a

SDM. Het nieuwe toverwoord?

QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie

informatie voor uw arts

Dag 3 ECG cursus. Ritme en geleidingsstoornissen Tachycardie Bradycardie Herhaling Diversen Bespreken 8 ingebrachte casus 2 Casus uit de kliniek

Syncope met betrekking tot cardiologie

Robert Bolderman cardioloog - PhD - fellow electrofysiologie. Palpitaties

Intensive Care Ritme- & geleidingsstoornissen 12 afleidingen ECG

Ventriculaire Ritmestoornissen. Ventriculaire Extrasystolen. Geinterpoleerde Ventriculaire Extrasystole. Prof. Dr. Hein Heidbüchel

HARTFALEN casusschetsen

Met verwijzingen naar ECGPedia.org

Geleidingsstoornissen

Het Twiddler syndroom

Supra-ventriculaire tachycardie

Geleidingsstoornissen

Geleidingstoornissen Amstel academie. Pieter Postema

Foetale en neonatale hartritmestoornissen: diagnostiek en behandeling

De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart. Hanneke van Meeuwen

Foetale hartritmestoornissen

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

Perioperatieve ritmestoornissen EN EEN SYSTEMATISCHE ANALYSE EN INTERPRETATIE VAN HET ECG

Cardioverteren. Defibrilleren. Tachycardie

Inhoud INHOUD. Inleiding tot het ECG 41. Hoofdstuk 1 Anatomie van het hart 44. Hoofdstuk 2 De Hartcyclus 49

U sluit een iemand aan op een monitor

ECG. 3 de bachelor in de geneeskunde Academiejaar

Cardiologie. Afkortingenlijst. Cardiologie.

Samenvatting en conclusies

De elektrocardiograaf. ECG afname. P, QRS, ST, T en U 2/10/2012. De elektrocardiografische apparatuur

Naam leereenheid: Ritme en geleidingsstoornissen deel 3. Domein: zorgvrager gebonden. Thema: Cardiovasculaire systeem

ECG in Levensloopperspectief

Dag 3 Ischemie en infarct. Martijn Meuwissen. Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

Diastolische functie HOUTHUIZEN PATRICK

KU Leuven. Supraventriculaire Ritmestoornissen. Prof. Dr. Hein Heidbüchel. Respiratoire Sinusaritmie. KU Leuven. Wandering Pacemaker.

Sportkeuring: wat is het en waarom?

Acute behandeling van atriumfibrilleren en atriumflutter. Ad Oomen Cardioloog Amphia Ziekenhuis

Idiopathische ventrikeltachycardie, een ritmestoornis met gunstige prognose

Basisbeginselen van de pacemaker voor de anesthesist. Dr. Laurence Van Gestel Dr. Steve Coppens

Addenda bij de handleidingen voor de ecg apparaten

ICD patiënten dag 25 september 2015

Cardiologie. Inleiding. Peter Soethoudt Spoedgevallen Middelheim Verpleegkundige

AED: definitie. AED: levenskansen. Automatische externe defibrillator. AED Docente: Sofie Boonen Vormingscentrum Hivset Turnhout 2010

Duursport en de rechterkamer. dr. Babette Pluim, sportarts Sportmedisch Centrum Papendal

Transcriptie:

ECG diagnostiek Aansluiten Electrode tbv Electro Cardio Gram Rood Geel :Rechter arm / Schouder : Linker arm /schouder Groen : Linker been/ onderbuik/heup links Zwart : Rechter been/ onderbuik/heup rechts V1 V2 V4 V3 V5 V6 : 4 e intercostaalruimte rechts naast borstbeen : 4 e intercostaalruimte links naast borstbeen : 5 e intercostaalruimte mid claviculair : in rechte lijn tussen V2 en V3 : In een rechte lijn tov v4 voorste okselplooi (axilair) : Mid axilair in rechte lijn met v4 en v5 Speciale afleidingen V7, V8 : door polen van de V afleidingen naar links om achterwand te bekijken Rechts ECG: V3 t/m V6 uitpolen naar rechts om rechter ventrikel te bekijken op ischaemie. Belangrijk voor behandeling ( Vullen? ja/nee?) Beoordeel een 12 afleidingen ECG systematisch aan de hand van onderstaande zeven punten: 1. beoordeel het ritme; 2. bepaal de hartfrequentie; 3. bepaal de elektrische hartas; 4. meet de geleidingsintervallen (PR interval, QRS duur, QT interval); 5. beschrijf de morfologie van de P top; 6. beschrijf de morfologie van het QRS complex; 7. beoordeel het STT segment.

1.Beoordeling hartritme, technische staat Tech.staat: IJk 10mm= 1 mv, Papiersnelheid 25mm/s, 1mm=0.04sec, gegevens patient, terzake doende parameters Beoordeling hartritme : Ritme op basis van de P top Sinusritme bij positieve P in afl. II en/of III, AVF. Negatieve P in AVR. Iedere P top dient gevolgd te worden door een ventriculair complex. De PQ tijd dient gelijk te blijven. Indien niet regulair overweeg ectopie (PAC of PVC). Zie 4 geleidingsintervallen. 2.Hartfrequentie. ( aantal 5mm hokjes delen door 300 ) Normaal sinusritme : frequentie 60 100 sl/min Sinusbradycardie : Frequentie <60 sl/min Sinustachycardie : Frequentie >100 170 sl/min 3.Bepaling elektrische hartas en ECG criteria voor de diverse hartassen nauwkeurige bepaling van de elektrische hartas is mogelijk vanuit de amplitude en richting van het QRS complex in afleiding I en avf. Een horizontale as ligt bij 0, een verticale as bij +90. Een normale intermediaire as ligt tussen 30 en +120, een linker as tussen 30 en 90, een rechter as tussen +120 en 150, en een extreme as tussen 90 en 150. de stand van de elektrische hartas kan op een gemakkelijke, maar minder nauwkeurige manier worden afgeleid uit de positiviteit of negativiteit van het QRS complex in de afleidingen I, II, III. Een intermediaire elektrische hartas toont in afleiding I, II, III een + + + of + + en soms een + + QRS configuratie. Een rechterhartas toont in afleiding I, II, III een + + of een + QRS configuratie, een linker as een + QRSconfiguratie, en een extreme as een QRS configuratie.

4.Geleidingintervallen P Q interval 0.12 0.20 sec Een verlengde PQ tijd is een 1 e graads blok. Een verkorte PQ tijd kan een gevolg zijn van een abnormale verbinding tussen de boezem en de kamer QT interval 0.35 0.42 sec Een verlengde QT tijd kan familiair zijn of ontstaan door medicatie, ischeamie etc. Er kan een verhoogde kans bestaan op acute dood door ventriculaire ritmestoornissen QRS interval 0.07 0.10 sec Een QRS complex > 0.10 kan duiden op een gedeeltelijke of gehele uitval van een geleidingsbundel. Oorzaken: drukverhoging in kamers of infarcering etc. 5.Morfologie van de P top De morfologie van de P top wordt vastgesteld in afleiding II en V 1, wanneer tenminste sprake is van sinusritme met positieve P in afleiding I, II, avf, V 4 V 6 en bifasische P in afleiding V 1. Criteria voor RA hypertrofie/ overbelasting: P >2,5 mm in II en/of III en/of avf, en/of P >1,5 mm in V 1 (eerste positieve deel). Criteria voor LA hypertrofie/ overbelasting: P met breed (>0,04 sec) en diep negatief (>1 mm) terminaal deel in V 1, en/of P >0,12 sec in I en/of II.

6.Morfologie van het ORS complex Bepaalde verschijnselen gaan gepaard met een karakteristieke QRS morfologie. Op grond van de QRS morfologie kan men vaststellen of er sprake is van RV hypertrofie, LV hypertrofie, een intraventriculair geleidingsblok (LAFB, LPFB, RBTB, LBTB) of een doorgemaakt myocardinfarct. Criteria voor RV hypertrofie: type I: R of R' >5 mm in V l + R of R' >S in V 1 + precordiaal afname R/S of R'/S ratio naar links; type II: S >R in I + S >R in V 5. Criteria voor LV hypertrofie R >26 mm in V 5 of V 6 ; R >20 mm in I, II of III; R >12 mm in avl (mits geen LAFB); R in V 5 of V 6 + S in V 1 >35 mm. (voor het stellen van de diagnose LVH is de aanwezigheid van 1 van bovenstaande criteria voldoende). Criteria voor LBTB QRS >0,12 sec met brede R in I avl V 5 V 6 en afwezige q aldaar. Criteria voor RBTB QRS >0,12 sec. met RSR' patroon in V 1 waarbij R' >R. Criteria voor LAFB linker anterior fascie blok (LAFB) asdeviatie naar links (< 30 ); geen of vrijwel geen S in I alwaar normale kleine q; S >R in II, III; QRS niet of slechts in geringe mate verbreed. Criteria voor LPFB linker posterior fascie blok (LPFB) asdeviatie naar rechts >+120 ; diepe S in I; kleine q in III; QRS niet of slechts in geringe mate verbreed;

criteria voor RVH of oud lateraal myocardinfarct mogen niet aanwezig zijn. Criteria voor doorgemaakt myocardinfarct Q >0,04 sec of Q >0,03 sec. mits Q >1/3 R in I II avf V 2 V 3 V 4 V 5 of V 6 ; Q >0,04 sec in avl mits R aldaar >3 mm; Q >0,05 sec in III + Q >1 mm in avf; QS in V 2 V 3 V 4 V 5 of V 6 mits een R aanwezig is in de afleiding rechts van de QS; QS in V 1 t/m V 3 ; QS in V 1 en V 2 mits geen LVH; QS in II; R afname tot 2 mm of minder tussen V 1 V 2 of V 2 V 3 of V 3 V 4 (voor het stellen van de diagnose doorgemaakt myocardinfarct is de aanwezigheid van 1 van bovenstaande criteria voldoende). Infarctlokalisatie voorwand: pathologische Q in de precordiale afleidingen V 2 t/m V 4 V 5 ; septaal: pathologische Q in V 1 en V 2 met afwezige septum Q in V 5 en V 6 ; lateraal: pathologische Q in I, avl en V 6 ; onderwand: pathologische Q in II, III en avf; achterwand: R in V 1 > S in V 1 ; R in V 1 >0,04 sec; positieve T in V 1.

7.Beoordeling ST segment Normaal ST segment: het ST segment begint op de basislijn, loopt langzaam omhoog en gaat over in de T top. St elevatie : het ST segment begint niet op de basislijn maar daarboven. Over het algemeen wordt een stijging van 1 mm aangehouden als significat. Het kan duiden op ernstige acute ischaemie. St depressie : het ST segment begint niet op de basislijn maar daaronder. Er wordt 0.5 mm aangehouden als significant. Ook ST depressie kan duiden op Ischaemie. De T toppen zijn normaal asymetrisch van vorm en positief in alle afleidingen behalve in AVR en V1. Ook een negatieve T top kan duiden op ischaemie. NB er zijn meerdere oorzaken die bovengenoemde afwijkingen kunnen geven. Criteria ST elevatie ST elevatie >1 mm in I II avl avf V 3 V 4 V 5 of V 6 ; ST elevatie >2 mm in V 1 of V 2. Criteria abnormale of pathologische ST depressie ST depressie >0,5 mm waarbij horizontaal of aflopend ST segment in afleiding I II avl avf V 1 V 2 V 3 V 4 V 5 of V 6. Criteria pathologische T top T vlak: <0,5 mm negatief en positief in afleiding I II V 3 V 4 V 5 of V 6. T negatief: >0,5 mm negatief in afleiding I II V 3 V 4 V 5 of V 6. T in avl alleen te beoordelen indien R aldaar >5 mm. T in avf alleen te beoordelen indien QRS aldaar positief. Specifieke ECG symptomen syndroom van WPW: PR interval <0,12 sec; QRS >0,10 sec; deltagolf. hypocaliëmie: verlaging en omkering T top; verlenging QT interval;

uitgesproken U golf; ST depressie. hypercaliëmie: hoge spitse tentvormige T toppen met een smalle basis (milde hypercaliëmie); extreem verbreed QRS, lage R, afwezige P top en hoge spitse T top (ernstige hypercaliëmie). hypocalciëmie: verlengd QT interval met lange duur van het ST segment; verlaging of afvlakking T top. hypercalciëmie: verkorting QT interval zodat QRS gelijk overgaat in T; toegenomen amplitude T top.