TAX. Eindejaarstips 2011. meijburg.nl

Vergelijkbare documenten
TAX Eindejaarstips 2010 meijburg.nl Fiscale eindejaarstips voor ondernemend Nederland

Tax. Eindejaarstips. meijburg.nl

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014)

Verdoorn Administratie- en Belastingadviseurs. Tweede Kamer neemt Belastingplan 2010 aan

Fiscale eindejaarstips

EINDEJAARSTIPS /5

Fiscaal Actueel

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012

! Het is verstandig om vooraf een berekening te (laten) maken om te voorkomen dat de aangifte

voor ondernemers

Van der Helm Consultancy

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Nieuwsbrief december 2012

Eindejaarstips 2009 ondernemers

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

Hieronder treft u onze eindejaarstips 2018 aan, onderverdeeld in 3 hoofdstukken: 1. de ondernemer en onderneming 2. de DGA 3.

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

eindejaarstips 2011 Amsterdam Rotterdam New York

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

algemeen 1.1 Belastingplichtige/partner/pleegkinderen / 17

ALLE ONDERNEMINGSVORMEN

Eindejaarstips meijburg.nl

Graag ontvangen wij van u een kopie van de jaaropgave(n) 2010 van uw werkgever(s) of uitkeringsinstantie.

Eindejaarstips 2013 INKOMSTENBELASTING. Algemeen

Eindejaarstips meijburg.nl Meijburg & Co, belastingadviseurs. Alle rechten voorbehouden. Eindejaarstips

Checklist Auto van de zaak De heilige koe bij de hoorns gevat

3 Privé. RB Eindejaarstips en aandachtspunten 2016/ pagina 23

Eindejaarstips kpmg.nl KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden. Eindejaarstips

Slim Schenken en nalaten

Eindejaarstips

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Onder bepaalde voorwaarden kunnen pensioendotaties en inleg in de levensloopregeling in mindering komen op het gebruikelijk loon.

~ Beoordelen pensioenrechten personeel (eventueel backservice) ~ Middeling ~ U kunt verliezen vpb nog maar 6 jaar verrekenen

2.17. Innovatiekosten

RB Eindejaarstips 2009

Fiscale eindejaarstips

Inkomstenbelasting eindejaarstips 2015

DE ADVISEUR INFORMATIEBLAD VAN UW REGISTER BELASTING EN BEDRIJFSADVISEUR

Nieuwsbrief november 2014

De regeling is al goedgekeurd voor Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

Tips voor de BV/IB-ondernemer

Is deze nieuwsbrief niet goed leesbaar? klik dan hier.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN Erven en schenken

Van Wantrouwen naar Vertrouwen. 6 december 2011 Gijs van der Voet

Eindejaarstips Let op! De eenmalige verhoging van ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen.

Ik Start! En nu? Tom Jacobs AA mr. Michiel Gijsbers RB

Fiscale eindejaarstips

Inhoudsopgave. Voorwoord Faciliteiten voor ondernemers in de inkomstenbelasting Meewerkende partner, ouders en kinderen...

info &boon tips & boon

De belastingplichtige krijgt dan een positieve/negatieve aanslag IB opgelegd.

1. Benut de fiscale oudedagsreserve maar doe dat met beleid

Auto: zakelijk of privé?

accountants adviseurs december 2013 Eindejaarsbericht 2013 Joek_nieuwsbrief.indd :53

klaar voor de start? eindejaarscorrecties btw

Eindejaarstips Tips omzetbelasting Check herziening van btw Correcties laatste btw-aangifte 2011 Pas btw-correctie toe op auto van de zaak

Huwelijkse voorwaarden? Let op schenk- en/of erfbelasting!

info &boon tips & boon

BELASTINGPLAN 2010 SCHENK- EN ERFBELASTING LOONHEFFING/ SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Nieuwsbrief september 2011

8. De btw Aftrek van voorbelasting. De btw

Ondernemende accountants.

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

Fiscale eindejaarstips. Sjoerd van den Heuvel

Checklist belastingaangifte particulieren 2017

Dit jaar let de Belastingdienst extra op de kosten van de ondernemer en wordt ook het aantal

Btw-tips vierde kwartaal 2017

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

Gegevens aangifte inkomstenbelasting 2007

Hoe oud zijn uw debiteuren?

december 2011 Eindejaarstips

MKB Boekhouder in control

NIEUWSBRIEF. November 2006

Fiscaal optimaal van start. P.M. (Marijn) Bremmer LL.M.

Vervallen tijdelijke verlenging doorleveringstermijn overdrachtsbelasting.

1 Begrippen en beginselen Overheidsheffingen Indeling en typering van belastingen Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27

Eindejaarstips I. Ondernemers

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting)

Een Goede Start met de Belastingdienst

Ook dit jaar verstrekken wij u graag de eindejaarstips voor 2016, praktische tips voor u als ondernemer en/of particulier.

Soort auto MIA % Maximaal in aanmerking te nemen investeringsbedrag

Als u 65 jaar of ouder bent

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

Nieuwsbrief november 2015

Direct toepasbaar. Eindejaarstips ZZPerfect

Prinsjesdag fiscale actualiteiten

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Carkits, navigatiesystemen & headsets

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen.

DGA: Loon. Fictief of gebruikelijk loon. dividend voordeliger? moet zakelijk zijn vastgesteld min. gelijk aan loon werknemer

INHOUD. Lijst van afkortingen / Inkomstenbelasting / Belastingplichtige/partner/(pleeg)kinderen / 17


Nieuwsbrief van 9 februari 2017

Nieuwsbrief van 15 december 2016

1. Ondernemer en onderneming. RB Eindejaarstips en aandachtspunten 2016/ pagina 8

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Transcriptie:

TAX Eindejaarstips 2011 meijburg.nl

Fiscale eindejaarstips voor ondernemend Nederland Het fiscale landschap blijft in beweging. Het afgelopen jaar is een aantal aanpassingen in de fiscale regelgeving doorgevoerd. Ook met ingang van 2012 verandert weer het nodige. In deze uitgave treft u een aantal tips aan op grond waarvan u mogelijkerwijs nog voor 1 januari 2012 actie zou moeten ondernemen. Het overzicht is lang niet uitputtend, maar eerder bedoeld als handvat om een gesprek met uw adviseur goed te kunnen voorbereiden. Verder worden enkele (voorgestelde) wijzigingen vanaf 2012 toegelicht. Wij benadrukken dat deze uitgave de stand van het wetgevingsproces per 18 november 2011 weergeeft.

Inhoudsopgave 1 Privé 5 1.1 Boxhopping 5 1.2 Persoonsgebonden aftrek 5 1.3 Betalingsmoment 5 1.4 Toerekening inkomensbestanddelen bij partners 5 1.5 Fiscaal partnerschap 2011 6 1.6 Planning specifieke zorgkosten 6 1.7 Planning scholingsuitgaven 6 1.8 Planning giften 6 1.9 Vervangen gewone giften door een periodieke gift 7 1.10 Monumentenwoning? Onderhoudskosten aftrekbaar! 7 1.11 Auto van de zaak 7 1.12 Verklaring geen privégebruik auto 8 1.13 Terbeschikkingstellingsregeling (box 1) 8 1.14 Schenking aanmerkelijk belang (box 2) 8 1.15 Aftrek lijfrente (jaarruimte en reserveringsruimte) 9 1.16 Betaal tijdig uw lijfrentepremie! 9 1.17 Extra vrijstelling in box 3? 9 1.18 Verlies op durfkapitaal 9 1.19 Verlaging grondslag box 3 9 1.20 Voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting 9 1.21 Belasting terugvragen 10 1.22 Toeslagen 10 1.23 Partnerschap en Successiewet 10 1.24 Schenkingsvrijstelling 10 1.25 Schenking onder schuldigerkenning 11 1.26 Herbeoordeling testament/huwelijksgoederenregime 11 1.27 Huwelijkse voorwaarden met verrekenbeding 11 1.28 Buitenlandse bronheffing op uitgekeerde dividenden 11 1.29 Levensloopregeling 11 1.30 Participatie spaarloon 12 2 Ondernemingen 13 2.1 Optimaal gebruikmaken van investeringsaftrekken 13 2.2 Herinvesteringsreserve 13 2.3 Bespreken balans 14 2.4 Voorziening 14 2.5 Willekeurige afschrijving 14 2.6 Crisismaatregel willekeurige afschrijving 14 2.7 Uitstellen desinvesteringen in verband met desinvesteringsbijtelling 15 2.8 Zeescheepvaartwinst, tonnagebelasting 15 2.9 Afdrachtvermindering loonheffing 15 2 Eindejaarstips 2011

2.10 Beoordelen pensioenrechten en VUT-rechten personeel (eventueel backservice) 15 2.11 Geschenkenregeling loonbelasting 15 2.12 Producten uit eigen bedrijf 15 2.13 Spaarloonregeling versus levensloopregeling 16 2.14 Aanpassingen salarisadministratie per 1 januari 2012 16 2.15 Fiscaal voordelig belonen van werknemers 16 2.16 Werkkostenregeling 17 2.17 Samenhangende groep inhoudingsplichtigen 17 2.18 Bestelauto s en uw personeel 17 2.19 Keuze auto zakelijk of privé 17 2.20 Doorbetaling werknemers 17 2.21 Uitbreiding personeelsbestand 18 2.22 Uitzending personeel 18 2.23 Laatste loonheffingsaangifte 2011 18 2.24 Laatste btw-aangifte 2011 18 2.25 Correcties op (eerdere) btw-aangiften 2011 19 2.26 Vergoeding kosten aan personeel en tenaamstelling factuur (btw) 19 2.27 Managementvergoeding (btw) 19 2.28 Einde fiscale eenheid btw 19 2.29 Factuurvereisten (btw) 19 2.30 Termijn terugvragen buitenlandse btw (btw) 20 2.31 Autokosten werknemers (btw) 20 2.32 Debiteur betaalt u niet (btw) 20 2.33 Bewaarplicht 21 2.34 Subsidies 21 2.35 Voorlopige aanslag 2011 21 2.36 Ontslagvergoeding 21 3 Ondernemer eenmanszaak, vof, cv en maatschap 22 3.1 Begrip ondernemer 22 3.2 Toetsing meewerkaftrek of arbeidsbeloning voor meewerkende partner 22 3.3 Urencriterium voor zelfstandigenaftrek 22 3.4 Man-vrouwfirma 22 3.5 Verkoop onderneming, omzetting in bv of starten nieuwe onderneming 23 3.6 Kleine-ondernemersregeling in de btw 23 3.7 Middeling 2009-2011 23 3.8 Startende ondernemer 23 3.9 Verklaring arbeidsrelatie (VAR) 24 3.10 Btw-keuzevermogen 24 3.11 Voorkom verliesverdamping 24 3.12 Bedrijfsopvolging 25 4 Bv en nv 26 4.1 Aangaan fiscale eenheid 26 4.2 Aanvragen fiscale eenheden die per 1 januari 2012 moeten ingaan 26 4.3 Verbreken fiscale eenheid per 31 december 2011 26 4.4 Fictief salaris, fictieve rente en fictieve huur 26 4.5 Lenen van uw bv (inclusief rekening-courant) 26 4.6 Vordering op uw bv (inclusief rekening-courant) 27 4.7 Borgstellingsprovisie bedingen bij bv 27 4.8 Voorkom verliesverdamping 27 4.9 Verliezen uit 2002 verdampen 27 4.10 Crisismaatregel verliesverrekening 28 4.11 Pensioen voor uzelf, meewerkende echtgeno(o)t(e) en kinderen 28 4.12 Hoge aftrekpost bv door inkoop pensioen 28 4.13 VAR-dga 28 4.14 Functionele valuta of de euro 28 4.15 Heroverweging bv en nv 29 4.16 Thin capitalization 29 4.17 Transfer pricing (bv en nv) 29 4.18 Verrekening houdsterverliezen 29 4.19 Innovatiebox 29 4.20 Deelnemingsvrijstelling 30 4.21 Afwaarderen en/of prijsgeven van vorderingen 30 4.22 Vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) 30 5 Belastingplan 2012 31 5.1 Vennootschapsbelasting 31 5.2 Vitaliteitspakket 33 5.3 30%-regeling 34 5.4 Loonheffingen 36 5.5 Dividendbelasting 38 5.6 Wet uitwerking Autobrief 38 5.7 Geefwet 40 5.8 Inkomstenbelasting 42 5.9 Overige wijzigingen 43 Eindejaarstips 2011 3

1 Privé NIET VAN 1.1 Boxhopping Voorkom tijdelijke vermogensverschuivingen tussen box 3 (sparen en beleggen) en box 1 (werk en woning) en box 2 (aanmerkelijk belang). Een vermogensbestanddeel dat gedurende een periode van niet meer dan drie achtereenvolgende maanden deel uitmaakt van box 1 of 2 (en zowel daarvoor als daarna van box 3), wordt ook in box 3 in aanmerking genomen als in die periode een peildatum ligt voor box 3. Voor een periode van vier tot zes maanden geldt in eerste instantie hetzelfde, behalve wanneer u aannemelijk kunt maken dat u hebt gehandeld uit zakelijke overwegingen. 1.2 Persoonsgebonden aftrek De persoonsgebonden aftrek, waaronder giften, alimentatie, ziektekosten en scholingsuitgaven, komt in mindering op het inkomen in box 1. Een eventueel restant is aftrekbaar van het inkomen in box 3 (tarief 30%) en vervolgens van het inkomen in box 2 (tarief 25%). Stem uw inkomen en aftrek zo veel mogelijk op elkaar af. 1.3 Betalingsmoment Doet u aan het einde van het jaar nog betalingen, houd dan rekening met het betalingsmoment. Meestal geldt dat een betaling is gedaan op het moment waarop deze is bijgeschreven op de rekening van de ontvangende partij. Voor de inkomstenbelasting heeft de Hoge Raad echter uitgemaakt dat de betaling van aftrekbare bedragen heeft plaatsgevonden op de dag waarop de bank het bedrag heeft afgeschreven van de rekening van de belastingplichtige. Voor onder meer de resultaten uit overige werkzaamheden, waaronder ook de terbeschikkingstellingsregeling (zie onderdeel 1.13), geldt in beginsel het winstregime. Daarbij worden inkomsten en uitgaven toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Het moment van betaling speelt dan geen rol. 1.4 Toerekening inkomensbestanddelen bij partners Sommige (negatieve) inkomensbestanddelen mogen willekeurig worden toegerekend aan partners. De persoonsgebonden aftrek en de inkomsten uit de eigen woning zijn hiervan belangrijke voorbeelden. Stem dit af op de niet-overdraagbare inkomensbestanddelen, maar vergeet hierbij niet de nieuwe regels over het fiscaal partnerschap in ogenschouw te nemen (zie onderdeel 1.5). Eindejaarstips 2011 5

1.5 Fiscaal partnerschap 2011 Het fiscaal partnerbegrip is veranderd. Ongehuwd samenwonenden kunnen niet meer zelf kiezen voor het fiscaal partnerschap. In de volgende situaties zijn zij verplicht elkaars fiscaal partner: Zij wonen samen met een notarieel samenlevingscontract. Zij hebben samen een kind, of een kind dat is erkend binnen de relatie. Zij zijn aangemeld als partners voor een pensioenregeling. Zij hebben samen een eigen woning die het hoofdverblijf is. Beiden moeten verder op hetzelfde adres bij de gemeentelijke basisadministratie staan ingeschreven om fiscaal partners te kunnen zijn. Tot 1 januari 2011 eindigde het fiscaal partnerschap op het moment dat men duurzaam gescheiden ging leven. Vanaf 2011 is dit gewijzigd. Het fiscaal partnerschap eindigt pas als beiden op een ander adres staan ingeschreven bij de gemeente én als een verzoek bij de rechter is ingediend tot scheiding of tot scheiding van tafel en bed. Vanaf 2012 geldt dat wanneer ongehuwd samenwonenden in het voorafgaande jaar kwalificeerden als fiscaal partner, zij ook in het lopende jaar kwalificeren als fiscaal partner indien zij staan ingeschreven op hetzelfde woonadres. 1.6 Planning specifieke zorgkosten U kunt de persoonsgebonden uitgaven voor specifieke zorgkosten aftrekken voor zover die boven een bepaalde drempel uitkomen. De drempel is afhankelijk van het verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Onder specifieke zorgkosten vallen onder andere uitgaven voor genees- en heelkundige hulp, voorgeschreven medicijnen, hulpmiddelen (op brillen en contactlenzen na), forfaitaire bedragen voor extra gezinshulp en een op medisch voorschrift gehouden dieet. Uitgaven betaald in 2011 zijn in dat jaar aftrekbaar. 1.7 Planning scholingsuitgaven De persoonsgebonden uitgaven voor studie en opleiding met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning kunt u aftrekken, voor zover deze in het kalenderjaar hoger zijn dan de vaste drempel van 500 (in 2012: 250). Voor de scholingsuitgaven die zijn gedaan buiten de aan te geven maximale standaardstudieperiode (voor voltijdstudies) geldt een jaarlijks aftrekplafond van 15.000. Uitgaven gedaan voor het volgen van een erkende EVC-procedure (EVC = Erkenning van Verworven Competenties) behoren ook tot de scholingsuitgaven. 1.8 Planning giften Giften aan door de Belastingdienst erkende algemeen nut beogende instellingen (ANBI s) kunt u aftrekken. De aftrek bedraagt maximaal 10% van het verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Voor 2011 bedraagt de drempel 1% van het verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek, met een minimum van 60. Stem uw giften af op de drempel en het maximum. Als u kosten maakt voor een ANBI, bijvoorbeeld in uw hoedanigheid als bestuurslid, en u kunt deze kosten declareren maar u hebt dat niet gedaan, dan kunt u deze kosten aftrekken als gift aan de ANBI. Dit geldt ook als de ANBI niet in staat is de kosten te vergoeden, maar dat gewoonlijk wel doet. 6 Eindejaarstips 2011

1.9 Vervangen gewone giften door een periodieke gift De drempel en het maximum voor het aftrekken van giften gelden niet als de schenking aan de instelling de vorm heeft van een periodieke uitkering met een looptijd van ten minste vijf jaar. Dit moet zijn vastgelegd in een notariële akte. Ook moet de periodieke gift zijn gedaan aan een ANBI of aan een niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen of daarvan vrijgestelde vereniging met ten minste 25 leden. 1.10 Monumentenwoning? Onderhoudskosten aftrekbaar! Als u in een monumentenwoning woont die ook uw bezit is, kunt u de uitgaven voor onderhoud, vaste lasten en afschrijvingen aftrekken. Wanneer u zo n woning bezit maar deze niet als permanent hoofdverblijf gebruikt, kunt u alleen de onderhoudskosten aftrekken. Voor beide gevallen geldt in 2011 een aftrekdrempel. Voor de eigen woning (uw hoofdverblijf) is de drempel 0,80% van de eigenwoningwaarde. Voor een monumentenwoning die niet uw hoofdverblijf is en dus wordt belast in box 3, is de drempel 4% van de waarde in het economisch verkeer aan het begin van het kalenderjaar. Met ingang van 2012 komt de aftrek voor vaste lasten en afschrijvingen te vervallen. De drempel verdwijnt. Nog slechts 80% van de onderhoudskosten is aftrekbaar. Voor onderhoudskosten waartoe voor 1 januari 2012 reeds onherroepelijke verplichtingen zijn aangegaan, wordt een overgangsregeling getroffen. 1.11 Auto van de zaak Als u geen bijtelling wilt voor het privégebruik van de aan u ter beschikking gestelde auto van de zaak, moet uw kilometeradministratie op orde zijn. Desgewenst kunnen wij u een voorbeeld van een kilometeradministratie toezenden. Bij privégebruik van de auto voor 500 kilometer of minder per kalenderjaar blijft de bijtelling achterwege. Dit kan ook blijken uit een schriftelijke overeenkomst met uw werkgever waarin staat dat met de auto niet privé mag worden gereden, in combinatie met onder meer een betrouwbare controle op het autogebruik door de werkgever. Beoordeel samen met uw adviseur of, naast de overeenkomst met uw werkgever, de overige aanvullende bewijsmiddelen in acht zijn genomen. Is met uw werkgever afgesproken dat u bepaalde kosten zelf moet betalen, regel het dan zo dat u met hem overeenkomt dat u de betalingen aan derden doet voor of namens de werkgever en dat de werkgever die betalingen verrekent als eigen bijdrage voor het privégebruik. Op die manier kunnen betalingen aan derden toch in aanmerking worden genomen als eigen bijdragen voor privégebruik. Voor auto s met een zeer lage CO 2 -uitstoot bedraagt de bijtelling voor privégebruik ten minste 14% van de cataloguswaarde. Voor een tussencategorie auto s met een lage CO 2 -uitstoot geldt een tarief van ten minste 20% bijtelling in 2011. Voor de overige auto s geldt een bijtellingspercentage van ten minste 25. Voor auto s die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen geldt de waarde in het economisch verkeer als grondslag, en een bijtellingspercentage van ten minste 35. U kunt hier wellicht rekening mee houden als u op het punt staat een nieuwe (lease) auto uit te kiezen of aan te schaffen. Eindejaarstips 2011 7

1.12 Verklaring geen privégebruik auto Als u op jaarbasis 500 of minder privékilometers rijdt met de aan u ter beschikking gestelde auto van de werkgever, kunt u de Belastingdienst verzoeken een verklaring geen privégebruik af te geven. Na overlegging van deze verklaring aan uw werkgever hoeft deze het voordeel van het privégebruik van de ter beschikking gestelde auto niet tot uw loon te rekenen. Zodra u constateert dat u in het kalenderjaar meer dan 500 kilometers privé zult gaan rijden, moet u dit direct melden aan de Belastingdienst. Vanaf 1 januari 2012 bent u verplicht dit direct aan de Belastingdienst te melden en kunt u een boete krijgen als u dat nalaat. De Belastingdienst zal de verklaring geen privégebruik dan intrekken. Over de periode dat bij u door uw werkgever ten onrechte geen loonheffing is ingehouden over het voordeel van het privégebruik van de ter beschikking gestelde auto, zal de Belastingdienst aan u (en niet aan uw werkgever) een naheffingsaanslag voor de loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet opleggen (eventueel met boete en heffingsrente). Controleer uw kilometeradministratie op onvolkomenheden. Als u nalatig bent in het melden van het hogere privégebruik zal dit, afhankelijk van het geval, van invloed zijn op de hoogte van de boete die de Belastingdienst aan u oplegt. Bovendien kunt u na 1 januari 2012 een extra boete krijgen wegens het niet melden. De Belastingdienst stuurt een standaardbrief naar iedere werknemer die een verklaring geen privégebruik voor de auto van de zaak heeft aangevraagd. In deze brief vraagt de Belastingdienst om een onderbouwing van de verklaring dat met de auto van de zaak op jaarbasis minder dan 500 kilometers privé wordt gereden. 1.13 Terbeschikkingstellingsregeling (box 1) Als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden wordt aangemerkt het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan: de onderneming of werkzaamheid van een verbonden persoon; de eigen aanmerkelijkbelangvennootschap of de aanmerkelijkbelangvennootschap van een verbonden persoon. Ga na of een dergelijke relatie in 2011 bestaat of heeft bestaan. Denk daarbij ook aan rekening-courantverhoudingen, optierechten of het verhuren of ter beschikking stellen van een werkruimte in de eigen woning. Overleg met uw adviseur wat u eventueel moet doen. 1.14 Schenking aanmerkelijk belang (box 2) In de inkomstenbelasting kunt u bij schenking van een aanmerkelijk belang (in essentie 5% of meer van de aandelen, opties of winstbewijzen) in een vennootschap die een materiële onderneming drijft, gebruikmaken van een doorschuiffaciliteit. Verder zijn er voorwaarden verbonden aan de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de schenk- en erfbelasting bij schenking of vererving van ondernemingsvermogen of een aanmerkelijk belang in een vennootschap die een materiële onderneming drijft, zie ook onderdeel 3.12. Als u overweegt een aanmerkelijk belang te schenken, raadpleeg dan uw adviseur. 8 Eindejaarstips 2011

1.15 Aftrek lijfrente (jaarruimte en reserveringsruimte) Bij een pensioentekort kunt u de zogenoemde jaarruimte benutten tot in totaal maximaal 27.156 voor een lijfrentepremieaftrek. Daarnaast bestaat onder voorwaarden de mogelijkheid om de in het verleden niet-benutte aftrekruimte alsnog te gebruiken tot maximaal 6.872 ( 13.571 voor 55-plussers) door middel van de zogenoemde reserveringsruimte. Stel met uw adviseur de maximaal aftrekbare premie vast (zie onderdeel 1.16). 1.16 Betaal tijdig uw lijfrentepremie! Premies die u in de aangifte 2011 wilt aftrekken moeten in 2011 daadwerkelijk zijn betaald. U kunt geen premies betaald in 2012 meer terugwentelen naar 2011. Let op: als u de betaalde lijfrentepremie geheel of gedeeltelijk niet kunt aftrekken, kan dubbele heffing optreden. Dit gebeurt voor zover u meer dan 2.269 niet-aftrekbare premie hebt per jaar. Bespreek met uw adviseur of dit bij u het geval is en bekijk wat hiervan de consequenties zijn. 1.17 Extra vrijstelling in box 3? U kunt een extra vrijstelling in box 3 creëren door (een deel van) uw vermogen maatschappelijk te beleggen, zoals in groenfondsen of sociaal-ethische beleggingen. U kunt uw vermogen ook aanwenden als durfkapitaal (directe en indirecte beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen). Als u een fiscaal partner hebt, kan de vrijstelling voor zowel maatschappelijke beleggingen als beleggingen in durfkapitaal oplopen tot maximaal 110.952. Daarnaast ontvangt u voor maatschappelijke beleggingen en directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen extra heffingskortingen die bij partners kunnen oplopen tot maximaal 1.110. 1.18 Verlies op durfkapitaal Hebt u voor 1 januari 2011 een lening verstrekt aan een beginnende ondernemer (een zogenoemde tante-agaathlening) en is deze vordering niet meer voor verwezenlijking vatbaar? Dan is zij aftrekbaar op de kwijtscheldingsdatum of, als deze later ligt, op de dagtekening van de beschikking van de Belastingdienst waarbij de oninbaarheid wordt vastgesteld. Per beginnende ondernemer geldt een maximaal aftrekbaar bedrag van 46.984. 1.19 Verlaging grondslag box 3 U betaalt minder belasting als de grondslag van box 3 lager is. Dit kunt u beïnvloeden door bijvoorbeeld uw belastingschulden te betalen voor 1 januari van het nieuwe jaar. U kunt ook denken aan een schenking aan uw (klein)kinderen of de aankoop van een consumptiegoed (zoals een auto, schilderij of boot) voor het einde van het jaar. 1.20 Voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting U kunt om een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting 2012 vragen als aannemelijk is dat de ingehouden loonbelasting hoger zal zijn dan de uiteindelijk verschuldigde inkomstenbelasting. Dit kan het geval zijn als u in 2012 aftrekposten zult hebben, zoals (hypotheek)rente in verband met de eigen woning, uitgaven voor inkomensvoorzieningen (onder andere lijfrentepremies), persoonsgebonden aftrek (onder andere alimentatie en buitengewone uitgaven) en verliezen uit werk en woning uit voorgaande jaren. Eindejaarstips 2011 9

1.21 Belasting terugvragen T-biljetten kunnen over de jaren tot en met 2009 worden ingediend. Deze biljetten moeten binnen vijf jaar na afloop van het kalenderjaar zijn ingediend. De termijn voor indiening van het T-biljet 2006 eindigt dus op 31 december 2011. Over de jaren vanaf 2010 kan belasting worden teruggevraagd door het indienen van een P-biljet. De teruggaafgrens voor 2011 bedraagt 14. 1.22 Toeslagen Onder omstandigheden kunt u van de overheid een bijdrage ontvangen in de kosten van kinderopvang, huur en premie van een zorgverzekering. Deze toeslagen vraagt u aan bij de Belastingdienst. De eerste maandelijkse betaling ontvangt u in de regel acht weken nadat de Belastingdienst uw aanvraag heeft ontvangen. Voorwaarde hierbij is dat u de aanvraag volledig en correct hebt ingevuld. Toeslagen over 2011 kunt u nog aanvragen tot 1 april 2012. Als u over 2011 een toeslag ontvangt, zult u in principe over 2012 automatisch ook een toeslag ontvangen. 1.23 Partnerschap en Successiewet De Successiewet kent een hoge vrijstelling en een relatief laag tarief voor de verkrijging van vermogen door schenking of overlijden van de echtgenoot of echtgenote. Ook samenwoners kunnen gebruikmaken van deze hoge vrijstelling en dit relatief lage tarief, mits zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Informeer tijdig naar de mogelijkheden en de gevolgen bij uw adviseur. 1.24 Schenkingsvrijstelling In 2011 zijn schenkingen door ouders aan kinderen tot de volgende bedragen vrijgesteld van schenkbelasting: Kind 5.030 Kind tussen 18 en 35 jaar (eenmalig) naar keuze: ter vrije besteding; of 24.144 voor aankoop woning of voor een studie; of 50.300 voor aankoop woning, indien voor 2010 de verhoogde vrijstelling is geschonken. 26.156 Voor de eenmalige verhoogde vrijstelling komt het kind in aanmerking mits daarop een beroep wordt gedaan in de aangifte schenkbelasting (en u nog niet eerder een beroep op deze vrijstelling hebt gedaan). De schenking van 50.300 kan worden gesplitst in 24.144 ter vrije besteding en 26.156 voor de aankoop van woning of voor een studie. Indien een kind niet maar zijn partner wel binnen de leeftijdscategorie valt, kunt u als (schoon)ouders onder voorwaarden ook gebruikmaken van de verhoogde vrijstelling. U moet deze aangifte indienen voor 1 maart 2012. 10 Eindejaarstips 2011

1.25 Schenking onder schuldigerkenning De schuldigerkenning uit vrijgevigheid is een wijze van vermogensoverheveling waarbij de schenker niet de beschikkingsmacht over het vermogen verliest en waarbij toch een successierechtelijk voordeel wordt behaald. Deze schuldigerkenning is een vermogensbestanddeel van box 3. Over de schuld moet jaarlijks daadwerkelijk een rente van 6% worden betaald. Gebeurt dat niet, dan wordt de schuld aan de kinderen niet gezien als een schuld van de nalatenschap, zodat geen erfbelasting wordt bespaard. Let op: voor schenkingen onder schuldigerkenning verlangt de Belastingdienst een notariële akte. 1.26 Herbeoordeling testament/huwelijksgoederenregime Het kan, ook fiscaal, nuttig zijn uw testament en/of huwelijksgoederenregime dit jaar nog eens kritisch te (laten) bekijken. Dit is vooral van belang vanwege de ingrijpende wijziging van de Successiewet en de aanmerkelijkbelangregeling met ingang van 1 januari 2010, of bij veranderingen in uw persoonlijke omstandigheden. 1.27 Huwelijkse voorwaarden met verrekenbeding In veel huwelijkse voorwaarden waarin een verrekenbeding is opgenomen, is bepaald dat jaarlijks een verrekening moet plaatsvinden: het zogenoemde periodiek of Amsterdams verrekenbeding. Als dit niet gebeurt, kan tussen de echtgenoten een schuldvorderingsverhouding ontstaan, zelfs als is opgenomen dat de mogelijkheid tot verrekenen na een bepaalde termijn vervalt. Het niet verrekenen kan ongewenste financiële gevolgen hebben. Als u (nog) niet hebt verrekend, is het aan te raden uw financiële positie op dit punt te (laten) beoordelen. 1.28 Buitenlandse bronheffing op uitgekeerde dividenden Ontvangt u dividend van buitenlandse ondernemingen, dan zal in de regel buitenlandse dividendbelasting worden ingehouden. In bepaalde gevallen kan deze worden teruggevorderd. Let in dit verband op verjaring van een eventueel vorderingsrecht. Dit kan per land verschillen. Neem hierover contact op met uw bank of adviseur. 1.29 Levensloopregeling De levensloopregeling biedt u de mogelijkheid (fiscaal vriendelijk) brutoloon te reserveren om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te kunnen financieren. U kunt op verschillende manieren sparen. Werknemers die 51 jaar of ouder waren op 31 december 2005 maar nog niet de leeftijd van 56 jaar hadden bereikt, kunnen een hoger bedrag reserveren. Indien u van plan bent na 1 januari 2012 door te gaan met levensloopsparen, zorgt u dan dat u op 1 januari 2012 meer dan 3.000 op de levensloopspaarrekening hebt staan. In dat geval hoeft u de levensloopregeling niet te beëindigen in het kader van de per 1 januari 2013 van kracht wordende vitaliteitsregeling, en kunt u de levensloopregeling ongewijzigd voortzetten (zie ook onderdeel 5.2). Praat met uw adviseur over uw toekomstplannen. Eindejaarstips 2011 11

1.30 Participatie spaarloon Participeert u nog niet in een spaarloonregeling, dan kan het lonen dit toch te doen. Dit moet u zien in het licht van de afschaffing van de spaarloonregeling per 1 januari 2012, waarbij alle geblokkeerde saldi vrij zullen vallen (zie ook onderdeel 5.2). Participatie kan u een nettovoordeel opleveren van 180 netto. 12 Eindejaarstips 2011

2 Ondernemingen NIET VAN 2.1 Optimaal gebruikmaken van investeringsaftrekken Beoordeel of het wenselijk is te wachten met investeringen tot na 1 januari 2012. Als tijdstip van investering geldt het moment waarop u de verplichtingen tot aanschaf of verbetering van het bedrijfsmiddel aangaat. Zie ook www.meijburg.nl/nl/kennis/ publicaties/overige-publicaties/pages/promemorie2011.aspx, hier vindt u een handige KPMG-publicatie (Pro Memorie 2011) die kan helpen bij het nemen van uw ondernemingsbeslissingen. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek Als u in 2011 investeert voor een bedrag van 301.800 of minder, komt u in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (zie tabel). Bij samenwerkingsverbanden worden de investeringen samengeteld voor toepassing van de aftrek per ondernemer. Investeringsbedrag Investeringsaftrek Meer dan Maar niet meer dan 2.200 2.200 54.324 28% 54.324 100.600 15.211 100.600 301.800 15.211 minus 7,56% van het investeringsbedrag boven 100.600 301.800 - - Energie-investeringsaftrek Deze aftrek bedraagt 41,5% van het bedrag van de investering. Op jaarbasis wordt per belastingplichtige ten hoogste een bedrag van 116.000.000 aan energie-investeringen in aanmerking genomen. Bij samenwerkingsverbanden wordt dit maximum naar ieders aandeel toegepast op de afzonderlijke ondernemers. Milieu-investeringsaftrek Voor deze aftrek geldt geen investeringsplafond. De aftrek bedraagt, afhankelijk van de categorie waarin de investering wordt ingedeeld, 13,5%, 27% of 36% van het bedrag van de investering. 2.2 Herinvesteringsreserve Bij vervreemding van een bedrijfsmiddel kan de vervreemdingswinst buiten de belastingheffing blijven door deze winst te reserveren in een herinvesteringsreserve. Voorwaarde is dat u een voornemen tot herinvestering hebt en dat deze herinvestering ook binnen drie jaar na het jaar van reserveren plaatsvindt. Ga na of dit jaar een herinvesteringstermijn verloopt en of tijdige herinvestering nog mogelijk is. Onder bepaalde bijzondere omstandigheden kan de herinvesteringstermijn worden verlengd. Eindejaarstips 2011 13

2.3 Bespreken balans Het is wenselijk om voor het afsluiten van het boekjaar de balans en de winst-enverliesrekening in grote lijnen te bespreken met uw accountant en/of belastingadviseur. Voorzieningen en waardering van balansposten kunnen dan aan de orde komen. Op het gebied van de afschrijvingen is fiscaal een aantal beperkingen opgelegd. Zo zijn voor onroerende zaken de aard van het gebruik, de vaststelling van de WOZwaarde en de invloed van de zogenoemde werktuigenvrijstelling bepalende factoren voor de hoogte van de fiscale afschrijving. Wij raden u sterk aan de WOZ-beschikking kritisch te beoordelen, al dan niet samen met uw adviseur. Ondanks de fiscale afschrijvingsbeperkingen blijft afwaardering tot lagere bedrijfswaarde van een bedrijfsmiddel mogelijk. 2.4 Voorziening Wilt u winst uitstellen? Kijk dan of u nog een voorziening kunt vormen. Daarvoor is al voldoende dat de toekomstige uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor de balansdatum, en dat een redelijke mate van zekerheid bestaat dat de uitgaven in de toekomst worden gedaan. Verder geldt dat de toekomstige uitgaven ook moeten kunnen worden toegerekend aan de periode voorafgaande aan de balansdatum. Voorzieningen zijn mogelijk voor bijvoorbeeld een reorganisatie, onderhoud, saneringskosten, het verlenen van garantie op producten of jubileumuitgaven voor het personeel. 2.5 Willekeurige afschrijving Ga na of u optimaal gebruikmaakt van willekeurige afschrijvingen. Denk hierbij onder andere aan: VAMIL (op milieu-investeringen); investeringen door bepaalde groepen (startende ondernemers en ondernemingen die zeeschepen exploiteren). Gezien de fiscale afschrijvingsbeperkingen die zijn ingevoerd, kan het extra interessant zijn de fiscale faciliteiten van de willekeurige afschrijving optimaal te benutten. 2.6 Crisismaatregel willekeurige afschrijving Als tijdelijke crisismaatregel kunnen bepaalde investeringen die in 2009, 2010 en 2011 zijn of worden gedaan, onder voorwaarden willekeurig worden afgeschreven. Hiervoor geldt een maximum van 50% in het jaar waarin de verplichting is aangegaan of de voortbrengingskosten zijn gemaakt. Deze bedrijfsmiddelen moeten dan wel voor 1 januari 2012, 1 januari 2013 respectievelijk voor 1 januari 2014 in gebruik worden genomen. Uitgesloten van de regeling zijn onder andere gebouwen, immateriële activa en niet-tijdelijk aan derden ter beschikking gestelde bedrijfsmiddelen. 14 Eindejaarstips 2011

2.7 Uitstellen desinvesteringen in verband met desinvesteringsbijtelling Voor bedrijfsmiddelen waarvoor u bij aanschaf een investeringsaftrek (kleinschaligheid, energie of milieu) hebt genoten, geldt een desinvesteringsbijtelling als u deze bedrijfsmiddelen verkoopt binnen vijf jaar na aanvang van het kalenderjaar waarin de aftrek plaatsvond. De desinvesteringsbijtelling geldt ook als u iets doet wat gelijk te stellen is met verkoop. Om zo n bijtelling te voorkomen, is het in bepaalde gevallen beter niet in 2011 te desinvesteren maar pas in 2012. 2.8 Zeescheepvaartwinst, tonnagebelasting Als u in 2011 voor het eerst zeescheepvaartwinst geniet en u wilt gebruikmaken van de belastingheffing op tonnagegrondslag, moet u daartoe in 2011 een verzoek indienen per onderneming. U moet daar dus niet mee wachten tot de aangifte over 2011. 2.9 Afdrachtvermindering loonheffing Ga na of u in 2011 optimaal gebruik hebt gemaakt van de diverse afdrachtverminderingen in de loonbelasting/premies volksverzekeringen. Denk hierbij onder andere aan: werknemers die onderwijs, stages of een EVC-procedure volgen; zeevarende werknemers op een schip onder de Nederlandse vlag; werknemers voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO; ook in andere EU-landen). 2.10 Beoordelen pensioenrechten en VUT-rechten personeel (eventueel backservice) Op pensioengebied hebben zich in het verleden ingrijpende wetswijzigingen voorgedaan. Ouderdomspensioenregelingen, overbruggingspensioenregelingen, VUT-regelingen en prepensioenregelingen moeten voldoen aan de eisen van de Wet VUT, pensioen en levensloop en aan de Pensioenwet. Toekennen of verhogen van pensioenrechten ten behoeve van werknemers kan leiden tot een backservicelast die nog ten laste kan komen van de fiscale winst in 2011. In het kader van het beheersbaar houden van de pensioenkosten kunt u ook overwegen een eind- of middelloonregeling om te zetten naar een beschikbare premieregeling. Stem met uw adviseur af of uw pensioenregeling hiervoor nog (fiscale) ruimte biedt. 2.11 Geschenkenregeling loonbelasting Indien u als werkgever uw werknemers fiscaal gefaciliteerd een geschenk wilt geven, kunt u dit doen tot een bedrag van 70. Hierover moet u als werkgever 20% eindheffing toepassen. Is de waarde hoger dan 70, dan kunt u gebruikmaken van de kleine verstrekkingenregeling, mits het totaal op jaarbasis een bedrag van 272 niet te boven gaat en het per verstrekking niet meer is dan 136. Hierover moet u als werkgever het tabeltarief als eindheffing toepassen. De geschenkenregeling is niet van toepassing op een contante betaling. Raadpleeg uw adviseur. 2.12 Producten uit eigen bedrijf U kunt uw werknemers een vrije vergoeding of verstrekking geven van 20% van de waarde in het economisch verkeer van producten uit eigen bedrijf, met een maximum van 500 per kalenderjaar. Eindejaarstips 2011 15

2.13 Spaarloonregeling versus levensloopregeling Ga na of optimaal gebruik is gemaakt van de spaarloonregeling voor werknemers. Onder omstandigheden kan een directeur-grootaandeelhouder (dga) gebruikmaken van de spaarloonregeling. Spaarloon- en levensloopregeling kunnen niet gelijktijdig worden toegepast. Per jaar kan een keuze worden gemaakt voor een van de twee regelingen. Let op: u moet over het spaarloon een eindheffing van 25% toepassen. Over het spaarloon hoeft u geen premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet te betalen. 2011 is het laatste jaar waarin gebruik kan worden gemaakt van de spaarloonregeling. Werknemers die meedoen aan de spaarloonregeling kunnen hun opgebouwde tegoed vanaf 1 januari 2012 in z n geheel opnemen, zonder fiscale sancties. Voor wie dat niet doet, vervalt de blokkeringstermijn van vier jaar en blijft de vrijstelling in box 3 tot 2016 bestaan. De levensloopregeling vervalt per 2012 voor werknemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed hebben van minder dan 3.000, zie onderdeel 5.2. 2.14 Aanpassingen salarisadministratie per 1 januari 2012 Net als elk jaar moet u voor de eerste salarisrun van januari 2012 een aantal zaken aanpassen: reis- en autokostenvergoedingen, inhoudingen spaarregelingen en overige inhoudingen, forfaits enzovoort. 2.15 Fiscaal voordelig belonen van werknemers Denk bij incentives aan personeel bijvoorbeeld eens aan: een onbelaste vergoeding of verstrekking van een mobiele telefoon (smartphone/ BlackBerry), internet en dergelijke als het zakelijk gebruik meer dan 10% is (en dat is al snel het geval); een onbelaste vergoeding voor maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter (overwerk, koopavonden, uit eten met cliënten, maaltijden tijdens cursussen en zakenreizen); een personeelsfeest of personeelsreis. Let op dat dit onbelast kan tot een bedrag van maximaal 454 per werknemer per jaar. Deze vrijstelling geldt niet als een dga en zijn partner de enige werknemers zijn; een onbelaste verstrekking of vergoeding van een openbaarvervoerkaart die mede wordt gebruikt voor zakelijke reizen en/of woon-werkverkeer; een abonnement voor bedrijfsfitness buiten werktijd. Deze vrijstelling geldt niet als een dga en zijn partner de enige werknemers zijn; bij dreigende verkeershinder tijdens woon-werkverkeer door wegwerkzaamheden gedurende 24 maanden, naast een onbelaste reiskostenvergoeding, onder voorwaarden onbelast een openbaarvervoerpas vergoeden of verstrekken; een onbelaste vergoeding of verstrekking bij schade aan of verlies van persoonlijke zaken van de werknemer. De schade of het verlies moet zijn ontstaan door een bijzondere gebeurtenis die samenhangt met de dienstbetrekking; 16 Eindejaarstips 2011

een onbelaste bijdrage aan de personeelsvereniging en aan de lief-en-leedpot of vergoedingen van de desbetreffende contributies aan uw werknemers. Dit geldt ook voor contributies betaald aan beroepsverenigingen of vakbond. Deze vrijstelling geldt niet als een dga en zijn partner de enige werknemers zijn. Mocht u van plan zijn de werknemers fiscaal gunstig te willen belonen, dan kunt u uiteraard contact opnemen met uw adviseur over de mogelijkheden. 2.16 Werkkostenregeling Met ingang van 1 januari 2014 moet u de werkkostenregeling toepassen. De bestaande regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen komen daarmee te vervallen. Er geldt nu een overgangsregeling waarbinnen u kunt overgaan naar de nieuwe werkkostenregeling. Neem contact op met uw adviseur over wat de gevolgen van de nieuwe werkkostenregeling zijn voor uw organisatie. Daarnaast kan het moment van invoering van de werkkostenregeling voor uw bedrijf nog voordelig uitpakken. 2.17 Samenhangende groep inhoudingsplichtigen Voor inhoudingsplichtigen is het mogelijk zich aan te laten wijzen als samenhangende groep inhoudingsplichtigen (sgi). Voordeel hiervan is dat (bijvoorbeeld binnen concern) werknemers kunnen worden verplaatst zonder nieuwe vaststelling van de identiteit, zonder nieuwe opgaaf gegevens loonheffingen en zonder gevolgen voor de spaarloonen 30%-regeling. De desbetreffende inhoudingsplichtigen kunnen in één bedrag de loonheffingen betalen, maar moeten wel zelf aangifte doen. 2.18 Bestelauto s en uw personeel Voor personeel dat bestelauto s ook gebruikt voor privéritten geldt een fiscale bijtelling in de loonbelasting volgens het autokostenforfait. De bijtelling bedraagt maximaal 25% van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm) voor bestelauto s tot en met vijftien jaar oud. Om bijtelling te voorkomen, kunnen werknemer en werkgever overeenkomen dat de werknemer de bestelauto niet privé mag gebruiken. De werkgever moet het autogebruik controleren. Als sprake is van doorlopend afwisselend gebruik en het privégebruik valt niet per werknemer vast te stellen, dan kan de eindheffingsregeling worden toegepast. Bespreek met uw adviseur welke afspraken u het beste kunt maken. 2.19 Keuze auto zakelijk of privé Als u een auto zowel zakelijk als privé gebruikt, kunt u er onder omstandigheden voor kiezen de auto als privé- of als ondernemingsvermogen aan te merken. Deze etiketteringskeuze moet voor de inkomstenbelasting en de btw afzonderlijk worden gemaakt. Bij deze keuze moet rekening worden gehouden met factoren als privébijtelling, aftrek van btw, correctie btw wegens privégebruik, gereden kilometers, brandstof en verzekeringen. Uw adviseur kan u helpen bij het maken van uw keuze. 2.20 Doorbetaling werknemers Een werkgever moet twee jaar lang het loon doorbetalen van zieke werknemers (minimaal 70% gedurende twee jaar). Neem uw personeelsbestand door om het (risico op) ziekteverzuim goed in kaart te brengen. Wellicht is aanpassing van de aanpak van het ziekteverzuim binnen uw onderneming gewenst en zijn andere of betere vastleggingen in het personeelsdossier noodzakelijk. Eindejaarstips 2011 17

2.21 Uitbreiding personeelsbestand Denk bij het aannemen van nieuw personeel ook aan de zogenoemde 30%-regeling. Hierdoor kan een deel van de arbeidsvergoeding effectief buiten de heffing van de loon- en inkomstenbelasting blijven. De regeling is onder voorwaarden van toepassing op werknemers uit het buitenland, maar ook op Nederlanders die weer naar Nederland terugkeren. Indien u van plan bent iemand aan te nemen uit de grensstreek (binnen een straal van 150 kilometer van Nederland) of een Nederlander die naar Nederland terugkeert, dan kan het in verband met de wijziging van de 30%-regeling per 1 januari 2012 verstandig zijn dat nog dit jaar te doen, zie onderdeel 5.3. Raadpleeg hierover uw adviseur. 2.22 Uitzending personeel Als een personeelslid is uitgezonden binnen Europa, kan het voorkomen dat deze werknemer in twee landen is verzekerd voor de sociale verzekeringen. Door middel van een A1-verklaring (voorheen: E-101-verklaring) kunt u de dubbele verzekeringsplicht voorkomen. De verklaring moet voor de uitzending worden aangevraagd en periodiek, afhankelijk van de uitzendperiode, worden verlengd. 2.23 Laatste loonheffingsaangifte 2011 Ga na of alle betalingen gedaan aan het personeel op een juiste wijze zijn verloond. Denk hierbij ook aan de forfaitaire bijtellingen voor de bestelauto en de personenauto, en aan andere gunstige beloningsvormen. 2.24 Laatste btw-aangifte 2011 Indien het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar, moeten in deze aangifte worden opgenomen: correctie btw privégebruik auto (zowel voor de ondernemer als voor zijn personeel). Let hierbij op de nieuwe regels die per 1 juli 2011 van kracht zijn, zie ook onderdeel 2.31. Het is raadzaam om in ieder geval tegen de correctie over de eerste helft van 2011 bezwaar aan te tekenen; correctie btw privégebruik gas, water, elektriciteit en warmte; correctie btw voor gebruik door ondernemer van tot het bedrijf behorende goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik, bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen die de ondernemer zowel zakelijk als privé gebruikt, zie ook onderdeel 3.10); correctie btw voor verrichten van diensten door de ondernemer voor andere dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik); correctie in het kader van de bedrijfskantineregeling; overige correcties op aftrek van voorbelasting over verstrekkingen aan het personeel (gelegenheid geven tot sport of ontspanning, privévervoer en huisvesting) en voor relatiegeschenken en dergelijke. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de correctie voor andere vormen van loon in natura en de restcategorie overige personeels ver strekkingen (zoals de verstrekking van een mobiele telefoon aan personeel) niet is toegestaan. Wat hiervan de gevolgen zijn, is nog niet bekend. Het is niet ondenkbaar dat de correctie op andere wijze is verschuldigd (via een zogenoemde interne dienst); herziening van voorbelasting op goederen en diensten bij wijziging van (voorgenomen) gebruik; herziening van voorbelasting op roerende en onroerende investeringsgoederen. 18 Eindejaarstips 2011

2.25 Correcties op (eerdere) btw-aangiften 2011 Correcties in verband met te weinig aangegeven btw uit eerdere aangiftetijdvakken moet u bij voorkeur vrijwillig aangeven en betalen voor 1 april 2012, omdat dan geen heffingsrente is verschuldigd. U mag de correcties niet verwerken in de laatste aangifte van 2011 of in een van de (eerste) aangiften over 2012, maar u moet deze melden in een aparte brief of via een formulier Suppletie Omzetbelasting (te downloaden via www.belastingdienst.nl, zoekterm: suppletie omzetbelasting). Bij grote correcties (correcties van 20.000 of meer, of correcties van 10% of meer van de al afgedragen btw) is een boete verschuldigd (5% met een maximum van 4.920). 2.26 Vergoeding kosten aan personeel en tenaamstelling factuur (btw) Een ondernemer geniet alleen aftrek van btw als de prestatie aan hem is verricht. Het is daarom van belang dat het contract voor de desbetreffende aankoop en de bijbehorende factuur op zijn naam staan. Dit speelt onder meer bij het vergoeden van zakelijke uitgaven die de werknemer voor zijn werkgever doet. Om het recht op aftrek van btw van de werkgever te behouden, moeten contract en factuur op naam van de ondernemer (de werkgever) zijn gesteld. Dat geldt dus ook voor benzinebonnen, zij het dat hiervoor is toegestaan dat de ondernemer op andere wijze kan worden geïdentificeerd (bijvoorbeeld via girale betaling of een tankpasnummer). Als de werknemer de betrokken inkopen (deels) gebruikt voor privédoeleinden, is in zoverre sprake van loon in natura en kan een btw-correctie nodig zijn. Neem in dit geval contact op met uw adviseur. Niet alle btw op te vergoeden kosten is aftrekbaar. Zo stelt de Belastingdienst zich op het stand punt dat voor de vaste telefoon bij de werknemer thuis in principe geen btw-aftrek mogelijk is. 2.27 Managementvergoeding (btw) Een ondernemer mag in beginsel alleen btw aftrekken als hij activiteiten verricht die met btw zijn belast. Een vennootschap die alleen managementdiensten verleent aan bijvoorbeeld dochtermaatschappijen zonder hiervoor een vergoeding te bedingen, is geen btw-ondernemer. In dat geval bestaat geen recht op btw-aftrek. Ontvangt een dergelijke vennootschap in de toekomst een vergoeding voor haar managementwerkzaamheden, dan bestaat in beginsel wel recht op aftrek van btw (bijvoorbeeld bij accountantswerkzaamheden of adviesdiensten). 2.28 Einde fiscale eenheid btw Als u tot de conclusie komt dat een fiscale eenheid voor de btw niet meer bestaat, moet u dit zo spoedig mogelijk schriftelijk melden aan de Belastingdienst. Dit om te voorkomen dat u of bepaalde ondernemingen aansprakelijk worden gesteld voor de btw-schuld van de fiscale eenheid die eigenlijk al niet meer bestaat. 2.29 Factuurvereisten (btw) Om recht op aftrek van btw te hebben, moet de factuur waarop die btw is vermeld, voldoen aan bepaalde (wettelijke) eisen. Dit betreft onder meer de vermelding van de volledige NAW-gegevens van de leverancier en afnemer, en afzonderlijke vermelding van het btw-bedrag op de factuur. Het is dus belangrijk dat u correcte facturen uitreikt, maar ook dat u inkomende facturen goed controleert voordat u ze accepteert. Anders loopt u het risico dat de Belastingdienst de door u gevraagde btw-aftrek weigert. Correctie van onjuiste facturen is aan voorwaarden gebonden. Een overzicht van de factuurvereisten is ook te vinden via www.belastingdienst.nl (zoekterm: factuur opmaken). Eindejaarstips 2011 19

2.30 Termijn terugvragen buitenlandse btw (btw) Aftrekgerechtigde ondernemers kunnen de in andere EU-landen betaalde btw terugvragen via een elektronisch verzoek bij de Belastingdienst. Het verzoek moet binnen zijn vóór 1 oktober van het jaar dat volgt op het jaar waarover u btw terugvraagt. Verzoeken die hierna binnenkomen, worden in beginsel door het andere EU-land niet meer in behandeling genomen. 2.31 Autokosten werknemers (btw) Als de werkgever een auto van de zaak ter beschikking stelt aan zijn werknemer, heeft de werkgever in principe recht op volledige btw-aftrek over de autokosten. Aan het einde van het boekjaar moet de werkgever dan echter een btw-correctie aangeven voor het privégebruik. De regels voor de correctie voor privégebruik zijn gewijzigd met ingang van 1 juli 2011. Voor de eerste zes maanden van 2011 geldt het oude regime. Dit houdt in dat de correctie voor privégebruik op jaarbasis 12% maal de correctie voor de loonheffingen/inkomstenbelasting bedraagt. Wij adviseren tegen deze correctie bezwaar aan te tekenen. Het privégebruik is vanaf 1 juli 2011 als fictieve dienst belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Daarbij geldt woon-werkverkeer niet langer als zakelijk maar als privégebruik. De staatssecretaris van Financiën stelt als eis om het werkelijk privégebruik te corrigeren dat een sluitende kilometeradministratie beschikbaar moet zijn. In de praktijk zal dit vaak niet het geval zijn. Goedgekeurd is dat de ondernemer mag volstaan met een correctie op jaarbasis van 2,7% van de catalogusprijs. De invulling van de nieuwe autocorrectie is nog niet volledig uitgekristalliseerd. Wij adviseren ondernemers met een wagenpark van enige omvang contact op te nemen met een btw-specialist. De werkgever heeft nooit recht op btw-aftrek over autokosten die hij aan een werknemer vergoedt vanwege zakelijk gebruik van diens eigen auto. 2.32 Debiteur betaalt u niet (btw) Als een debiteur u niet betaalt, kunt u onder omstandigheden de btw die u hebt voldaan aan de Belastingdienst terugvragen. U moet hiertoe een apart verzoek indienen bij de Belastingdienst binnen één maand na het aangiftetijdvak waarin duidelijk is dat uw debiteur de factuur niet meer zal betalen. Let erop dat als u afspraken maakt met uw debiteur over de betaling van de factuur, het kan zijn dat uw vordering wordt omgezet in een lening. In geval van een lening kunt u geen teruggaafverzoek indienen bij de Belastingdienst. U moet dus goed nagaan of uw debiteur uiteindelijk aan zijn verplichtingen zal voldoen of niet. 20 Eindejaarstips 2011

2.33 Bewaarplicht Het opruimen en vernietigen van oude administratieve gegevens zal u zeker een kosten besparing opleveren. U moet echter wel rekening houden met de wettelijke bewaartermijn van ten minste zeven jaar van uw administratieve gegevens. Op deze hoofdregel zijn uitzonderingen. Als u de btw over de aankoop of verbouwing van een pand hebt teruggevraagd, moet u de btw-boekhouding tien jaar bewaren. Permanente stukken (aktes, pensioen- en lijfrentepolissen en dergelijke) mogen niet worden weggegooid. Raadpleeg voor het opruimen daarom eerst uw adviseur. Tip: als u de gegevens van verkoopbonnen digitaal opslaat en deze ter beschikking kunt stellen aan de Belastingdienst, is het niet meer noodzakelijk om kassabonnen, kassa rollen enzovoort op papier te bewaren. Dit geldt ook voor facturen. Wij adviseren u dit eerst met de Belastingdienst af te stemmen, voordat u alle papieren documenten weggooit. 2.34 Subsidies Beoordeel of u mogelijkheden hebt om (niet-)fiscale subsidies te verkrijgen. In veel gevallen moet een eventuele aanvraag voor het einde van het boekjaar bij de desbetreffende instantie binnen zijn. Ook kan het voorkomen dat bepaalde handelingen (opdracht, aanbetaling en/of ingebruikname) nog dit jaar moeten plaatsvinden voor het verwerven van een toekomstige subsidie. Raadpleeg uw adviseur hierover. 2.35 Voorlopige aanslag 2011 Als uw resultaat over 2011 achterblijft bij uw prognose, kan uw voorlopige aanslag te hoog zijn. Maak tijdig bezwaar, waarbij u verzoekt om het opleggen van een nadere negatieve voorlopige aanslag. Hierbij kunt u, afhankelijk van de situatie, verzoeken om vergoeding van heffingsrente. Raadpleeg daartoe uw adviseur. Daarnaast kan het wenselijk zijn bij een te verwachten hogere belastinglast te verzoeken om een nadere voorlopige aanslag. In de regel bent u heffingsrente verschuldigd aan de Belastingdienst. Deze moet de voorlopige aanslag op korte termijn opleggen, uiterlijk drie maanden na een dergelijk verzoek of na het indienen van de aangifte. Doet de Belastingdienst dat niet, dan is de heffingsrente beperkt tot die drie maanden na het verzoek of het indienen van de aangifte. Voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012 geldt dat een te hoge of een te lage voorlopige aanslag vennootschapsbelasting kan worden aangepast door middel van een verzoek om herziening. Voor die jaren geldt ook het regime van de belastingrente (zie onderdeel 5.9), in plaats van de heffingsrente. De belastingrente gaat pas lopen 6 maanden na afloop van het belastingjaar. 2.36 Ontslagvergoeding Onder omstandigheden is het mogelijk dat de ontslaguitkering aan een werknemer wordt gezien als een regeling voor vervroegde uittreding. De werkgever kan dan worden geconfronteerd met een strafheffing op het gebied van de loonheffing van 52% berekend over de ontslagvergoeding. Daarnaast kunt u mogelijk een strafheffing zijn verschuldigd indien de werknemer wordt geacht een excessieve ontslagvergoeding te hebben ontvangen. Dit kan van toepassing zijn op werknemers die een fiscaal jaarloon hebben van meer dan 522.000. Overleg bij lopende ontslagsituaties met uw adviseur in welke gevallen bij u de mogelijke strafheffingen aan de orde zijn. Eindejaarstips 2011 21