- voor de uitvoering van de VGC- opdrachten en de aanwending van de daarvoor toegekende middelen wordt deze overeenkomst afgesloten;

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr. 1 OVEREENKOMST Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door het College, waarvoor optreedt Steven VERVOORT, algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming enerzijds, en de vzw Centrum voor Basiseducatie Brussel ( ), Marcqstraat te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Betty DE PAEPE, ondervoorzitter, hierna vermeld als de begunstigde organisatie, anderzijds, wordt uiteengezet wat volgt: - het Centrum voor Basiseducatie Brusselleer is erkend door de Vlaamse Gemeenschap als centrum basiseducatie voor het Brussels hoofdstedelijk gewest en krijgt voor zijn basiswerking als dusdanig een subsidie ter beschikking. De kerntaak van dit centrum is het terugdringen van de laaggeletterdheid en laaggecijferdheid, en het aanbieden van lessen Nederlands voor anderstalige laaggeschoolden. Bij Brusselleer kunnen volwassenen met een beperkte of onafgewerkte schoolloopbaan hun basisvaardigheden moedertaal, rekenen, computer, algemene vorming en opstap Frans en Engels opfrissen en versterken; - daarmee is Brusselleer in de Brusselse context ook voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie de aangewezen partner om acties op te zetten die gericht zijn op laaggeschoolde volwassenen. Sinds 1991 organiseert Brusselleer in opdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie specifieke taallessen voor anderstalige ouders van kinderen uit het Nederlandstalig basisonderwijs; - Brusselleer speelt, samen met andere instellingen voor volwassenenonderwijs, eveneens een belangrijke rol bij de uitvoering van het alfabetiseringsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie; - voor de uitvoering van de VGC- opdrachten en de aanwending van de daarvoor toegekende middelen wordt deze overeenkomst afgesloten; wordt, - gelet op het collegebesluit nr. 94/361 van 22 december 1994 houdende goedkeuring van de conventie tussen het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Centrum Basiseducatie Brussel; - gelet op het collegebesluit nr. 02/340 van 18 juli 2002 houdende goedkeuring van een alfabetiseringsplan; - gelet op het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies; - gelet op het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring; - gelet op het collegebesluit nr van 27 mei 2010 houdende het sluiten van een overeenkomst met vzw Centrum voor Basiseducatie Brussel; overeengekomen wat volgt: 1

2 Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe om een bijdrage te leveren aan de realisatie van de volgende doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: - de invulling van en de realisatie van de visietekst Nederlands als omgangstaal in VGC- initiatieven en in initiatieven die door de VGC ondersteund worden voor volwassenen ; - ondersteuning van het positief engagement dat gevraagd wordt aan ouders met kinderen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs. In het kader van dit engagement is taallessen voor ouders, opgenomen door Brusselleer, daarvan slechts één aspect. Het engagement dat van ouders wordt gevraagd, wordt eveneens ondersteund via andere acties van het Onderwijscentrum Brussel; - de verwerving van elementaire basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen, kennis van het Nederlands), conditio sine qua non om zich beter te kunnen integreren in de (Brusselse) samenleving, zoals omschreven in het VGC-alfabetiseringsplan zoals door het VGC-college goedgekeurd op 18 juli De algemene en specifieke opdrachten van de begunstigde organisatie situeren zich op het vlak van: - het onderschrijven en ondersteunen van de visietekst Nederlands als omgangstaal in VGCinitiatieven en in initiatieven die door de VGC ondersteund worden voor volwassenen ; - de organisatie van taallessen Nederlands voor laaggeschoolde ouders van leerlingen uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs, het zogenaamde scholenproject. Deze opdracht wordt gerealiseerd in prioritaire samenwerking met het Onderwijscentrum Brussel en het Huis van het Nederlands Brussel; - indienen van een plan voor de inzet van de zogenaamde alfabetiseringsgesco s (ten laste van ACTIRIS) in vzw Centrum voor Basiseducatie Brussel. Artikel 2.- Omschrijving activiteiten m.b.t. de realisatie van de doelstellingen Het Centrum Basiseducatie Brussel is als expertisecentrum reeds jaren een belangrijke partner van de VGC inzake de aanpak van laaggeletterdheid in de Brusselse context. De doelstellingen worden voornamelijk geoperationaliseerd in acties met de eraan gekoppelde -in artikel 3 omschreven - resultaten door de organisatie. Bij het uittekenen en uitvoeren van deze acties zijn het Onderwijscentrum Brussel en het Huis van het Nederlands Brussel prioritaire inhoudelijke partners. Artikel 3.- Te bereiken resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 september 2010 t.e.m. 31 augustus 2011 kunnen als volgt worden omschreven: Algemeen - bijdragen tot de visieontwikkeling van de VGC rond de aanpak van laaggeletterheid/laaggecijferdheid in de Brusselse context door onder meer de ontwikkeling van nieuwe concepten, aanleveren van gegevens rond laaggeletterdheid en laaggecijferdheid, formuleren van concrete voorstellen, voorstellen en realiseren van samenwerkingsverbanden met andere partners - in samenspraak met het Onderwijscentrum Brussel wordt een visie ontwikkeld m.b.t. de ondersteuning van laaggeschoolde ouders omtrent de bijdrage die zij kunnen leveren aan de ondersteuning van hun kinderen in hun schoolloopbaan in het algemeen, en m.b.t. hun huiswerk ( huistaakbeleid ) in het bijzonder. In verband met het t scholenproject 2

3 - met een contingent van 6,6 VTE personeelsleden dat in het kader van deze overeenkomst wordt toegekend, organiseert Brusselleer op weekbasis minimaal 30 lesmomenten op minimaal 20 verschillende vestigingsplaatsen van scholen. De taakbelasting voor de educatieve medewerkers wordt berekend volgens de criteria die gangbaar zijn in de sector van basiseducatie. Cursisten worden daarin voorbereid op een uitstroom naar het reguliere Brusselse aanbod rond NT2-taalstimulering en NT2-taallessen; - de cursussen van het scholenproject zijn afgestemd op het schoolleven en passen in een breder traject van ouderbetrokkenheid dat in de school wordt afgelegd. De invulling en organisatie van het scholenproject gebeurt op maat en in samenwerking met de betrokken school; - de aanvragen van scholen voor dit project worden besproken in samenspraak met het Onderwijscentrum Brussel, ongeacht waar de initiële aanvraag binnenloopt. Wanneer wordt vastgesteld dat de doelgroep hogergeschoold is, wordt het Huis van het Nederlands ingeschakeld; - in samenspraak met het Onderwijscentrum Brussel en het Huis van het Nederlands wordt een communicatieplan opgemaakt waarbij strategieën en instrumenten worden ontwikkeld om de ouders rechtstreeks te informeren, het brede werkveld zoals scholen en onderwijsondersteunende partners te informeren en een positieve mediabelangstelling te genereren voor het scholenproject; - Brusselleer volgt de inhoudelijke en organisatorische evoluties op het gebied van taalstimulerende acties voor ouders van kinderen in het onderwijs op, en formuleert desgevallend bijsturingsvoorstellen voor de verdere invulling van het scholenproject; In verband met het VGC-alfabetiseringsplan - Indienen van een concreet plan voor de inzet van de zogenaamde alfabetiseringsgesco s voor de uitvoering van het VGC-alfabetiseringsplan. Dit plan situeert zich binnen de volgende inhoudelijke krijtlijnen: - aanbod voor Nederlandstalige laaggeschoolde volwassenen: Nederlands, ICT en wiskunde, met aandacht voor specifieke doelgroepen en/of vernieuwende werkvormen; - NT2-aanbod (uitbreiding of instandhouding aanbod, nieuwe werkvormen), met aandacht voor specifieke doelgroepen (laaggeletterde volwassenen, ouders van leerlingen, Nederlands op de werkvloer ) en/of een optimale(re) regionale spreiding van het aanbod (incl. netwerkvorming, prospectie, organisatie); - onthaal en begeleiding van cursisten (intakeprocedure, open leercentrum, remediërende aspecten ). De inzet van de alfabetiseringsgesco s op het gebied van NT2 wordt overlegd met het Huis van het Nederlands Brussel. De concrete inzet en modaliteiten worden, na het indienen van het plan, vastgesteld door het VGCcollege. Artikel 4.- Meetindicatoren De mate waarin de beoogde resultaten gerealiseerd zijn en de vereiste verantwoording indien deze niet gerealiseerd zijn, zullen blijken uit het volgende: Algemeen - een rapport opgesteld samen met het Onderwijscentrum Brussel rond de ondersteuning van laaggeschoolde ouders inzake huiswerk en schoolloopbaanondersteuning. 3

4 In verband met het scholenproject - Het werkingsverslag dat wordt ingediend volgens de timing beschreven in artikel 9 bevat minstens volgende elementen: - namen van scholen die een aanvraag indienden voor het scholenproject, samen met een indicatie georganiseerd, in wacht, of niet op ingegaan. In dit laatste geval wordt een korte motivatie toegevoegd; - namen van de scholen waar projectdelen worden georganiseerd, met per school een cijfermatig overzicht van het aantal cursisten dat intekende, het gemiddeld aantal cursisten dat aanwezig was of zich verontschuldigde, het gemiddeld aantal cursisten dat daadwerkelijk aanwezig was; - namen van de medewerkers die werden ingezet voor de realisatie van het scholenproject; - een analyse van de cursisten die intekenden, doch hun deelname aan de lessen stopten; - een overzicht van de uitstroominitiatieven die genomen zijn in samenwerking met het Onderwijscentrum Brussel en het Huis van het Nederlands Brussel om cursisten toe te leiden naar het reguliere Brusselse aanbod rond taalstimulering en lessen; - een overzicht van stappen die gezet zijn om te komen tot een jaarlijks overzicht van de doorstroom scholenprojectcursisten naar een ander vervolgaanbod; - eventuele bijsturingsvoorstellen voor de verdere invulling van het scholenproject. - Tussentijdse rapporteringen in november 2010 en in februari 2011 bevatten de namen van de scholen waar het scholenproject gerealiseerd wordt op dat moment. - Een tussentijdse rapportering ingediend volgens de timing beschreven in artikel 9, met daarin de evaluatie van het voorbije schooljaar en de inhoudelijke en programmatorische voorstellen voor het volgende schooljaar. - Volgende producten worden aangeleverd in samenspraak met het Onderwijscentrum Brussel en/of het Huis van het Nederlands Brussel : - tegen de start van het schooljaar : een procedure met criteria waarmee de opportuniteit kan ingeschat worden welke taalondersteuning voor ouders aangewezen kan zijn op een school; - tegen 31 december 2010: de communicatieplannen met daarin strategieën en instrumenten om de ouders te informeren, het brede werkveld en om mediabelangstelling te genereren voor het scholenproject. In verband met het VGC-alfabetiseringsplan - tegen 31 mei 2010: indienen van een concreet plan voor de inzet tijdens het schooljaar van de zogenaamde alfabetiseringsgesco s; - tegen 31 mei 2011: Indienen van een concreet plan voor de inzet tijdens het schooljaar van de zogenaamde alfabetiseringsgesco s. Hoofdstuk 2.- Subsidie Artikel 5.- Bedrag Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt binnen de perken van de goedgekeurde begroting, de subsidie voor de periode 1 januari december 2010 op EUR. Deze enveloppensubsidie is bedoeld voor de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen tijdens het kalenderjaar

5 In de begroting 2011 wordt eveneens een subsidiebedrag voor de uitvoering van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten ingeschreven. Artikel 6.- Betaling De subsidie wordt trimestrieel uitbetaald aan de begunstigde organisatie door overschrijving op rekeningnummer De betalingen gebeuren telkens in de eerste maand van elk trimester van het kalenderjaar. De betalingen van het derde en het vierde trimester worden verricht na ontvangst van de inhoudelijke en financiële verantwoording die dient ingeleverd te worden voor 15 juni, zoals omschreven in artikel 9. Artikel 7.- Verbintenis De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe om de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen. Artikel 8. - Personeel Het personeel dat presteert voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven werking wordt aangesteld door de begunstigde organisatie, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidsovereenkomsten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie. Dit personeel zal uitsluitend werken voor de opdrachten die in de werking kaderen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie kan geen waarborg geven voor de continuering van de in hoofdstuk 1 omschreven werking na 31 augustus De begunstigde organisatie moet de nodige maatregelen treffen om de opzeggingstermijn voor het personeel dat gefinancierd is met deze middelen, te eerbiedigen. Hoofdstuk 3.- Inhoudelijke en financiële verantwoording Artikel 9.- Verantwoording erantwoordingsstukken De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende subsidie en het gebruik van middelen en diensten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit het aftoetsen van de behaalde resultaten aan de doelstellingen en opdrachten bepaald in hoofdstuk 1. De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven. De administratie stelt voor de financiële verantwoording formulieren ter beschikking. Deze formulieren worden als bijlage aan de overeenkomst gevoegd en dienen verplicht gebruikt te worden. De begunstigde organisatie zendt tevens de volgende documenten naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor 15 juni van elk jaar: - een tussentijds verslag met daarin de inhoudelijke en programmatorische voorstellen voor het volgende schooljaar; - de jaarrekening van het voorbije jaar; - de begroting van het lopende jaar. De begunstigde organisatie zendt tevens de volgende documenten naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor 15 september van elk jaar : - een werkingsverslag en een evaluatie van het voorbije schooljaar. 5

6 Artikel 10.- Boekhouding De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften ter zake. Voor de jaarrekening van de subsidietrekkers die van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een bedrag groter dan EUR ontvangen, is de controle van een bedrijfsrevisor die lid is van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren vereist. Het verslag van de bedrijfsrevisor wordt toegevoegd aan de verantwoording. Artikel 11.- Reserves Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen. Hoofdstuk 4.- Toezicht en sancties Artikel 12.- Toezicht De administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie oefent toezicht uit over de aanwending van de subsidie. Dit toezicht brengt het recht met zich mee om de begunstigde organisatie te bezoeken en om kennis te nemen van alle stukken en bescheiden die met de uitoefening van dit toezicht verband houden. De begunstigde organisatie verleent haar volle medewerking aan de uitoefening van dit toezicht en bezorgt, op eenvoudig verzoek, aan de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de stukken en bescheiden vermeld in dit artikel. Artikel 13.- Sancties De subsidie kan ambtshalve worden geschorst wanneer: 1. de subsidie wordt aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst; 2. de inhoudelijke en/of financiële verantwoording bedoeld in artikel 9 als onvoldoende wordt beoordeeld; 3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd; 4. onjuiste of bedrieglijke informatie werd verstrekt; 5. het toezicht bedoeld in artikel 12 werd verhinderd. In deze gevallen kan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de toegekende en uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de begunstigde organisatie van verdere subsidiëring uitsluiten, onverminderd de toepassing van wettelijke bepalingen inzake het afleggen van onjuiste verklaringen. De gemotiveerde beslissing van het College(lid) of van de gemachtigde ambtenaar tot schorsing of tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie wordt aan de begunstigde organisatie meegedeeld met een aangetekend schrijven, waarin de mogelijkheid en de voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen worden vermeld. Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de begunstigde organisatie binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van de beslissing, tegen die beslissing een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De begunstigde organisatie kan daarin uitdrukkelijk verzoeken om gehoord te worden. Het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar zal binnen een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst van dit bezwaarschrift de eerdere beslissing intrekken of bevestigen. 6

7 Als de begunstigde organisatie geen bezwaarschrift binnen de gestelde termijn heeft ingediend of als het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing bevestigt, blijft de subsidie geschorst of geheel of gedeeltelijk teruggevorderd. Als het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing intrekt of als de eerdere beslissing binnen de gestelde termijn niet wordt bevestigd, blijft de subsidie behouden. Hoofdstuk 5.- Overige bepalingen Artikel 14.- Waarnemerschap In de Algemene Vergadering van de begunstigde organisatie wordt een vertegenwoordiger van de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie aanvaard als waarnemer zonder stemrecht. Dit waarnemerschap verhindert of beperkt op generlei wijze de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie om verantwoording te vragen aan de Raad van Bestuur indien zou blijken dat de werking van de begunstigde organisatie in belangrijke mate afwijkt van de aangegane afspraken in het kader van de subsidiëring. Artikel 15.- Kennisgevingen De begunstigde organisatie stelt de administratie van het College schriftelijk in kennis van iedere wijziging van de statuten, het huishoudelijk reglement en de samenstelling van de algemene vergadering en raad van bestuur. Deze gegevens worden samen met de inhoudelijke en financiële verantwoording bezorgd. Het niet naleven van deze verplichting kan aanleiding geven tot de sancties vermeld in artikel 13. Artikel 16.- Vrijwaring Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De begunstigde organisatie vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding. Artikel 17.- Communicatie De begunstigde organisatie vermeldt in iedere communicatie dat de in hoofdstuk 1 omschreven werking met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie gebeurt. De begunstigde organisatie voert de in hoofdstuk 1 omschreven werking uit in opdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en behoort bijgevolg tot categorie B. De richtlijnen voor het gebruik van de huisstijl die van toepassing zijn op deze categorie, zijn beschreven in het stijlhandboek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: Artikel 18.- Rapportering De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe gegevens te registreren in de registratietool van de meeten weetcel zodra deze toepassing operationeel wordt. In een addendum aan deze overeenkomst zullen de modaliteiten van deze registratie en de concreet gevraagde gegevens vastgelegd worden. Artikel 19.- Betwisting Elk geschil met betrekking tot het sluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van deze overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. Artikel 20.- Duur van de overeenkomst 7

8 Deze overeenkomst gaat in op 1 september 2010 en eindigt op 31 augustus De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in de volgende gevallen: - van rechtswege, indien de begunstigde organisatie wordt ontbonden; - bij wijziging van de doelstellingen van de begunstigde organisatie; - in onderling akkoord tussen de begunstigde organisatie en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Opgemaakt in 4 exemplaren te Brussel op Elke partij bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben. Namens het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie eenschapscommissie Namens vzw Centrum Basiseducatie Brussel Steven VERVOORT Algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming Betty DEPAEPE Ondervoorzitter Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de overeenkomst met vzw Centrum voor Basiseducatie Brussel nr van De collegeleden, Bruno DE LILLE Brigitte GROUWELS Jean-Luc VANRAES 8