landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Transcriptie

1 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) A A A B B B (2) X (3) B X C C X C D D D 1p 1 Bij het poten van prei is een aantal teelthandelingen nodig. Hier staan vijf teelthandelingen in willekeurige volgorde. 1 prei planten 2 ruggen vormen en plantgaten maken 3 de grond bewerken met een rotorkopeg 4 de grond van een basisbemesting voorzien 5 bespuiten tegen roest Wat is de juiste volgorde waarin de teelthandelingen plaatsvinden? A B C D PB-0901-b-11-1-m5 1 lees verder

2 1p 2 In de tabel staan de resultaten van een onderzoek naar de invloed van bekalking op de groei van prei. Niet bekalkt betekent dat er geen kalk aan de grond is toegevoegd, bekalkt betekent dat er wel kalk aan de grond is toegevoegd. gemiddeld stengelgewicht herfstprei winterprei niet bekalkt bekalkt niet bekalkt bekalkt 370 gram 410 gram 329 gram 381 gram planten per ha opbrengst per ha kg kg kg kg Hier staan beweringen over de resultaten van dit onderzoek. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is. Het gemiddeld stengelgewicht van prei op bekalkte grond is groter dan op niet-bekalkte grond. Winterprei levert op niet-bekalkte grond een grotere opbrengst per ha op dan op bekalkte grond. juist onjuist 1p 3 Op de foto staat een blad van een preiplant met daarop oranje sporenhoopjes. Waardoor zijn de oranje sporenhoopjes veroorzaakt? A door insecten B door bacteriën C door schimmels D door ijzergebrek PB-0901-b-11-1-m5 2 lees verder

3 1p 4 Een teler gebruikt Vertimec Gold voor de bestrijding van trips in prei. Hier staat een deel van het etiket van dit middel. plaag/ziekte dosering veiligheidstermijn opmerking Vertimec Gold toepassing en advies voor onbedekte teelt van prei larven van trips (Thrips tabaci, Frankliniella occidentalis) 50 ml/ha 7 dagen Een behandeling uitvoeren zodra larven worden waargenomen. De behandeling zonodig na minimaal zeven dagen herhalen. Vertimec Gold niet vaker dan drie keer per teelt toepassen. productinformatie werkzame stof abamectine gehalte 18 g/l aard van het preparaat insecticide formulering vloeibare formulering (EC) toelatingsnummer N Een teler wil de larven van de trips in prei bestrijden met Vertimec Gold op een perceel van 6,5 ha. Hoeveel ml Vertimec Gold heeft de teler nodig voor één behandeling?. ml 1p 5 Op het etiket van een gewasbeschermingsmiddel staat dit gevarensymbool. Wat betekent dit gevarensymbool? A bijtend B giftig C irriterend/schadelijk D licht ontvlambaar E milieugevaarlijk PB-0901-b-11-1-m5 3 lees verder

4 1p 6 De foto laat zien hoe prei machinaal geoogst wordt. Met welke machine worden preiplanten uit de rug gehaald? A met een frees B met een klembandrooier C met een spitmachine D met een woeler 1p 7 Vlinderbloemige planten verhogen het stikstofgehalte van de bodem. Welk gewas is een vlinderbloemige plant? A aardappel B erwt C kool D wortel 1p 8 Akkerbouwers passen steeds vaker het systeem van niet-kerende grondbewerking toe. De twee belangrijkste principes van dit systeem zijn 1 de bodem zo weinig mogelijk verstoren en voorkomen dat de onderlaag boven komt; 2 de bodem zo lang mogelijk bedekt houden. Welk werktuig zal een akkerbouwer die dit systeem toepast NIET gebruiken? A een ploeg B een schoffelmachine C een triltandcultivator D een vaste-tandcultivator PB-0901-b-11-1-m5 4 lees verder

5 1p 9 In de tabel staat de waardering van groenbemesters als de grond niet-kerend wordt bewerkt. gewassen grassen Westerwolds raaigras grondbedekking winterhardheid N-opname Een akkerbouwer zoekt een groenbemester met de volgende eigenschappen: 1 goede N-opname; 2 geringe hergroei na bewerken in het voorjaar. Welke groenbemester is het meest geschikt voor hem? A bladkool B bladrammenas C haver D Westerwolds raaigras weinig hergroei na bewerking in voorjaar Italiaans raaigras Engels raaigras granen winterrogge wintertarwe haver kruisbloemigen bladkool bladrammenas winterkoolzaad gele mosterd vlinderbloemigen witte klaver Perzische klaver overige phacelia Hoe hoger het cijfer hoe gunstiger de beoordeling van dat teeltaspect. PB-0901-b-11-1-m5 5 lees verder

6 1p 10 Op de foto staat een zaaimachine voor het zaaien van tarwe. Hoe heet deze zaaimachine? A breedwerpig zaaiende zaaimachine B rijenzaaimachine C precisiezaaimachine 1p 11 Bij de teelt van suikerbieten komen verschillende bewerkingen voor: 1 rooien 2 zaaien 3 schoffelen 4 loofklappen 5 opslaan voor transport Wat is de juiste volgorde voor de uitvoering van deze bewerkingen? A B C D PB-0901-b-11-1-m5 6 lees verder

7 1p 12 Op de foto legt een akkerbouwer vliesdoek over bieten. Wat is een juiste reden om vliesdoek over bieten te leggen? A bescherming tegen vorst B bescherming tegen vraat C bescherming tegen wind D bescherming tegen zonlicht 1p 13 Bij de teelt van aardappels komt aardappelmoeheid voor. Welke middelen zijn geschikt om aardappelmoeheid te bestrijden? A acariciden B fungiciden C herbiciden D nematiciden 1p 14 In de tabel staan de opbrengst en de kwaliteits- en teeltgegevens van suikerbieten in 2008 en opbrengst, kwaliteits- en teeltgegevens suikerbieten in periode areaal (ha) gemiddelde zaaidatum 16 april 4 april wortelopbrengst (ton/ha) 71,6 75,0 suikergehalte (%) 17,2 17,7 suikeropbrengst (ton/ha) 12,3 13,4 winbaarheidsindex 91,2 91,2 tarra (%) 15,2 9,3 Uit de tabel blijkt dat 2009 een beter suikerbietenjaar was dan Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor de hogere opbrengst per hectare in 2009 vergeleken met 2008? A In 2009 was het bietenareaal groter. B In 2009 was het groeiseizoen langer. C In 2009 was het tarrapercentage lager. PB-0901-b-11-1-m5 7 lees verder

8 1p 15 Op de foto staat een ploeg. Wat is dat voor een ploeg? A een achtscharige rondgaande ploeg met dubbel steunwiel B een achtscharige wentelploeg met enkel steunwiel C een vierscharige rondgaande ploeg met enkel steunwiel D een vierscharige wentelploeg met dubbel steunwiel 1p 16 Op de foto meet een teler de ploegdiepte voor het afstellen van de ploeg. Wat is de gebruikelijke ploegdiepte voor kleigrond? A ongeveer 5 cm B ongeveer 15 cm C ongeveer 25 cm D ongeveer 35 cm PB-0901-b-11-1-m5* 8 lees verder einde