0 ALGEMENE BEPALINGEN

Vergelijkbare documenten
Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. Pagina 54 van 73

stedenbouwkundige voorschriften

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

RUP DROWA aanhangwagens bvba

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

Stedenbouwkundige voorschriften

STAD BORGLOON RUP uitbreiding fruitveiling

Stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

AALTER// RUP Steenweg op Deinze 122 & Woestijne 34

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

2 DEELPLAN 2 - BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW DE AKKER

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

RUP Verschoore Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Definitieve vaststelling 26 mei 2014

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

OOSTKAMP RUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN

Gemeentelijk RUP zonevreemde bedrijven fase IV Johan Lasseel Gemeente Nazareth. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Juni 2010

OOSTKAMP RUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN

RUP Nieuwstraat 215 en 217

Bestaand regionaal bedrijf

Stedenbouwkundige voorschriften Februari Studiebureau Adoplan Ruimtelijke Planning en Stedenbouw Milieu en Mobiliteit

Hoofdstuk 1: Definities

Historisch gegroeid bedrijf Dejaeghere te Langemark-Poelkapelle

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Woodstar NV. Avelgem STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Planologische attesten

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN REGIONAAL BEDRIJF TRANS BETON - DEVOOGHT TE WINGENE

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. Woonkorrel Gistelsteenweg. De ontwerper

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey

gebieden voor toeristischrecreatieve

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

RUP Driegaaienstraat

RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

GEMEENTE HOREBEKE RUP GEMEENTEHUIS STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN MAART 2014

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. Stad Damme RUP Sport & Jeugd Moerkerke 77

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Brabantnet sneltram A12

GRUP Erogal Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

INHOUDSTAFEL... 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN...

gemeente Spiere-Helkijn RUP 7-1 Elleboogstraat mei 2013, definitieve vaststelling

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Willaert Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften Definitieve vaststelling 26 mei 2014

RUP KLAARSTRAAT (HERZIENING EN UITBREIDING VAN HET RUP ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN-

10. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper. Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat Jabbeke Tel. 0580/ Fax.

ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN REGIONALE BEDRIJVEN DEGROOTE EN TERRA PLANT INTERNATIONAL TE WINGENE

RUP Oudenaardebaan Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Kluisbergen Maart 2012

Algemene bepalingen. Stedenbouwkundige voorschriften / 3 / Art. Verordenende voorschriften Toelichtende voorschriften. 0.1 Algemene voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek

Regionaal bedrijf Dubaere - Dubatex

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Gemeente Anzegem RUP 22-1 KWZI - Ingooigem. maart 2015, besluit

Historisch gegroeid bedrijf Verhelst te Knokke-Heist

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

Algemene voorschriften. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Op te heffen bepalingen. 2. Instandhoudingsregel. 3.

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

Gemeente Meulebeke, Ingelmunster

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HECKENSVELD RONSE DEFINITIEVE VASTSTELLING

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

RUP KWZI OVERHESPEN (21.640) LINTER

RUP Heihoek. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. september 2011

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften

INHOUDSTAFEL... 0 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN...

Transcriptie:

0 ALGEMENE BEPALINGEN Art. Verordenend deel Toelichting en visie Art. 0 Algemene voorschriften 0.1 Bestaande plannen De deelzones van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven fase 1 goedgekeurd in 2000 en het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven fase 2 goedgekeurd in 2003, worden opgeheven door middel van dit RUP. Tevens worden de gedeeltes van de bestaande, goedgekeurde verkavelingen die binnen het plangebied gelegen zijn, opgeheven door middel van dit RUP. 0.2 Overgangsbepalingen 0.3 Bouwhoogte Voor de bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen, die niet voldoen aan de inrichtings- en beheervoorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, zijn werken en handelingen toegelaten die betrekking hebben op: onderhouds- en instandhoudingswerken renovaties en verbouwingen binnen het bestaande bouwvolume (beperkte) uitbreidingen aansluitend op de bestaande bebouwing Bij herbouw of nieuwbouw van het gehele gebouw dienen de inrichtings- en beheervoorschriften van dit RUP gerespecteerd te worden. De bouwhoogte wordt bepaald ten opzichte van het maaiveld. De hoogte van het maaiveld is het gemiddelde peil van de door de constructie of gebouw, waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, ingenomen grondoppervlakte. Betreffende de overgangsbepaling wordt ook verwezen naar art. 5.6.7 van de Vlaamse Codex: de overheden die krachtens de milieuvergunningsregelgeving moeten beslissen over milieuvergunningsaanvragen, kunnen bij het verlenen van de milieuvergunningen voor de bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen die bij het van kracht worden van dit RUP niet voldoen aan de voorschriften, afwijken van de bepalingen van dit RUP, op voorwaarde dat de goede plaatselijke ruimtelijke ordening niet wordt geschaad. Pagina 6 van 95

0.4 Inplantingen van openbaar nut Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de bebouwingsvoorschriften van de desbetreffende zone. De inplanting mag de bedrijfsvoering evenmin hinderen. Hun noodzaak om technische of maatschappelijke redenen moet aangetoond worden in een omstandig verklarende en verantwoordende nota, die wordt toegevoegd bij de vergunningsaanvraag. De verantwoordende nota wordt beoordeeld op basis van volgende criteria: de inplanting is noodzakelijk omwille van technische of maatschappelijke redenen; de inplanting mag de bestemming van de desbetreffende zone niet hinderen; de inplanting mag de veiligheid niet in gevaar brengen; de inplanting mag de volksgezondheid niet aantasten; de inplanting staat in functie van het algemeen belang; de inplanting is landschappelijk inpasbaar. In deze bepaling is ook het herstellen, heraanleggen en verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen toegestaan, alsook het aanleggen van nieuwe leidingen. 0.5 Technische ruimten Van zowel de dakvorm als de bouwhoogte, zoals omschreven in de stedenbouwkundige voorschriften, kan worden afgeweken in functie van het installeren van technische voorzieningen. Het gaat hier om de uitloopzones en/of technische ruimten voor o.m. liften en verluchtingsinstallaties. De afwijking blijft beperkt tot wat strikt noodzakelijk is voor het correct functioneren van de technische installaties. De uitloopzones en/of technische ruimten worden zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken en de buitenmuren en dakvlakken moeten afgewerkt worden in volwaardige materialen. 0.6 Waterhuishouding en integraal waterbeheer De bebouwing en verharding binnen het plangebied dient te voldoen aan de vigerende wetgeving inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater. Aanleggen van verhardingen dient beperkt te worden tot wat strikt noodzakelijks is. Er dient maximaal gewerkt te worden met waterdoorlatende verhardingen, tenzij werken met niet-waterdoorlatende materialen om bepaalde redenen aangewezen is (bijv. sectorale wetgeving, garanderen toegankelijkheid andersvaliden, ). Alle werken en handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor de waterbeheersing en voor het voorkomen van wateroverlast, zoals het (her)aanleggen, verplaatsen en onderhouden van open grachten of infrastructuur in functie van retentie van hemelwater van de bedrijfsoppervlaktes en voor het instandhouden van het bergingsvolume, zijn toegestaan, voor zover zij conform de principes van de natuurtechnische milieubouw gebeuren en passen binnen een integraal waterbeheer. Daarbij wordt rekening gehouden met de inheemse fauna en flora door de levensvoorwaarden van deze fauna en flora zoveel mogelijk te behouden of te herstellen en zelfs te creëren en te Betreffende het integraal waterbeheer wordt ook verwezen naar de vigerende gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van hemel- en afvalwater. Vanuit een duurzame uitgangshouding is het aangewezen om, naast de gewestelijke verordening, te streven naar het beperken van de verharde oppervlakte, alsook het zoveel als mogelijk werken met waterdoorlatende verhardingen. Pagina 7 van 95

ontwikkelen. Maatregelen i.f.v. buffering of vertraagd afvoeren van regenwater, dienen steeds binnen de grenzen van de plangebieden voorzien te worden en kunnen in geen geval op de nabijgelegen landbouwgronden worden afgewonden. In normale afwateringsgebieden geldt een vertraagde afvoer van maximum 10 liter per seconde per hectare verharde oppervlakte met een bijkomende nuttige buffercapaciteit van 330m³. Bij de ontwikkeling van projecten die een gewijzigde terreintoestand (daken, verhardingen, ophogingen, wateroppervlakken e.a.) veroorzaken van minstens 1000m² dient met dit principe rekening gehouden te worden. In kritieke afwateringsgebieden zal er een vertraagde afvoer opgelegd worden van maximum 5 liter/seconde/hectare verharde oppervlakte met een bijkomende buffercapaciteit van 410 m³. Ophogingen in mogelijks overstroombare respectievelijk effectief overstroombare gebieden dienen te worden gecompenseerd. Ophogingen betekenen immers een verlies in waterbergingsruimte en om dit verlies effectief te verhelpen, dienen alle ophogingen in mogelijks overstroombare respectievelijk effectief overstroombaar gebied te worden gecompenseerd. Deze compensatie dient op de eigen terreinen te gebeuren. 0.7 Publiciteit Volgende bepalingen zijn geldig, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in de specifieke voorschriften: Reclame ten behoeve van de publiciteit van het eigen bedrijf is enkel toegestaan in de gebieden waar bebouwing is toegelaten en in de zone tussen deze bebouwing en het openbaar domein. Deze mag niet storend zijn voor het uitzicht van de omgeving en moet in harmonie zijn met de betrokken gevels, en op een kwalitatieve en contextuele wijze ingepast worden op het bedrijfsperceel. De hoogte van de reclamepanelen mag de bouwhoogte van de bijhorende bedrijfsgebouwen niet overschrijden. Bij verlichte publiciteit moet de lichtbron onzichtbaar blijven van op de openbare weg. Opwaarts gerichte lichtbronnen zijn niet toegestaan. Het gebruik van neonverlichting is verboden. Er mogen geen nieuwe publiciteitsinrichtingen op het dak van de bedrijven ingericht worden. De vigerende wetgeving inzake publiciteit langsheen gewestwegen blijft onverkort van kracht. Bij betwistingen is uiteraard de strengste normering geldig. Pagina 8 van 95

0.8 Verlichting Het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht aan gebouwen of in functie van een activiteit is beperkt tot de noodwendigheden inzake uitbating en veiligheid. De verlichting is dermate geconcipieerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op de inrichting of onderdelen ervan. 0.9 Bouwvrije stroken Binnen bouwvrije zones langsheen autosnelwegen en gewestwegen mogen geen septische putten, regenwaterputten, mazouttanks, kleinschalige waterzuivering, enz aangebracht worden. Mogelijke toegangen binnen bouwvrije stroken dienen voorzien te worden in opbreekbare materialen (betonklinkers, betondallen, enz ). 0.10 Hoofdbestemming - Nevenbestemming De verhouding hoofdbestemming/nevenbestemming is 70% / 30% tenzij anders gespecificeerd in de specifieke voorschriften. Inzake compacte bedrijfsvoering worden nevenactiviteiten zoveel als mogelijk gekoppeld aan de hoofdactiviteiten voorzien. 0.11 Bedrijfsverzamelgebouw: Het bedrijfsverzamelgebouw betreft bedrijfsgebouwen waarin twee of meer complementaire bedrijven zich koppelen op één site in één bebouwing of een cluster van gebouwen, waarvan de bebouwing binnenin in kleinere units is opgesplitst om in te vullen door bedrijven. 0.12 para-agrarische bedrijvigheid Onder para-agrarische bedrijvigheid worden enkel bedrijvigheden beschouwd die aansluiten bij de landbouw en er op afgestemd is. Het bedrijf moet niet noodzakelijk een grondgebonden karkater hebben, noch in een nauwe relatie staan met het landbouwproductieproces. Het kan een commercieel, ambachtelijk karakter hebben. Het betreft hier o.a. een handel in voeder en granen, een landbouwsmederij, een werkplaats voor het herstellen van landbouwmachines, 0.13 Materialen Tussen de verschillende bouwvolumes op eenzelfde bedrijfsperceel dient er een eenheid in vormgeving en in gebruikte materialen te worden nagestreefd. Het architecturale voorkomen en het materiaalgebruik van de nieuwe en/of te vernieuwen bebouwing dient in harmonie te zijn met de bestaande bebouwing en met de omgeving. Het bouwvolume, de dakvormen, de gekozen materialen en de kleur van de materialen moeten enerzijds een optimale integratie van de bedrijfsgebouwen garanderen in hun omgeving en een landschappelijke integratie naar de open ruimte anderzijds. Pagina 9 van 95

Er wordt enkel gebruik gemaakt van hoogwaardige en duurzame materialen voor de afwerking van de uitwendig zichtbare delen van constructies en gebouwen. Specifieke aandacht gaat uit naar de attractiviteit van gevels die zichtbaar zijn van op de openbare weg of de aangrenzende open ruimte. 0.14 Bijzondere bepalingen Hinderbronnen afkomstig van installaties binnen het bedrijf worden in hun relatie tot de buitenlucht niet georiënteerd naar aanpalende percelen. Ze worden zoveel mogelijk bovendaks of naar de openbare weg geïnstalleerd. Het voorzien van zonnepanelen is toegestaan. Het voorzien van groendaken is toegestaan Reliëfwijzigingen zijn toegelaten als deze beperkt worden tot wat nodig is voor het realiseren van de bestemming en/of het functioneren van de functie bedrijvigheid binnen deze zone. Hierbij dient voldoende aandacht te gaan naar de impact van de reliëfwijziging op de waterhuishouding van het gebied, die niet in het gedrang mag komen. Installaties die noodzakelijk zijn voor de werking van een gebouw of een bedrijf kunnen vaak hinder veroorzaken voor aanpalende percelen. Vooral geluidshinder en hinder door rook- en dampafvoer kunnen als hinderlijk ervaren worden. Om deze hinder te verminderen moeten de installaties zo geïnstalleerd worden dat de hinder voor aanliggende percelen beperkt wordt. 0.15 Beoordeling vergunningsaanvragen Bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen is het belangrijk dat de aanvrager aantoont dat de impact van de werken de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt en dat de relatie met de aanpalende functies wordt gehandhaafd. Bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning binnen alle deelplangebieden van dit RUP wordt daarom een globaal inrichtingsplan gevoegd van het volledige plangebied, hetzij als bestaande toestand, hetzij als ontworpen toestand, waaruit blijkt dat aan verschillende kwaliteitscriteria wordt voldaan. Het inrichtingsplan is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid als hulpmiddel bij het beoordelen of de vergunningsaanvraag voldoet aan de vereisten van de goede ruimtelijke ordening. Uit het aanvraagdossier zal duidelijk moeten blijken dat er voldoende aandacht gegeven wordt aan volgende criteria: geen negatieve invloed op het mobiliteitsaspect: ontsluiting op de openbare weg, interne circulatie en parkeervoorzieningen voor personen- en vrachtwagens; Laad- en losplaatsen contextuele aanpassing in het straatbeeld en de omgeving, creëren van een representatieve voorgevel van de bedrijfsvolumes naar het openbare domein toe; Volwaardige gevelafwerking van de bedrijfsgebouwen Gebruik van kwalitatieve en duurzame materialen en afsluitingen Doordacht en kwaliteitsvol aanbrengen van publiciteit en verlichting. evenwichtige inplanting van gebouwen, verhardingen en constructies: maximaal clusteren van gebouwen en functies en het uitbreiden van bedrijfsgebouwen in aansluiting op de bestaande bebouwing, het stapelen van functies in meerdere lagen, het bundelen van infrastructuur voor buitenactiviteiten in het kader van de bedrijfsactiviteit (bundelen van verhardingen, beperken van verhardingen, stapelingen in open lucht e.d.) Pagina 10 van 95

kwalitatieve en landschappelijk verantwoorde inrichting van de niet-bebouwde oppervlakte door een gedetailleerd beplantingsplan; voldoende voorzieningen inzake afwatering en waterbuffering, milieusanering en hygiëne, brandbestrijding; het garanderen van de bezonning, lichtinval en privacy van de omwonenden. Om antwoord te geven op deze criteria zal de aanvrager zijn dossier voldoende uitgebreid opmaken en de nodige motivaties toevoegen waarbij aangetoond wordt dat aan de verschillende kwaliteitscriteria wordt voldaan. Wanneer wordt afgeweken van het eerste globaal inrichtingsplan (zoals o.m. een wijziging van inplanting van bebouwing of een wijziging van ontsluiting en circulatie), dient een nieuw of gedeeltelijk herwerkt inrichtingsplan te worden toegevoegd aan de desbetreffende vergunningsaanvraag. Pagina 11 van 95