Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2012

Vergelijkbare documenten
Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2011

De Commissie van beroep Islamitische Scholen is een commissie van beroep als bedoeld in artikel 60 van de WPO en artikel 52 van de WVO.

De Commissie van beroep Islamitische Scholen is een commissie van beroep als bedoeld in artikel 60 van de WPO en artikel 52 van de WVO.

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F

Inleiding Bevoegdheid van de Commissie Reglement

SAMENVATTING UITSPRAAK

Inleiding Bevoegdheid van de Commissie Reglement

J A A R V E R S L A G Commissie voor Geschillen CAO-MBO. Meer informatie op

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen Jaarverslag 2014

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Jaarverslag 2014

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen

De Commissie van Beroep en Stichting Onderwijsgeschillen hopen u met dit jaarverslag van dienst te zijn.

J A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo

Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 van de Commissie van beroep Islamitische Scholen 2014.

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo. Meer informatie op

Inleiding Samenstelling van de Commissie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman

J A A R V E R S L A G Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Commissie van Beroep Kenniscentra Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

J A A R V E R S L A G Commissie voor Beroep Islamitische Scholen. Meer informatie op

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

Inleiding Samenstelling van de Commissie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

Jaarverslag 2011/2012 1

J A A R V E R S L A G Landelijke bezwarencommissie Functiewaardering po, vo en mbo

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

Inleiding Bevoegdheid van de Commissie Reglement

REGLEMENT VOOR DE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN VAN HET CONFESSIONEEL MBO

SAMENVATTING U I T S P R A AK

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Inleiding Samenstelling van de Commissie

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING / Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

Commissie van beroep vo

ECLI:NL:RBMNE:2016:530

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

SAMENVATTING UITSPRAAK

Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: BVE SAMENVATTING

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

KLACHT OVER PERSONEELSZAKEN

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

Commissie van Beroep PO

Inleiding Samenstelling van de Commissie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.

SAMENVATTING UITSPRAAK

De Commissie neemt kennis van medezeggenschapsgeschillen zoals omschreven in de artikelen 9.30 lid 6, 9.30a lid 4 en 9.40 leden 1 en 4 WHW.

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

SAMENVATTING UITSPRAAK

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Reglement Geschillencommissie oogo-jeugdplan

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep PO

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Evenals in 2012 stond in 2013 de toekomst van de Commissies van Beroep in de schijnwerpers.

VOORZITTER LANDELIJKE COMMISSIE

Reglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

De commissie rapporteert jaarlijks aan het RAS-bestuur over haar werkzaamheden. Via deze notitie wordt daar voor het jaar 2012 invulling aangegeven.

BIJLAGE IV REGLEMENT VAN DE BEROEPSCOMMISSIE VOOR DE ZOETWARENINDUSTRIE Als bedoeld in artikel 53 van de CAO voor de Zoetwarenindustrie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC X, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G

Transcriptie:

Commissie voor geschillen CAO-BVE

Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2012 aan van de Commissie voor geschillen CAO-BVE. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties wordt dit jaarverslag uitsluitend nog digitaal aangeboden. De Commissie wordt in stand gehouden door Stichting Onderwijsgeschillen. Het bureau van Onderwijsgeschillen verzorgt de administratieve en juridische ondersteuning van de commissie. De volledige, geanonimiseerde uitspraken en de gegevens over de Commissies en over het bureau van Onderwijsgeschillen zijn te vinden op www.onderwijsgeschillen.nl.

Inleiding De Commissie voor geschillen CAO-BVE is een commissie als bedoeld in de artikelen N-6 t/m N-8 van de CAO-BVE. De Commissie wordt in stand gehouden door Stichting Onderwijsgeschillen. De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over instellingen die zich voor de behandeling van geschillen bij de Commissie hebben aangesloten. De Commissie is bevoegd geschillen te behandelen tussen werkgever en werknemer die de toepassing van de CAO-BVE betreffen. Met goedvinden van beide partijen kunnen ook andere geschillen welke de goede verstandhouding tussen werkgever en werknemer kunnen schaden, aan de beslissing van de Commissie worden onderworpen. De uitspraak van de Commissie is voor werkgever en werknemer bindend. Samenstelling van de Commissie De Commissie was in het verslagjaar als volgt samengesteld: mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter mr. P.E.M. Messer-Dinnissen, plaatsvervangend voorzitter mr. J. Klazema, lid benoemd op voordracht van de MBO-Raad (tot 1-8-2012) mr. G.J. Wubs-Postma, plaatvervangend lid benoemd op voordracht van de MBO- Raad L. Murray, plaatsvervangend lid benoemd op voordracht van de Centrales mr. M. Th. van Wel, lid benoemd op voordracht van de Centrales.

Geschillen Aangesllotten schollen en iinsttelllliingen In het verslagjaar waren bij de Commissie 48 BVE-instellingen aangesloten. Behandellende geschiillllen In het verslagjaar is de Commissie vijfmaal bijeen geweest en heeft zij 5 geschillen mondeling ter zitting behandeld. geschillen resterend uit 2011 1 aanhangig gemaakt 8 ingetrokken 2 uitspraken 5 behandeling nog niet afgerond op 31-12-2012 2 Veerrgeel lijkki ing vveerrssl laagj jaaaarr meett vvoorrgaaaandee jaarreen:: j 22001111 totaal in behandeling 12 ingetrokken 3 uitspraken 8 voortgezet in 2012 1 22001100 totaal in behandeling 24 ingetrokken 4 uitspraken 16 voortgezet in 2011 4 22000099 totaal in behandeling 36 ingetrokken 6 uitspraken 19 voortgezet in 2010 11 22000088 totaal in behandeling 28 ingetrokken 7 uitspraken 5 voortgezet in 2009 16

Samenvattingen van de uitspraken 105474 - Geschil over de toepassing van artikel H-60 CAO-BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever was in 2011 voornemens hem op grond van disfunctioneren als bedoeld in artikel H-60 CAO BVE te herplaatsen in de functie van onderwijsassistent. Nadien hebben partijen overeenstemming bereikt over deze functiewijziging. Dit blijkt uit de getekende akte van benoeming als onderwijsassistent. Niet gebleken is dat er sprake is geweest van dwaling aan de zijde van werknemer en/of misleiding door de werkgever. De werknemer werd ten tijde van de onderhandeling en de ondertekening van de arbeidsovereenkomst bijgestaan door zijn gemachtigde en de overeenkomst is het resultaat van een lang onderhandelingsproces. Aldus is er sprake van een overeenkomst tussen partijen en niet van een (eenzijdige) gedwongen herplaatsing als bedoeld in artikel H-60 CAO BVE. Daarom is geen sprake van een geschil betreffende de toepassing van de CAO BVE als bedoeld in artikel N-6. Verzoek niet-ontvankelijk. 105199 - Geschil over de toepassing artikel I-22 CAO-BVE De werkneemster heeft te veel salaris ontvangen. De werkgever heeft besloten dit salaris in te houden. De werkneemster voert aan dat zij niet kon weten dat zij te veel ontving en dat daarom de terugvordering niet redelijk is. De werkgever is met zijn besluit tot terugvordering binnen de werking van artikel I-22 CAO BVE gebleven. In zoverre is er geen sprake van onjuiste toepassing van de CAO BVE. De Commissie is niet bevoegd om te oordelen over de vraag of de werkgever in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot volledige terugvordering van het teveel betaalde, omdat dit niet de toepassing van de CAO BVE betreft. Voor een behandeling van het geschil op grond van artikel N-7 CAO is geen aanleiding, omdat de werkgever desgevraagd door de Commissie aangegeven heeft niet akkoord te gaan met behandeling van het geschil op grond van artikel N-7. 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure een voorstel tot werkverdeling in stemming gebracht. De meerderheid van de werknemers van de school heeft met dit voorstel ingestemd. Uit het ter stemming voorgelegde voorstel kan niet een voorstel tot inzet van de werknemers van de school worden gelezen. Evenmin is duidelijk hoe de te verdelen werkzaamheden op teamniveau over de desbetreffende medewerkers verdeeld gaan worden. Het abstractieniveau is te hoog en het voorstel te weinig specifiek. Een voorstel van de zijde van de werknemers ontbreekt eveneens. Onder deze omstandigheid mag van de werkgever worden verwacht een voorstel te presenteren dat voldoet aan het in artikel F-5 lid 2 CAO BVE en in dehet geheel overziend komt de Commissie tot het oordeel dat artikel F-5 CAO BVE onjuist is toegepast.

105250 - Geschil over toepassing artikel IV bijlage G CAO-BVE 1999-2000 (BAPOregeling) De werknemer is op grond van artikel H-60 CAO BVE (herplaatsing in lagere functie vanwege disfunctioneren) vanuit een schaal 14-functie zonder salarisgarantie herplaatst in een schaal 12-functie. Onder disfunctioneren moet worden verstaan het niet op juiste wijze vervullen van taken door een werknemer ofwel het niet in voldoende mate voldoen aan de gestelde functie-eisen. Niet elk disfunctioneren rechtvaardigt een salarisverlaging. Het moet gaan om zodanig ernstig disfunctioneren (grenzend aan dan wel zijnde verwijtbaar handelen) dat salarisverlaging, alle omstandigheden in aanmerking nemende, een passende en in redelijkheid te nemen maatregel vormt. Dit disfunctioneren dient te blijken uit verslagen van functionerings- en/of beoordelingsgesprekken en/of andere schriftelijke stukken. De werkgever heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van disfunctioneren in de hiervoor bedoelde zin. De werkgever heeft het achterwege laten van een salarisgarantie derhalve ten onrechte gebaseerd op artikel H-60 CAO BVE. De werkgever heeft een onjuiste toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel H-60 CAO BVE. 105247 - Geschil over toepassing van artikel I-12b CAO-BVE Werknemer is het niet eens met de afrekening van het door hem opgebouwde tegoed ingevolge de VAA-regeling per eind juli 2006 omdat de door de werkgever gehanteerde formule per saldo veel minder oplevert dan het uurloon waarvoor hij heeft gewerkt. Werknemer erkent dat de werkgever de uitbetaling conform de in de CAO BVE opgenomen voorschriften heeft verricht. Gebleken is dat de werknemer de keuze heeft gemaakt voor uitbetaling van het opgebouwde verlof terwijl hij op dat moment, als uitvoerder van de regeling, reeds wist dat de uitbetaling in zijn ogen voor hem mogelijk onredelijk zou uitpakken. Daarbij komt nog dat de werkgever niet er toe is gehouden om in positieve zin van de CAO BVE af te wijken. Overigens is ook niet gebleken dat werknemer daar destijds om heeft verzocht. Omdat vastgesteld kan worden dat de werkgever zich bij de uitbetaling van het opgebouwde verlof aan de bepalingen uit de CAO BVE heeft gehouden, is geen onjuiste toepassing aan de CAO BVE gegeven. Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht info@onderwijsgeschillen.nl www.onderwijsgeschillen.nl