BIJLAGE Bijlage nr. 1 Overeenkomst met vzw Kiezen voor Kinderen, vzw Kinderdienst en vzw Opvang OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Kiezen voor Kinderen Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), vertegenwoordigd door het College waarvoor optreedt Mathieu Voets, algemeen directeur Welzijn, Gezondheid en Gezin, enerzijds en vzw Kiezen voor Kinderen, Firmin Lecharlierlaan 147 te 1070 Brussel (Anderlecht), vertegenwoordigd door Johan Logist, voorzitter van vzw Kiezen voor Kinderen, anderzijds wordt - gelet op het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies; 1 - gelet op het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring; 1 - gelet op het collegebesluit nr. 20092010-0637 van 15 juli 2010 houdende de subsidiëring van initiatieven in de bijzondere jeugdzorg; overeengekomen wat volgt: Hoofdstuk I : DOELSTELLINGEN BEOOGDE RESULTATEN - MEETINDICATOREN Artikel 1.- a) Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie De vzw Kiezen voor Kinderen verbindt zich ertoe om met haar initiatief een bijdrage te leveren tot de realisatie van één van de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, nl.: Het organiseren van plaatsingen van kinderen in pleeggezinnen. Meer concreet wordt de werking m.b.t. allochtone pleegkinderen verbeterd. 1 U kunt de collegebesluiten van de VGC raadplegen op de website: http://www.vgc.be/leftnav/college/besluiten 1
b) Omschrijving activiteiten m.b.t. de realisatie van de doelstellingen Met het gezamenlijk project rond interculturalisering van de pleeggezinnendiensten wordt een intensieve samenwerking opgezet tussen de pleeggezinnendiensten in Brussel. Concreet werken 3 parttime begeleiders uit de 3 pleeggezinnendiensten (vzw Kiezen voor Kinderen, vzw Opvang en vzw Kinderdienst) intensief samen. Zij vormen als het ware een miniteam dat inhoudelijk gesuperviseerd wordt door vzw Solentra. Zij zorgen tevens voor een constante informatie- en kennisoverdracht naar hun eigen voorziening. Concreet wordt gedurende de periode september 2010-december 2010 gewerkt aan volgende 3 punten: de werking met de sleutelfiguren verder uitbouwen en de reeds opgedane contacten tijdens het eerste projectjaar verder onderhouden. Dit is belangrijk met het oog op het blijvend werven van nieuwe kandidaat pleeggezinnen Het toetsen van de uitgewerkte cultuursensitieve selectieprocedure aan de praktijk om dit instrument te evalueren en verder aan te passen. Er wordt hier een actieve rol toebedeeld aan Solentra, waarbij Solentra zal participeren aan een aantal van deze gesprekken Bijkomende vorming en supervisie vanuit Solentra aan de begeleiders ivm de thema s migratie en integratie en het finaliseren van een document met alle opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies c) Te bereiken resultaten (over het gehele project): Er is een groter aanbod van kandidaat pleeggezinnen voor allochtone pleegkinderen Er is een aan de praktijk afgetoetst selectie- en vormingspakket Er is een overdracht van de gehanteerde methodologie aangaande het werken met allochtone kinderen en hun families naar de respectievelijke teams van de pleegzorgvoorzieningen. Er is ook een werkdocument voorhanden met alle opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies van Solentra d) Meetindicatoren (over het gehele project): Aantal contacten met sleutelfiguren, allochtone zelforganisaties en koepelorganisaties Aantal voorstellingen op sociaal-culturele activiteiten en aantal huisbezoeken Aantal gestarte selecties en screenings Aantal geselecteerde (kandidaat-)pleeggezinnen Er is een concreet, aan de praktijk afgetoetst selectie- en vormingspakket De opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies is in één algemeen document gegoten voor de 3 pleegzorgvoorzieningen Hoofdstuk II : MIDDELEN & SUBSIDIERING Artikel 2.- Subsidie De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt binnen de perken van de begroting en overeenkomstig het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring, financiële middelen ter beschikking ter 2
vergoeding van de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de betrokken doelstelling. Voor de periode 1 september 2010 31 december 2010 kent het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een enveloppensubsidie toe van 5.319 EUR voor het gezamenlijk project rond interculturalisering van de pleeggezinnendiensten aan vzw kiezen voor Kinderen. Aan vzw Opvang en vzw Kinderdienst werd eveneens een enveloppensubsidie van 5.319 EUR voor dezelfde periode toegekend. Aan vzw Kiezen voor Kinderen werd ook een gezamenlijke werkingssubsidie van 3.390 EUR toegekend ifv de samenwerking met Solentra en de gezamenlijke wervingscampagne. De subsidie aan vzw Kiezen voor Kinderen (5.319 EUR + 3.390 EUR) zal in 1 schijf worden uitbetaald. De initiatiefnemer zal de ontvangen subsidies uitsluitend aanwenden om de in artikel 1 omschreven werking te realiseren. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat voor de ontwikkeling van andere initiatieven met de middelen gekoppeld aan deze overeenkomst eerst de toestemming van de betrokken overheid (overheden) moet gevraagd en verkregen worden. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat bij de stopzetting van lopende initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheid (overheden) moet gevraagd en verkregen worden. Indien de bestemming van de subsidie wijzigt zonder toestemming van het College, of indien de vereniging na uitkering van de subsidie ophoudt te bestaan, wordt de subsidie teruggevorderd. Artikel 3. Personeel van de organisatie Het personeel dat presteert voor de realisatie van het gesubsidieerd initiatief wordt aangesteld door de initiatiefnemer, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidscontracten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie. Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De initiatiefnemer vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding. Hoofdstuk III : INHOUDELIJKE EN FINANCIELE VERANTWOORDING Artikel 4.- De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende enveloppensubsidie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit de aftoetsing van de behaalde resultaten aan de activiteiten omschreven in artikel 1. Hiertoe stelt de initiatiefnemer een activiteitenverslag op. In dit verslag wordt aangetoond in welke mate de resultaten, zoals deze zijn opgenomen in voorliggende overeenkomst, zijn gerealiseerd, en wordt een verantwoording gegeven voor de niet gerealiseerde resultaten. De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteiten waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven. De financiële verantwoording m.b.t. de ontvangen subsidie van het voorbije jaar wordt opgegeven in een financieel overzicht van de personele middelen en de werkingskosten. De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt hiertoe formulieren ter beschikking. Het financieel overzicht m.b.t. de werkingskosten mag vervangen worden door een uittreksel uit de boekhouding dat een gelijkwaardige informatie verstrekt. Enkel uitgaven waarvoor een origineel verantwoordingstuk beschikbaar is dat aan de minimale vormvereisten voldoet, die in de boekhouding werden opgenomen en die bij controle van de boekhouding identificeerbaar en controleerbaar zijn, kunnen opgenomen worden. 3
Artikel 5.- De subsidietrekkers die genieten van een enveloppensubsidiëring dienen uiterlijk op 31 maart 2011 bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een jaarrekening van de organisatie (resultatenrekening + balans op 31 december) in van het voorbije boekjaar en een begroting voor het lopende boekjaar en het jaarverslag van de organisatie, evenals de inhoudelijke en financiële verantwoording van de subsidie. De organisatie verbindt zich er toe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften terzake. Artikel 6.- Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt de voorwaarden waaronder met de toegekende subsidies reserves kunnen opgebouwd worden. Artikel 7.- De betaling van subsidiebedragen wordt ambtshalve gestaakt wanneer de bepalingen van artikel 5 niet worden nageleefd. Hoofdstuk IV : CONTROLES EN SANCTIES Artikel 8.- De initiatiefnemer verklaart zich er uitdrukkelijk mee akkoord dat door de gemandateerden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter plaatse controle kan uitgeoefend worden over de aanwending van de financiële middelen en over de werking. Alle documenten die de besteding van de toegekende middelen verantwoorden, moeten op verzoek worden voorgelegd. Alle documenten en bewijsstukken worden op de maatschappelijke zetel bewaard. Artikel 9.- De subsidies kunnen ambtshalve opgeschort worden wanneer: 1. de subsidies worden aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst; 2. de inhoudelijke en/of de financiële verantwoording als onvoldoende wordt beoordeeld; 3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd; 4. verkeerde of bedrieglijke informatie werd verstrekt. 5. de in artikel 8 bedoelde controle werd verhinderd. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kan de toegekende en uitbetaalde subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen in bovenstaande gevallen. 4
HOOFDSTUK V : OVERIGE BEPALINGEN Artikel 10.-Publicaties De vzw Kiezen voor Kinderen verbindt zich ertoe in iedere publicatie met betrekking tot het gesubsidieerde initiatief te vermelden dat dit met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt uitgevoerd. De vermelding gebeurt volgens richtlijnen voor het gebruik van de huisstijl, zoals beschreven in het stijlhandboek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://stijlhandboek.vgc.be/. Artikel 11.-Betwistingen Bij betwisting zal het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich wenden tot de voorzitter van de organisatie. Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van de overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. Artikel 12.-Duur overeenkomst Deze overeenkomst gaat in op 1 september 2010 en eindigt op 31 december 2010. De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in onderstaande gevallen: - van rechtswege, indien de vzw Kiezen voor Kinderen wordt ontbonden; - bij wijziging van de doelstellingen van de organisatie; - in gemeenschappelijk overleg tussen de vzw Kiezen voor Kinderen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie; - door de opzegging die uitgaat van één van de partijen. Deze opzegging moet gebeuren bij gemotiveerde aangetekende brief, Opgemaakt in twee exemplaren te Brussel op Namens het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Namens de vzw Kiezen voor Kinderen Mathieu VOETS Algemeen directeur Johan LOGIST Voorzitter 5
OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Kinderdienst Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), vertegenwoordigd door het College waarvoor optreedt Mathieu Voets, algemeen directeur Welzijn, Gezondheid en Gezin, enerzijds en vzw Kinderdienst, Kogelstraat 24 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Wilfried Beirnaert, voorzitter van vzw Kinderdienst, anderzijds wordt - gelet op het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies; 2 - gelet op het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring; 1 - gelet op het collegebesluit nr. 20092010-0637 van 15 juli 2010 houdende de subsidiëring van initiatieven in de bijzondere jeugdzorg; overeengekomen wat volgt: Hoofdstuk I : DOELSTELLINGEN BEOOGDE RESULTATEN - MEETINDICATOREN Artikel 1.- a) Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie De vzw Kinderdienst verbindt zich ertoe om met haar initiatief een bijdrage te leveren tot de realisatie van één van de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, nl.: Het organiseren van plaatsingen van kinderen in pleeggezinnen. Meer concreet wordt de werking m.b.t. allochtone pleegkinderen verbeterd. b) Omschrijving activiteiten m.b.t. de realisatie van de doelstellingen Met het gezamenlijk project rond interculturalisering van de pleeggezinnendiensten wordt een intensieve samenwerking opgezet tussen de pleeggezinnendiensten in Brussel. Concreet werken 3 parttime 2 U kunt de collegebesluiten van de VGC raadplegen op de website: http://www.vgc.be/leftnav/college/besluiten 6
begeleiders uit de 3 pleeggezinnendiensten (vzw Kiezen voor Kinderen, vzw Opvang en vzw Kinderdienst) intensief samen. Zij vormen als het ware een miniteam dat inhoudelijk gesuperviseerd wordt door vzw Solentra. Zij zorgen tevens voor een constante informatie- en kennisoverdracht naar hun eigen voorziening. Concreet wordt gedurende de periode september 2010-december 2010 gewerkt aan volgende 3 punten: de werking met de sleutelfiguren verder uitbouwen en de reeds opgedane contacten tijdens het eerste projectjaar verder onderhouden. Dit is belangrijk met het oog op het blijvend werven van nieuwe kandidaat pleeggezinnen Het toetsen van de uitgewerkte cultuursensitieve selectieprocedure aan de praktijk om dit instrument te evalueren en verder aan te passen. Er wordt hier een actieve rol toebedeeld aan Solentra, waarbij Solentra zal participeren aan een aantal van deze gesprekken Bijkomende vorming en supervisie vanuit Solentra aan de begeleiders ivm de thema s migratie en integratie en het finaliseren van een document met alle opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies c) Te bereiken resultaten (over het gehele project): Er is een groter aanbod van kandidaat pleeggezinnen voor allochtone pleegkinderen Er is een aan de praktijk afgetoetst selectie- en vormingspakket Er is een overdracht van de gehanteerde methodologie aangaande het werken met allochtone kinderen en hun families naar de respectievelijke teams van de pleegzorgvoorzieningen. Er is ook een werkdocument voorhanden met alle opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies van Solentra d) Meetindicatoren (over het gehele project): Aantal contacten met sleutelfiguren, allochtone zelforganisaties en koepelorganisaties Aantal voorstellingen op sociaal-culturele activiteiten en aantal huisbezoeken Aantal gestarte selecties en screenings Aantal geselecteerde (kandidaat-)pleeggezinnen Er is een concreet, aan de praktijk afgetoetst selectie- en vormingspakket De opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies is in één algemeen document gegoten voor de 3 pleegzorgvoorzieningen Hoofdstuk II : MIDDELEN & SUBSIDIERING Artikel 2.- Subsidie De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt binnen de perken van de begroting en overeenkomstig het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring, financiële middelen ter beschikking ter vergoeding van de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de betrokken doelstelling. Voor de periode 1 september 2010 31 december 2010 kent het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een enveloppensubsidie toe van 5.319 EUR voor het gezamenlijk project rond 7
interculturalisering van de pleeggezinnendiensten aan vzw Kinderdienst. Aan vzw Opvang en vzw Kiezen voor Kinderen werd eveneens een enveloppensubsidie van 5.319 EUR voor dezelfde periode toegekend. Aan vzw Kiezen voor Kinderen werd ook een gezamenlijke werkingssubsidie van 3.390 EUR toegekend ifv de samenwerking met Solentra en de gezamenlijke wervingscampagne. De subsidie aan vzw Kinderdienst zal in 1 schijf worden uitbetaald. De initiatiefnemer zal de ontvangen subsidies uitsluitend aanwenden om de in artikel 1 omschreven werking te realiseren. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat voor de ontwikkeling van andere initiatieven met de middelen gekoppeld aan deze overeenkomst eerst de toestemming van de betrokken overheid (overheden) moet gevraagd en verkregen worden. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat bij de stopzetting van lopende initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheid (overheden) moet gevraagd en verkregen worden. Indien de bestemming van de subsidie wijzigt zonder toestemming van het College, of indien de vereniging na uitkering van de subsidie ophoudt te bestaan, wordt de subsidie teruggevorderd. Artikel 3. Personeel van de organisatie Het personeel dat presteert voor de realisatie van het gesubsidieerd initiatief wordt aangesteld door de initiatiefnemer, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidscontracten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie. Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De initiatiefnemer vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding. Hoofdstuk III : INHOUDELIJKE EN FINANCIELE VERANTWOORDING Artikel 4.- De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende enveloppensubsidie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit de aftoetsing van de behaalde resultaten aan de activiteiten omschreven in artikel 1. Hiertoe stelt de initiatiefnemer een activiteitenverslag op. In dit verslag wordt aangetoond in welke mate de resultaten, zoals deze zijn opgenomen in voorliggende overeenkomst, zijn gerealiseerd, en wordt een verantwoording gegeven voor de niet gerealiseerde resultaten. De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteiten waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven. De financiële verantwoording m.b.t. de ontvangen subsidie van het voorbije jaar wordt opgegeven in een financieel overzicht van de personele middelen en de werkingskosten. De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt hiertoe formulieren ter beschikking. Het financieel overzicht m.b.t. de werkingskosten mag vervangen worden door een uittreksel uit de boekhouding dat een gelijkwaardige informatie verstrekt. Enkel uitgaven waarvoor een origineel verantwoordingstuk beschikbaar is dat aan de minimale vormvereisten voldoet, die in de boekhouding werden opgenomen en die bij controle van de boekhouding identificeerbaar en controleerbaar zijn, kunnen opgenomen worden. 8
Artikel 5.- De subsidietrekkers die genieten van een enveloppensubsidiëring dienen uiterlijk op 31 maart 2011 bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een jaarrekening van de organisatie (resultatenrekening + balans op 31 december) in van het voorbije boekjaar en een begroting voor het lopende boekjaar en het jaarverslag van de organisatie, evenals de inhoudelijke en financiële verantwoording van de subsidie. De organisatie verbindt zich er toe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften terzake. Artikel 6.- Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt de voorwaarden waaronder met de toegekende subsidies reserves kunnen opgebouwd worden. Artikel 7.- De betaling van subsidiebedragen wordt ambtshalve gestaakt wanneer de bepalingen van artikel 5 niet worden nageleefd. Hoofdstuk IV : CONTROLES EN SANCTIES Artikel 8.- De initiatiefnemer verklaart zich er uitdrukkelijk mee akkoord dat door de gemandateerden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter plaatse controle kan uitgeoefend worden over de aanwending van de financiële middelen en over de werking. Alle documenten die de besteding van de toegekende middelen verantwoorden, moeten op verzoek worden voorgelegd. Alle documenten en bewijsstukken worden op de maatschappelijke zetel bewaard. Artikel 9.- De subsidies kunnen ambtshalve opgeschort worden wanneer: 1. de subsidies worden aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst; 2. de inhoudelijke en/of de financiële verantwoording als onvoldoende wordt beoordeeld; 3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd; 4. verkeerde of bedrieglijke informatie werd verstrekt. 5. de in artikel 8 bedoelde controle werd verhinderd. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kan de toegekende en uitbetaalde subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen in bovenstaande gevallen. 9
HOOFDSTUK V : OVERIGE BEPALINGEN Artikel 10.-Publicaties De vzw Kiezen voor Kinderen verbindt zich ertoe in iedere publicatie met betrekking tot het gesubsidieerde initiatief te vermelden dat dit met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt uitgevoerd. De vermelding gebeurt volgens richtlijnen voor het gebruik van de huisstijl, zoals beschreven in het stijlhandboek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://stijlhandboek.vgc.be/. Artikel 11.-Betwistingen Bij betwisting zal het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich wenden tot de voorzitter van de organisatie. Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van de overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. Artikel 12.-Duur overeenkomst Deze overeenkomst gaat in op 1 september 2010 en eindigt op 31 december 2010. De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in onderstaande gevallen: - van rechtswege, indien de vzw Kinderdienst wordt ontbonden; - bij wijziging van de doelstellingen van de organisatie; - in gemeenschappelijk overleg tussen de vzw Kinderdienst en de Vlaamse Gemeenschapscommissie; - door de opzegging die uitgaat van één van de partijen. Deze opzegging moet gebeuren bij gemotiveerde aangetekende brief, Opgemaakt in twee exemplaren te Brussel op Namens het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Namens de vzw Kinderdienst Mathieu VOETS Algemeen directeur Wilfried Beirnaert Voorzitter 10
OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Opvang Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), vertegenwoordigd door het College waarvoor optreedt Mathieu Voets, algemeen directeur Welzijn, Gezondheid en Gezin, enerzijds en vzw Opvang, Blaisantvest 105 te 9000 Gent, vertegenwoordigd door Luc Notredame voorzitter van vzw Opvang, anderzijds wordt - gelet op het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies; 3 - gelet op het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring; 1 - gelet op het collegebesluit nr. 20092010-0637 van 15 juli 2010 houdende de subsidiëring van initiatieven in de bijzondere jeugdzorg; overeengekomen wat volgt: Hoofdstuk I : DOELSTELLINGEN D BEOOGDE RESULTATEN - MEETINDICATOREN Artikel 1.- a) Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie De vzw Opvang verbindt zich ertoe om met haar initiatief een bijdrage te leveren tot de realisatie van één van de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, nl.: Het organiseren van plaatsingen van kinderen in pleeggezinnen. Meer concreet wordt de werking m.b.t. allochtone pleegkinderen verbeterd. b) Omschrijving activiteiten m.b.t. de realisatie van de doelstellingen Met het gezamenlijk project rond interculturalisering van de pleeggezinnendiensten wordt een intensieve samenwerking opgezet tussen de pleeggezinnendiensten in Brussel. Concreet werken 3 parttime 3 U kunt de collegebesluiten van de VGC raadplegen op de website: http://www.vgc.be/leftnav/college/besluiten 11
begeleiders uit de 3 pleeggezinnendiensten (vzw Kiezen voor Kinderen, vzw Opvang en vzw Kinderdienst) intensief samen. Zij vormen als het ware een miniteam dat inhoudelijk gesuperviseerd wordt door vzw Solentra. Zij zorgen tevens voor een constante informatie- en kennisoverdracht naar hun eigen voorziening. Concreet wordt gedurende de periode september 2010-december 2010 gewerkt aan volgende 3 punten: de werking met de sleutelfiguren verder uitbouwen en de reeds opgedane contacten tijdens het eerste projectjaar verder onderhouden. Dit is belangrijk met het oog op het blijvend werven van nieuwe kandidaat pleeggezinnen Het toetsen van de uitgewerkte cultuursensitieve selectieprocedure aan de praktijk om dit instrument te evalueren en verder aan te passen. Er wordt hier een actieve rol toebedeeld aan Solentra, waarbij Solentra zal participeren aan een aantal van deze gesprekken Bijkomende vorming en supervisie vanuit Solentra aan de begeleiders ivm de thema s migratie en integratie en het finaliseren van een document met alle opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies c) Te bereiken resultaten (over het gehele project): Er is een groter aanbod van kandidaat pleeggezinnen voor allochtone pleegkinderen Er is een aan de praktijk afgetoetst selectie- en vormingspakket Er is een overdracht van de gehanteerde methodologie aangaande het werken met allochtone kinderen en hun families naar de respectievelijke teams van de pleegzorgvoorzieningen. Er is ook een werkdocument voorhanden met alle opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies van Solentra d) Meetindicatoren (over het gehele project): Aantal contacten met sleutelfiguren, allochtone zelforganisaties en koepelorganisaties Aantal voorstellingen op sociaal-culturele activiteiten en aantal huisbezoeken Aantal gestarte selecties en screenings Aantal geselecteerde (kandidaat-)pleeggezinnen Er is een concreet, aan de praktijk afgetoetst selectie- en vormingspakket De opgedane kennis tijdens de vormingen en intervisies is in één algemeen document gegoten voor de 3 pleegzorgvoorzieningen Hoofdstuk II : MIDDELEN & SUBSIDIERING Artikel 2.- Subsidie De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt binnen de perken van de begroting en overeenkomstig het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring, financiële middelen ter beschikking ter vergoeding van de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de betrokken doelstelling. 12
Voor de periode 1 september 2010 31 december 2010 kent het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een enveloppensubsidie toe van 5.319 EUR voor het gezamenlijk project rond interculturalisering van de pleeggezinnendiensten aan vzw Opvang. Aan vzw Kiezen voor Kinderen en vzw Kinderdienst werd eveneens een enveloppensubsidie van 5.319 EUR voor dezelfde periode toegekend. Aan vzw Kiezen voor Kinderen werd ook een gezamenlijke werkingssubsidie van 3.390 EUR toegekend ifv de samenwerking met Solentra en de gezamenlijke wervingscampagne. De subsidie aan vzw Opvang zal in 1 schijf worden uitbetaald. De initiatiefnemer zal de ontvangen subsidies uitsluitend aanwenden om de in artikel 1 omschreven werking te realiseren. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat voor de ontwikkeling van andere initiatieven met de middelen gekoppeld aan deze overeenkomst eerst de toestemming van de betrokken overheid (overheden) moet gevraagd en verkregen worden. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat bij de stopzetting van lopende initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheid (overheden) moet gevraagd en verkregen worden. Indien de bestemming van de subsidie wijzigt zonder toestemming van het College, of indien de vereniging na uitkering van de subsidie ophoudt te bestaan, wordt de subsidie teruggevorderd. Artikel 3. Personeel van de organisatie Het personeel dat presteert voor de realisatie van het gesubsidieerd initiatief wordt aangesteld door de initiatiefnemer, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidscontracten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie. Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De initiatiefnemer vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding. Hoofdstuk III : INHOUDELIJKE EN FINANCIELE VERANTWOORDING Artikel 4.- De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende enveloppensubsidie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit de aftoetsing van de behaalde resultaten aan de activiteiten omschreven in artikel 1. Hiertoe stelt de initiatiefnemer een activiteitenverslag op. In dit verslag wordt aangetoond in welke mate de resultaten, zoals deze zijn opgenomen in voorliggende overeenkomst, zijn gerealiseerd, en wordt een verantwoording gegeven voor de niet gerealiseerde resultaten. De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteiten waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven. De financiële verantwoording m.b.t. de ontvangen subsidie van het voorbije jaar wordt opgegeven in een financieel overzicht van de personele middelen en de werkingskosten. De Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt hiertoe formulieren ter beschikking. Het financieel overzicht m.b.t. de werkingskosten mag vervangen worden door een uittreksel uit de boekhouding dat een gelijkwaardige informatie verstrekt. Enkel uitgaven waarvoor een origineel verantwoordingstuk beschikbaar is dat aan de minimale vormvereisten voldoet, die in de boekhouding werden opgenomen en die bij controle van de boekhouding identificeerbaar en controleerbaar zijn, kunnen opgenomen worden. 13
Artikel 5.- De subsidietrekkers die genieten van een enveloppensubsidiëring dienen uiterlijk op 31 maart 2011 bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een jaarrekening van de organisatie (resultatenrekening + balans op 31 december) in van het voorbije boekjaar en een begroting voor het lopende boekjaar en het jaarverslag van de organisatie, evenals de inhoudelijke en financiële verantwoording van de subsidie. De organisatie verbindt zich er toe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften terzake. Artikel 6.- Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt de voorwaarden waaronder met de toegekende subsidies reserves kunnen opgebouwd worden. Artikel 7.- De betaling van subsidiebedragen wordt ambtshalve gestaakt wanneer de bepalingen van artikel 5 niet worden nageleefd. Hoofdstuk IV : CONTROLES EN SANCTIES Artikel 8.- De initiatiefnemer verklaart zich er uitdrukkelijk mee akkoord dat door de gemandateerden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter plaatse controle kan uitgeoefend worden over de aanwending van de financiële middelen en over de werking. Alle documenten die de besteding van de toegekende middelen verantwoorden, moeten op verzoek worden voorgelegd. Alle documenten en bewijsstukken worden op de maatschappelijke zetel bewaard. Artikel 9.- De subsidies kunnen ambtshalve opgeschort worden wanneer: 1. de subsidies worden aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst; 2. de inhoudelijke en/of de financiële verantwoording als onvoldoende wordt beoordeeld; 3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd; 4. verkeerde of bedrieglijke informatie werd verstrekt. 5. de in artikel 8 bedoelde controle werd verhinderd. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kan de toegekende en uitbetaalde subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen in bovenstaande gevallen. 14
HOOFDSTUK V : OVERIGE BEPALINGEN Artikel 10.-Publicaties De vzw Opvang verbindt zich ertoe in iedere publicatie met betrekking tot het gesubsidieerde initiatief te vermelden dat dit met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt uitgevoerd. De vermelding gebeurt volgens richtlijnen voor het gebruik van de huisstijl, zoals beschreven in het stijlhandboek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://stijlhandboek.vgc.be/. Artikel 11.-Betwistingen Bij betwisting zal het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich wenden tot de voorzitter van de organisatie. Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van de overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. Artikel 12.-Duur overeenkomst Deze overeenkomst gaat in op 1 september 2010 en eindigt op 31 december 2010. De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in onderstaande gevallen: - van rechtswege, indien de vzw Opvang wordt ontbonden; - bij wijziging van de doelstellingen van de organisatie; - in gemeenschappelijk overleg tussen de vzw Opvang en de Vlaamse Gemeenschapscommissie; - door de opzegging die uitgaat van één van de partijen. Deze opzegging moet gebeuren bij gemotiveerde aangetekende brief, Opgemaakt in twee exemplaren te Brussel op Namens het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Namens de vzw Opvang Mathieu VOETS Algemeen directeur Luc NOTREDAME Voorzitter Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de subsidiëring van initiatieven in de bijzondere jeugdzorg deel 2 nr. 20092010-0637 van 15-07-2010 De collegeleden, Bruno DE LILLE Brigitte GROUWELS Jean-Luc VANRAES 15