Versie d.d. 7 januari Ontwerpbestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp. Toelichting Bijlage 6: Nota van beantwoording inspraak (anoniem)

Vergelijkbare documenten
Bestemmingsplan Nieuwe Oosterhei Nota van zienswijzen

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

ZIENSWIJZENREACTIENOTA

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Nota van uitgangspunten Bestemmingsplan Bedrijventerrein Heesbeen Herziening 2019

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Notitie vaststelling uitgangspunten bestemmingsplannen "Woonwijken Zuidoost", "Woonwijken Zuid en West" en "Woonwijken Noordoost".

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Opdrachtgever: Gemeente Noordenveld Projectnummer:

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Nota zienswijzen. bestemmingsplan West

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota van Beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Zuidwest Kwadrant

Nota van zienswijzen. Bestemmingsplan Walbreukergraaf Egelbroek

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan Park Beelland te Heesch

Nota van zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Servicebioscoop.

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Adres: Heiweg 235 a, 6533 PC Nijmegen Vraagprijs ,00 kosten koper

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan Park Beelland te Heesch

Beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan '1 e herziening Smitsweg, locaties Noord en Midden'

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder van 14 februari 2012;

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Parapluherziening Terrassen

Woondoeleinden 2 (W2)

STANDAARDPLANMETHODIEK

Uitwerkingsplan. Nassaulaan. Definitief. Gemeente Baarle-Nassau Postbus AC Baarle-Nassau. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 juli 2012

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 16 Woongebied

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen)

Concept Terrassenplan Albert Cuypstraat (tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat)

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

RUIMTELIJK MOTIVERING

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o.

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Conceptreactie op de brief van het College met kenmerk en omschrijving: RIB Totstandkoming beheersverordening Ridderkerk-Zuid 2013

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

Raadsinformatiebrief Nr. :

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Beleidsregels buitenplanse afwijkingen opbouwen Oud-Beijerland

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Voorontwerpbestemmingsplan Weidevenne Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN. "Bedrijventerreinen 2015"

Inhoudsopgave 1. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingregels 2 Artikel 2 Herziening van de regels 2

Reactie nota Zienswijzen. Rozengaarderweg 28

Reparatieplan Hierden Dorp Vastgesteld bestemmingsplan

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Zenderpark. Gemeente IJsselstein

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING


IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI. Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra.


Bedrijventerrein. "Bedrijventerrein";

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan

T E K O O P. Losplaats ong. te Maarheeze

1e partiele herziening HMNO

De inspraakreactie is op 3 augustus 2009 bij de gemeente binnengekomen. De inspraakreactie is binnen de aangegeven termijn ingediend.

Planschaderisicoanalyse

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Purmerweg 35/35a

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Zienswijzennota Wijzigingsplan Kerkdriel herziening 2014, Kerkstraat 42. datum: 20 oktober 2014 projectnummer: R gemeente Maasdriel

Inspraaknotitie voorontwerp-bestemmingsplan Diepenheim. Gemeente Hof van Twente.

Reactie- antwoordnota inspraak

Augustus Nota van beantwoording zienswijze bestemmingsplan zelfbouwkavels Cor Hermusstraat

Lab32 architecten. Nieuwbouw woonhuis fam. Kanters Merseloseweg CE Venray

bouwhoogte In de bouwhoogte wordt geen uniformiteit nagestreefd. Aan de goothoogte wordt daarom een

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3

GEMEENTE AMSTERDAM STADSDEEL NIEUW-WEST. Nota van beantwoording zienswijzen en reacties overlegpartners. behorend bij het

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Reactie BZP op Nota Zienswijzen, Samenvatting en beantwoording zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Binnenstad 2012

Notitie zienswijzen. Notitie zienswijzen Kort Ambacht

Echt Rijksweg Zuid 1B

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Datum raadsvergadering donderdag 9 april 2015

Transcriptie:

Versie d.d. 7 januari 2016 Ontwerpbestemmingsplan Noord/Zuidlijn De Pijp Toelichting Bijlage 6: Nota van beantwoording inspraak (anoniem)

Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Noord/Zuidlijn heeft met ingang van maandag 10 februari 2014 tot en met zondag 23 maart 2014 voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende de periode van terinzagelegging is eenieder in de gelegenheid gesteld een schriftelijke inspraakreactie in te dienen. In totaal zijn drie inspraakreacties binnengekomen. In één geval (bij inspraakreactie 1) is de inspraakreactie ondertekend door meerdere personen. Beantwoording inspraak 1. Inspraakreactie 1 Deze inspraakreactie is ondertekend door in totaal 4 adressanten. 1.1 Adressant stelt dat het voorontwerpbestemmingsplan meer ruimte geeft voor horeca, winkels en commerciële publieksaantrekkende voorzieningen in de noordrand van De Pijp. Hierdoor zal in de toekomst de druk op de woonomgeving zowel wat betreft bezoekers als verkeer (ook fietsen en scooters) toenemen. De effecten van deze uitbreiding en intensivering worden volgens adressant versterkt door de druk die er nu al is op de woonomgeving in de Frans Halsbuurt door de nabijheid van musea op het Museumplein, de Heineken Experience en het toegenomen aantal winkels en horecagelegenheden. Om de druk op de ruimte te beperken en de kwaliteit van leefomgeving te verbeteren (of op zijn minst te handhaven), dienen nadelige effecten voor de woonomgeving volgens adressant gecompenseerd te worden en zijn aanvullende voorzieningen nodig (ondermeer voor fietsparkeren). Adressant verzoekt in de toelichting van het bestemmingsplan een paragraaf op te nemen over deze effecten en de te nemen compenserende maatregelen. In tegenstelling tot in de inspraakreactie gesteld, worden in het nieuwe bestemmingsplan, ten opzichte van het oude bestemmingsplan Noord-Zuidlijn, de mogelijkheden voor de vestiging van een aantal functies drastisch ingeperkt. Het oude bestemmingsplan geeft voor de bebouwing langs de Ferdinand Bolstraat onbeperkte rechten voor horeca (geen beperkingen ten aanzien het aantal vestigingen, de toegelaten horeca-categorie en het maximum vloeroppervlak) en voor winkels (geen beperkingen voor wat betreft maximum vloeroppervlak). Het voortzetten van deze onbeperkte rechten past niet in het Horecabeleid van het stadsdeel, staat haaks op de doelstellingen zoals geformuleerd in de Economische visie voor de Ferdinand Bolstraat en vormt een bedreiging voor de kwaliteit van dit deel van de Ferdinand Bolstraat en het woon- en leefklimaat voor de omliggende straten. Om die reden worden de onbeperkte rechten in het nieuwe bestemmingsplan wegbestemd. De regeling in het nieuwe bestemmingsplan heeft de volgende uitgangspunten: - de bestaande horeca wordt in het bestemmingsplan vastgelegd en een toename is niet toegestaan; - voor winkels gelden maximum maten; - vestiging van (commerciële) publieksaantrekkende voorzieningen (zoals musea en toeristisch-recreatieve voorzieningen) is in het nieuwe bestemmingsplan niet toegestaan. Met deze beperkingen voldoet het nieuwe bestemmingsplan aan het door Stadsdeel Zuid vastgesteld beleid en wordt een ongewenste (toename van de) druk op het woon- en leefklimaat tegen gegaan. Een en ander is verwoord in de toelichting in de paragrafen Detailhandel en Horeca. Naar aanleiding van de komst van de Noord/Zuidlijn en daarmee samenhangend het gemeentelijk project Rode Loper, is voor de Ferdinand Bolstraat inmiddels (op 11 maart 2015) het Definitief Ontwerp voor de Ferdinand Bolstraat vastgesteld. Volgens de planning zal de herinrichting eind 2017 gereed zijn.

In de herinrichtingsplannen wordt tevens aandacht gegeven aan het fietsparkeren. In het kader van de herinrichting van de Rode Loper zoekt de gemeente naar oplossingen voor het fietsparkeren op maaiveld en wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor inpandige fietsparkeerplekken voor 1.000-1.400 inpandige fietsparkeerplekken. In zowel het nu geldende bestemmingsplan als het nieuwe bestemmingsplan is in de bestemmingen voor de openbare ruimte de situering van rijwegen, trottoirs en de locatie van voorzieningen zoals fietsenrekken of ondergrondse afvalcontainers niet vastgelegd. Deze ruime bestemmingen staan een herinrichting zoals in het kader van de Rode Loper daarmee niet in de weg. Daarnaast maakt het bestemmingsplan in de bestemmingen Gemengd 1 (woonstraten) en Gemengd 2 (doorgaande straten) het gebruik van de begane grond als bedrijf, en daarmee ook het gebruik als fietsenstalling mogelijk. Daarmee sluit het bestemmingsplan inpandige fietsenstallingen waarmee de openbare ruimte zou worden ontlast, niet uit. Gelet op het voorgaande is er geen aanleiding om in de toelichting een paragraaf op te nemen over compenserende maatregelen. Dit deel van de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 1.2 Adressant geeft aan dat in het voorontwerpbestemmingsplan wordt voorzien in een vergroting van het oppervlak gemengde bestemmingen, hetgeen ten koste gaat van de thans vigerende bestemming Tuin van het indertijd (begin jaren 70 van de vorige eeuw) illegaal bebouwde binnenterrein behorend bij Stadhouderskade nrs. 74 en 75 en -indirectde Eerste Jacob van Campenstraat 49 en 51. Volgens adressant geldt dit sluipend wegbestemmen van tuinen tevens voor de nog aanwezige tuinen en bomen achter de bebouwing aan de westzijde van de Ferdinand Bolstraat. Adressant stelt ten onrechte dat de bebouwing op het binnenterrein van Stadhouderskade nummers 74 en 75 en de Eerste Jacob van Campenstraat 49 en 51 illegaal is. Het bestemmingsplan De Pijp 2005 staat de bestaande bebouwing op het binnenterrein reeds toe, aangezien de bebouwing als zodanig op de plankaart (verbeelding) is opgenomen. Bij de in 2014 ingediende aanvraag omgevingsvergunning ten behoeve van detailhandel is naar voren gekomen dat het deel van de bebouwing op het binnenterrein dat valt binnen het vigerende bestemmingsplan Noord-Zuidlijn, zowel planologisch als juridisch valt onder het overgangsrecht. Met die omgevingsvergunning is het realiseren van enkele ondergeschikte bouwdelen mogelijk gemaakt. Op grond daarvan wordt de betreffende bebouwing op het binnenterrein in het nieuwe bestemmingsplan positief bestemd. Daarmee is de planologische situatie in overeenstemming met de vergunden situatie. In de inspraakreactie wordt gesteld dat in het (voor)ontwerpbestemmingsplan door een vergroting van het oppervlak gemengde bestemmingen de nog aanwezige tuinen en bomen achter de bebouwing aan de westzijde van de Ferdinand Bolstraat sluipend worden wegbestemd. In het vigerend bestemmingsplan Noord-Zuidlijn hebben de tuinen achter de bebouwing langs de Ferdinand Bolstraat de bestemming Ondergronds railtracé waarboven Stedelijk dak (Vr2 + D). Deze bestemming gaf een direct recht om deze tuinen voor 100% vol te bouwen tot een hoogte van 4 meter. Zoals in de toelichting in paragraaf Binnentuinen in het voorontwerpbestemmingsplan is toegelicht, is het uitgangspunt in het nieuwe bestemmingsplan om deze bestemming Stedelijk dak niet langer te laten gelden en weg te bestemmen. Daarmee verdwijnt de mogelijkheid om deze binnentuinen voor 100% vol te bouwen. Daarmee is er geen sprake van het sluipend wegbestemmen van de nog aanwezige tuinen (en bomen), maar is er juist sprake van een terugdringing van de bouwmogelijkheden voor deze tuinen.

Zoals eveneens aangegeven in paragraaf Binnentuinen van de toelichting in het voorontwerpbestemmingsplan, wordt in het plangebied Noord/Zuidlijn aangesloten op de regeling voor de (binnen)tuinen zoals opgenomen in de eerder door het stadsdeel geactualiseerde bestemmingsplannen. Dat betekent dat zowel de hoofdbebouwing als de tuin dezelfde bestemming krijgen als de hoofdbebouwing, bijvoorbeeld Gemengd-1. Dat betekent echter niet dat er extra bouwmogelijkheden op de tuinen worden gecreëerd. De hoofdbebouwing (aan de straatzijde) is op de verbeelding opgenomen met een bouwvlak met een maximum bouwhoogte. Het al of niet mogen bebouwen van de binnentuinen hangt niet af van de bestemming, maar is afhankelijk van andere aspecten, met name de landelijke wetgeving in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Daarin wordt onderscheid gemaakt naar: - vergunningvrije aan- en uitbouwen en bijgebouwen; - aan- en uitbouwen en bijgebouwen die niet vergunningvrij zijn. Van belang is dat het Bor per 1 november 2014 is gewijzigd, zodat er sprake is van landelijke wetgeving: - die gold tot 1 november 2014, dat wil zeggen ten tijde van het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan; - die met ingang van 1 november 2014, dus op dit moment geldt. Ten opzichte van het voorheen geldende Bor, gelden per 1 november 2014 ten aanzien van de vergunningvrije bouwmogelijkheden op binnentuinen een aantal verruimingen. De belangrijkste verruimingen betreffen het verruimen van de grens voor vergunningvrij bouwen van 2,5 meter tot 4 meter uit de oorspronkelijke achtergevel, het verruimen van de maximale bouwhoogte van 4 naar 5 meter en het invoeren van een staffel voor de maximale oppervlakte die vergunningvrij bebouwd kan worden in grote tuinen. Voor binnentuinen tot 100 m2 groot blijft het maximum te bebouwen percentage 50%, in binnentuinen groter dan 100 m2 gelden stapsgewijs (volgens een bepaalde staffel ) extra vergunningvrije bouwmogelijkheden. Dit betekent dat naarmate de tuin groter is, het oppervlak aan toegestane bijbehorende bouwwerken (ten opzichte van de huidige regeling) toeneemt. Het binnentuinenbeleid van het stadsdeel heeft als doel een steeds verdergaande verdichting van de binnentuinen te voorkomen, omdat in een dichtbebouwd gebied een groene en open binnentuin een verademing is. De rust en ruimte die van dergelijke binnentuinen uitgaat, verhoogt het woongenot in belangrijke mate. De Pijp is de meest dichtgebouwde wijk in Amsterdam. In het noordelijke deel van De Pijp, waar het bestemmingsplangebied Noord/Zuidlijn deel van uitmaakt, is de druk op het woon- en leefklimaat reeds groot en met de komst van de metro zullen nog meer mensen naar het gebied komen. Mede daardoor, en in navolging van de afweging die in het kader van bestemmingsplan De Pijp 2005 is gemaakt, is er geen aanleiding om in dit bestemmingsplan de bestemming Stedelijk dak (d.w.z. 100% volbouwen van de binnentuin) te behouden. Dit staat immers haaks op het uitgangspunt van het stadsdeel om de binnentuinen zo open mogelijk te houden. Het nieuwe Bor biedt de mogelijkheden om, indien gewenst, beperkingen op te leggen aan de nieuwe, ruimere vergunningvrije bouwmogelijkheden in de binnentuinen. In beginsel wordt in dit bestemmingsplan de nieuwe landelijke wetgeving uit het Bor gevolgd, inclusief de ruimere mogelijkheden voor vergunningvrije aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Alleen als daartoe aanleiding is, zal daarvan worden afgeweken en zullen de vergunningvrije bouwmogelijkheden worden ingeperkt. Voor de binnentuinen in het plangebied geldt dat: - de binnentuinen voor het merendeel reeds geheel of voor een aanzienlijk deel, dat wil zeggen méér dan vergunningvrij is toegestaan, bebouwd zijn; - het bij de binnentuinen waarin op grond van de landelijke wetgeving nog ruimte is om vergunningvrij te bouwen, in vrijwel alle gevallen gaat om binnentuinen met een oppervlak kleiner dan 100 m2.

Dit laatste betekent dat achter de oorspronkelijke achtergevel vergunningvrij dieper mag worden gebouwd dan voorheen (4 meter diep in plaats van 2,5 meter diep), maar op grond van de grootte van de tuinen blijft het maximum bebouwingspercentage van 50% onveranderd. Omdat er daarmee geen aanleiding is om de per 1 november 2014 geldende vergunningvrije bouwmogelijkheden wat betreft oppervlakte in te perken, is in dit bestemmingsplan de afweging gemaakt om de door de landelijke wetgeving geboden vergunningvrije bouwmogelijkheden niet in te perken. Daarbij speelt ook mee dat door het schrappen van de bestemming Stedelijk dak het volledig volbouwen van de tuinen niet langer is toegestaan, wat per saldo een vermindering betekent van de mogelijkheden om de binnentuinen te bebouwen. Met deze afweging komt het stadsdeel enerzijds tegemoet aan de wensen van bewoners en omwonenden ten aanzien van het behoud van open binnentuinen, terwijl met het bieden van de vergunningvrije uitbreidingsmogelijkheden anderzijds tegemoet wordt gekomen aan het bieden van flexibiliteit voor bewoners en ondernemers die gebruik willen maken van de door de landelijke wetgeving geboden vergunningvrije bouwmogelijkheden. De bestaande, legale aan- en uitbouwen en bijgebouwen die wat betreft oppervlak en/of bouwhoogte groter zijn dan vergunningvrij is toegestaan, worden met een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Indien dit niet gebeurt, zouden deze opstallen worden wegbestemd. Dat laatste kan alleen indien het aannemelijk is dat deze binnen de planperiode verdwijnen. Daarvan is geen sprake. 1.3 Ten aanzien van de panden aan de Eerste Jacob van Campenstraat 49 en 51 en Stadhouderskade 74 en 75 geeft adressant aan dat de bestemmingsgrens in het nu geldende bestemmingsplan dwars door deze bebouwing liep, terwijl de bestemmingsgrens nu rondom deze bebouwing loopt (waarmee al de betreffende bebouwing valt binnen het nieuwe bestemmingsplan). Volgens adressant is de bestemmingsgrens in het nu geldende bestemmingsplan niet voor niks door de betreffende bebouwing getrokken. Adressant acht deze wijziging van de plangrens onwenselijk omdat het in de nieuwe situatie meer gemengde gebruiksmogelijkheden toestaat. Het vigerend plan beperkt die vormen van gebruik die passen bij de woonomgeving en de cultuurhistorische waarden van de binnenterreinen, zoals bomen in de huidige situatie. De wijziging geeft ruimte voor verdere aantasting van het groen in de binnenterreinen. Het stadsdeel erkent dat groen en buitenruimte in De Pijp een schaars goed is en dat het meeste groen zich in de binnentuinen bevindt. In het nu geldende bestemmingsplan De Pijp 2005 is de stedenbouwkundige wens om de binnenterreinen niet verder te bebouwen overgenomen. Gezien de schaarste aan buitenruimte en groen en ook de toename van het verhard oppervlak en de daarmee gepaard gaande afname van het waterbergend vermogen in de buurt ligt compensatie in de vorm van groene daken voor de hand Dat sluit volgend adressant aan bij het beleid van het stadsdeel om groene binnen- en daktuinen te versterken en te bevorderen (Visie Groen en Blauw 2020). Graag zou adressant daarom zien dat het bestemmingsplan aangeeft hoe het stadsdeel deze compensatie wil regelen. Volgens adressant volstaat een verwijzing naar de subsidieregeling Groene Daken daarbij niet omdat dit de bewoners van het bouwblok geen garantie geeft dat er groene daken worden gerealiseerd. Afsluitend wijst adressant op de tekst in de toelichting in paragraaf Bomenbeleid Stadsdeel Zuid 2012: Het vooroorlogse gedeelte van het stadsdeel heeft volgens de statistieken relatief weinig openbaar groen. Maar vanwege de vele bomen in de parken, de straten, de verschillende groene assen en langs de brede waterlopen wordt dit gebied toch getypeerd en beleefd als een groen gebied. Volgens adressant is dit maar ten dele

waar. Sinds de aanleg van de buurt is er al veel groen verdwenen door sluipende aantasting van groenbestemmingen en formalisering van illegale situaties, waartoe het nieuwe bestemmingsplan volgens adressant opnieuw ruimte biedt. De niet-woonfunctie in deze panden was voorheen verdeeld over de twee vigerende bestemmingsplannen Noord/Zuidlijn en De Pijp 2005. In het algemeen worden de grenzen van bestemmingsplannen gebaseerd op perceelsgrenzen en op ruimtelijkfunctionele samenhang. Omdat de bebouwing op het binnenterrein hetzelfde kadastraal perceel beslaat en de panden te samen in gebruik zijn bij één niet-woonfunctie, wordt deze splitsing (zowel kadastraal als wat betreft gebruik) in dit bestemmingsplan opgeheven. Adressant acht deze samenvoeging onwenselijk omdat het in de nieuwe situatie meer gemengde gebruiksmogelijkheden toestaat. In het nieuwe bestemmingsplan hebben de gebouwen op de binnentuin dezelfde bestemming als het hoofdgebouw. Ten opzichte van de vigerende bestemming betekent dit een uitbreiding als het gaat om het gebruik als dienstverlening, maar een beperking van het gebruik als kantoor. Gebruik als kantoor past overigens niet in de gemeentelijke Kantorenstrategie en wordt in het algemeen binnen de bestemming Gemengd 2 niet mogelijk gemaakt. Voor de binnen bestemming toegestane niet-woonfuncties geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 300 m2 per vestiging. De op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige (vergunde) niet-woonfunctie met een oppervlak groter dan dit maximum, mag worden voortgezet. Als het gaat om het uitwisselen van de binnen de bestemming toegestane nietwoonfuncties biedt het bestemmingsplan flexibiliteit. Echter, bij een gebruiksverandering naar één van de andere binnen de bestemming toegestane functies, geldt voor de nieuwe niet-woonfunctie de gestelde maximum maat van 300 m2. Deze beperking in oppervlakte voor nieuwe niet-woonfuncties zorgt ervoor dat grote, ruimtelijk niet inpasbare nietwoonfuncties (die kunnen leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat) worden uitgesloten. Indien in de toekomst een aanvraag omgevingsvergunning zou worden ingediend voor de vestiging van een andere binnen de bestemming toegestane functie die groter is dan de maximum maat, dan zal voor dat specifieke geval worden afgewogen of dat groter oppervlak leidt tot negatieve effecten voor het woon- en leefklimaat. Als dat niet het geval blijkt, kan het initiatief mogelijk worden gemaakt met (buitenplanse) afwijking. Voor de opmerking van adressant over de mogelijkheden om de binnentuinen te bebouwen, wordt hier verwezen naar de beantwoording van onderdeel 1.2. Zoals aangegeven in de toelichting, is voorafgaand aan het opstellen van het bestemmingsplan De Pijp 2005 gebleken dat het door middel van het bestemmingsplan (juridisch) afdwingen van het realiseren van daktuinen niet mogelijk is. Het bestemmingsplan staat het realiseren van daktuinen echter niet in de weg. Voor het aanleggen van daktuinen geldt (sinds februari 2010) de Subsidieverordening groene daken en gevels Stadsdeel Oud-Zuid (geldig sinds februari 2010). Op grond daarvan kan subsidie worden aangevraagd voor het groen maken van de daken (en gevels). Daarbij worden de daken van aanbouwen op de binnentuinen expliciet genoemd. De subsidieverordening is bedoeld voor zowel bewoners als bedrijven. Omdat het afdwingen van het realiseren van daktuinen op grond van het bestemmingsplan niet mogelijk is, heeft het stadsdeel er voor gekozen op deze manier het aanleggen van daktuinen te bevorderen. Voor de beantwoording van de overige in de inspraakreactie aangegeven aspecten wordt hier verwezen naar de beantwoording van onderdeel 1.2 van de inspraakreactie. De opmerking van adressant over het Bomenbeleid Stadsdeel Zuid 2012 wordt voor kennisgeving aangenomen. De Beleidsnota is geen onderdeel van het bestemmingsplan.

1.4 Adressant geeft aan dat mede door de realisatie van de parkeergarage Boerenwetering en de herinrichting van de openbare ruimte de Frans Halsbuurt een autoluw gebied zal worden. Veel problemen kunnen volgens adressant worden voorkomen door de Eerste Jacob van Campenstraat 49 met bijbehorende (gedoogde) bebouwing van het binnenterrein (deels) te bestemmen voor inpandig fietsparkeren. Dit sluit aan bij de vigerende functie van pand nr. 49, namelijk garage, en mitigeert veel van de onwenselijke gevolgen van het bestemmingsplan: toename horeca, winkels, verkeerdruk en het daarmee samenhangende groeiende fiets- en parkeerprobleem in de buurt met nog steeds een overwegend woonkarakter die daar nu al onder lijdt (veel fietsparkeren op de stoep). Bovendien zou een fietsparkkeergarage op die plek bijdragen aan de kwaliteit van de openbare ruimte op een druk punt in de Rode Loper. Voor de beantwoording van dit deel van de inspraakreactie wordt hier verwezen naar de beantwoording van onderdeel 1.1. 1.5 Adressant geeft aan dat het bestemmingsplan gevolgen heeft voor de woonkwaliteit in de Frans Halsbuurt en bewoners in de directe omgeving. Adressant ziet graag dat besluitvorming verloopt volgens de wettelijke procedures en dat niet met vergunningverlening en inrichtingsplannen wordt vooruitgelopen op de besluitvorming van het bestemmingsplan Noord/Zuidlijn. Verzocht wordt daarom verdere vergunningen op te schorten tot het definitieve ontwerpbestemmingsplan is vastgesteld. Een aanvraag omgevingsvergunning kan op elk moment worden ingediend. Voor de besluitvorming over aanvragen gelden wettelijke termijnen, zodat het opschorten van vergunningen (of een tijdelijke stop op vergunningen) niet aan de orde kan zijn. Het moment van indienen van de aanvraag bepaalt aan welk bestemmingsplan getoetst wordt. Tot op het moment dat het nieuwe bestemmingsplan in procedure is gebracht voor vaststelling, dient te worden getoetst aan de geldende vigerende bestemmingsplannen. Vanaf het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd, worden aanvragen aangehouden tot dat het nieuwe bestemmingsplan is vastgesteld. Als een aanvraag zowel in het vigerende àls in het nieuwe bestemmingsplan past, kan een omgevingsvergunning (vooruitlopend op de vaststelling) wel worden verleend. Zoals aangegeven bij de beantwoording van onderdeel 1.1, volgt de herinrichting van de Rode Loper een eigen besluitvormingstraject dat los staat van het bestemmingsplan. 1.6 Adressant geeft aan dat handhaving achteraf onwenselijk is. Als de beleidskaders niet helder zijn (of tegenstrijdig) zal adequate handhaving nagenoeg ondoenlijk zijn. Adressant wijst in dit verband ook op de sluipende aantasting van het groen in de binnenterreinen. De hoogte van de bebouwing in de open tuinen binnen bouwblokken dient het toegestane maximum niet te overschrijden. Dus extra hoge nooduitgangen etc. mogen niet worden toegestaan. De ervaring in de Frans Halsbuurt leert dat, als iets er eenmaal is, je het niet meer weg krijgt. Protesten tegen de uitbreiding van de bebouwing van Van der Meermeubelen midden in het bouwblok in de jaren 70 van de vorige eeuw werden indertijd afgewimpeld met de verzekering dat het om tijdelijke voorzieningen ging. De ontsierende

noodvoorziening op het illegaal bebouwde binnenterrein overschrijdt de maximaal toegestane bouwhoogte, maar staat er ook al ruim dertig jaar. Zoals aangegeven bij de beantwoording van onderdeel 1.2 van deze inspraakreactie, is de bestaande bebouwing op het binnenterrein behorend bij Stadhouderskade nrs. 74 en 75 en de Eerste Jacob van Campenstraat 49 en 51 niet illegaal. De bebouwing is in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen, waarbij tevens een maximum bouwhoogte is vastgelegd. Het bestemmingsplan bevat algemene afwijkingsregels waarmee de maximale bouwhoogte overschreden kan worden met ten hoogste 3 meter ten behoeve van verwarmingsinstallaties, liftschachten en trappenhuizen, en met ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, antennes, ventilatie-inrichtingen, zonneboilers, zonnepanelen, antennemasten voor mobiele telefonie. Deze algemene afwijkingsregels bieden flexibiliteit indien dat nodig blijkt. 2. Inspraakreactie 2 2.1 Adressant geeft aan dat in De Pijp reeds veel horeca-vergunningen zijn gegeven en dat dit leidt tot enorme drukte en overlast. Verzocht wordt daarom om een tijdelijke stop op de uitgifte van vergunningen voor horeca. Zoals aangegeven bij de beantwoording van onderdeel 1.1, heeft het nieuwe bestemmingsplan (mede) tot doel de onbeperkte rechten voor horeca in te perken. Zoals aangegeven bij de beantwoording van onderdeel 1.5, kan een aanvraag omgevingsvergunning op elk moment worden ingediend en gelden voor de besluitvorming over aanvragen wettelijke termijnen. 2.2 Adressant geeft aan dat voor de herinrichting van de Ferdinand Bolstraat een winkelmanager zal moeten worden aangewezen, met zekere mandaten van de huidige bewoners en huidige ondernemers bij het inplannen van nieuwe vergunningen. Volgens adressant dient deze functionaris in de planvorming te worden opgenomen. In en in de omgeving van het plangebied is een aantal winkelstraatmanagers actief, onder andere een winkelstraatmanager voor de Ferdinand Bolstraat. De winkelstraatmanager zet zich in voor het in stand houden en/of verbeteren van een winkelgebied door samen met de ondernemers, vastgoedeigenaren, politie en gemeente te werken aan o.a. de veiligheid, leefbaarheid en marketing en promotie van het gebied. De winkelstraatmanager houdt in de gaten wat er bij de winkeliers en de gemeente speelt en fungeert als schakel tussen ondernemers en de lokale overheid. Vanuit deze rol is de winkelstraatmanager voor de Ferdinand Bolstraat ook betrokken bij de herinrichtingsplannen voor de Ferdinand Bolstraat. Het instellen van een winkelstraatmanager is niet ruimtelijke relevant en kan niet in het bestemmingsplan worden geregeld.

3. Inspraakreactie 3 De inspraakreactie betreft de uitbouw in de tuin aan de achterzijde van de Jacob van Campenstraat 53. Adressant geeft aan dat een deel van de bestaande uitbouw niet is voorafgegaan door een vergunningstraject. Adressant verzoekt de uitbouw achter de woning op te nemen in het bestemmingsplan. Aangegeven is dat het niet vergunde deel van de uitbouw reeds tientallen jaren aanwezig is. Daarnaast geeft adressant aan dat de reden waarom de uitbouw niet gelegaliseerd is, is dat het adres Eerste Jacob van Campenstraat 53 destijds binnen het vigerend bestemmingsplan Noord-Zuidlijn viel, en niet in het vigerend bestemmingsplan De Pijp 2005. Aangegeven wordt dat de inventarisatie ten behoeve van het bestemmingsplan De Pijp 2005 aanleiding is geweest om de (voordien) eveneens illegale uitbouw bij het buurpand nummer 51 (dat wèl onderdeel uitmaakt van De Pijp 2005) in het bestemmingsplan op te nemen. Adressant verzoekt om daarom de betreffende uitbouw bij nummer 53 in het bestemmingsplan op te nemen. De opmerking van adressant is gegrond. Voor het destijds op te stellen bestemmingsplan De Pijp 2005 is een inventarisatie gedaan van de aanwezige bebouwing op àlle binnentuinen in De Pijp, inclusief de delen van de buurt die vielen in het bestemmingsplangebied Noord-Zuidlijn. Deze inventarisatie is uitgevoerd tussen december 2002 en maart 2003. In de rapportage van de inventarisatie is in de tuin van nummer 51 een bij de woning behorende uitbouw opgenomen van 4 meter hoog en is in de tuin van nummer 53 een bij de woning behorende uitbouw opgenomen over de volledige tuin, met een bouwhoogte van eveneens 4 meter. De inventarisatie geeft daarmee aan dat de betreffende uitbouw eind 2002/begin 2003 reeds aanwezig was. Bij het opstellen van bestemmingsplan De Pijp 2005 is de uitbouw bij nummer 51 op de verbeelding (plankaart) opgenomen. Dat is niet gebeurd met de uitbouw van nummer 53, aangezien dit pand destijds viel binnen het bestemmingsplan Noord-Zuidlijn en niet binnen bestemmingsplan De Pijp 2005. Indien nummer 53 onderdeel had uitgemaakt van bestemmingsplan De Pijp 2005, dan was deze uitbouw eveneens op de verbeelding ingetekend. Nu nummer 53 onderdeel uitmaakt van het nieuwe bestemmingsplan Noord/Zuidlijn, waarin de systematiek op hoofdlijnen overeenkomt met die in bestemmingsplan De Pijp 2005, ligt het niet in de rede om de uitbouw bij nummer 53 niet als zodanig in het bestemmingsplan op te nemen. Daarmee worden beide uitbouwen (nummer 51 en nummer 53) op gelijke wijze behandeld. Het bestemmingsplan zal worden aangepast door de uitbouw op de tuin achter de Eerste Jacob van Campenstraat 53 als zodanig op de verbeelding op te nemen met een bouwhoogte van 4 meter. Deze inspraakreactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.