Meerjarenbeleidplan Huisartsopleiding AMC

Vergelijkbare documenten
Meerjarenbeleidplan Huisartsopleiding AMC

METIS Kwaliteitssysteem

Domein 3 Onderwijsprogramma en toetsing

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

Domein 2 Academisch niveau

Domein 6 Faculty Development

LEOh. Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde. Naam aios. Groepsnummer aios. Naam huisartsopleider. BIG-nummer Plaats praktijk

LEOh. Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde. Naam huisartsopleider. Plaats praktijk. Opleidingsjaar. jaar 1. jaar 3. Moment van invullen

Domein 4 Leeromgeving

Functieomschrijving Hoofd Huisartsopleiding UMCG

Met subsidie en ontvangen stagevergoedingen financiert de SBOH sinds 1989 de huisartsopleiding en

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1

GEAR Reflectieverslag 2015

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC

College Geneeskundige Specialismen

Domein 7 Management en organisatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

5. Protocol Toetsing en Beoordeling

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Handleiding Kwaliteitszorg Medische Vervolgopleidingen

Domein 1 Visie en kwaliteitsbeleid

Huisartsopleiding Leiden Kwaliteitsverbeterplan Systematische evaluaties externe stages GGZ en Ouderen

METIS Kwaliteitssysteem

Huisartsopleiding. Kennismakingsbrochure. Huisarts: specialist in veelzijdigheid! a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX

Het opleidingsplan van de Huisartsopleiding Leiden

SOON jaarverslag 2014

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015

Voortgangs- en beoordelings systematiek AVG opleiding Erasmus MC. Inhoud. Inleiding

Competentieprofiel kaderhuisarts

METIS Kwaliteitssysteem

Verhuizing. Stakeholdersbijeenkomst met Raad van Toezicht

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding

Huisarts: specialist in veelzijdigheid!

Audit HOVUmc voorjaar 2013

Jaarplan

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING

Inleiding. Begrippenkader

Takenpakket van het O team, Secretariële ondersteuning en aantal

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

Medewerker onderwijsontwikkeling

Jaarplan Kindcentrum De Troubadour. Missie. Visie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Voorwoord 4. Missie, visie en strategie SOON Kwaliteit van de opleiding Gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering van onderwijs 8

Nota Kwaliteitzorg Kwaliteit en de bewaking ervan aan het Jan Tinbergen College

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Samen aan het roer in de praktijk Actualiseren KBA s Praktijkmanagement

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Individueel Opleidingsplan en -schema AIOS

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

KWALITEITSBELEID

Platformtaak volgens gemeente

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten

Kwaliteitskader KunstKeur Individuele aanbieders Kunsteductie

Huisartsopleiding Leiden

Stand van Zaken Doorontwikkeling Interne Organisatie

Kwaliteit van opleiding

Competenties directeur Nije Gaast

Opleider zijn houdt je scherp. Huisartsopleider worden? Delen leren inspireren

Voortgangs- en beoordelings systematiek AVG opleiding Erasmus MC Definitieve versie Herzien Marijke Meijer/Hanneke Veeren

Modern opleiden: hoe visiteren?

INDIVIDUELE PROFILERING

Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit specialisme ouderengeneeskunde

Het opleidingsplan van de Huisartsopleiding Leiden

Stageleerwerkplan (SLWP), versie 11 januari 2017

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Opleidingsplan Dedicated Schakeljaar Huisartsgeneeskunde

Huisartsopleiding VUmc

Wat doet de SBOH? Waar doet de SBOH het van?

OPLEIDINGSPLAN. Huisartsopleiding. Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam

Huisartsenpraktijk B.H.F. Sombekke Bamshoevelaan JJ Enschede

INSTANTIES. Bekostigt via de Beschikbaarheidsbijdrage (uitgevoerd door de NZa) de vervolgopleidingen tot (medisch) specialist.

Jaarverslag Huisartsopleiding VU medisch centrum. De opleiding voor medisch deskundige, communicatief vaardige huisartsen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

Leids opleidingsplan 2017

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Richtlijn keuzestages, projecten, cursussen, congressen en studiereizen

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Werkplan MMV maart

Jaarplan Palliatieve Zorg Laurens

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

ACTIEPUNTEN 2015 (uit de onderlegger A3 meerjaren beleidsplan Poolster )

LOKAAL TOETSPLAN HUISARTSOPLEIDING UMCG

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde LUMC

Implementatieplan interactief beleid

Transcriptie:

Meerjarenbeleidplan 2012-2017 Huisartsopleiding AMC December 2012 Update januari

Inhoud Voorwoord... 6 Leeswijzer... 6 Organisatieprofiel... 7 1. Beschrijving Organisatie... 7 1.1 Organisatie... 7 1.2. Capaciteit... 8 1.3 Aios 8 1.4 Cursorisch onderwijs... 8 1.5 Opleidingspraktijken... 8 1.6 Opleidingsinrichtingen en stage-inrichtingen... 9 1.7 Staf 9 1.8 Kwaliteitsbeleid... 9 1.9 Onderzoek... 9 1.10 Financiën... 10 2. Van Visie naar beleid... 11 2.1 Uitgangspunten beleid... 11 2.1.1 De maatschappelijke opdracht... 11 2.1.2 Wat bepaalt ons beleid?... 11 2.1.3 Visie Huisartsopleiding AMC 2011 -... 12 2.2 Doelen en Succes Bepalende Factoren... 12 2.2.1 Uitgangspunten beleid beschreven in zeven doelen... 12 2.2.2 Onze doelen en succesbepalende factoren... 13 2.3 Onze strategie om de beoogde resultaten te behalen.... 14 2.3.1 Leiderschap... 14 2.3.2 Strategie... 14 2.3.3 Medewerkers... 15 2.3.4 Middelen... 15 2.3.5 Processen... 15 3. Wanneer zijn we succesvol?... 17 3.1 Doel 1: De huisartsopleiding is een verantwoordelijkheid voor instituut, opleiders én aios.... 17 3.2 Doel 2: De huisartsopleiding leidt artsen op om de best mogelijke zorg te leveren met passie voor het vak.... 22 3.3 Doel 3: De huisartsopleiding werkt resultaatgericht op alle niveau s.... 28 3.4 Doel 4: De huisartsopleiding is volwaardig onderdeel van de academische omgeving.... 33 3.5 Doel 5: De huisartsopleiding profileert zich stevig als specialistische vervolgopleiding.... 37 3.6 Doel 6: De huisartsopleiding draagt bij aan het opleiden van de benodigde capaciteit huisartsen.... 41 2

3.7 Doel 7: De huisartsopleiding richt de opleiding doeltreffend en doelmatig in.... 43 Referenties... 47 Bijlage 1. Meerjarenbeleid Plan op A3 formaat... 48 Bijlage 2. Jaarplan op A3 formaat... 49 3

4

Auteurs: C.E.J. van der Post, hoofd Huisartsopleiding AMC Dr. M.R.M. Visser, kwaliteitsmedewerker Huisartsopleiding AMC 5

Voorwoord Het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam ( vervolgens Huisartsopleiding AMC genoemd) werkt structureel aan het verwezenlijken van een toekomstgerichte opleiding en het verbeteren van de kwaliteit. Dit meerjarenbeleidplan (MJB-plan) beschrijft de beoogde ontwikkeling, die de Huisartsopleiding AMC zich gesteld heeft voor de periode van januari 2012 tot december 2017; kort gezegd: waar zitten we nu en waar willen we in 2017 zijn. De in 2011 geactualiseerde visie bepaalt voor een belangrijk deel onze focus en is een belangrijke bron voor de (strategische) doelen die de Huisartsopleiding AMC stelt en de resultaten die we willen behalen. De Huisartsopleiding AMC maakt deel uit van het landelijk netwerk Huisartsopleiding Nederland (HN). Resultaten en adviezen uit het overkoepelend kwaliteitsbeleid van HN zijn eveneens meegenomen in het opstellen van de doelen. Dit meerjarenbeleidsplan is mede het resultaat van de inbreng en de ambities van de staf van de Huisartsopleiding middels hun bijdrage aan de visie en de daaruit voortkomende verbeterplannen. Leeswijzer In Hoofdstuk 1 wordt een beschrijving van onze organisatie gegeven. In Hoofdstuk 2 wordt beschreven waar ons beleid op gestoeld is (2.1), welke doelen wij stellen voor de komende vijf jaar (2.2), en welke strategieën we willen hanteren om de doelen te bereiken (2.3). In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk vindt u o.a. de missie, het wettelijk kader waarbinnen wij opereren, de visie van de huisartsopleiding en de overige uitgangspunten van ons beleid. In de tweede paragraaf worden uitgaande van de in 2.1 beschreven uitgangspunten, doelen geformuleerd in de vorm van Succes Bepalende Factoren. Dit zijn factoren die de organisatie succesvol maken beschouwd vanuit de visie. Als deze factoren verwezenlijkt zijn, geldt dat ook voor de visie. In paragraaf 2.3 staat beschreven welke strategieën zullen worden gebruikt om deze Succes bepalende factoren te verwerkelijken. In Hoofdstuk 3 wordt vervolgens per succesbepalende factor beschreven welke acties daarop zullen worden ondernomen en heel belangrijk, tot welke concreet meetbare resultaten dit moet leiden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen resultaten die bereikt moeten zijn in 2017 en resultaten die we per jaar willen bereiken. Gedurende de looptijd van dit beleidplan zullen we elk jaar de resultaten van het afgelopen jaar toevoegen aangevuld met de plannen voor het komende jaar. Dit gedeelte wordt dus jaarlijks geactualiseerd. In de bijlagen vindt u zowel het meerjarenbeleid als de jaarplannen in een overzichtelijk A3 format gepresenteerd, zodat snel overzicht gekregen kan worden over de te behalen doelen en de onderlinge samenhang van het beleid. 6

Organisatieprofiel 1. Beschrijving Organisatie 1.1 Organisatie De Huisartsopleiding AMC is één van de acht opleidingsinstituten die de driejarige medischspecialistische vervolgopleiding tot huisarts verzorgen. Artsen kunnen zich landelijk aanmelden voor de opleiding met voorkeur voor een opleidingsinstituut. Na een selectieronde stromen aios eenmaal per jaar (september) in 1. Jaarlijks vindt vaststelling plaats van de landelijke opleidingscapaciteit en wordt het aantal opleidingsplaatsen toebedeeld (zie verder 1.2). De structuur en inhoud van de opleiding staat beschreven in het Opleidingsplan Huisartsopleiding AMC en is gebaseerd op het Raamcurriculum 2005 [1], Competentieprofiel en Eindtermen van de huisarts, 2009 [2]. De opleiding kent een duale opzet waarin de arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde (aios) vier dagen per week in de opleidingspraktijk werkt en 1 dag cursorisch onderwijs volgt. Het eerste en derde jaar volgt de aios praktijkonderwijs in aan de opleiding gelieerde huisartspraktijken (opleidingspraktijken); jaar twee volgt de aios praktijkonderwijs in intramurale stages (zes maanden klinisch (o.a. Spoedeisende hulpverlening)), 3 maanden chronische zorg (o.a. verpleeghuis) en 3 maanden psychiatrische ziekten en psychosociale problematiek (GGZ- instelling). 1 In is besloten de instroom 2x per jaar te laten plaatsvinden, namelijk in september en in maart. In is dat voor het eerst geeffectueerd 7

1.2. Capaciteit Landelijk is het aantal opleidingsplaatsen de afgelopen jaren fors toegenomen. Dit als reactie op de verwachte uitstroom uit het vak (vergrijzing van de beroepsgroep) en het toenemend in deeltijd werken. Daarnaast zal de werklast van de huisartsen de komende jaren toenemen door de vergrijzing van de bevolking en vindt een verdere verschuiving van de zorg plaats van specialist naar huisarts. De werklast zal echter ook, in afnemende zin, worden beïnvloed door taakherschikking naar praktijkondersteuners. Vanaf 2007 tot 2011 stroomden jaarlijks 80 aios in, 13% van de landelijke capaciteit van 615 opleidingsplaatsen. In september 2011 is op verzoek van de HVRC en HN de instroom verhoogd naar 88, vanwege het tekort aan aios in een andere regio. In 2012 is de landelijke opleidingscapaciteit verder verruimd naar 720, waarvan het AMC geacht wordt er 90 te faciliteren. In heeft het AMC gehoor gegeven aan het verzoek de opleidingscapaciteit te verruimen naar 96 per jaar vanwege het niet kunnen voldoen aan de opleidingsopdracht ( tekort opleiders en stageplekken) door andere opleidingsinstituten. Het AMC leidt tijdelijk dus meer artsen dan het maximum voortkomende uit de berekeningen van het capaciteitsorgaan (90/jaar). Dit is voor de komende drie jaren vastgesteld. De verwachting is dat i.v.m. de voorkeur van aios voor een opleidingsplaats in de randstad dit aantal structureel zal worden. 1.3 Aios Sinds enkele jaren is het aantal aanmeldingen voor de huisartsopleiding ruim voldoende om het aantal opleidingsplaatsen te bezetten. De afgelopen jaren is aandacht besteed aan de werving van toekomstige aios. Zo wordt er tijdens de laatste periode van de artsopleiding actief informatie gegeven over de huisartsopleiding en neemt de huisartsopleiding deel aan een zogenaamde carrière dag voor studenten. Huisartsopleiding Nederland heeft onderzoek verricht naar het imago van de huisartsopleiding. Hieruit komt naar voren dat studenten geneeskunde een beperkt beeld hebben van de huisartsgeneeskunde maar dat de keuze voor de specialisatie positief beïnvloed wordt door coassistentschappen. Tijdens de opleiding begeleiden aios sinds 2009 tweedejaarsstudenten twee weken in de opleidingspraktijk tijdens hun junior coschappen. In 2012 gaat een pilot lopen waarin derdejaars aios vijf weken een coassistent gaan begeleiden. 1.4 Cursorisch onderwijs Het onderwijs is modulair van opbouw en gebaseerd op het Competentieprofiel en Eindtermen van de huisarts [2] waar aios aan het eind van de opleiding aan moeten voldoen. Het onderwijs wordt door een deel van de docenten ontwikkeld aan de hand van ontwikkelopdrachten, onder begeleiding van twee onderwijscoördinatoren en een onderwijskundige. Daarnaast wordt het bestaande onderwijs geactualiseerd mede aan de hand van onderwijs evaluaties. Het cursorisch onderwijs is aanvullend op het praktijkonderwijs, gericht op verdieping, innovaties en wetenschappelijke onderbouwing van het huisartsgeneeskundig handelen. Aandacht voor diversiteitsverschillen in de zorgverlening is expliciet aanwezig. Aanvullend landelijk onderwijs wordt aangeboden op de thema s Spoedeisende zorg en Chronische zorg; twee belangrijke ontwikkelingen voor de huisartsgeneeskunde. 1.5 Opleidingspraktijken Werving en selectie zijn een continu proces. Aios worden gekoppeld aan een huisartsopleider middels een koppelingsprocedure. Om het aanbod praktijkonderwijs te verduidelijken dienen alle opleiders over een actueel leerwerkplan te beschikken. 8

Het voldoen aan de accreditatie-eis (erkenningseis sinds 2009 en in 2016 een herregistratieeis voor alle huisartsen) borgt mede de kwaliteit van de opleidingspraktijken. Daarnaast worden de opleidingspraktijken regelmatig bezocht door een ervaren staflid 2. Voor wat betreft de selectie, trainingen en beoordelingen van de opleiders vormt het CHVG Competentieprofiel [3], en het daarop gebaseerde Landelijk Plan Scholing en Toetsing Huisartsopleiders (HN mei 2012) [4], het uitgangspunt. Startende opleiders stromen in, in een 4-jarig curriculum waarin ze didactisch geschoold worden. Na afronding van het curriculum volgen de, dan inmiddels ervaren, opleiders een jaar verplicht EBM training 3. Daarna volgt er een aanbod van verscheidene trainingen, zoals vastgelegd in het visiedocument Opleidersonderwijs 2009 [5] en het jaarlijks bijgestelde scholingsaanbod opleiders [6]. 1.6 Opleidingsinrichtingen en stage-inrichtingen Het aantal stageplaatsen in GGZ-instellingen en in verpleeghuizen is voldoende. Het aantal klinische stageplaatsen is een punt van aandacht. Met de Huisartsopleiding van het VUmc worden stageplaatsen gedeeld, afhankelijk van de behoefte. Voor elke stageplek is een stage-leerwerkplan beschikbaar waarin staat beschreven wat de stageplek te bieden heeft aan leermogelijkheden. In de koppelingsprocedure wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de leerwensen van de aios. Om de kwaliteit van de stages te borgen worden stageopleiders regelmatig bezocht door ervaren stafleden en worden de stages systematisch geëvalueerd op o.a. leerzaamheid. 1.7 Staf Het hoofd huisartsopleiding geeft samen met de adjunct-hoofd leiding aan een staf van 60 mensen, voornamelijk huisartsen, naast docenten met een gedragswetenschappelijke achtergrond en ondersteunende staf. De docenten verzorgen zowel het onderwijs aan de aios als aan de opleiders. Mede door de arbeidsmarktconforme salariëring is het combineren van het uitoefenen van het beroep van huisarts met dat van docent een aantrekkelijke combinatie. Op dit moment is er geen tekort aan docenten. Landelijk wordt gewerkt aan een wervingsbeleid docenten om toekomstige vacatures makkelijker te kunnen invullen. De docenten worden getraind in het begeleiden en ontwikkelen van onderwijs. In het document Deskundigheidsbevordering stafleden 2011 - [7 ] staat het trainingsprogramma beschreven. 1.8 Kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid is een integraal aspect van de huisartsopleiding. Het heeft als doel de kwaliteit van het beleid van de huisartsopleiding te borgen door zowel de vorming als de uitvoering van het beleid te systematiseren. Naast interne planning en monitoring (Meerjarenbeleidsplan) vindt er landelijke kwaliteitsmeting plaats volgens het recent ontwikkelde Integratie kwaliteitssystemen huisartsopleiding GEAR ( Gecombineerde Evaluatie en Audit Ronde) [8]. 1.9 Onderzoek De huisartsopleiding heeft een eigen onderzoeksgroep die zich bezighoudt met onderzoek van onderwijs. Deze groep kent twee onderzoekslijnen betreffende onderzoek naar de kwaliteit van de opleiding en onderzoek naar onderwijs met een focus op leergedrag. De huisartsopleiding is ingebed in de afdeling huisartsgeneeskunde. Onderzoekers van de verschillende onderzoeksgroepen binnen deze afdeling zoeken samenwerking waar mogelijk. Jaarlijks nemen enkele aios deel aan onderzoeksprojecten van de sectie Research 2 Het beleid om opleidingspraktijken regelmatig te bezoeken is gedeeltelijk losgelaten. Deze verandering in beleid is terug te vinden onder PI 1.2 (blz 17) 3 Zie hiervoor ook PI 2.2 (blz 22) waarin als een gewenst resultaat is opgenomen dat 90% van de ervaren opleiders deze training gevolgd heeft 9

van de afdeling huisartsgeneeskunde. Daarnaast werkt de onderzoeksgroep van de huisartsopleiding samen met het centrum voor Evidence Based Education (CEBE). 1.10 Financiën Het financiële budget is afhankelijk van het aantal geplaatste aios en is toereikend om aan de verplichtingen te voldoen. Per jaar wordt bepaald voor welke innovatieve doeleinden middelen worden gereserveerd. Onderzoek wordt gefinancierd door middel van externe gelden. 10

2. Van Visie naar beleid Dit hoofdstuk beschrijft de missie en visie en aanvullende bronnen waarop we de doelen die we in 2017 bereikt willen hebben, gebaseerd hebben en hoe we dat willen bereiken. 2.1 Uitgangspunten beleid 2.1.1 De maatschappelijke opdracht De maatschappelijke opdracht en dus de missie van het opleidingsinstituut is om artsen op te leiden tot huisartsen die de huisartsenzorg in Nederland op kwalitatief goede en samenhangende wijze dichtbij de patiënt en op maat kunnen leveren. De Toekomstvisie huisartsenzorg 2022 [9] is in 2012 vastgesteld en geeft richting aan de verdere ontwikkeling van het aanbod huisartsgeneeskundige zorg en daarmee aan de inrichting van de huisartsopleiding (praktijk- en cursorisch onderwijs). Immers de arts in opleiding tot huisarts zal na de registratie als huisarts hierop (het beschreven aanbod huisartsgeneeskundige zorg) aangesproken worden door maatschappelijke partijen; beleidsmakers, verzekeraars en patiënten. De gezamenlijke huisartsopleidingen en de huisartsopleiders hebben de projectleiders Onderwijs en Toetsing bij Huisartsopleiding Nederland de opdracht gegeven een geactualiseerd Landelijk Opleidingsplan op te stellen waarin Toekomstvisie 2022 en het daarbij passende Aanbod huisartsgeneeskundige zorg vertaald zijn naar praktijk- en cursorisch onderwijs en de toetsing van het bereikte competentieniveau. De ambitie is om te komen tot een beperkt aantal thema s die de kern van de huisartsenzorg weergeven en waar in het onderwijs en toetsing gericht aandacht gegeven wordt. De inrichting van het onderwijs en de toetsing zal hierop bijgesteld moeten worden. De huisartsopleiding zal ook blootgesteld worden aan vernieuwde regelgeving en toezicht op de naleving hiervan. In 2011 is het College Geneeskundig Specialismen ontstaan waarin het College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten is opgegaan. Per 1 januari zal er ook één registratiecommissie het toezicht uitvoeren, de Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen. Tot slot is het voldoende aantal huisartsen opleiden een aandachtspunt. De aanmelding van artsen voor de huisartsopleiding vertoont een onevenredige hoge voorkeur voor opleidingsinstituten in het midden en westen van het land. Om te kunnen voldoen aan de door het ministerie vastgestelde opleidingscapaciteit is er besloten dat er een betere spreiding van de geselecteerde artsen over de beschikbare opleidingsplaatsen zal worden gerealiseerd. Centrale plaatsing zal hiervoor geïmplementeerd worden. 2.1.2 Wat bepaalt ons beleid? In 2011 is de visie van de huisartsopleiding AMC geactualiseerd in een proces waarbij zowel de staf, de aios als de opleiders zijn betrokken [10]. Deze geactualiseerde visie bepaalt in hoge mate onze focus en is een belangrijke bron voor de (strategische) doelen die de Huisartsopleiding AMC zich stelt en de resultaten die we willen behalen. Vanzelfsprekend zal ook het landelijk vastgesteld beleid (Huisartsopleiding Nederland) van belang zijn voor de focus van de huisartsopleiding voor de komende jaren. Een derde bron van input vormen de gegevens uit de landelijke kwaliteitsmetingen (aiosenquête 2011 [11], Permanente Audit Kwaliteit Huisartsopleidingen 2010 (PAUKH) [12] en Prestatie Indicatoren Huisartsopleiding Nederland, 2011 [13]. Vanaf 2012 worden PAUKH en de Prestatie-indicatoren meting samengevoegd tot het nieuw landelijke kwaliteitssysteem 11

GEAR. De eerste metingen met dit systeem vinden eind 2012 en begin plaats en zullen vanaf dat moment ook van invloed zijn op ons lokale beleid. De beleidsdagen van het management van huisartsopleiding eind 2011 hebben geresulteerd in een adviesrapport d.d. 20 januari 2012 [14] met aanbevelingen voor het optimaliseren van de inrichting van de managementstructuur. N.a.v. dit rapport is een herinrichtingstraject gestart. Deze zaken tezamen zijn richtingbepalend voor het beleid voor de komende vijf jaar. 2.1.3 Visie Huisartsopleiding AMC 2011 - De huisarts opgeleid bij de Huisartsopleiding AMC- UvA De Huisartsopleiding AMC leidt aios op tot huisartsen die met passie voor hun vak de best mogelijke zorg leveren. Deze zorg is steeds de uitkomst van een zorgvuldig afwegingsproces tussen bewezen effectiviteit, klinische ervaring en de wensen van de patiënt (Evidencebased Medicine). Ons onderwijs De opleiding is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van opleiders en opleidingsinstituut. Praktijk- en instituutsonderwijs zijn goed op elkaar afgestemd en proactief gericht op ontwikkelingen in de beroepsgroep en de maatschappij. Dit betekent dat ingespeeld wordt op de zorgvragen vanuit de veranderende populatie, (e.g. vergrijzing, culturele diversiteit), de positie van de huisarts als medisch regisseur en de taak van de huisarts als manager en ondernemer. Om de voortgang van de aios te bewaken, te bevorderen en een hoog competentieniveau te bereiken, wordt resultaatgerichte toetsing ingezet. Een krachtige leeromgeving wordt gerealiseerd door daarnaast ook de kwaliteit van de praktijk- en stageplaatsen steeds in het oog te houden, en de plaatsing van de aios zoveel mogelijk af te stemmen op de leerbehoeften. Het is de verantwoordelijkheid van de aios om optimaal gebruik te maken van deze leeromgeving. Het volgen van de opleiding in deeltijd wordt gefaciliteerd waarbij de continuïteit in zowel het leerproces als het zorgproces wordt gewaarborgd. Onze docenten en opleiders Goed opleiden vereist competente docenten en opleiders. Een gedegen, resultaatgericht trainingsprogramma maakt deel uit van het scholingsbeleid. De docenten beschikken over voor hun onderwijstaak relevante expertise of ontwikkelen deze. De opleiders volgen trainingen, zowel van didactische als vakinhoudelijke aard, om aios op te leiden voor de eisen van het vak van de toekomst. Toetsing, kwaliteitsverbetering en het afleggen van verantwoording zijn hierin van belang. Het eigen gezicht Binnen het opleidingsinstituut wordt veel waarde gehecht aan openheid, wederzijds respect en klantvriendelijkheid. De organisatie van het opleidingsinstituut en het onderwijs kenmerkt zich door een duidelijk omschreven structuur. Binnen deze structuur zal een verschuiving plaatsvinden van proces- naar resultaatgerichte sturing. Deze verandering ondersteunt een leer- en werkomgeving waarin flexibel gewerkt kan worden door aios, opleiders en instituut. Onze organisatie wordt sterk gekenmerkt door kwaliteitsdenken. Naast een systematisch vormgegeven kwaliteitsbeleid, wordt geïnvesteerd in onderzoek om de kwaliteit van het onderwijs en de opleiding te bevorderen. De stevige inbedding van het opleidingsinstituut in de afdeling Huisartsgeneeskunde waarborgt een stimulerend academisch klimaat. 2.2 Doelen en Succes Bepalende Factoren 2.2.1 Uitgangspunten beleid beschreven in zeven doelen Bovenstaande visie en maatschappelijke en landelijke ontwikkelingen kunnen globaal 12

samengevat worden in de volgende doelen, namelijk: 1. De huisartsopleiding is een verantwoordelijkheid van instituut, opleiders én aios. 2. De huisartsopleiding leidt artsen op om de best mogelijke zorg te leveren met passie voor het vak. 3. De huisartsopleiding werkt resultaatgericht op alle niveaus. 4. De huisartsopleiding is volwaardig onderdeel van de academische omgeving. 5. De huisartsopleiding profileert zich stevig als specialistische vervolgopleiding. 6. De huisartsopleiding draagt bij aan het opleiden van de benodigde capaciteit huisartsen. 7. De huisartsopleiding richt de opleiding doeltreffende en doelmatig in. 2.2.2 Onze doelen en succesbepalende factoren Om bovenstaande doelen te verwezenlijken, zijn per doel Succes Bepalende Factoren (SBFs) opgesteld. Door deze factoren te verwezenlijken behalen wij onze doelen. 1. De huisartsopleiding is een verantwoordelijkheid voor instituut, opleiders én aios. SBF 1.1: Instituut en opleiders stemmen het onderwijs goed op elkaar af SBF 1.2: Opleiders dragen er zorg voor dat de opleidingsplek voldoet aan de normen van de optimale leerwerkplek SBF 1.3: De aios bewijst zijn/haar competentie door middel van het portfolio. 2. De huisartsopleiding leidt artsen op om de best mogelijke zorg te leveren met passie voor het vak. SBF 2.1: Onderwijs is gericht op taken van de toekomstige huisarts SBF 2.2: EBM is een rode draad in het onderwijs SBF 2.3: Docenten en opleiders dragen hun passie voor het vak uit SBF 2.4: Docenten en opleiders werken planmatig aan hun deskundigheid en hun competenties worden optimaal ingezet in het onderwijs 3. De huisartsopleiding werkt resultaatgericht op alle niveau s. SBF 3.1: Aios, opleiders en docenten zijn bewezen competent SBF 3.2: Er is een resultaatsgerichte organisatiestructuur 4. De huisartsopleiding is volwaardig onderdeel van de academische omgeving. SBF 4.1: De onderzoeksgroep van de huisartsopleiding is een volwaardige onderzoeksgroep binnen de afdeling huisartsgeneeskunde SBF 4.2: Onderzoeksresultaten zijn structureel ingezet voor het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en opleiding. SBF 4.3: De opleiding is integraal onderdeel van de afdeling huisartsgeneeskunde 5. De huisartsopleiding profileert zich stevig als specialistische vervolgopleiding. SBF 5.1: Studenten geneeskunde hebben een goed beeld van huisartsgeneeskunde SBF 5.2: De huisartsopleiding heeft een stevig maatschappelijk profiel 6. De huisartsopleiding draagt bij aan het opleiden van de benodigde capaciteit huisartsen. SBF 6.1: De huisartsopleiding leidt de landelijk toebedeelde capaciteit huisartsen op. 7. De huisartsopleiding richt de opleiding doeltreffend en doelmatig in. SBF 7.1: De inrichting van de individuele opleidingsplannen van aios is afgestemd op de noodzakelijke competentieontwikkeling SBF 7.2: Doeltreffende en doelmatige inrichting wordt waar nodig elektronisch ondersteund 13

2.3 Onze strategie om de beoogde resultaten te behalen. Hieronder wordt het strategisch beleid om de doelen te behalen globaal beschreven. De uitwerking van de succesbepalende factoren naar resultaten en de daarvoor benodigde acties worden beschreven in hoofdstuk 3 en in de bijlagen A3 meerjarenplan en A3 jaarplan. Voor ieder jaarplan wordt ook een zogenaamde onderlegger gemaakt waarin in overleg met diegenen die de plannen gaan uitvoeren zaken als de precieze tijdlijn en de hoofd verantwoordelijk is opgenomen. Deze onderleggers zijn werkdocumenten en vormen geen onderdeel van het meerjarenbeleidplan. De Huisartsopleiding AMC heeft voor dit meerjarenbeleidplan de systematiek gekozen van het INK-managementmodel [14]. Om focus en overzicht te houden over de plannen en de uitwerking hiervan wordt dit gecombineerd met de A3 methodiek [15]. Het INK-model kent vier resultaatgebieden, waarbinnen de te behalen resultaten gerangschikt worden en vijf organisatiegebieden waarbinnen de acties beschreven worden om de resultaten te bereiken. In dit hoofdstuk komen de organisatiegebieden aan de orde. 2.3.1 Leiderschap De maatschappelijk en landelijke ontwikkelingen zijn richtinggevend voor het lokale beleid en vereisen een proactieve vertaling hiervan naar breed gedragen lokaal beleid (SBF1.1; SBF 1.2). Leidinggeven gebeurt resultaatgericht (SBF 3.2). Evidence-based education (SBF 4.2) en evidence-based medicine (SBF 2.2) zijn de basis voor vorm en inhoud van onderwijs. Passie is onontbeerlijk om ons vak uit te dragen (SBF 2.3). 2.3.2 Strategie De opleiding zet in op het herstructureren van de management- en overlegstructuur binnen het instituut en de afdeling huisartsgeneeskunde (SBF 3.2, SBF 4.3) en op het verstevigen en verduidelijken van de samenwerking en verantwoordelijkheden van de opleiders, als medeverantwoordelijken voor de uitvoering van de opleiding (SBF 1.1; SBF 1,2). Onderzoek van onderwijs blijft een vaste activiteit van de afdeling afgestemd op vraagstellingen, uitkomsten en of innovaties in het onderwijs (SBF 4.1; SBF 4.2; SBF 4.3). 14

Wij zetten in op het verbeteren en versterken van een juiste beeldvorming van het huisartsenvak bij studenten geneeskunde (SBF 5.1). De opleiding stimuleert deelname van aios en medewerkers aan het maatschappelijk debat (SBF 5.2). Met een op handen zijnde vernieuwde vrijstellingenbeleid in de regelgeving 4 zullen eerder verworven competenties van instromende artsen op relevantie voor de opleiding tot huisarts getoetst kunnen worden, waardoor het individueel opleidingsschema beter toegesneden is op de kwaliteitseisen van de opleiding en de maatschappelijk eis van niet langer in opleiding zijn dan noodzakelijk (SBF 7.1). 2.3.3 Medewerkers Door de aanwezige competenties van docenten en opleiders, beter te benutten binnen het onderwijs, en het ingezette deskundigheidsbeleid stevig voort te zetten (SBF 2.4), zal de kwaliteit van de opleiding verder verbeterd worden. Ondersteunend hieraan zal het competentieniveau worden vastgesteld d.m.v. toetsen zoals beschreven in het Scholings- en Toetsplan opleiders (SBF 3.1). Met dit beleid kiezen we voor een gedifferentieerde taakstelling onder de staf. Medewerkers krijgen hierdoor meer kansen om eigen passies uit te diepen en in te zetten in het onderwijs (SBF 2.3). Leidinggevenden krijgen een training in het voeren van gesprekken volgens het IMWR principe (Inspireren, Mobiliseren, Waarderen, Reflecteren), zodat op constructieve wijze resultaatgericht gewerkt kan worden (SBF 3.2). Huisartsopleiding Nederland en dus ook de Huisartsopleiding AMC staat voor de uitdaging om te voorzien in de toenemende vraag naar opleidingsplaatsen voor huisartsen (SBF 6.1). Het toebedeelde aantal opleidingsplaatsen vereist structurele aandacht en investering in voldoende (stage) opleiders. Met name het verwerven van klinische stages op spoedeisende hulpafdelingen is een uitdaging. Het wervingsbeleid van opleiders zal actief worden ondersteund door een aantrekkelijk alumnibeleid op poten te zetten (SBF 6.1). 2.3.4 Middelen Het Concilium, HN en SBOH vragen om gezamenlijke inspanning van de opleidingsinstituten om de kwaliteit van de opleiding, de onderbouwing van de onderwijsmethoden middels onderzoek en de academische inbedding te verstevigen. Hiervoor zijn landelijk financiële middelen beschikbaar o.a. voor onderzoek, combinatietrajecten opleiding en onderzoek, onderwijsinnovaties. De ambitie van de Huisartsopleiding AMC is om hierin actief te participeren, plannen in te dienen en deze te realiseren (SBF 4.1; SBF 4.2). Het beschikbare budget geeft ruimte om projectmatig innovaties en verbeteringen te bekostigen. Dit zal jaarlijks in de begroting opgenomen worden of worden gereserveerd voor uitvoering op een later moment. In de begroting is structureel geld opgenomen voor deskundigheidsbevordering en het inhuren van docenten (bijvoorbeeld opleiders), met een specifiek expertise gebied (SBF 2.4). Investeringen in ICT-faciliteiten, zoals het video-online systeem voor het veilig doorzenden en opslaan van video-opnamen (landelijk), faciliteren het onderwijs in de opleidingspraktijk en het opbouwen van het aiosportfolio (SBF 1.3). Daarnaast zal de opleiding een efficiëntieslag maken door het gebruik van digitale programma s voor de inroostering van docenten en voor het evalueren van het onderwijs (SBF 7.2). Investering in een verbeterde website vormt een belangrijke stap in de profilering van de opleiding (SBF 5.1). Hierbij zal worden bekeken welke informatie op de website gepresenteerd gaat worden en welke via het ELO wordt aangeboden (SBF 7.2). 2.3.5 Processen De aansturing van het onderwijsontwikkelings- en onderwijsuitvoeringsproces, nu nog grotendeels gescheiden, zal beter afgestemd worden door de aansturing hiervan samen te voegen. In de onderwijsontwikkeling zullen maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen systematisch worden betrokken (SBF 2.1; SBF 4.2). Inhoudelijk is een volgende stap nodig 4 Het vrijstellingenbeleid is onder de naam Individualisering opleiding per 1 januari van kracht 15

in het meer competentiegericht inrichten van de opleiding i.s.m. Huisartsopleiding Nederland (SBF 7.1). Aios willen meer uitgedaagd worden om te excelleren. De vernieuwde landelijke selectiemethode zal artsen uitdagen zichzelf te profileren. Deze trend zal verder gestimuleerd worden door een Landelijk Opleidingsplan waarin het te bereiken competentieniveau concreet beschreven is. Observatie, gerichte feedback en beoordeling moeten de aios richting geven aan het invullen van het individueel opleidingsplan (SBF 7.1). Met een portfolio legt de aios het ontwikkelingsproces en resultaten vast (SBF 1.3, SBF 3.1). Voor excellente aios is de mogelijkheid tot het volgen van differentiatieonderwijs (SBF 7.1) 16

3. Wanneer zijn we succesvol? In dit hoofdstuk beschrijven we per succesbepalende factor (SBF, zie 2.2.2) de concrete resultaten die we willen behalen. Deze resultaten noemen we prestatie-indicatoren (PI s). We starten elke keer met het eindresultaat dat we in 2017 bereikt willen hebben. Vervolgens worden ook de gewenste tussenresultaten voor elk tussenliggend jaar gegeven. Jaarlijks zullen behalve de gewenste resultaten voor het komende jaar ook de behaalde resultaten van het afgelopen jaar worden toegevoegd. Naast het resultaat wordt ook kort het bijbehorende plan van aanpak weergegeven. Achter elk resultaat staat aangegeven tot welk resultaatgebied (R6-9) van het INK dit plan behoort. In het bijgevoegde A3 formaat (zie bijlagen) ziet u dezelfde resultaten maar dan gegroepeerd per resultaatgebied. 3.1 Doel 1: De huisartsopleiding is een verantwoordelijkheid voor instituut, opleiders én aios. SBF 1.1: Instituut en opleiders stemmen het onderwijs goed op elkaar af SBF 1.2: Opleiders dragen er zorg voor dat de opleidingsplek voldoet aan de normen van de optimale leerwerkplek SBF 1.3: De aios bewijst zijn/haar competentie door middel van het portfolio. Resultaten doel 1: PI 1.1 1.1.1 2017 Het Landelijk Opleidingsplan aios [15] is vertaald naar een locaal Opleidingsplan en dit is geïmplementeerd (R9) 2012 De thema s Landelijk Opleidingsplan zijn vastgesteld (R9) Behaald: Aantal landelijke concept thema s zijn bekend. Op preventieve zorg na zijn al de thema s opgenomen in het lopende curriculum. Bepaling inconsistentie curriculum aan de hand van de thema s (R9) Behaald: Op 1 thema na zijn landelijke thema s (10) vastgesteld;2 hiervan voorwaardelijk; KBA s zijn in de maak; Doelen worden vanwege landelijke vertraging doorgeschoven naar Er is zicht op de inconsistenties tussen de huidige situatie en de gewenste situatie (opleidingsplan); het implementatieplan om het curriculum te actualiseren is klaar (R9); implementatiegroepen zijn ingesteld (R7) Behaald: Er is gekozen voor een projectmatige aanpak; een projectleider is aangesteld en zij heeft deelgenomen aan de landelijke werkconferenties Projectplan en implementatieplan zijn opgesteld (R9); lokaal opleidingsplan is geactualiseerd (R9); start implementatie (R9) 1.1.2 2017 Alle opleiders zijn goed op de hoogte van het onderwijs waarmee hun aios op dat moment bezig is (R7) 2012 Het HAO onderwijs voor ervaren opleiders is herschreven zodat het beter aansluit bij het onderwijs van de aios (R9) 17

Behaald: De schrijvers van het HAO onderwijs hebben dit als aandachtspunt meegekregen bij de onderwijsontwikkeling; er is nog geen check uitgevoerd om te kijken in hoeverre het doel bereikt wordt Tijdens de paralleldagen worden de opleiders goed geïnformeerd over het onderwijs dat hun aios de komende tijd gaat volgen (R7) Behaald: vanwege andere prioriteiten mbt het onderwijs tijdens de paralleldagen is besloten om hier pas in mee te starten Op 50% van de paralleldagen is informatie uitwisseling mbt het aios onderwijs geagendeerd (R7); Knelpunten mbt het afstemmen van het HAO-onderwijs op het instituutsonderwijs zijn bekend (R7) Behaald: Ten dele gelukt. Tijdens paralleldagen heeft link met aiosonderwijs vorm gekregen door de aandacht voor het te gebruiken instrumentarium in de opleiderspraktijk; verder is er niet systematisch aandacht voor geweest (R7); Inventarisatie niet plaatsgevonden (R7) Op alle paralleldagen wordt aandacht besteed aan het aios onderwijs wat op dat moment actueel is ofwel door agendering, ofwel mbv hand-out (R7) 1.1.3 2017 Het onderwijs maakt gebruik van de aanwezige digitale informatie (aiosvolgsysteem) aangaande het patiëntenaanbod en ingesteld beleid van/door de aios (R9) 2012 Plan van aanpak inclusief financiering is klaar (R9) Behaald: Niet behaald. Aios-volgsysteem draait bij wijze van pilot bij een aantal opleidingspraktijken (R9) Behaald: Geen overeenkomst met externe partij om aios-volg systeem te verwezenlijken. Omdat het ook een landelijk belang betreft heeft SBOH geld beschikbaar gesteld en is er een projectgroep ingesteld met de opdracht te zorgen dat het systeem er komt. Er is een keuze gemaakt mbt de externe partij die het systeem gaat verwezenlijken; Het vervolgtraject is duidelijk (R9) Behaald: Twee externe partijen hebben offertes gemaakt en doen ieder een pilot bij een beperkt aantal praktijken. De pilot maakt duidelijk of de software voldoet aan de geformuleerde eisen; keuze is gemaakt mbt producent(en) (R9) 1.1.4 2017 Op de vraag in de onderwijsevaluatie over de afstemming tussen praktijk en instituutsonderwijs uit de onderwijsevaluatie wordt hoger dan 3,5 (streefwaarde) gescoord (R9) 2012 - In de onderwijsevaluatie is een vraag opgenomen over de afstemming tussen praktijk en instituutsonderwijs (R9) Behaald: In landelijke aios-enquete is op ons verzoek een item over afstemming opgenomen 18

Vraag over afstemming is toegevoegd aan lokale onderwijsevaluaties daar waar dat opportuun is (R9) Behaald: Niet behaald; Op de vraag over afstemming in de landelijke aios- enquête scoren we boven gemiddeld, maar er is ruimte voor verbetering, zeker in jaar 2 Besloten is of vragen over afstemming toegevoegd moeten worden en waar deze evaluatievragen een toegevoegde waarde hebben, zijn ze opgenomen (R9) PI 1.2 1.2.1 2017 Nieuwe opleiders zijn geschoold en getoetst conform het landelijk gesteld kader (R7) 2012 Alle HAO cursussen zijn herschreven zodanig dat de competenties er duidelijker uit naar voren komen. (R9) Behaald: Curriculum is geschreven met competentieprofiel als onderlegger. Het nieuwe landelijk plan Scholing en Toetsing Huisartsopleiders is nog niet vastgesteld De toetsing is aangepast aan de landelijke eisen (R9) Behaald: Voor het curriculum is dit behaald; de cursussen moeten hier nog wel op worden bijgesteld Er is een schrijfwijzer opgesteld voor onderwijsontwikkelaars om de HAOcursussen conform het landelijk plan Scholing en Toetsing Huisartsopleiders te schrijven; deze schrijfwijzer wordt toegepast door de ontwikkelaars (R7) Behaald: Schrijfwijzer is gemaakt en onder schrijvers verspreid; gebruik schrijfwijzer is niet gecheckt; evaluatie laat zien dat cursussen inmiddels op opleiderstaken gericht zijn (R7) Alle cursussen zijn aangepast conform het landelijk opleidingsplan (R7) 1.2.2 2017 90 % van de opleidingspraktijken heeft een geactualiseerd leerwerkplan volgens format (R7) 2012 - Er is een format leerwerkplan waarin de gewenste opleidingstructuur en het aanbod gedetailleerd beschreven is (R9) Behaald: Het landelijk format is nog niet vastgesteld (R9) Zodra het nieuwe format vastgesteld is, wordt het geleidelijk in gebruik genomen; dwz alle actualisaties vinden plaats in het nieuwe format; alle nieuwe opleiders hanteren het nieuwe format (R7) Behaald: Het landelijk format is nog niet vastgesteld (R9) Zie 1.2.3 2017 Er zijn voldoende opleidingspraktijken beschikbaar die voldoen aan het label onderzoekspraktijk, om alle aios met onderzoeksbelangstelling ten 19

minste 1 opleidingsjaar te kunnen plaatsen (R9) 2012 Een nieuwe coördinator van de academische populatie is aangesteld (R7) Behaald: Coördinator is aangesteld Op grond van de criteria voor onderzoekspraktijken door de afdeling huisartsgeneeskunde vastgesteld, wordt geïnventariseerd welke opleidingspraktijken hiervoor in aanmerking komen en een implementatieplan opgesteld om het doel van 2017 te bereiken (R7) Behaald: Niet behaald; Doelen worden naar doorgeschoven Op grond van de criteria voor onderzoekspraktijken door de afdeling huisartsgeneeskunde vastgesteld, wordt geïnventariseerd welke opleidingspraktijken hiervoor in aanmerking komen en een implementatieplan opgesteld om het doel van 2017 te bereiken (R7) Behaald: Niet gebeurd; wel is er nu een visie op hoe de onderzoekspraktijken vorm moeten krijgen; er is een nieuwe coördinator aangesteld die dit onder haar hoede krijgt Zie doelen / (R7) 1.2.4 2017 De kwaliteit van de opleidingspraktijken wordt op systematische wijze gemonitord (R7) 2012 Nieuw plan van aanpak over audit systeem opleidingspraktijken ligt klaar (R7) Plan van aanpak audit systeem opleidingspraktijken is geïmplementeerd (R7) Behaald: Er is gekozen voor een systeem waarin niet de praktijken worden bezocht maar waarin de opleiders gericht worden ondersteund in zogenaamde maatgroepen (peer-groups). Er is een monitoring commissie (CMO) ingesteld die de voortgang bewaakt (zie 1.2.6). Dit plan (1.2.4) is samengevoegd met plan 1.2.6 Zie voor verdere uitvoering plan 2.1.6 1.2.5 2017 90% van de stages zijn ten minste 2x geaudit (R7) 2012 45% van de stages is 1x geaudit (R7) 45% is dit jaar geaudit; in totaal 90% van de stages is 1x geaudit (R7) Behaald: 46% van de stages is dit jaar geaudit; samen met vorig jaar is dat 91% 45% van de stages zijn voor de 2 de keer geaudit (R7); om betrokkenheid stafleden te vergroten wordt onderzocht of het wenselijk is om elk staflid te koppelen aan een vaste groep opleiders (R7). Behaald: 30% van de 71 stageplekken zijn bezocht Stagebezoeken zijn gedaan conform resultaatsafspraken (R7);start gemaakt met stagebeheer door team (R7) 20

1.2.6 2017 80% van de opleiders participeren in maatgroepen (R7) 2012 Plan van aanpak voor implementatie peergroups nieuwe stijl (maatgroep) is gereed (R7) Behaald: Plan van aanpak voor maatgroep is gereed Peergroups nieuwe stijl is geïmplementeerd (R7) Behaald: Kick-off maatgroepen heeft in november plaatsgevonden; 90% van de opleiders was ingedeeld. Maatgroepen gaan van start; alle opleiders (inclusief aspirant opleiders) doen mee; maatgroepen worden gemonitord (R7) Behaald: Maatgroeponderwijs loopt (98% van de opleiders is ingedeeld) en wordt gemonitord door CMO. Het geheel is (gedeeltelijk wetenschappelijk) geëvalueerd maar nog niet geanalyseerd. Resultaten tussenevaluatie worden verwerkt en eventuele verbeteringen worden doorgevoerd (R7); nieuwe opleiders worden in maatgroep onderwijs ingedeeld (R7) PI 1.3 1.3.1 2017 Het elektronisch portfolio genereert in 90% van de IOS/IOP de benodigde beoordelingsgegevens (R9) 2012 Eerste stafscholing in gebruik e-portfolio (R7) Behaald: Problemen met de leverancier van het e-portfolio maakt dat het nog niet beschikbaar is Implementatieplan portfolio gereed (R9) Behaald: E-portfolio wordt bij enkele opleidingen gepilot. Lokaal implementatieplan nog niet gereed Implementatieplan opstellen (R9); Invoering e-portfolio in onze eerste maartgroep (R6) Behaald: Maartgroep is gestart met portfolio bij wijze van pilot. Betrokkenen zijn geïnformeerd en voortgang wordt regelmatig geëvalueerd. Portfolio voldoet nog niet aan eisen. Maartgroep start niet met portfolio. Als software aan eisen voldoet start september groep wel met e-portfolio (R6) Aanpak doel 1: 1.1. In zal het geactualiseerde geïntegreerde Landelijk Opleidingsplan waarschijnlijk beschikbaar zijn. In het plan worden thema s beschreven waarin het praktijk- en cursorisch onderwijs gericht aandacht gegeven moet worden en de toetsing hiervan. Het Opleidingsplan Huisartsopleiding zal hierop bijgesteld worden. Het cursorisch onderwijs is al deels volgens de gekozen thema s ingericht. Aan de hand van het opleidingsplan zal het aios-onderwijs en de bijbehorende toetsing verder ingericht worden. Uit onderzoek is gebleken dat het patiëntenaanbod waar de aios in de praktijk mee geconfronteerd wordt geen goede afspiegeling is van het totale patiëntenaanbod. Dit werpt de vraag op of de benodigde competenties wel (efficiënt) verworven kunnen 21

worden. Globaal kan gezegd worden dat aios veel korte episodeproblematiek en te weinig chronische zorgproblemen en GGZ-problematiek zien (CASANOVA onderzoek [17]) Onze huisartsopleiding werkt samen met de Huisartsopleiding Erasmus-MC aan de verdere ontwikkeling van het tijdens het onderzoek gebruikte aios-volgsysteem voor implementatie in de opleidingspraktijken 5. Doel hiervan is dat de aios en de opleider, maar ook het instituut, gerichter kunnen omgaan met het beschikbare patiëntenaanbod zodat de aios op efficiëntere wijze aan de vereiste competentieontwikkeling kan werken. 1.2 Aan de hand van het Landelijk Plan Scholing en Toetsing Opleiders (HN 2012) is in 2012 een start gemaakt met het opnieuw inrichten van het onderwijs (curriculum, modules) aan opleiders. Onderwijsschrijvers worden hierin begeleid en ondersteund door de onderwijskundige. Het geactualiseerde Opleidingsplan zal gebruikt worden voor het opstellen van een format leerwerkplan voor stage en opleidingspraktijken. Bij de jaarlijkse herziening zullen de leerwerkplannen geactualiseerd worden. Om aios met belangstelling voor onderzoek ook de mogelijkheid te geven in een praktijk te werken waar aan onderzoek wordt meegewerkt, zal samen met de coördinator van de academische populatie gewerkt worden aan een bestand onderzoekspraktijken. De eisen waar dergelijke praktijken aan moeten voldoen zullen eerst door de afdeling in kaart moeten worden gebracht. Stagebezoeken zullen aan de hand van het leerwerkplan en evaluatiegegevens door getrainde stafleden worden uitgevoerd. Het regelmatig bezoeken van alle opleidingspraktijken om de kwaliteit ervan te monitoren is zeer arbeidsintensief en de vraag is of dit in verhouding is tot de opbrengsten van deze bezoeken. Het HAO-team zal een plan ontwikkelen en implementeren waarbij deze afweging een belangrijke rol speelt. De nadruk zal daardoor meer komen te liggen op in individuele kwaliteitsverbetering dmv de peer groups (maatgroepen) en voortgangsbesprekingen, dan op het monitoren en stimuleren van de kwaliteit dmv regelmatig terugkerende praktijkbezoeken. 1.3 Eind 2012 zal het besluit genomen worden welk landelijk e-portfolio aangeschaft zal worden. De locale implementatie is afhankelijk van deze landelijke ontwikkelingen. Een projectgroep (coördinator toetsing, onderwijskundige, kwaliteitsmedewerker en teamcoördinator) zal de locale implementatie tzt op zich nemen. Wel wordt al gestart de scholing van de staf in het gebruik van een e-portfolio. 3.2 Doel 2: De huisartsopleiding leidt artsen op om de best mogelijke zorg te leveren met passie voor het vak. SBF 2.1: Onderwijs is gericht op taken van de toekomstige huisarts SBF 2.2: EBM is een rode draad in het onderwijs SBF 2.3: Docenten en opleiders dragen hun passie voor het vak uit SBF 2.4: Docenten en opleiders werken planmatig aan hun deskundigheid en hun competenties worden optimaal ingezet in het onderwijs 5 Sinds is dit van een (semi)-lokaal initiatief naar een landelijke initiatief gegaan. Er is een landelijke projectgroep opgericht die onderhandelt met externe partijen (zie ook verbeterplan 1.1.3) 22

Resultaten doel 2: PI 2.1 2.1.1 2017 Het Landelijk Opleidingsplan is vertaald naar een lokaal Opleidingsplan en deze is geïmplementeerd (R9). Is ook indicator voor 1.1 (zie 1.1.1) 2.1.2 2017 Het onderwijs maakt gebruik van de aanwezige digitale informatie (aiosvolgsysteem) aangaande het patiëntenaanbod van de aios (R9) ook indicator voor PI 1.1 (zie 1.1.1) 2.1.3 2017 Het Onderwijsbeleidplatform ( opleiders, staf, aios) adviseert tweemaal per jaar over de inrichting van het curriculum (R9) 2012 De huidige OnderwijsBeleidAdviesCommissieleden zijn geraadpleegd over de veranderende taakstelling (R7) Behaald: Raadpleging heeft plaatsgevonden en er is verslag gelegd Er is een taakstelling en deelnemersprofiel voor het Onderwijsbeleidsplatform vastgesteld en eventuele nieuwe leden zijn geworven (R7) Behaald: Er is een taakstelling en deelnemersprofiel voor het onderwijsplatform vastgesteld; er heeft nog geen werving plaatsgevonden Er is een Strategische OpleidingsAdviesRaad die het hoofd adviseert (R9) Behaald: Herinrichting heeft er toe geleid dat deze taak aan de curriculumcommissie is toegekend; de curriculumcsie wordt uitgebreid met aios en opleider Curriculumoverleg nieuwe stijl wordt geïmplementeerd, start implementatie is afhankelijk van prioritering door management team (R7) 2.1.4 2017 Jaarlijkse stafdagen leveren aantoonbaar input voor de onderwijsontwikkeling mbt tot het thema de ontwikkelingen in het vakgebied (R9) 2012 Thema onderwijsontwikkelingen staat op de agenda van 1 ste stafdagen (R9) Behaald: Omdat de stafdagen een middel zijn om een veel breder scala van thema s aan de orde te kunnen stellen is besloten om dit niet meer als een plan te zien dat gekoppeld is aan deze PI; dit plan krijgt als zodanig geen vervolg in het MJB. Uitkomsten 1ste stafdagen zijn gebruikt bij onderwijsontwikkeling (R9) Behaald: Zie 2012; Stafdagen dienen inmiddels een breder doel; dit plan wordt daarom afgesloten; het doel zoals omschreven wordt door curriculum commissie bewaakt 23

2.1.5 2017 Maatschappelijke ontwikkelingen worden systematisch betrokken in het onderwijsontwikkelingsproces (R9) 2012 - In de procesbeschrijving van het onderwijsontwikkelingstraject is het betrekken van maatschappelijke ontwikkelingen opgenomen (R9) Behaald: Dit doel is niet behaald; Wel zijn er aanpassingen gedaan in het onderwijs om de zichtbaarheid van MH in het curriculum te vergroten en om actualiteiten beter te kunnen invliegen. Besloten om eindtermen MH in intervisie handleiding te zetten Doel wordt niet aangehouden vanwege twijfel aan effectiviteit. Wel volgt een inventarisatie van knelpunten en aanbevelingen bij schrijvers en lijnhouders mbt het verwerken van actualiteiten in het onderwijs (R7); Actualiteiten in het onderwijs worden goed geëvalueerd (R6). Handleidingen S&O jaar 2 en P jaar 2 en 3 zijn aangepast zodat het onderwijs in MH is verstevigd binnen de lijnen S&O en P (R9). Behaald: Start gemaakt met verstevigen MH in lijnen S&O (nu SOM) en P. Uit de aios evaluaties blijkt dat in jaar 2 de actualiteiten goed zijn ondergebracht, voor jaar 1 ligt het gemiddelde onder de streefwaarde van 3,5. Inventarisatie (zie ook ) en op grond daarvan bepalen hoe we het actualiteiten onderwijs verder zullen versterken en zichtbaarder maken; implementatie van deze plannen resulterend in goede (aios)evaluatie resultaten (R9) PI 2.2 2.2.1 2017 Het lijnonderwijs Wetenschap & Onderwijs (W&O) is opnieuw ingericht zodanig dat het praktijkonderwijs een bijdrage levert aan de competentieontwikkeling rond EBM (R9) 2012 Er is een coördinator Wetenschappelijke Vorming aangesteld (R7) Behaald: Er is een coördinator wetenschappelijke vorming aangesteld 2012 Jaar 1 W&O onderwijs is opnieuw ingericht incl. de toetsing (R9) Onderwijs W&O is heringericht (blended learning), toets is educatief Jaar 1 en 2 W&O onderwijs is aangepast aan de hand van evaluaties (R9) Op grond van evaluaties is in jaar 1 meer ruimte voor het afronden van en voor vragen mbt e-learning module. Pico/Cat naar achteren geplaatst Aios herkennen kennis en lacunes tijdens spreekuur en houden bij in digitaal dossier wat de aanleiding was van de vraag en formuleren een PICO (R6), dit is dan tevens een lijst om eventueel in het tweede jaar uit te kiezen voor de CAT (R6) Behaald: Niet gebeurd Praktijkopdrachten in modules bevatten EBM opdrachten (R9) 24

2.2.2 2017 Het werken volgens de principes van EBM is in al het onderwijs verwerkt (R9) 2012 - Er is overzicht over in welke onderwijs EBM meer naar voren moet komen (R9) Behaald: Doel niet behaald wel hebben alle schrijvers de blended learning EBM gedaan (ondersteunend resultaat zie ook 2.2.3) Concrete EBM-criteria zijn geformuleerd (R9); Alle schrijvers hebben meegedacht over hindernissen en kansen om de EBM principes in onderwijs te verwerken en dit heeft geleid tot een lijst met knelpunten en aanbevelingen (R7) Behaald: Concrete criteria zijn niet geformuleerd (R9); Nog geen lijst met knelpunten (R7) Zie 2.2.3 2017 90% van de docenten ( ook onderwijsschrijvers) hebben de EBM-module gevolgd (R7) 2012 De blended learning module van EBM is aangepast voor docenten (R9) 50% van de docenten heeft de EBM-module gevolgd (R7) Behaald: precies 50% van de docenten heeft de cursus gevolgd (R7) 90% van de docenten heeft de cursus EBM gevolgd (R7) Behaald: 54% van de docenten heeft de EBM cursus afgemaakt (of heeft een vrijstelling) Beleid mbt volgen EBM is helder (R7); er is overzicht mbt welke docenten de cursus gevolgd hebben; nieuwe docenten zijn getraind (R7) 2.2.4 2017 90% van de alle opleiders hebben de EBM-module gevolgd (R7) 2012 90% van de ervaren opleiders hebben de EBM module gevolgd (R7) Behaald: 95 % van de ervaren opleiders heeft ten minste 2 dagen van de EBM module gevolgd Implementatieplan EBM scholing opleiders is opgesteld (R7) Behaald: 95% van de ervaren opleiders heeft ten minste 2 dagen van de EBM module gevolgd; 86% ten minste 3 van de 4 dagen; Implementatieplan voor het monitoren van de kwaliteit van opleiders is geschreven en opgestart. Met opleiders die de scholing niet gevolgd hebben wordt afspraken gemaakt Ten minste 90% van de opleiders heeft de EBM scholing gevolgd (R7) Met opleiders die de scholing niet gevolgd hebben worden afspraken gemaakt (R7) Behaald: 95% van de ervaren opleiders heeft ten minste 2 dagen van de EBM module gevolgd; 83% ten minste 3 van de 4 dagen; Vanuit het 25