Infomoment niet-kerende bodembewerking & aardappeldrempels

Vergelijkbare documenten
BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

Aardappeldrempeltjes in de strijd tegen erosie en afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen

Stefan Muijtjens. keukentafel, demo s, studiegroepen & waardenetwerken.

Aardappeldrempeltjes

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

Infomoment Groenbedekkers vernietigen & niet-kerende bodembewerking

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Witloofwortelteelt op erosiegevoelige percelen

Bodembewerking en NKG Christoffel den Herder DLV plant

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Aan de slag met erosie

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

Aan de slag met. niet-kerende grondbewerking

GOMEROS: teelt van groenten en maïs op erosiegevoelige percelen

PRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB

Keuze uit 3 soorten beitels. Type AL, vleugelscharen en geveerde tandarmen, geschikt voor middelzware gronden en intensieve menging

NKG IN DE PRAKTIJK VAN TIGGELEN - GANGBARE AKKERBOUW OP ZAND EN KLEI

Erosiebestrijding in de randvoorwaarden. Riemst 20 juni 2017 Maarkedal 29 juni 2017

Aan de slag met erosie

Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen

PLOEGLOOS MAIS TELEN EROSIE BEPERKENDE TECHNIEKEN

GOMEROS Groenten en maïs op erosiegevoelige percelen

Aan de slag met erosie

Kansen voor NKG op zand

Vragen en opmerkingen erosieklassen 2017

Bodemerosie: oorzaken en oplossingen. Jan Vermang, Martien Swerts, Petra Deproost Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Teelthandleiding. 2.1 grondbewerking en zaaibedbereiding voor suikerbieten

Nieuwe erosieregelgeving randvoorwaarden. Lierde 17/3/2016 Bart Debussche

Wat is niet-kerende bodembewerking? Resultaten Interreg-project Prosensols

Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen

Naar een klimaatbestendige bodem

Bewerken. Bewerken en inwerken van groenbemesters. Groenbemesters Wageningen University & Research

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Voorstelling resultaten

Grondbewerking en brandstofbesparing. 9 februari 2015, Gerard Meuffels PPO Vredepeel

Nieuwsbrief 14. Het programma is te vinden op Applicatie berekening brandstofgebruik.

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Verlichting, Keilringwals, hydraulische diepteregeling

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Nieuwsbrief 15. Aanmelden kan via of J.

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Kennisdocument bodembeheer

Kverneland CLC pro - CLC pro Classic 3 balks gedragen stoppel cultivator

7-OI 3 o 80S a. Dit. fci _0 1 innierkrngen Afgedaan d.d.

De complete serie grondbewerkings- machines van Farmet. Kompaktomat, Soilmaster, Duolent en Triolent

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS

Nieuwsbrief 12. Onderzoek HAS-studenten naar brandstofverbruik van niet kerende grondbewerking en kerende grondbewerking.

Niet-kerende bodembewerking als erosiebestrijding

Mechanisch als het kan, chemisch als het moet. Informatie over het onderwerken van stikstof vanggewassen

Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG)

Welkom. Importeur voor Nederland en Vlaanderen

Minder grondbewerking in de maïsteelt. Technieken & onderzoeksresultaten Joachim Deru

Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )

HOE HELE BIET ROOIEN?

Randvoorwaarde - erosiebestrijding /

EROSIEBESTRIJDING VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus

Diepere grondbewerking bij conserverende landbouw

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw

Zorg voor de rand. Leaderproject Meetjesland In de ban van de rand. Samenwerking voor Agrarisch Landschap vzw (SVAL) Vande Ryse Luc

Groenbedekkers en bodemvruchtbaarheid. Bart Debussche Dept. Landbouw en Visserij dienst Voorlichting

Biobedrijfsnetwerk groenten - akkerbouw Dinsdag 8 oktober 2013

Demonamiddag erosie 19 juni 2018

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Teelthandleiding. Grondbewerking

Stoppelbewerking in een systeem met Niet Kerende Grondbewerking. Werking en geschiktheid van machines voor Niet Kerende Grondbewerking

Controle op de erosiemaatregelen Hubert Hernalsteen

26/05/11 HET RENDEMENT VAN GPS. Het rendement. Het rendement

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

Bestrijden van bodemerosie

Beter Bodembeheer de diepte in

Het belang van een goede bodem

Koester de Koolstof en verbeter de bodemkwaliteit door toepassing van houtsnippers

Erosiebestrijding in prei op ruggen.

Bijlage bij 5e, Cie. S&G dd

VERDICHTING: DE ROL VAN MACHINES RONALD EUBEN KBIVB

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Meerjarig proefopzet bodembeheer

van harte welkom Koolstof Kringlopen

Onderwerpen. Veranderingen en uitdagingen. Proefopzet BASIS (1) 1/12/2011. Proefopzet BASIS Resultaten Eerste bevindingen

Bodemkundige Dienst van België

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking

Erosiebestrijding De voorschriften vanaf 2009

EROSIEBESTRIJDING. een algemene toelichting. Catherine Puype Steunpunt erosie Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek

Technieken opheffen ploegzool

Vlaanderen is landbouw & visserij

Verbeter de bodem Blijf ervan af!

Wijzigingen randvoorwaarden 2015

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking. Project stage DLV Plant

Niet-kerende grondbewerking

copyright Proeftuinnieuws

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

HANDLEIDING. Drijfmest als rijenbemesting bij maïs met behulp van GPS. Deze handleiding is mede mogelijk gemaakt door:

4 Grondbewerking. 4.1 Hoofdgrondbewerking

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN

Transcriptie:

Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen Infomoment niet-kerende bodembewerking & aardappeldrempels Maandag 5 september 2016 I 13.30u - 16.30u Lamonstraat I 9690 Kluisbergen Programma 13.30u Verwelkoming 13.45u Algemene principes niet-kerende bodembewerking 14.30u Lokale landbouwers delen hun ervaringen 15.30u Drempels in aardappelen en mais 16.00u Napraten met een drankje Erosie leidt tot de afspoeling van vruchtbare landbouwgrond en last voor omwonenden. De wetgeving is daarom gericht op een globale aanpak van dit probleem. Niet-kerende grondbewerking (NKG) is onderdeel van de huidige erosiewetgeving. Landbouwers met rode en paarse percelen zijn genoodzaakt ploegloos aan de slag te gaan. Sommige telers hebben al wat ervaringen opgedaan. Voor anderen is de techniek nog nieuw. Hoe moet je tewerk gaan? Welke machines zijn er nodig? Tijdens dit infomoment worden de principes en doelstellingen van niet-kerende bodembewerking uitgelegd en delen landbouwers en loonwerkers hun ervaringen over machines en werkwijzen. Concreet worden machines gedemonstreerd die toebehoren aan landbouwers uit de regio. Zij zijn overgegaan tot deze nieuwe manier van werken en willen hun ervaringen en praktische kennis graag delen met collega's. Zij demonstreren enkele machines voor diepe grondbewerking (diepwoelers, 20 à 35 cm diep) en enkele machines met een werkdiepte van 10 à 20 cm. Daarnaast wordt een schijveneg gedemonstreerd (voor verwerking van groenbedekkers) en is er een zaaimachine met schijven om direct in te zaaien. Tot slot zijn er machines om aardappeldrempels aan te leggen en een eigen concept van een teler: een maisplanter aangepast voor de aanleg van drempels in mais. Dit infomoment kwam tot stand in het kader van de projecten Boeren op een helling (Leader) en Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen. (demonstratieproject Departement Landbouw en Visserij).

Niet-kerende grondbewerking (NKG) Een landbouwbedrijfssysteem gebaseerd op nietkerende bodembewerking maakt zoveel mogelijk gebruik van het leven in de bodem. Dit bodemleven is in staat efficiënt organisch materiaal om te zetten tot humus, mineralenverliezen te bepreken en gewassen gezonder te laten groeien. Bodemleven helpt bij het realiseren van een goede oogst! Bodemleven stimuleren Dieper dan 12 cm ploegen (de bodem omkeren) zorgt voor 40 à 60% afbraak van dit bodemleven. Bodems die jaarlijks of zelfs twee maal per jaar geploegd worden, bevatten bijgevolg dus niet veel bodemleven. Een bodem waar plantenresten aanwezig zijn zonder veel bodemleven, is een Walhalla voor bodemziekten. Zij hebben er alle ruimte en er is volop voedsel aanwezig. In bodems met minder dan 1/6de lucht kan goed bodemleven zich niet ontwikkelen en krijgt ziek makend bodemleven de overhand. Door uw bodem niet meer te keren, krijgt het bodemleven een natuurlijke plek en kan een uitgebreid bodemvoedselweb ontwikkeld worden van o.a. bacteriën, schimmels, kleine en grote bodemdieren. Natuurlijk is het van groot belang dat u daarin stuurt zodat nuttige bodemorganismen de overhand houden en de mineralisatie op peil blijft. Dit doet u met allerlei cultuurmaatregelen zoals vruchtwisseling, meststoffenkeuze, gewasbeschermingsmiddelenkeuze, grondbewerking en groenbedekkers. Knelpunten? Na ploegen begint u met een schoon bord. Wie nietkerend werkt, heeft altijd nog te maken met effecten van het vorige seizoen. Gemaakte fouten herstelt u dus minder gemakkelijk, wat betekent dat u minder fouten mag maken én u langer vooruit moet denken. Zeker 6 tot 8 maanden moet u leren vooruit te denken. Werkt u veel met ruilgrond? Dan moet u dus goed weten of uw collega s niet geknoeid hebben en als er problemen te verwachten zijn op een perceel, moet u deze zo vroeg mogelijk herstellen. Andere knelpunten zijn de tijdsdruk en slechte weersomstandigheden die tot problemen kunnen leiden. Een verkeerd gekozen bodembedekker kan problemen geven als u in het vroege voorjaar bijvoorbeeld wilt starten met vroege erwten of zaaiuien. Tijdsdruk kan ook ontstaan bij slechte weersomstandigheden tijdens het rooien van bv. suikerbieten in december, waar nog wintertarwe gezaaid moet worden. Dan is het beter te kiezen voor een andere teelt of harde grond naar boven te ploegen. Hoe starten? Belangrijk is dat u kennis verzamelt over alle stappen die u doet binnen uw bedrijf. Schrijf op papier uw vruchtwisseling eens uit. Welke teelt volgt welke teelt op? Waar zijn mogelijkheden voor bodembedekkers? Waar zitten de knelpunten? Is het verstandig om de volgorde te wijzigen? Schrijf vervolgens alle handelingen erbij. Hou rekening met vertraagde mineralisatie als gevolg van nietkerend werken. Heeft u verschillende grondsoorten op uw bedrijf? Werk deze apart uit! Voor de diepe grondbewerking gebruikt u - voor gronden die voorheen echt vóór de winter moest ploegen - vier tanden per drie meter werkbreedte. De lichtere gronden bewerkt u het beste met zes tanden per drie meter. Een andere stelregel is dat u het beste start met nietkerende bodembewerking 5 cm dieper dan dat u normaal ploegde. Vervolgens kunt u afhankelijk van bodembelasting en bodemleven ondieper gaan werken, dit is in te schatten door te kijken met een spade. Deze bewerking

adviseer ik uit te voeren direct na de oogst in de zomer of in het najaar. Herhaal dit als de bodem weer verdicht is door bemesten of bekalken voor het inzaaien van de nieuwe teelt. Vermijd alle grondbewerking dieper dan 10 cm met beitels of vleugels breder dan 8 cm. Met brede beitels of vleugels werk je best 5 cm tot maximaal 10 cm diep. De meest universele manier van werken is gebruik te maken van een (voorzet-)woeler en een rotorkopeg. In de ideale situatie combineert u dit in één werkgang met een zaaimachine. Deze werkwijze geeft goede resultaten voor alle teelten en geeft ook een uitstekend resultaat op hellingen bij lage rijsnelheid. De rotorkopeg kan daarbij ook perfect vervangen worden door een frees behalve bij de teelt van zaaiuien omdat daarvoor een perfect vlak zaaibed vereist is. Mais Cultivator-Mulch is een goedkopere methode die geschikt is voor de maïsteelt. Enkel een vleugelschaar cultivator met demonteerbare vleugels volstaat voor alle grondbewerkingen. De werkwijze is als volgt: direct na de oogst werkt u 5-10 cm diep met een snelheid van 8-12 km/uur. Direct daarna volgt de diepe bewerking zonder vleugels en met een zaaibak voorzien van uitlopen die het groenbedekkerzaad in de rol laten lopen. In het voorjaar bemest u het land zo ondiep mogelijk. Let daarbij op dat de bodem gesloten ligt na de bemesting zodat er geen harde kluiten ontstaan. Vervolgens bewerkt u enkele dagen voor het zaaien het land met de vleugels 15 cm diep en na een dag drogen volgt nog een laatste diepe bewerking zonder vleugels. Striptill is een andere methode specifiek voor de maïsteelt. Daarbij wordt enkel de grond in teeltstroken bewerkt en bemest. Dit is een zeer efficiënte methode maar vraagt specifieke machines en een bodem die al in een redelijk goede conditie is. Suikerbieten Suikerbieten zijn heel goed ploegloos te telen. Met name in de jeugdontwikkeling profiteert de biet van het nietkerende bodembewerkingssysteem en ook later in het seizoen zult u zien dat de bieten bij droge en hete zomerse dagen beter blijven doorgroeien. Bieten kunnen ook goed zonder grondbewerking gezaaid worden in een groenbedekker. Zaaitechniek én juiste timing van zaaien zijn dan belangrijk. Schade door muizen of slakken is reëel door de nog staande groenbedekkerresten. Aardappelen en groenten Aardappelen en andere groenteteelten vragen een intensief en op de juiste diepte bewerkte bodem. Belangrijk daarbij is, dat storende verdichte lagen in het najaar worden weggewerkt op een extensieve manier, dus breken zonder de bodem te verkleinen. Alleen dan zal de bodem in het voorjaar voldoende snel opdrogen om tijdig te kunnen starten met de teelt. Geduld is daarbij noodzakelijk. Zeker de eerste seizoenen na ploegen zal de bodem enkele dagen langer nodig hebben om voldoende droog te zijn voor het maken van een diep pootbed. De bodem is voldoende droog als hij tijdens het kneden scheurt. Werkt u te nat of onvoldoende diep dan resulteert dit in meer grond bij het rooien. Groenbedekkers Een goede keuze van de groenbedekker is belangrijk voor de volgteelt. Ik heb goede ervaringen met mengsels specifiek samengesteld voor de volgende teelt. In teeltplannen zonder vlinderbloemigen adviseer ik bij voorkeur vlinderbloemigen in het mengsel te gebruiken. In teeltplannen zonder gramineaën adviseer ik die in het groenbedekkermengsel op te nemen. Streef naar bodembedekkers met een maximale lengte van 50 cm om verwerkingsproblemen te voorkomen. Stefan Muijtjens, onafhankelijk landbouwadviseur

Aanwezige machines (van landbouwers uit de regio) Diepwoeler voor diepe grondbewerking (20-35 cm) Neolab eco van Carré met Michel -tand. Kuhn DC met vleugelscharen. Amazone TL met vleugelscharen. Kongskilde Paragrubber Eco met gebogen tanden. Schijveneg en klepelmaaier voor vernietiging groenbedekker Schijveneg van Kverneland Qualidisc met Actiring nalooprol (niet op foto) De klepelmaaier (geen foto) is een aardappelloofklapper door de landbouwer aangepast voor vlakveld gebruik. Deze laat toe de groenbedekker in alle omstandigheden te klepelen. Schijvenzaaimachine voor directe zaai in groenbedekker Amazone zaaimachine met zaaischijven voor mulchzaai = zaaien in bodem met veel bovengrondse plantenresten.

Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen Aardappeldrempels De aardappelteelt is net als andere ruggenteelten gevoelig voor erosie. Bij hevige neerslag concentreert het water zich tussen de ruggen, waarna het ongeremd de helling afstroomt. Vooral tijdens het voorjaar, wanneer de akkers nog onbedekt zijn, is de impact van regenbuien het grootst. Vruchtbare bodemdeeltjes, maar ook meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen spoelen af en verzamelen zich onderaan de helling. Drempels bieden oplossing Drempels zijn kleine dammetjes die tussen de ruggen worden aangelegd en zich op regelmatige afstand herhalen. Drempels beperken de afstroom van water en verminderen daardoor de erosie. Daarnaast zorgt deze techniek voor een betere benutting van o.a. meststoffen en vermindert ze de afspoeling van nutriënten en pesticiden naar waterlopen. Machines Drempelopbouw gebeurt bij voorkeur in één werkgang tijdens het planten, maar de machine moet praktisch blijven. Een extra opbouw voor drempelvorming moet beperkt zijn in ruimte en in gewicht. Een aparte bewerking in een tweede werkgang is mogelijk, maar kost meer tijd en energie. Er zijn machines in diverse uitvoeringen. Bij de hydraulische systemen zorgen metalen of kunststoffen schoepen voor het bijeen schrapen van grond waarna de schoepen opgetild worden en een hoopje grond tussen de ruggen achterlaten. Woeltanden moeten zorgen voor voldoende losse grond. De afstand tussen de drempels (= de tijd dat de schoepjes neergelaten zijn), is meestal te regelen. Gemiddeld wordt een afstand van 60 à 80 cm aangehouden bij een snelheid van 7 à 8 km/u. Bij mechanische systemen wordt er gewerkt met schoepen op een rad dat meeloopt achter de planter. De schoepen slaan putjes in de grond waardoor er tussen de ruggen oneffenheden ontstaan die de afstroming remmen. Wetgeving De erosiebestrijdingsmaatregelen zijn van toepassing op de zeer hoog erosiegevoelige percelen (paars) en op hoog erosiegevoelige percelen (rood). De erosieklasse van elk perceel wordt jaarlijks meegedeeld via de verzamelaanvraag en is terug te vinden op de bodemverkenner van dov.vlaanderen.be. Een actueel overzicht van de te nemen maatregelen per erosieklasse en is terug te vinden op: www.lv.vlaanderen.be/voorlichting-info/publicaties/ praktijkgidsen/water/erosie

Bezoek ook boerenopeenhelling.be Organisatie De organisatie van deze demonstratie werd mede mogelijk gemaakt door de bereidwillige en constructieve samenwerking met en tussen heel wat partners van de projecten Boeren op een helling en Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen. Onze bijzondere dank gaat uit naar de landbouwers en loonwerkers die hun machines ter beschikking stelden: Luc Coutsier, Luc Reyntjens, Lode Van Wambeke, Bart Van Wambeke, Johan Verhelst, Luc Spiers, Danny Geenens, Johan en Mathieu Delezie, Kris Verkest, Marnick Van Mello en Guy De Praetere. Boeren op een helling Leaderproject in de Vlaamse Ardennen Het Leaderproject 'Boeren op een helling' heeft als doel een overkoepelend kennisplatform op te richten voor landbouwers rond bodem en erosie. Hier wordt alle bestaande kennis en ervaring verzameld en getoetst naar de bruikbaarheid in de Vlaamse Ardennen. Alle informatie wordt gecentraliseerd op één website. Daarnaast worden er lokale netwerken opgericht die zich richten op de diverse aspecten van erosiebestrijding: agrobeheergroepen, netwerk loonwerkers, machinering Land- en tuinbouwers kunnen zich engageren in deze duurzame netwerken waarin een lokale visie rond erosiebestrijding en bodemdegradatie uitgewerkt zal worden. Erosie in de akkerbouw demonstratieproject Departement Landbouw en Visserij Het project Erosie in de akkerbouw: knelpunten en oplossingen beoogt de verdere sensibilisering en begeleiding van Vlaamse landbouwers in hun zoektocht naar een haalbare implementatie van de erosiewetgeving op hun bedrijf. De projectpartners informeren via voorlichtingsactiviteiten, demonstratieplatforms en machinedemo s. Binnen dit project wordt er gefocust op niet-kerende grondbewerking voor bietenteelt, striptill bij maïs en de aanleg van drempels in aardappelen.