Geachte heer Von den Hoff, Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) u over een klacht die is ingediend tegen dhr. (-) (hierna: beklaagde), beëdigd vertaler Nederlands? Turks en v.v. (Wbtv-nr. (-)). Verloopvandeprocedure Op 16 augustus 2011 (ontvangen op 16 augustus 2011) heeft mw. (-), Hoofd inkoop, Huisvesting en Front Office van de Rechtbank Haarlem (hierna: klaagster) bij het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: Bureau Wbtv), namens de Rechtbank Haarlem en het arrondissementsparket van het Openbaar Ministerie te Haarlem, een klacht ingediend over vertaalwerkzaamheden van beklaagde in het kader van een persbericht naar aanleiding van de dood van een 22-jarige arrestant op 3 juli 2011 te Beverwijk. Bij brief van 22 september 2011 zijn klaagster en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht. Zij zijn door de commissie uitgenodigd om in het kader van een hoorzitting op 23 september 2011 een toelichting te geven. Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting per e-mail een verweerschrift ingediend, gedateerd 12 september 2011. De commissie heeft bij de voorbereiding van de behandeling van de klacht op grond van art. 10 van het Reglement Klachtencommissie Wbtv besloten om de brontekst en de vertaling van beklaagde ambtshalve ter inhoudelijke beoordeling voor te leggen aan een deskundige. Op 22 augustus is aan mw. mr. (-), beëdigd vertaler Nederlands? Turks en v.v. daartoe een opdracht verstrekt. Mw. mr. (-) heeft samen met twee van haar collega s, drs. (-) en drs. (-), beiden beëdigd vertaler, de teksten bekeken. Zij hebben middels een rapport van 26 augustus 2011 aan deze opdracht voldaan. Van de op schrift gestelde bevindingen zijn aan partijen afschriften toegezonden. De klacht is op 23 september 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: dhr. mr. R.G.A. Beaujean dhr. P. Hyams, M.A. dhr. S. Kruszynski voorzitter, lid, lid. De commissie heeft zich bij de behandeling van de klacht doen bijstaan door dhr. J.J.L. Link, secretaris van de commissie, en mw. A.F. Wegewijs, notulist. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen. Namens het Openbaar Ministerie is voorts mw. (-) verschenen. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij dit advies gevoegd. De commissie heeft kennisgenomen van de stukken van het klachtdossier en van hetgeen door klaagster en beklaagde tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. De commissie overweegt naar aanleiding daarvan als volgt.
Degrondenvoordeklacht De klacht is naar het oordeel van de commissie als volgt samen te vatten: De doorbeklaagde opgemaakte vertaling isdermate slechtdatde Nederlandse ambassade in Turkije de persverklaring van de Rechtbank Haarlem naar aanleiding van dedood van een 22-jarigearrestantop 3 juli2011 tebeverwijk nietnaardeturksemediaheeftwilensturen. Devertalingschietzowelquazinsopbouw,grammaticaenquavertalingvan woordendermatetekortdatdezenietkonwordengebruiktvoorhetdoel waarvoordeopdrachtaanbeklaagdewasverstrekt.devertalingisophetniveau vaneen12-14jarigkind. Toelichting Klaagster geeft ter zitting aan dat sprake was van een arrestant die op 3 juli 2011 te Beverwijk na zijn aanhouding door de politie in een politiecel is overleden. De Turkse familie van de arrestant heeft daarop de Turkse media benaderd en in de berichtgeving de Nederlandse politie beschuldigd van geweldpleging, waardoor een geruchtenstroom op gang kwam. Er is door de Nederlandse autoriteiten een onderzoek ingesteld naar de dood van de arrestant. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is een persbericht opgesteld met de bedoeling dit zo snel mogelijk onder de Turkse media te verspreiden. Aan beklaagde is gevraagd het persbericht in het Turks te vertalen. Vanwege de gevoeligheid van het stuk heeft klaagster met beklaagde mondeling afgesproken met nadruk te letten op het woordgebruik. Alvorens deze verder te verspreiden, heeft klaagster de vertaling van het persbericht eerst aan een Nederlands-Turkse politieagent laten lezen, die aangaf dat de vertaling niet erg goed was. Omdat zij de achtergrond van deze agent niet kende, heeft zij daar verder geen acht op geslagen en de vertaling toch verstuurd. Daarna werd zij gebeld door de Nederlandse ambassade in Turkije met de mededeling dat de verklaring, vanwege de slechte kwaliteit, niet verder zou worden verspreid. Het was toen te laat om nog een nieuwe vertaling te laten vervaardigen. De door beklaagde vervaardigde vertaling is uiteindelijk niet gebruikt voor het doel waarvoor deze is opgemaakt. Klaagster heeft vervolgens een medewerker van de Nederlandse ambassade gevraagd om enkele voorbeelden van fouten in de vertaling op te schrijven en naar haar toe te zenden. Deze voorbeelden zijn als bijlage bij het klaagschrift gevoegd. In hun bevindingen geven mr. (-), drs. (-) en drs. (-), allen beëdigd vertalers Nederlands-Turks en vice versa, op ambtshalve verzoek van de commissie hun algemene indruk van de vertaling weer. Zij concluderen dat de vertaling voldoende kwaliteit ontbeert en een onjuiste en onvolledige weergave van de brontekst geeft. De vertaling bevat een zestal spelfouten. Voorts is er sprake van inconsequenties, verkeerde terminologie en zijn enkele woorden niet vertaald. Op zinsniveau is het verschil tussen hoofd- en bijzinnen niet overal als zodanig herkend en vertaald. Ook is de brontekst soms verkeerd geïnterpreteerd. Ten slotte doet de stijl en terminologie van de vertaling geen recht aan de stijl van de brontekst, die veel formeler van karakter is. In zijn verweerschrift geeft beklaagde aan niet in te gaan op spelfouten en het al dan niet op de juiste plek plaatsen van komma s. Ten aanzien van de beweerde inhoudelijke fouten geeft hij aan zich hierin niet te kunnen vinden. Enkele voorbeelden, die genoemd zijn in de bijlage bij het klaagschrift en de bevindingen van mr. (-), drs. (- ) en drs. (-), spreekt beklaagde gemotiveerd tegen. Hij benadrukt onder meer dat voor de vertaling van de man het Turkse woord erkek moet worden gebruikt en niet zoals uit het klaagschrift en de bevindingen van mr. (-) c.s. zou volgen het woord kisi of sahis. Deze woorden hebben immers de betekenis van onzijdig persoon. Waar door de Nederlandse ambassade in Turkije en door mr. (-), drs. (-) en drs. (-) - 2 -
wordt aangeven dat de werkwoordsuitgang mis had moeten worden gebruikt, geeft beklaagde aan dat de doeltekst daarmee een persoonlijke interpretatie van de vertaler zou geven en juist dat is niet toegestaan. Beklaagde heeft dit ter hoorzitting nader toegelicht. Beklaagde geeft voorts aan dat alle contacten die verband hielden met de vertaalopdracht verliepen via dhr. (-), medewerker van het Tolkenbureau in de Rechtbank Haarlem. Met hem was afgesproken dat beklaagde de persverklaring eerst wilde zien alvorens te beslissen of hij deze binnen een korte tijd zou kunnen vertalen. Hem is niet gezegd dat het om een gevoelig stuk ging. Hij wist alleen dat het om een persbericht ging. Hij had afgesproken dat hem de brontekst op 27 september 2011 vóór 17.00 uur zou worden toegezonden. Om 19.00 uur moest hij weg voor een andere afspraak en hij zou pas na middernacht weer thuiskomen. Beklaagde ontving de verklaring daarentegen pas per e-mail om 18.51 uur. Hij heeft het persbericht niet eerder dan op 28 juli 2011 om 01:33 uur kunnen lezen, terwijl de opdracht die ochtend gereed moest zijn. Hij kon toen niemand van de rechtbank bereiken. Hij was moe en moest de volgende dag werken, maar besloot desondanks de persverklaring te vertalen. Hij heeft de nacht doorgewerkt en de vertaalde versie op 28 juli 2011 om 04:16 uur aan de opdrachtgever verstuurd met de opmerking dat hij zoals afgesproken een snelle vertaling van het document stuurde. Beklaagde had toen geen gelegenheid meer om de tekst voor te leggen aan zijn vrouw, tevens tolk en vertaler Turks, zoals hij normaal gesproken met oog op een eventuele correctie wel gewend is te doen. Ter hoorzitting licht beklaagde toe dat hij met de aanduiding snelle vertaling heeft willen aangeven dat aan die vertaling niet de kwaliteit mag worden toegedicht die van een beëdigde vertaling mag worden verlangd. Klaagster heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat zij uit de omschrijving snelle vertaling van beklaagde afleidde dat beklaagde de vertaling nog binnen de afgesproken termijn heeft weten te vervaardigen. Beoordelingvandeklacht De commissie beschouwt de klacht als gegrond. De commissie stelt voorop dat de bevindingen in het klaagschrift steun vinden in de door de commissie ambtshalve gevraagde inlichtingen van drie onafhankelijke beëdigd vertalers. Anders dan beklaagde heeft zij geen redenen te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid daarvan. De fouten die beklaagde heeft gemaakt zijn zodanig dat de vertaling uiteindelijk niet is gebruikt voor het doel waarvoor deze is opgemaakt, te weten: als persbericht ten behoeve van de Turkse media, teneinde daarmee een geruchtenstroom over de mishandeling van een arrestant door de Nederlandse politie, de dood ten gevolge hebbend, tegen te gaan. Daarmee heeft beklaagde het vertrouwen dat opdrachtgevers mogen stellen in vertalers die in het Rbtv zijn ingeschreven ernstig beschaamd. Beklaagde was bij het aangaan van de opdracht op de hoogte van het feit dat het om een persbericht ging dat met spoed moest worden vertaald. Daaruit moest hij afleiden dat met een (snelle) werkvertaling, waarbij nog correctie nodig is, niet kon worden volstaan. Beklaagde was naar eigen zeggen met de opdrachtgever overeengekomen dat hij niet eerder met de opdracht zou instemmen dan nadat hij de brontekst had kunnen zien en dat die tekst hem op 27 september 2011 vóór 17.00 uur zou moeten worden toegezonden, omdat hij daarna tot middernacht niet in staat zou zijn de opdracht uit te voeren. Tussen partijen is niet in geschil dat een dergelijke afspraak is gemaakt. Ondanks dat de tekst hem ná 17.00 uur is toegezonden, heeft beklaagde de opdracht aanvaard, wetende dat hij de opdracht gegeven het korte tijdsbestek en zijn vermoeidheid, niet volgens de geldende kwaliteitsnormen zou kunnen voltooien. Het had op de weg van beklaagde gelegen om de opdracht te weigeren toen hem op 27-3 -
september 2011 om 17.00 uur in weerwil van de gemaakte afspraken bleek dat hij de brontekst nog niet had ontvangen. In ieder geval had hij bij het versturen van de vertaling duidelijk kunnen en moeten aangeven dat hij over bepaalde onderdelen van de vertaling niet zeker was en dat die nagekeken dienden te worden. Ten overvloede overweegt de commissie dat hoewel aan een inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers niet de voorwaarde wordt gesteld dat de tolk of vertaler beschikt over ervaring en deskundigheid met betrekking tot opdrachten voor justitieafnemers, uit beklaagdes inschrijving in het register wel blijkt dat hij zich uitdrukkelijk beschikbaar stelt voor dergelijke opdrachten. Van beklaagde mag daarom worden verwacht dat hij met juridisch gevoelige teksten weet om te gaan en dat hij aangeeft wanneer hij zich daartoe niet of onvoldoende in staat acht. Justitieafnemers moeten daarop kunnen vertrouwen. De commissie wijst in dit verband op de artikelen 1.1, 4.1 en 4.3.1 van de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv (zie bijlage). Advies De commissie adviseert het Bureau Wbtv om de klacht gegrond te verklaren. Er is naar het oordeel van de commissie sprake van ernstige feiten en omstandigheden betreffende de vakbekwaamheid van beklaagde, waaronder ook op het gebied van zijn taakopvatting als beëdigd vertaler. Beklaagde heeft een opdracht voor een zeer gevoelig persbericht aanvaard, wetende dat hij niet de kwaliteit zou kunnen leveren die van hem mocht worden verlangd en zonder daarover zijn opdrachtgever in te lichten. De kwaliteit van de door beklaagde vervaardigde vertaling was dermate slecht dat de Nederlandse ambassade heeft geweigerd deze te gebruiken voor het doel waarvoor deze was bestemd. Gelet op de aard en ernst van de aan beklaagde verweten gedragingen en met name ook de gevolgen daarvan adviseert de commissie het Bureau Wbtv beklaagde als beëdigd vertaler voor een periode van drie maanden tijdelijk uit het Register beëdigde tolken en vertalers door te halen. De commissie verwijst in dit verband naar artikel 9 van de Wet beëdigde tolken en vertalers. Daarnaast geeft de commissie beklaagde het advies om een vakgerichte opleiding te volgen, die niet alleen ziet op taalvaardigheid, maar (met name) ook op andere aspecten van vakbekwaamheid, waaronder in het bijzonder de taakopvatting van de beëdigd vertaler. De periode van doorhaling uit het register zou gebruikt kunnen worden om een begin te maken met het volgen van dergelijke bijscholing. Totslot Klaagster en beklaagde zullen van de commissie een afschrift van dit advies ontvangen. De commissie stelt het op prijs te zijner tijd te vernemen op welke wijze de klacht door het Bureau Wbtv is, dan wel wordt, afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de commissie, bereikbaar onder bovengenoemd telefoonnummer en e-mailadres. Hoogachtend, de Klachtencommissie Wbtv J.J.L. Link secretaris mr. R.G.A. Beaujean voorzitter - 4 -
BijlagebijhetadviesvandeKlachtencommissieW btv(klachtnr.06-2011) ToepasselijkeartikelenuitdeGedragscodevoortolkenenvertalersinhetkadervande Wbtv(Stcrt.2009,nr.15358) 1.2.Kwaliteit Tolken en vertalers streven ernaar, in het besef van hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun werk, steeds naar vermogen de beste kwaliteit en een optimale dienstverlening te leveren. Zij verrichten nimmer opzettelijk een onjuiste vertolking of vertaling. Zij zijn volledig aanspreekbaar op de kwaliteit van hun werk. Eventuele beperkingen van hun aansprakelijkheid jegens opdrachtgevers voor de gevolgen van geleverde prestaties worden uitsluitend schriftelijk vastgelegd. 4.1Opdrachtaanvaarding Het staat tolken en vertalers vrij een opdracht al dan niet te aanvaarden, behoudens wettelijke verplichtingen. Zij weigeren echter altijd een opdracht indien zich zwaarwegende redenen hiertoe voordoen, waaronder in ieder geval begrepen is wanneer er risico bestaat van belangenverstrengeling, indien zij het vermoeden hebben dat hun werk zal worden gebruikt voor onwettige en/of oneerlijke doeleinden of indien zij zich ervan bewust zijn dat zij de opdracht niet naar behoren zullen kunnen verrichten, wegens onvoldoende kennis en/of bekwaamheid, werkomstandigheden en/of bedongen afleveringstermijn, dan wel wegens gewetensbezwaren omtrent het onderwerp van de te vertolken situatie of te vertalen tekst. In geval van weigering van een opdracht stelt de tolk of vertaler de opdrachtgever hiervan onverwijld in kennis. 4.3.1Vertalen Vertalers streven er steeds naar aan de hoogste kwaliteitsnormen te voldoen, met name wat betreft de inhoudelijke getrouwheid aan de brontekst en het gebruik van het juiste taalregister, behalve bij uitdrukkelijk verzoek van de opdrachtgever om daarvan af te wijken. Vertalers overleggen met de opdrachtgever over de te volgen procedure bij ernstige fouten en/of dubbelzinnigheden in de brontekst voor zover zij dit noodzakelijk achten voor het op verantwoorde wijze uitoefenen van hun beroep. Indien de opdrachtgever als tussenpersoon optreedt, treedt de vertaler niet in contact met de cliënt van de opdrachtgever dan met diens toestemming. Vertalers onthouden zich van iedere vorm van plagiaat. - 5 -