Herziening van de Geluidnota Enschede 2009-2012 (Ontwerp, 2017) Versie 15 maart 2017 Afdeling Strategie en Beleid / Bestemmen en Vergunnen
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Achtergrond 1.2 Aanleiding en doel 2. DE HERZIENING 2.1 Aanpassing van de gebiedstypenkaart naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen 2.2 Afschaffen van het afstandscriterium voor geluidsniveau bedrijven 2.3 Geldt het gebiedsgerichte geluidbeleid voor nieuwe bedrijven of voor nieuwe situaties 2.4 Verandering van een niet-geluidgevoelige functie naar een geluidgevoelige functie (nieuwe situaties) 2.5 Nieuwbouwwoningen langs 30 km per uur wegen ( gevallen waarin geen procedure hogere grenswaarde mogelijk is) 2.6 Herkenbaar muziekgeluid bij reguliere- en incidentele bedrijfssituaties binnen Wabo/Wet milieubeheer-bedrijven 2.7 Bouw- en slooplawaai 2
1 INLEIDING 1.1 Achtergrond In 2009 is de Geluidnota Enschede 2009-2012 vastgesteld. In 2013 heeft het college de werkingsduur van de Geluidnota verlengd tot op het moment dat we een nieuwe Geluidnota vaststellen. In de Geluidnota staat het geluidbeleid voor de gemeente Enschede: de nota gaat in op het geluidbeleid voor verkeer, bedrijven (= inrichtingen), festiviteiten en bouw- en slooplawaai. De festiviteitenregeling is een regeling waar bedrijven gebruik van kunnen maken om, in afwijking van hun reguliere bedrijfsvoering andere activiteiten dan normaal te organiseren binnen hun bedrijf. Het geluid van vliegtuigen en evenementen maakt geen onderdeel uit van de Geluidnota. Geluid van vliegtuigen valt onder de bevoegdheid van het Rijk of de Provincie. Voor evenementen is besloten om dit mee te nemen in het evenementenbeleid en in het toetsingskader evenementenvergunningen. Dit toetsingskader wijst evenementenlocaties aan en stelt voorwaarden aan in Enschede te houden evenementen. 1.2 Aanleiding en doel Vuistregels en begrippen geluid: - Elke 3 decibel (db) is een verdubbeling van het geproduceerde geluid - De gevel van een woning verminderd 20db aan geluid - db(a) is de eenheid waarin de sterkte van het geluid meestal wordt weergegeven. db(a) is afgeleid van de decibel, maar corrigeert geluidssterkte voor de gevoeligheid van het menselijk oor - Wet geluidhinder: deze wet gaat over geluid dat veroorzaakt wordt door verkeer en industrie. Het doel van de wet geluidhinder is het beschermen van de mens tegen geluidhinder - Wet milieubeheer: deze wet geeft aan welke wettelijke instrumenten er zijn om het milieu te beschermen en welke uitgangspunten daarvoor gelden. - Activiteitenbesluit: dit besluit regelt activiteiten die relevant zijn voor het milieu. Voor alle bedrijven die onder dit besluit vallen gelden dezelfde regels. Met de Geluidnota zorgen we voor een goed woon- en leefklimaat in onze stad en stellen we kaders vast voor (economische) ontwikkeling. We willen woningen beschermen tegen een té hoge geluidsbelasting. Sinds de Geluidnota van kracht is, is wet- en regelgeving veranderd en hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan, bijvoorbeeld de nieuwe N18 of de verandering van kantoren in woningen, waarmee geen rekening is gehouden. Om hier op in te spelen kiezen we ervoor om de Geluidnota gedeeltelijk te herzien. Hieronder geven we per onderwerp aan waarom deze herziening nodig is en in welke paragraaf we er verder op ingaan. a. In deze herziening passen we de gebiedstypenkaart aan zodat de nieuwe N18 in het geluidbeleid past (paragraaf 2.1); b. In paragraaf 2.2 laten we het afstandscriterium voor nieuwe situaties vervallen. In de huidige Geluidnota gelden geluidsniveaus voor bedrijven op de gevel van de dichtstbijzijnde woning of op 50 meter van het bedrijf. Dit laatste is het afstandscriterium. Door het afstandscriterium te laten vervallen, maar altijd de dichtstbijzijnde gevel te kiezen, ontstaan er geen bureaucratische situaties 3
wanneer er binnen 50 meter geen woningen aanwezig zijn. Met deze herziening sluiten we aan bij het doel van het Activiteitenbesluit en het geluidbeleid; c. In paragraaf 2.3 geven we aan dat de Geluidnota geldt voor nieuwe situaties en niet alleen voor nieuwe bedrijven. De huidige Geluidnota geeft dit niet duidelijk aan; d. In paragraaf 2.4 stellen we voorwaarden aan het geluidsniveau bij functieverandering van een gebouw, bijvoorbeeld verandering van kantoor naar woning(en). De bestaande Geluidnota geeft niet aan hoe we hier mee omgaan; e. In paragraaf 2.5 stellen we voorwaarden aan het geluidsniveau binnen nieuwbouwwoningen die liggen langs drukke 30 km per uur wegen. Voor deze woningen geldt de wet geluidhinder niet. De bestaande Geluidnota geeft niet aan hoe we omgaan met woningen langs deze wegen; f. In paragraaf 2.6 geven we kaders voor herkenbaar muziekgeluid bij reguliere- en incidentele bedrijfssituaties. De bestaande Geluidnota geeft niet aan hoe we hier mee omgaan; g. In paragraaf 2.7 kondigen we aan dat de regels in de APV die gaan over bouw- en slooplawaai, gaan vervallen. Deze regels zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. 4
2. DE HERZIENING 2.1 Aanpassing van de gebiedstypenkaart De geluidnota geeft o.a. verschillende gebiedstypen. Per gebiedstype gelden bepaalde geluidsniveaus voor bedrijven. Voor het gebiedstype buitengebied gelden bijvoorbeeld de volgende geluidsniveaus: 45 db(a) overdag, 40 db(a) s avonds en 35 db(a) s nachts. Bedrijven die in dit gebiedstype liggen mogen overdag maximaal 45 db(a) geluid maken op de dichtstbijzijnde woning, s avonds 40 db(a) en s nacht 35 db(a). De gebiedstypen staan aangegeven op de gebiedstypenkaart: dat is een kaart van Enschede waarop elk gebiedstype een andere kleur heeft. Op de gebiedstypenkaart die hoort bij de Geluidnota zijn de zones langs alle autosnelwegen, hoofdwegen, busbanen en spoorwegen ingedeeld bij het gebiedstype verkeersinfrastructuur. De geluidsniveaus die bij dit gebiedstype horen zijn: 50 db(a) overdag, 45 db(a) in de avond en 40 db(a) in de nacht. De zone ligt meestal op 50 meter aan beide kanten van de weg: voor Rijkswegen geldt een zone van 200 meter. Voor de N18 is een Tracébesluit genomen door Rijkswaterstaat. Hiermee wordt vanaf de gemeentegrens met Haaksbergen tot aan de Westerval een nieuwe weg toegevoegd. We passen de gebiedstypenkaart hier op aan: het beleid verandert niet. De N18 valt onder de Rijksinfrastructuur en krijgt net zoals de A35 en de N35 een zone van 200 meter. De beleidsuitspraak in paragraaf 5.2.8 van de Geluidnota wijzigen we als volgt. Het gebiedstype verkeersinfrastructuur is het gebied binnen de invloedsfeer van de autosnelweg of langs de hoofdinfrastructuur, de OV-infrastructuur. De richtwaarde geldt tot 50 meter uit de as van de weg. Voor de A35, N35 en N18 geldt het gebied tot een afstand van 200 meter. 5
Hieronder de aangepaste gebiedstypenkaart voor de N18. 2.2 Afschaffen van het afstandscriterium voor geluidsniveau bedrijven De Geluidnota gaat o.a. over geluid afkomstig van bedrijven (=inrichtingen). Voor het beoordelen van geluidsniveaus van bedrijven gebruiken we de landelijke Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (verder Handreiking). Met deze Handreiking kunnen we gebiedsgericht geluidbeleid voor bedrijven opstellen. Om woningen te beschermen kunnen we lagere geluidsniveaus toekennen aan rustige gebieden en hogere geluidsniveaus aan gebieden waar meer dynamiek is, bijvoorbeeld de binnenstad. In de Geluidnota is het beleid voor bedrijven gebiedsgericht uitgewerkt: voor bedrijven in het buitengebied gelden strengere geluidsniveaus dan voor bedrijven op een bedrijventerrein. Een voorbeeld: in het gebiedstype buitengebied gelden geluidsniveaus van 45 db(a) overdag, 40 db(a) in de avond en 35 db(a) in de nacht. Als zich hier een nieuw bedrijf vestigt dan kijken we of het geluidsniveau op de gevel van de omliggende woningen of op 50 meter van het bedrijf voldoet aan de geluidsniveaus uit de Geluidnota. We kunnen gemotiveerd van de geluidsniveaus afwijken. De Geluidnota is bedoeld om woningen te beschermen. In de huidige Geluidnota geldt het geluidsniveau (=de richtwaarde) op dichtstbijzijnde woning of op 50 meter van het bedrijf (als binnen 50 meter van het bedrijf geen woning ligt). De toevoeging of op 50 meter van de inrichting komt met deze herziening van de Geluidnota te vervallen. We doen dit om de volgende redenen: 6
a. het punt gelegen op 50 meter van de inrichting, ligt soms midden in een weiland. Het uitgangspunt van het Activiteitenbesluit, de Handreiking (zie hierboven) en de Geluidnota is het beschermen van woningen en niet om exact op 50 meter te toetsen of voldaan wordt aan het geluidsniveau. Er is geen reden om een punt liggend in een weiland te beschermen; b. Voor bedrijven die niet aan het geluidsniveau op 50 meter voldoen, maar die in de praktijk geen overlast veroorzaken omdat de woningen op voldoende afstand liggen, moet op dit moment per geval worden afgeweken van de richtwaarde of moeten maatwerkvoorschriften worden opgelegd. Maatwerkvoorschriften zijn extra voorschriften in de vergunning die ervoor zorgen dat het bedrijf gaat voldoen aan de geluidsniveaus uit de Geluidnota. Dit leidt tot extra werk voor de ondernemer en voor de gemeente. In deze herziening laten we dit afstandcriterium los voor nieuwe situaties. Hiermee geven we meer ruimte aan ontwikkeling, terwijl we tegelijkertijd onze inwoners de wettelijke bescherming blijven bieden. Bedrijven moeten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht altijd voldoen aan de BBT-eis ( Best Beschikbare Technieken ). De BBTeis beschermt de omgeving ook al ongeacht in welk gebiedstype het bedrijf ligt. We voldoen hiermee ook aan de bestuurlijke wens tot deregulering (het verminderen van de regeldruk). Het afstandscriterium ( de richtwaarde geldt op 50 meter van de inrichting als binnen 50 meter 2.1 van Geldt de inrichting het geluidbeleid geen geluidgevoelige voor nieuwe bestemming situaties ligt ) of komt voor voor nieuwe heel Enschede bedrijven? (voor nieuwe situaties) te vervallen. Voor situaties waarin op dit moment een maatwerkvoorschrift is gesteld op 50 meter van het bedrijf, blijft dit voorschrift van kracht tot het moment dat blijkt dat dit voorschrift tot onnodige beperkingen leidt of tot het moment dat nieuwe maatwerkvoorschriften noodzakelijk zijn of de maatwerkvoorschriften worden ingetrokken. 2.3 Geldt het gebiedsgerichte geluidbeleid voor nieuwe bedrijven of voor nieuwe situaties? Paragraaf 5.1 van de Geluidnota ( Uitwerking van het gebiedsgerichte geluidbeleid voor inrichtingen ) geeft aan dat het geluidsniveau geldt als uitgangspunt voor nieuwe inrichtingen (=bedrijven). Dit is echter niet juist: de Geluidnota geldt voor nieuwe situaties. Dit betekent dat we ook de uitbreiding van bestaande bedrijven toetsen aan de geluidsniveaus (=richtwaarden) uit de Geluidnota. In de beleidsuitspraak, opgenomen in paragraaf 5.1, wordt nieuwe inrichtingen daarom vervangen door nieuwe situaties. De beleidsuitspraak in paragraaf 5.1 van de Geluidnota wordt gewijzigd en gaat als volgt luiden. De (gebiedsgerichte) richtwaarde geldt als uitgangspunt voor nieuwe situaties. 7
2.4 Verandering van een niet-geluidgevoelige functie in een geluidgevoelige functie (nieuwe situaties) 2.4.1 Inleiding Bij ruimtelijke besluiten moet er sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening (dit is een uitgangspunt vanuit de Wet ruimtelijke ordening): een belangrijk onderdeel hiervan is het waarborgen van een goed woon- en leefklimaat. De gemeente moet dit onderdeel bij ruimtelijke planvorming waarborgen. De Geluidnota beschrijft niet duidelijk hoe we met functieverandering omgaan. Als een gebouw wordt vernieuwd of veranderd dan geldt op grond van het Bouwbesluit 2012 als eis voor de geluidwering van de buitengevel (art. 3.5) en voor de geluidwering tussen woningen (art. 3.18) het rechtens verkregen niveau. Dit rechtens verkregen niveau is het niveau dat gold op basis van de verleende bouwvergunning voor het betreffende pand. Als de functie kantoor (niet geluidgevoelig) wordt omgezet in de functie wonen (wel geluidgevoelig) dan gelden de geluidnormen voor het kantoor. De normen voor een kantoor zijn minder streng dan de normen voor een woning. Toen het Bouwbesluit 2012 werd vastgesteld, werd verwacht dat marktpartijen er zelf voor zouden zorgen dat het geluidsniveau van een nieuwe bestemming (wonen) voldoende was voor een goed woonen leefklimaat. In de praktijk blijkt dat het rechtens verkregen niveau geen eenduidige eis is en niet altijd voldoende waarborg biedt voor een acceptabel woon- en leefklimaat. Om te zorgen voor een acceptabel woon- en leefklimaat geven we in deze herziening aan hoe we omgaan met nieuwe situaties waarin de ene (niet geluidgevoelige) functie wordt omgezet in een andere (wel geluidgevoelige) functie. We doen dat voor de buitengevel en voor de muren tussen woningen. 2.4.2 Geluidwering van de buitengevel bij functieverandering (nieuwe situaties) Bij functieverandering moet, als het gaat om nieuwe situaties, worden getoetst aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening om ervoor te zorgen dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat. We vinden dat bij een dergelijke functieverandering voldaan moet worden aan het wettelijke binnen-niveau (uit het Bouwbesluit 2012) voor nieuwbouw woningen (33 db bij weg- of spoorweglawaai of 35 db(a) bij industrielawaai). Alleen als een initiatiefnemer kan aantonen dat hiervoor isolatie-maatregelen nodig zijn die niet in redelijkheid gevraagd kunnen worden, willen we hiervan afwijken tot een maximaal 10 db minder strenge eis. Met de gekozen waarde sluiten we aan bij de waarde zoals die ook bij de saneringsoperatie voor wegverkeer geldt. Andere gemeenten gaan op dezelfde manier met deze functieveranderingen om. Bij een functieverandering (waarvoor een RO-procedure nodig is) geldt als uitgangspunt dat voldaan moet worden aan het wettelijk binnen-niveau voor bijvoorbeeld nieuwbouw woningen (33 db bij weg- en spoorweglawaai of 35 db(a) bij industrielawaai). Als voor deze functieverandering een herziening van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning voor planologisch afwijken nodig is (hierna RO-procedure genoemd) dan nemen we in de regels van dat bestemmingsplan of de voorschriften bij de omgevingsvergunning op dat het gebruik als geluidgevoelige functie alleen is toegestaan, als wordt aangetoond dat de geluidwering zodanig is dat kan worden voldaan aan het wettelijk binnen-niveau voor nieuwbouw. Ook als we bestemmingsplannen actualiseren en 8
daarin nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk maken, dan nemen we deze geluidseis op. Als voor deze functieverandering geen RO-procedure noodzakelijk is, dan stimuleren we de pandeigenaar tot het treffen van maatregelen om te voldoen aan het wettelijk binnen-niveau voor nieuwbouw. 2.4.3 Geluidwering tussen woningen na functieverandering (nieuwe situaties, dus alleen mogelijk na een RO-procedure) Als in een bestaand gebouw verschillende woningen of appartementen worden gerealiseerd, dan geldt op basis van de Geluidnota als eis voor de geluidwering tussen de woningen het rechtens verkregen niveau. Dit betekent dat in deze gevallen de normen gelden die passen bij de oude functie (bijvoorbeeld de kantoorfunctie). De norm voor geluidwering tussen kantoorruimtes is minder streng dan de norm voor geluidwering tussen nieuwbouwwoningen. Dit kan tot gevolg hebben dat tussen woningen zeer dunne tussenwanden worden geplaatst wat kan leiden tot onaanvaardbaar hoge geluidsniveaus. Ook in deze situaties willen we er voor zorgen dat wordt voldaan aan een goede ruimtelijke ordening en een gezonde leefomgeving. Omdat burenlawaai een belangrijke bron van geluidhinder is, vinden we dat de geluidwering bij deze omzetting minstens moet voldoen aan de minimumeis voor nieuwbouw, zoals opgenomen in het Bouwbesluit 2012 (afdeling 3.4, geluidwering tussen ruimten, nieuwbouw ). Andere gemeenten gaan op dezelfde manier met deze situaties om. Voor geluidwering tussen woningen hanteren we (voor gevallen waarin een RO-procedure noodzakelijk is) als uitgangspunt de minimumeis voor nieuwbouw zoals opgenomen in het Bouwbesluit 2012 (geluidwering tussen ruimten, nieuwbouw). Bij de actualisatie van bestemmingsplannen nemen we, als aanvullende voorwaarde voor het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid voor het splitsen van gebouwen in meerdere zelfstandige woningen, de eis op dat de geluidwering tussen de woningen moet voldoen aan de minimumeis voor nieuwbouw. Van deze voorwaarde wijken we alleen af als de aanvrager kan aantonen dat deze waarde niet in redelijkheid haalbaar is: de maximale afwijking is 10 db. We sluiten hiermee aan bij de methode zoals die genoemd staat in artikel 3.20 (Bouwbesluit 2003) namelijk: het bevoegd gezag wijkt bij een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk veranderen of het vergroten van een bouwwerk af van de vereiste geluidwering, bedoeld in de artikelen 3.18 en 3.19, tot een niveau dat maximaal 10 db lager ligt. 2.5 Nieuwbouwwoningen langs 30 km per uur wegen Voor woningen die liggen aan 30 km per uur- wegen geldt de wet geluidhinder niet. Ook de Geluidnota beschrijft niet hoe we omgaan met deze situaties. 30 km-wegen kunnen geluidhinder veroorzaken. Bijvoorbeeld doorgaande 30 km-wegen in woonwijken zoals de Brinkstraat, de Walhofstraat of de Schipholtstraat. Om ook hier een goed woon- en leefklimaat te waarborgen willen we bij planontwikkeling langs drukke 30 km-wegen aandacht besteden aan de geluidbelasting. 9
Hieronder een kaartje met daarop de ligging van de 30 km-wegen waar wij in ieder geval aandacht gaan besteden aan de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer. Bij het verlenen van omgevingsvergunningen of het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen zullen we ons uitspreken over de aanvaardbaarheid van het verkeerslawaai langs deze wegen. We richten ons daarbij vooral op de gevelbelasting en het binnen-niveau. In nieuwe gevallen waarin geen hogere grenswaarde mogelijk is, besteden wij aandacht aan de geluidbelasting. Voor die gevallen hanteren wij een binnenwaarde van 33 db. We nemen als randvoorwaarde voor het realiseren van een woning op, dat het gebruik als woning alleen is toegestaan als voldaan wordt aan de binnenwaarde voor nieuwbouwwoningen van 33 db. Als we verwachten dat deze binnenwaarde niet gehaald wordt, dan verlangen we onderzoek. Dit onderzoek moet aantonen dat de binnenwaarde (evt. met het toepassen van aanvullende maatregelen) gehaald kan worden. 2.6 Herkenbaar muziekgeluid bij reguliere- en incidentele bedrijfssituaties (bedrijven die vallen onder de Wabo of onder de Wet milieubeheer) Soms worden binnen bedrijven evenementen of concerten georganiseerd met herkenbaar muziekgeluid. Deze activiteiten kunnen behoren tot de reguliere bedrijfssituatie (de activiteiten behoren tot de kernactiviteit van het betreffende bedrijf en komen relatief vaak voor) of tot de incidentele bedrijfssituatie (de activiteiten vinden incidenteel plaats). De Geluidnota geeft niet aan hoe we hier mee omgaan. Hieronder geven we aan hoe we met beide situaties omgaan. 10
2.6.1 Herkenbaar muziekgeluid horend bij de reguliere bedrijfssituatie (en bij bedrijven gelegen op een industrieterrein) Deze situatie kan zich op enkele locaties in Enschede voordoen (o.a. gebieden van de Vliegveld Twenthe-Evenementenlocatie). Als deze bedrijven liggen binnen het gebiedstype gezoneerd industrieterrein dan vallen de activiteiten in deze gebieden onder de toetsingskaders van de Wet geluidhinder en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Vanuit de Wet geluidhinder geldt de geluidszone van 50 db(a) als toetsingskader. Omdat de reguliere bedrijfssituatie relatief vaak voorkomt en de omgeving daardoor regelmatig te maken kan krijgen met hoge geluidsniveaus geeft de Wabo aan dat voor herkenbaar muziekgeluid (in de reguliere bedrijfssituatie) een correctiefactor/toeslag van 10 db(a) moet worden toegepast. Een voorbeeld ter verduidelijking: er ligt een woning net buiten de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein. Op de buitengevel van deze woning meten we een geluidsniveau van 48 db(a) en er is sprake van herkenbaar muziekgeluid. Daarmee wordt voldaan aan de Wet geluidhinder (de gemeten waarde van 48 db(a) ligt lager dan de 50 db(a) van de geluidszone). In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de toepassing van de toeslag van 10 db(a) legitiem. Het geluidsniveau wordt dan 48 db(a)(gemeten) plus 10 db(a), dus 58 db(a). Dit geluidsniveau toetsen we aan de norm uit het beleid. De Wet geluidhinder kent een maximaal binnen-niveau van 35 db(a) en een maximaal geluidsniveau op de buitengevel van de woning van 55 db(a). De Geluidnota geeft aan dat we van een richtwaarde kunnen afwijken tot aan de maximale grenswaarde van 55 db(a). De situatie uit het voorbeeld voldoet niet aan de maximale grenswaarde (op de buitengevel van de woning wordt immers 48 + 10 db(a) gemeten). Om een goed woon- en leefklimaat te kunnen waarborgen kiezen we in deze herziening voor een norm van 55 db(a): dit is het geluidsniveau inclusief de correctiefactor/toeslag. Op basis van deze norm mag het gemeten geluidsniveau op de buitengevel van een woning niet meer bedragen dan 45 db(a). Bij reguliere bedrijfssituaties (en voor bedrijven gelegen op gezoneerde industrieterreinen) hanteren we voor herkenbaar muziekgeluid bij geluidgevoelige bestemmingen de maximale grenswaarde van 55 db(a) (=45 db(a) gemeten niveau). Bij vergunningverlening en meldingen hanteren we als uitgangspunt dat bij woningen muziekgeluid niet herkenbaar is. Als er toch sprake is van herkenbaar muziekgeluid in woningen dan nemen we specifieke voorschriften in de milieuvergunning op (voorschriften ten aanzien van aantal, geluidsfrequentie en Best Beschikbare Technieken). Het maximaal te vergunnen geluidsniveau is 55 db(a) uit de Geluidnota (dat is een gemeten geluidsniveau van 45 db(a) plus de correctiefactor/toeslag van 10 db(a)). In de vergunning hanteren we dus, voor bronnen die leiden tot herkenbaar muziekgeluid, een maximale grenswaarde van 55 db(a). Met dit geluidsniveau borgen wij de binnenwaarde van 35 db(a). 2.6.2 Herkenbaar muziekgeluid bij incidentele bedrijfssituaties Sommige bedrijven organiseren incidenteel evenementen of concerten. De omgeving krijgt incidenteel (12 keer per jaar of minder) te maken met hogere geluidsniveaus. Uit jurisprudentie blijkt dat het niet nodig is om bij incidentele situaties de correctiefactor van 10 db(a) toe te passen. In nieuwe situaties willen we deze correctiefactor/toeslag buiten beschouwing laten. 11
Hiervoor hebben we de volgende argumenten: a. Deze situatie (met hoge geluidsniveaus in de omgeving) doet zich incidenteel voor, waardoor de omgeving er minder last van heeft; b. Bij vergunningverlening en/of acceptatie van een melding toetsen we altijd hoe een en ander zich verhoudt tot een goed woon- en leefklimaat; c. Dit is duidelijker voor ondernemers en omwonenden: het gemeten geluidsniveau is in dit geval gelijk aan het getoetste niveau; d. In ons evenementenbeleid passen we de correctiefactor/toeslag ook niet toe. Hiermee formaliseren we een besluit dat we hierover in 2011 namen. Bij evenementen of popconcerten binnen Wabo/Wm-inrichtingen/bedrijven (incidentele bedrijfssituaties) met herkenbaar muziekgeluid laten wij de correctiefactor van 10 db(a) buiten beschouwing. 2.7 Bouw- en slooplawaai De regeling rond bouw- en slooplawaai zoals die nu nog is opgenomen in paragraaf 4.3.2 van de Geluidnota en in artikel 3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2017 komt te vervallen. Deze regeling is namelijk ook opgenomen in het Activiteitenbesluit. De aanpassing van de APV vindt plaats binnen het project deregulering. 12