Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312

Vergelijkbare documenten
1 Symmetrieën van figuren

Samenvatting. Algebra 1 - Collegejaar Dictaat algebra 1. Disclaimer

Opgave 1 Bepaal welke van de volgende beweringen juist zijn: = Z2 Z 6 (R >0, ) = (R, +) (Z, +) = (Q, +)

5 Inleiding tot de groepentheorie

Tentamen algebra 1. 8 juni 2005, , zaal A.404

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Tentamen Discrete Wiskunde 1 10 april 2012, 14:00 17:00 uur

1 Groepen van orde 24.

Samenvatting. Algebra 1 - Collegejaar Dictaat algebra 1. Disclaimer

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Definitie 8.1. De groep van alle permutaties van een gegeven verzameling X is de symmetriegroep op n elementen, genoteerd als Sym(X).

SYMMETRIEËN VAN RUIMTELIJKE FIGUREN. Prof. dr. Ronald Meester

Enkele valkuilen om te vermijden

Uitwerkingen tentamen lineaire algebra 2 13 januari 2017, 10:00 13:00

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

Inleiding tot groepentheorie

Hoofdstuk 6. Dihedrale groepen. 6.1 Definitie

ALGEBRA I. P. Stevenhagen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Discrete Wiskunde

Algebra. Oefeningen op hoofdstuk Groepentheorie Cayleytabellen van groepen van orde Cyclische groepen

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie

Oplossing van opgave 6 en van de kerstbonusopgave.

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Pijlenklokken. 1 Inleiding

PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 17 november 2011

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Stelling 1.5 Geven isometrieën J 1 en J 2 hetzelfde beeld in drie punten die niet op één lijn liggen, dan zijn ze identiek. Bewijs. De isometrie J 1 2

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element.

Kwantitatieve Economie / Faculteit Economie en Bedrijfskunde / Universiteit van Amsterdam. Schrijf je naam en studentnummer op alles dat je inlevert.

Tentamen Functies en Reeksen

Ter Leering ende Vermaeck

HOOFDSTUK 0. = α g1 α g2

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks?

Competities, schuifpuzzels en automorfismen van S 6

More points, lines, and planes

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Lineaire Algebra voor ST (2DS06) op , uur.

werkschrift driehoeken

Hertentamen Topologie, Najaar 2009

Ongelijkheden groep 1

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen.

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

Lineaire Algebra voor ST

Samenvatting van. door Maarten Solleveld

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

Uitwerkingen eerste serie inleveropgaven

TW2020 Optimalisering

Het tellen van non-equivalente kleuringen van de n-dimensionale hyperkubus

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen.

Bijzondere kettingbreuken

5.2.4 Varia in groepentheorie

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

De stelling van Borsuk. Auteurs: Michiel Tel en Merlijn Koek

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Tentamen lineaire algebra 2 17 januari 2014, 10:00 13:00 zalen 174, 312, 412, 401, 402

Tentamen Lineaire Algebra

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

Tentamen Lineaire Algebra 1 (Wiskundigen)

Ad(g) := (h ghg 1 ).

Uitwerkingen tentamen Lineaire Algebra 2 16 januari, en B =

Tentamen Lineaire Algebra UITWERKINGEN

Bruno Ernst Symposium

PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA dinsdag 22 november 2016

Tentamen Lineaire Algebra 2

Aardse Stellingen met hemelse bewijzen en Stellingen om van te smullen met (on)verteerbare bewijzen. Zaterdag 16 februari 2019

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde B met uitwerkingen

Domein A: Inzicht en handelen

Morenaments Ornamenten met symmetrie. Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017

opgaven formele structuren deterministische eindige automaten

Een ander zijvlak is het regelmatige vijfhoek met aantal zijden P=5. Hierbij moeten Q=3 zijvlakken samenkomen in een hoekpunt van het veelvlak.

Men kan enkele samenstellingen berekenen en vervolgens de Cayleytabel aanvullen, wetende dat het een Latijns vierkant is. De Cayleytabel wordt:

Tentamen lineaire algebra voor BWI maandag 15 december 2008, uur.

Examen Lineaire Algebra en Meetkunde Tweede zit (13:30-17:30)

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Week Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren.

Platonische transformatiegroepen

Uitwerkingen toets 9 juni 2012

KU Leuven. Algebra. Notities. Tom Sydney Kerckhove

3 De duale vectorruimte

Uitwerking puzzel 91-7: Je kunt het schudden

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN MEETKUNDE I

1 Rekenen in eindige precisie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Magidoku s en verborgen symmetrieën

Transcriptie:

Tentamen algebra 1 Woensdag 24 juni 2015, 10:00 13:00 Snelliusgebouw B1 (extra tijd), B2, B3, 312 Je mag de syllabus en aantekeningen gebruiken, maar geen rekenmachine. Je mag opgaven 2.46, 2.49 en 8.13 gebruiken. Verder geldt 7 11 13 = 1001 en 5 13 31 = 2015. Bewijs steeds je antwoord en benoem de resultaten die je gebruikt. Het tentamen bestaat uit 5 opgaven die elk 9 punten waard zijn en het tentamencijfer is punten/5+1. Schrijf op het tentamen of je uit Leiden of Delft komt, en schrijf er het studentnummer van je eigen universiteit op. Opgave 1. Zij σ : Z/35Z Z/35Z gegeven door σ(k) = k + 4. Hier is σ een element van de groep G = S(Z/35Z) van permutaties van de verzameling Z/35Z (hiervan hoef je het bewijs niet te geven). Bepaal de orde van σ. Antwoord: 35 Voorbeeld van een correct bewijs: σ n is de afbeelding k k + 4n. De orde van σ is de kleinste positieve n waarvoor σ n = id, en die is dus gelijk aan de kleinste positieve n waarvoor 4n een 35-voud is. 4 en 35 zijn copriem, dus dat geeft n = 35, dus de orde van σ is 35. Alternatief: Voor wie bovenstaand inzicht niet heeft, het kan ook rechttoerechtaan met hard werk, namelijk door de permutatie σ in disjunctecykelnotatie uit te schrijven. Het is dan een 35-cykel, dus orde 35. Bepaal σ 20152406 (1). Waarschuwing: x yz = x (yz) (x y ) z = x y z. Antwoord: 26 Opmerkingen met betrekking tot veelgemaakte fouten: [1pt] De orde van σ is (een deler van) 35, dus het gaat om 2015 2406 modulo 35. Dit blijkt 15 modulo 35 te zijn en σ 15 (1) = 1 + 15 4 = 26. Om a b mod n uit te rekenen kan je niet b mod n gebruiken. Zoals bovenaan het tentamen staat: benoem de stellingen die je gebruikt. Controleer de voorwaarden van de stellingen die je gebruikt. b 0 b. σ n = σ σ σ, dus σ n (1) betekent iets heel anders dan σ(1) n Bepaal σ 2462015 (1). Antwoord: 5 (zie boven voor opmerkingen) (d) Zijn τ 1 = (123)(3245)(37) en τ 2 = (14)(123456)(15) S 8 geconjugeerd? Antwoord: nee Voorbeeld van een bewijs: De tekens zijn ɛ(σ 1 ) = 1 1 1 = 1 en ɛ(σ 2 ) = 1 1 1 = 1, dus de tekens zijn verschillend, dus de permutaties zijn niet geconjugeerd. Opmerking: Geef je een bewijs met behulp van cykeltypes, gebruik dan de disjunctecykelnotatie. 1

Opgave 2. Een gerichte driehoek is een gelijkzijdige driehoek waarvan een kwart zoals getekend in figuur 1 zwart is. Een zwarte-witte zeshoek maak je door één gerichte driehoek op elke driehoek in figuur 2 te leggen (in welke oriëntatie dan ook). Het is dus een zeshoek bestaande uit zes gerichte driehoeken. Figuur 3 is een voorbeeld van een zwart-witte zeshoek. We noemen twee zwart-witte zeshoeken hetzelfde als ze door draaiing en/of spiegeling in elkaar overgevoerd kunnen worden. Hoeveel echt verschillende zwart-witte zeshoeken bestaan er? Je mag je antwoord laten staan in een vorm die bij intikken in een rekenmachine het goede antwoord oplevert. [9pt] (figuur 1) (figuur 2) (figuur 3) Antwoord: 74 Opmerkingen en veelgemaakte fouten: Zeg op welke verzameling X je de banenformule toepast. Zeg hoe je aan je aantal χ(g) van vaste punten onder g komt. Je kunt deze opgave zien als een inkleuring van figuur 2 in 3 kleuren, op 1 deel van het bewijs na als volgt. Een vast punt z X onder de spiegeling σ y in de y-as is per definitie een zwart-witte zeshoek z die onder spiegeling σ y hetzelfde blijft. Bekijk de twee gerichte driehoeken die op de y-as liggen in zo n z. Omdat σ y (z) = z, veranderen deze twee driehoeken niet onder spiegeling in de y-as, en liggen deze dus symmetrisch om de y-as. In de zwart-witte zeshoek z wijzen deze twee driehoeken dus met de zwarte punt naar het midden van de zeshoek. De enige vrije keuze die je hebt is dus voor twee driehoeken (zeg die in het rechter halfvlak). Er geldt dus χ(σ y ) = 3 2, niet χ(σ y ) = 3 4 zoals het bij een driekleuring zou zijn. Het eindantwoord is daardoor niet 92, zoals bij een driekleuring, maar 74. Benoem de getallen. Voorbeeld: In de banenformule staat een som van 12 waarden van de vorm χ(g). Die kun je groeperen, omdat bijvoorbeeld voor twee rotaties om 1/3 slag de χ van deze rotaties hetzelfde is. Je krijgt dan zoiets als 2 χ(rotatie 1/3 slag) in de teller van de banenformule. Zeg tenminste zoiets als 2 rotaties om 1/3 slag, elk χ = 3 3 voordat je 2 3 3 opschrijft. Opgave 3. De voetbal is een veelvlak opgebouwd uit 12 zwarte regelmatige vijfhoeken en 20 witte regelmatige zeshoeken op zo n manier dat in elk hoekpunt precies 1 vijfhoek en 2 zeshoeken bij elkaar komen. De voetbal is symmetrisch in alle gesuggereerde opzichten. Zij G de symmetriegroep van de voetbal. 2

(d) Bepaal de orde van de stabilisator en de lengte van de baan van een vijfhoek. Hierbij volstaat een beknopte uitleg waarom dit antwoord correct is. Antwoord: 10 en 12 in die volgorde, met korte uitleg: de stabilisator is in dit geval isomorf met de symmetriegroep van 1 vijfhoek (D 5, van orde 10), en de baan is de verzameling van vijfhoeken. Merk op dat een symmetriegroep per definitie bestaat uit alle symmetrieën, dus ook spiegelingen. Bepaal de orde van G. Oplossing: Gebruik de baanstabilisatorstelling Werkt G transitief op de verzameling ribben van de voetbal? Antwoord: Nee, een ribbe die aan een vijfhoek grenst wordt door geen enkele symmetrie gestuurd naar een ribbe die aan twee zeshoeken grenst. Werkt G trouw op de verzameling ribben van de voetbal? Antwoord: Ja (plus bewijs, zie onder) Opmerkingen: Een werking van G op X is trouw dan en slechts dan als voor elke g G geldt: als g triviaal werkt op X, dan geldt g = e G. Hier is X de verzameling van ribben. Je kunt bijvoorbeeld als volgt bewijzen dat de werking trouw is. Stel g G werkt triviaal op de verzameling ribben. Kies twee aangrenzende ribben r 1, r 2. Laat S het snijpunt van de ribben zijn en M het middelpunt van de bal. Dan geldt g(r 1 ) = r 1, g(r 2 ) = r 2, dus g(s) = S. Laat nu T i het andere uiteinde van r i zijn. Er geldt g(t i ) {S, T i } en g is een bijectie, dus g(t i ) S, dus g(t i ) = T i. We hebben nu 4 vaste punten (M, S, T 1, T 2 ) van g die niet in één vlak liggen en g is een isometrie, dus g = id. Een werking is altijd een homomorfisme φ : G S(X). Elke g G werkt dus als element van S(X), dus als bijectie, dus als injectieve afbeelding. Dit heeft niets te maken met het al-dan-niet trouw zijn van de werking. De werking is trouw dan en slechts dan als de afbeelding φ zelf injectief is. Opgave 4. De groep G = GL 2 (R) van inverteerbare 2 2-matrices over de reële getallen werkt op het vlak R 2 door de gebruikelijke matrix-vector-vermenigvuldiging (dit hoef je niet te controleren). Opmerkingen bij 4a 4c: Geef verzamelingen als verzamelingen, dus bijvoorbeeld R 2 \ (x-as) of {(x, y) : x R, y R }, maar absoluut niet als (x, y), x R, y R of (0, 1). Om te bewijzen dat twee deelverzamelingen A en B van J gelijk zijn, moet je de inclusies A B en B A bewijzen. Het bewijs van Z(J) B begint met Zij x Z(J). Dan geldt voor alle y J... 3

Introduceer de symbolen die je gebruikt, dus begin niet met Er moet gelden xy = yx (behalve eventueel in de puzzelfase op een kladblaadje). Bij opgave 4b: het gaat om de baan onder H, dus met de werking van H op R 2, niet de werking van heel G. Bepaal de stabilisator H = G e1 van e 1 = ( 1 ( ) 0) in R 2. 1 b Antwoord: { : b R, d R 0 d } Bepaal de baan He 2 van e 2 = ( 0 1) onder H. Antwoord: {(x, y) : x R, y R } Laat J = {( 0 a b 0 ) } {( : a, b R a 0 0 b Dit is een ondergroep (dit hoef je niet te controleren). ) } : a, b R G. Bepaal het centrum {( van J. ) a 0 Antwoord: Z(J) = 0 a : a R }. (d) Bestaat er een injectief homomorfisme Q J, waarbij Q de quaternionengroep is? Ter herinnering: Q = {±1, ±i, ±j, ±k}, i 2 = j 2 = k 2 = 1, ijk = 1. (Opmerking bij opgave: de identiteit ijk = 1 uit het dictaat geeft een natuurlijkere presentatie van de groep Q, maar met ijk = 1 krijg je een isomorfe groep en wordt de opgave niet moeilijker. Je mag de definitie gebruiken die je wilt.) Antwoord: nee Opmerking: Het bewijs begint dan natuurlijk met stel f is een injectief homomorfisme Q J. De volgende opmerking is dat i, j, k orde 4 hebben, en f(i), f(j), f(k) dus ook. Er bestaan wel degelijk elementen in J van orde 4, zelfs oneindig veel, dus je bent hiermee nog niet klaar. Volgende stap: vind een algemene uitdrukking voor de elementen van orde 4 en reken dan f(ijk) = f(i)f(j)f(k) uit. Opgave 5. Gegeven een ondergroep H S n. Laat zien: H A n of H bevat evenveel even als oneven permutaties. Schets: Bekijk de tekenafbeelding H {±1}. De kern daarvan is H zelf of een groep van orde #H/2. Zij G een groep van orde 4n + 2 voor een geheel getal n. Laat zien dat G een ondergroep van orde 2n + 1 bevat. Hint: laat zien dat G een element van orde 2 bevat en gebruik daarna deel. Schets: [4pt] [5pt] Dit was de moeilijkste opgave van het tentamen. Het getal 2 is een priemdeler van de orde 4n + 2, dus wegens de stelling van Cauchy heeft G een element g van orde 2 4

De banen onder linksvermenigvuldiging met g hebben allemaal lengte 2 (gelijk aan de orde van g). Er zijn dus (4n + 2)/2 = 2n + 1 banen van lengte 2, dus linksvermenigvuldiging met g is een product van 2n + 1 transposities, en is dus een oneven permutatie. Via de reguliere werking (d.w.z. linksvermenigvuldiging) is G een ondergroep van S 4n+2 met daarin (zoals boven bewezen) een oneven permutatie. Onderdeel a is dus van toepassing en geeft een ondergroep van 2n + 1 elementen, bestaande uit de even permutaties in G. 5