ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting PRIMO-Opsterland te Beetsterzwaag H /41806

Vergelijkbare documenten
ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena H /41878

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bijzonder Basisonderwijs Velsen H /40257

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam H /41775

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Maas en Waal te Horssen H /41340

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland te Buitenpost H /41492

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Primair Onderwijs Peelraam H /71749

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Katholiek en Protestants- Christelijk Onderwijs Eindhoven e.o. H /40378

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Swalm en Roer voor Onderwijs en Opvoeding te Roermond H /41692

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Scholen voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs te Eindhoven H /41248

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Openbaar Basisonderwijs Surplus te Schagen H /41438

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Hillegersberg-Schiebroek te Rotterdam H /40774

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Consent te Enschede H /41565

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting voor Protestants-Christelijk Basis- en Orthopedagogisch Onderwijs te Rotterdam-Zuid H /47595

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs in de Haarlemmermeer H /30171

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Protestants-Christelijk Basis- en Orthopedagogisch Onderwijs te Rotterdam-Zuid /47595

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Scholengroep Den Haag Zuid- West /41402

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o /40269

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi te Hilversum /20187

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs /72464

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Hillegersberg-Schiebroek te Rotterdam /40774

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden /42504

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. VCO Midden- en Oost Groningen /41845

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Sirius te Amsterdam /41716

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland te Borculo /83189

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON ( )/30709

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen /43967

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant /41332

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen /41613

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Benchmark Onderwijs 2011 Regio Noord, Oost en Midden. Benchmark 2011 Onderwijsinstellingen Sector-rapportage Noord, Oost en Midden Nederland

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SMART Limburg /41891

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL. CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Scholen aan Zee

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Het financieel beleid van onderwijsinstellingen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

Onderzoek naar de financiële positie van schoolbesturen in po en vo. naar aanleiding van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij stichting Speciaal Onderwijs Midden Nederland (40908) te Bilthoven

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Kristallis te Nijmegen

Bestuursnummer : Onderzoeksnummer : Documentnummer :

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Petrus Canisius College te Alkmaar

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag KM Vlissingen

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Petrus Canisius College te Alkmaar

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Ede (Pallas Athene College)

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

Stichting Omroep Landgraaf

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

Financiële benchmark over de cijfers van 2012

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Onderwijs 4 Nieuwe Tijd (04NT) te Amsterdam

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

Financiële benchmark over de cijfers van 2013

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Vereniging Instituut Schreuder

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Stichting Omroep Landgraaf

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam

DVE. Rapport. de andere accountant 0. uitgebracht aan. stichting Primair Onderwijs Deurne - Asten - Someren te Asten. Controle jaarrekening 2014

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

Financiën (VO) RSG Magister Alvinus

Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK. Onderzoek naar de uitgaven aan huisvesting in 2013 en 2014 door de stichting KBA Nw West

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 maart 2014 Onze Referentie :

Financiële benchmark over de cijfers van 2014

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Eerst kiezen, dan delen

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij stichting Kristallis (40367) te Nijmegen

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

8. Financiële situatie op balansdatum Solvabiliteit Per ultimo boekjaar 2018 bedroeg de solvabiliteit 55,8% (2017: 53,3%). De solvabiliteit komt hoger

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR

BEOORDEEL DE VERMOGENSPOSITIE VAN UW SCHOOLBESTUUR

Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

Stichting Vrienden van Handicart UTRECHT

Verantwoording van financiën in het primair onderwijs. Een handreiking

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting voor Speciaal Basisonderwijs te Doetinchem

Balans per 31 maart 2016 (na resultaatbestemming)

Balans per 31 december Vaste activa Materiële vaste activa

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK. Onderzoek naar de kwijtschelding van een vordering door de Stichting De Blauwe Loper

Jaarrekening april 2015

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m juli 2015

RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT STICHTING ROOMS KATHOLIEKE SCHOLEN DIEMEN

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

Transcriptie:

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE Stichting PRIMO-Opsterland te Beetsterzwaag H3263252/41806 Utrecht, mei 2012

Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de financiële positie per 31 december 2010 volgens het beoordelingskader van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen bij Stichting PRIMO-Opsterland. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft het onderzoek uitgevoerd in de eerste helft van 2012. Het conceptrapport met kenmerk H3257255 is op 23 maart 2012 voor hoor en wederhoor toegezonden aan het bestuur. De definitieve versie van dit rapport met kenmerk H3263252 is op 10 mei 2012 te Utrecht vastgesteld door drs. R. Loep RA, directeur Rekenschap en zal 5 weken na de vaststelling openbaar worden gemaakt.

INHOUD Voorwoord 3 Samenvatting 7 1 OPDRACHT EN WERKWIJZE 9 1.1 1.2 Aanleiding 9 Doelstellingen onderzoek bij individuele besturen 9 1.3 Onderzoeksvragen en werkwijze 9 1.3.1 Onderzoeksvragen 9 1.3.2 1.4 Werkwijze 9 Afbakening van de opdracht 10 1.5 Huisvestingsvoorzieningen in het po 10 2 ANALYSE FINANCIËLE POSITIE 11 2.1 Onderzoeksvragen 11 2.2 Bevindingen 11 2.2.1 Inleiding 11 2.2.2 De analyse van de kapitalisatiefactor en de samenstellende delen ultimo 2010 11 2.2.3 Ontwikkeling financiële buffer gedurende 2011 12 2.2.4 Ontwikkeling financiële buffer gedurende 2012 t/m 2014 13 2.2.5 Berekeningen van de overige kengetallen op 31 december 2010 13 3 PLANNEN BESTUUR OM MIDDELEN IN TE ZETTEN IN HET ONDERWIJS 15 3.1 Onderzoeksvragen 15 3.2 Bevindingen 15 BIJLAGE 1: DE ANALYSE IN DIT RAPPORT 16 BIJLAGE 2: VERKLARENDE WOORDENLIJST 17

Samenvatting De inspectie heeft in de eerste maanden van 2012 een onderzoek uitgevoerd naar de financiële positie van Stichting PRIMO-Opsterland op 31 december 2010. Aanleiding voor het onderzoek was een aanbeveling van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (CVO) in haar eindrapport van november 2009 aan de Tweede Kamer. Deze kwam erop neer, dat de inspectie een onderzoek moest doen onder schoolbesturen die mogelijk beschikken over middelen die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. Om vast te stellen of een bestuur over dergelijke middelen beschikt, introduceerde de CVO een nieuw financieel kengetal, de kapitalisatiefactor. Kengetallen ontstaan als posten uit een jaarrekening tegen elkaar worden afgezet om een indicatie te verkrijgen over de financiële positie van een organisatie. Veelgebruikte financiële kengetallen zijn bijvoorbeeld liquiditeit en solvabiliteit, die een indicatie geven of een organisatie op respectievelijk korte of lange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De kapitalisatiefactor, het nieuwe kengetal van de CVO, is bedoeld om een indicatie te geven van middelen die binnen een schoolbestuur nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. Stichting PRIMO-Opsterland is geselecteerd voor het onderzoek omdat zijn kapitalisatiefactor, berekend op grond van de jaarrekening over 2009, minstens 150% bedroeg van de signaleringswaarde van de CVO. Nu geeft een kengetal hooguit een indicatie, geen zekerheid over een financiële positie. Het onderzoek richtte zich daarom op het in kaart brengen van de specifieke financiële omstandigheden van het bestuur om te kunnen zien of het bestuur (op termijn) daadwerkelijk beschikt over middelen, die het nog kan besteden aan het onderwijs. Dit stelt de inspectie vast door de hoogte van de financiële buffer (simpel gezegd, de spaarpot die een bestuur erop nahoudt om reëel denkbare financiële risico s te ondervangen) te bepalen en af te zetten tegen de signaleringswaarde van de CVO. Het onderzoek ving aan met een analyse van de financiële positie aan de hand van de jaarrekening 2010 en andere openbare stukken van uw bestuur. Uit onze analyse volgde dat de financiële buffer na de eventuele correcties eind 2010 1.144.296 bedraagt; 11,07% van de totale baten, inclusief rentebaten. De signaleringswaarde van de CVO voor de financiële buffer is 5%. Het bestuur heeft de analyse van de financiële positie ultimo 2010, op verzoek van de inspectie, aangevuld met informatie van belang voor het (verwachte) verloop van de financiële buffer na 31 december 2010. Hierbij ging het om in 2011 en in 2012 t/m 2014 te verwachten exploitatieresultaten, verrichte en te verrichten investeringen in gebouwen en terreinen en overige materiële vaste activa, onttrekkingen aan voorzieningen en aflossingen van langlopende leningen. Op grond van de aanvullende informatie van het bestuur maakte de inspectie een herberekening. De toekomstige financiële buffer eind 2014 bedraagt ongeveer 1,1 mln.; ca. 10,5% van de totale baten, inclusief rentebaten. Het bestuur heeft in de meerjarenbegroting 2012-2016 door middel van benoemde onderwerpen en risico s de noodzaak voor een hogere financiële buffer van 4,5% inzichtelijk en aannemelijk gemaakt. Hierdoor komt de signaleringswaarde voor de financiële buffer op 9,5%. De herberekende financiële buffer van ca. 10,5% Pagina 7 van 17

overschrijdt de nieuwe signaleringswaarde van 9,5% nog steeds (ca. 1%; ca. 100.000). Er is zodoende in geringe mate sprake van een teveel aan middelen die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. De inspectie volgt de afbouw van deze middelen. Pagina 8 van 17

1 OPDRACHT EN WERKWIJZE 1.1 Aanleiding Op 4 november 2009 hebben de ministers van OCW en Financiën het rapport Financieel beleid van onderwijsinstellingen van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (hierna CVO), voorgezeten door prof. dr. Henk Don, aangeboden aan de Tweede Kamer. De ministers hebben enkele maatregelen aangekondigd naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport. Een aantal daarvan betreft het versterken van het toezicht door de inspectie. Hierbij gaat het onder andere om een onderzoek onder besturen van scholen in het primair onderwijs (hierna: po) en voortgezet onderwijs (hierna: vo) met één of meer zwakke en/of zeer zwakke scholen en een hoge kapitalisatiefactor en bij besturen van scholen in het po en so met een zeer hoge kapitalisatiefactor. Voor deze besturen is toegezegd dat ze in 2010, 2011 en 2012 worden onderzocht. 1.2 Doelstellingen onderzoek bij individuele besturen Bewustwording bij de betreffende bestuurders en interne toezichthouders van de financiële positie van het bestuur en de mogelijkheden tot investeren in de kwaliteit van het onderwijs; Afspraken maken over het vervolgtraject (inclusief eventuele beoordeling van investeringsplannen). 1.3 Onderzoeksvragen en werkwijze 1.3.1 Onderzoeksvragen 1. In hoeverre is bij Stichting PRIMO-Opsterland sprake van overtollige financiële middelen die niet ten goede komen aan het onderwijsproces? 2. Herkent het bestuur zich in de bevindingen van de inspectie? 3. Indien sprake is van overtollige financiële middelen: is het bestuur voornemens deze middelen te investeren in het onderwijs? 4. Indien beschikbaar: wat is het oordeel over de plannen van het bestuur met betrekking tot de inzet van de overtollige middelen? 1.3.2 Werkwijze Het onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van het beoordelingskader dat de CVO in haar rapport van 29 september 2009 heeft geïntroduceerd. Er heeft bureau-onderzoek plaatsgevonden aan de hand van de jaarrekening 2010 en openbare stukken van Stichting PRIMO-Opsterland. Dit heeft geleid tot een voorlopige analyse van de financiële positie van het bestuur. Deze analyse is opgenomen in een vragenlijst die het bestuur via het Internet Schooldossier (hierna: ISD) is toegestuurd. Het bestuur was in de gelegenheid om een informatiebijeenkomst bij te wonen. Het bestuur heeft de vragenlijst aangevuld met factoren die specifiek op het bestuur van toepassing zijn en waarover de inspectie (nog) geen kennis kon hebben, voornamelijk omdat deze betrekking hebben op Pagina 9 van 17

2011 en de verwachtingen van het bestuur voor de toekomst. Het bestuur heeft de vragenlijst, voorzien van bewijsstukken, teruggezonden aan de inspectie via het ISD. De inspectie heeft de beantwoording beoordeeld en eventueel aanvullende vragen gesteld. De oorspronkelijke analyse en de antwoorden van het bestuur op de vragen van de inspectie hebben geleid tot de analyse van de financiële positie, die in dit rapport is opgenomen. 1.4 Afbakening van de opdracht De directie Rekenschap is een accountantsafdeling die in haar handelen gehouden is aan de voorschriften van de beroepsorganisatie voor registeraccountants, het NBA. Dit onderzoek is geen accountantscontrole, maar een onderzoek als bedoeld in richtlijn NV COS 4400. Dit betekent dat het onderzoek zich uitsluitend mag richten op de beantwoording van bovengenoemde onderzoeksvragen en dat aan de hier gepresenteerde feiten geen andere conclusies mogen worden verbonden dan feitelijke constateringen die voortkomen uit de onderzoeksvragen. Dit rapport bevat alleen feiten die zijn vastgesteld in het kader van dit onderzoek. 1.5 Huisvestingsvoorzieningen in het po De inspectie geeft geen oordeel over de rechtmatigheid van de handelingen en transacties die zijn opgenomen in de informatie die het bestuur voor het onderzoek heeft verstrekt. Dat geldt dus ook over de eventuele besteding van publieke middelen aan huisvestingsvoorzieningen, die slechts onder beperkte voorwaarden is toegestaan. Indien niet aan deze voorwaarden is voldaan dan zijn dergelijke handelingen en transacties slechts toegestaan indien de financiering plaatsvindt met privaat vermogen. Meestal vermelden besturen niet dat het privaat vermogen hiervoor is aangewend. Bij de analyse gaat de inspectie er binnen dit onderzoek van uit dat de aanwezige gebouwen en terreinen zijn gefinancierd uit publiek vermogen. Pagina 10 van 17

2 ANALYSE FINANCIËLE POSITIE 2.1 Onderzoeksvragen 1. In hoeverre is bij Stichting PRIMO-Opsterland sprake van overtollige financiële middelen die niet ten goede komen aan het onderwijsproces? 2. Herkent het bestuur zich in de bevindingen van de inspectie? 2.2 Bevindingen 2.2.1 Inleiding In deze paragraaf zijn de berekeningen van de kengetallen opgenomen, gebaseerd op de financiële positie van het bestuur ultimo 2010, gecorrigeerd voor bestuursspecifieke factoren. In bijlage 1 worden de toegepaste correcties toegelicht. Voorts is rekening gehouden met correcties die volgen uit de beantwoording door het bestuur van vragen over 2010 die zijn opgenomen in de vragenlijst. In bijlage 1 is een tabel opgenomen, waarbij de papieren versie van de jaarrekening 2010 als uitgangspunt geldt. In deze tabel zijn de bestuursspecifieke correcties opgenomen. Uiteindelijk leidt dit tot de herrekende cijfers in de laatste kolom die de basis vormen voor de analyses in de paragrafen 2.2.2 en 2.2.3. Paragraaf 2.2.2 bevat de analyse van de kapitalisatiefactor en de samenstellende delen. In paragraaf 2.2.3 geven wij een overzicht van de kengetallen solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit. 2.2.2 De analyse van de kapitalisatiefactor en de samenstellende delen ultimo 2010 De CVO gaat er in haar rapport van uit dat de middelen van besturen in het primair en voortgezet onderwijs nodig zijn voor een drietal functies; namelijk: 1. De transactiefunctie. Er dienen middelen te worden aangehouden voor het betalen van kortlopende schulden. 2. De financieringsfunctie. Er dienen middelen te worden aangehouden om de vaste activa m.u.v. de gebouwen en terreinen te zijner tijd te kunnen vervangen. 3. De bufferfunctie (financiële buffer). Als laatste dienen er middelen te worden aangehouden voor het opvangen van onvoorziene risico s. De CVO onderscheidt in haar rapport de volgende risico s: Fluctuaties in leerlingenaantallen Financiële gevolgen van arbeidsconflicten Instabiliteit in de bekostiging Onvolledige indexatie van de bekostiging. Pagina 11 van 17

Onderstaand zijn de aldus berekende waarden en percentages van Stichting PRIMO- Opsterland weergegeven. In de laatste kolom zijn de signaleringswaarden van de CVO opgenomen. De bedragen in de tweede kolom zijn vermeld in. 2010 Stichting PRIMO- Opsterland (gebaseerd op Stichting PRIMO- Opsterland (%) 1 Signaleringswaarde CVO (%) waarden na correcties, zie bijlage 1) Kapitalisatiefactor (KF) (Totaal Kapitaal Boekwaarde 5.656.935 54,72 35 van gebouwen en terreinen) Transactiefunctie (TF) (Totaal kortlopende schulden) 1.357.565 13,13 8,80 Financieringsfunctie (FF) (Financieringsbehoefte * Cumulatieve aanschafwaarde 3.155.074 30,52 21,20 van de overige materiële vaste activa) 2 Financiële buffer (B) (KF-TF-FF) 1.144.296 11,07 5 De kapitalisatiefactor is ultimo 2010 5.656.935 (54,72%). De signaleringswaarde van de CVO is voor vergelijkbare besturen 35%. De transactiefunctie ligt boven de signaleringswaarde van de CVO. De financieringsfunctie bedraagt ultimo 2010 30,52%, hoger dan de signaleringswaarde. Dit betekent dat het bestuur relatief veel materiële vaste activa (excl. gebouwen en terreinen) heeft. Een reden hiervoor is de forse (inhaal)investeringen in verband met uw kwaliteitsprojecten onderwijskundige aanpassingen. Resteert de financiële buffer die met 11,07% hoger is dan de signaleringswaarde van 5%. Het huidige niveau van de financiële buffer is volgens het bestuur onder andere ontstaan door de toekenning van extra gemeentelijke bijdragen bij het op afstand zetten van het openbaar onderwijs in 2006 respectievelijk in 2008. Het bestuur van Stichting PRIMO-Opsterland heeft aangegeven zich te kunnen vinden in deze analyse van de financiële positie ultimo 2010. 2.2.3 Ontwikkeling financiële buffer gedurende 2011 Het bestuur heeft de analyse aangevuld door een vragenlijst van de inspectie in te vullen. De gestelde vragen hebben betrekking op ontwikkelingen in de financiële 1 Het percentage wordt berekend door de waarde in de voorgaande kolom te delen door de totale baten vermeerderd met de rentebaten. 2 De financieringsbehoefte (FB) van de Stichting PRIMO-Opsterland is 55 %. Dit percentage is nodig om de financieringsfunctie voor het bestuur te berekenen. Pagina 12 van 17

buffer gedurende 2011 en op invloeden op de financiële buffer als gevolg van verwachte ontwikkelingen. Het bestuur heeft voor 2011 in de vragenlijst aangegeven: - een exploitatieresultaat (gecorrigeerd voor dotaties aan voorzieningen ad 124.480) te hebben behaald van 77.512 (positief); - onttrekkingen aan voorzieningen te hebben gedaan voor 45.043. Daaruit volgt dat de herberekende financiële buffer die resteert voor het opvangen van onvoorziene risico s, rekening houdend met deze specifieke factoren, ongeveer 1,2 mln.; ca. 11,4% bedraagt. Deze overschrijdt de signaleringswaarde van de CVO nog steeds. 2.2.4 Ontwikkeling financiële buffer gedurende 2012 t/m 2014 Voor de jaren 2012 t/m 2014 heeft het bestuur in de vragenlijst aangegeven: - exploitatieresultaten (gecorrigeerd voor dotaties aan voorzieningen ad 373.440) te verwachten van in totaal 220.330 (positief); - onttrekkingen aan voorzieningen te gaan doen voor 309.084. Daaruit volgt dat de herberekende financiële buffer die resteert voor het opvangen van onvoorziene risico s, rekening houdend met deze specifieke factoren, in de toekomst ongeveer 1,1 mln.; ca. 10,5% bedraagt. Deze overschrijdt de signaleringswaarde van de CVO nog steeds. Het bestuur heeft in de vastgestelde Meerjarenbegroting 2012-2016 van 17 mei 2011 (hierna MJB) belangrijke onderwerpen (en risico s) benoemd waarmee de stichting zal worden geconfronteerd en de beleidsuitgangspunten geformuleerd. In de MJB zijn de financiële consequenties hiervan zo goed mogelijk gekwantificeerd. Ook wordt in de MJB ingegaan op de aanwending van het vrij besteedbaar Eigen Vermogen. De uitkomst van deze analyse is betrokken bij de samenstelling van de MJB. Tevens is in de MJB een bezuinigingstaakstelling opgenomen. Het bestuur is t.a.v. de gepresenteerde exploitatieresultaten 2012 t/m 2014 uitgegaan van de volledige realisatie van de benoemde bezuinigingen. Het bestuur heeft in de MJB nader toegelicht waarom zij een hogere risicobuffer van 4,5% nodig heeft. Hierdoor komt de signaleringswaarde voor de financiële buffer op 9,5%. De herberekende financiële buffer van ca. 10,5% overschrijdt de nieuwe signaleringswaarde van 9,5% nog steeds. Er is zodoende in geringe mate sprake van een teveel aan middelen die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. De inspectie volgt de afbouw van deze middelen. 2.2.5 Berekeningen van de overige kengetallen op 31 december 2010 De overige kengetallen van Stichting PRIMO-Opsterland en de signaleringswaarden ultimo 2010 zijn hierna weergegeven. De percentages zijn berekend op basis van de gecorrigeerde cijfers, zoals weergegeven in bijlage 1. Pagina 13 van 17

Kengetal Solvabiliteit (Eigen vermogen +Voorzieningen)/ Totaal vermogen Current ratio (Liquiditeit) (Totaal vlottende activa/ Totaal kortlopende schulden) Rentabiliteit (Exploitatieresultaat 2010/ Totale baten+rentebaten) Stichting PRIMO- Opsterland 31-12-2010 Signaleringswaarden van de CVO 76,0% Minimaal 20% 2,89 0,04% Minimaal 0,5, Maximaal 1,5 Minimaal 0%, Maximaal 5% Voorgaande kengetallen geven aan dat de financiële positie van Stichting PRIMO- Opsterland op 31 december 2010 goed is. Dit is in lijn met de analyse van de kapitalisatiefactor en haar samenstellende delen berekend op basis van de jaarrekening 2010. Het bestuur is in staat aan haar verplichtingen op korte termijn (liquiditeit) en lange termijn (solvabiliteit) te voldoen. De current ratio overschrijdt de van toepassing zijnde signaleringswaarde in nog hogere mate dan de financiële buffer. Dit wordt (voor een belangrijk deel) verklaard door de spaarliquiditeit, waarmee bij de berekening van de financiële buffer wél rekening wordt gehouden en bij de berekening van de current ratio niet. De spaarliquiditeit is de claim die ligt op de liquide middelen, omdat bij Stichting PRIMO-Opsterland kennelijk sprake is van een achterstand in het vervangen van overige materiële vaste activa; Dit is zichtbaar doordat de boekwaarde van de materiële vaste activa relatief laag is ten opzichte van de cumulatieve aanschafwaarde (minder dan de helft; dit betekent dat het bestuur gedurende de resterende levensduur van de activa relatief veel activa zal moeten vervangen). De spaarliquiditeit ( 1.589.237) is gelijk aan het verschil tussen de financieringsfunctie ( 3.155.074) en de boekwaarde van de overige materiële vaste activa ( 1.565.837). Dit verschil wordt nog vergroot, doordat de investeringssubsidie in mindering is gebracht op de boekwaarde van de overige materiële vaste activa en (voorzichtigheidshalve) niet op de financieringsfunctie (het is tenslotte niet zeker dat bij de vervanging van het actief weer aanspraak kan worden gemaakt op een investeringssubsidie). Pagina 14 van 17

3 PLANNEN BESTUUR OM MIDDELEN IN TE ZETTEN IN HET ONDERWIJS 3.1 Onderzoeksvragen 1. Indien sprake is van overtollige financiële middelen: is het bestuur voornemens deze middelen te investeren in het onderwijs? Hierbij gaat om de middelen, die na de analyse die in hoofdstuk 2 is gemaakt, resteren als financiële buffer. Voor zover deze de signaleringswaarde van de CVO overschrijden, is volgens de opvattingen van de CVO sprake van overtollige middelen. 2. Indien beschikbaar: wat is het oordeel over de plannen van het bestuur met betrekking tot de inzet van de overtollige middelen? 3.2 Bevindingen Het bestuur heeft aangegeven dat zij op basis van de MJB een extra financiële risicobuffer van 627.000 nodig heeft (4,5%). De signaleringswaarde voor de financiële buffer komt hierdoor op 9,5%. De herberekende financiële buffer ultimo 2014 van ca. 10,5% overschrijdt de nieuwe signaleringswaarde van 9,5 % nog steeds. Er is zodoende in geringe mate sprake van een teveel aan middelen die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. Het bestuur heeft voor dit resterende deel (ca. 1%; ca. 100.000) nog geen plannen overlegd. Pagina 15 van 17

BIJLAGE 1: DE ANALYSE IN DIT RAPPORT In het hierna volgende overzicht zijn (in de eerste kolom) de posten weergegeven, die bepalend zijn voor de berekening van de kengetallen van Stichting PRIMO- Opsterland. De posten vormen de basis voor de berekening van zowel de kapitalisatiefactor en de samenstellende delen, als de overige kengetallen (solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit). Het uitgangspunt van deze analyse is de papieren versie van de jaarrekening van Stichting PRIMO-Opsterland over 2010. In de correctiekolom is een zogenoemde bestuursspecifieke factor opgenomen, die ten behoeve van de analyse wordt geëlimineerd. Uiteindelijk leidt dit tot de cijfers in de laatste kolom, die de basis vormen voor de berekeningen en analyses die zijn gepresenteerd in de paragrafen 2.2.2 en 2.2.3. In de navolgende tabel zijn de bedragen vermeld in euro s. Posten uit jaarrekening 2010 Waarden gebaseerd op de papieren versie van de jaarrekening Correctie investeringssubsidies Waarden na correctie Totaal kapitaal Totale baten+ rentebaten Totaal kortlopende schulden Boekwaarde gebouwen en terreinen Cumulatieve aanschafwaarde overige materiële vaste activa Cumulatieve boekwaarde overige materiële activa Totaal vermogen Eigen vermogen + voorzieningen Totaal vlottende activa Exploitatieresultaat 2010 5.656.935 nvt 5.656.935 10.337.308 nvt 10.337.308 1.357.565 nvt 1.357.565 0 nvt 0 5.248.076 488.422 5.736.498 1.565.837 nvt 1.565.837 5.656.935 nvt 5.656.935 4.299.370 nvt 4.299.370 3.921.098 nvt 3.921.098 4.137 nvt 4.137 Correctie Investeringssubsidies Wij hebben de netto-aanschafwaarde in de jaarrekening 2010 gecorrigeerd met 488.422 voor de investeringssubsidies. Hierdoor wordt de cumulatieve aanschafwaarde van de overige materiële vaste activa en de financieringsfunctie (zie paragraaf 2.2.2) verhoogd. Dit gebeurt uit hoofde van voorzichtigheid: het staat niet vast dat op het moment van de vervanging van de overige materiële vaste activa de subsidie weer wordt toegekend. Pagina 16 van 17

BIJLAGE 2: VERKLARENDE WOORDENLIJST Activeren (Financiële) bufferfunctie Financieringsfunctie Kapitalisatiefactor Kengetal Middelen Overige materiële vaste activa Privaat vermogen Totaal kapitaal Het opvoeren van (duurzame) bezittingen van een organisatie op de balans. Onderdeel van de kapitalisatiefactor, dat benodigd is voor het opvangen van financiële, niet voorzienbare en niet beheersbare risico s. Onderdeel van de kapitalisatiefactor, dat aangeeft welk deel daarvan benodigd is voor de vervanging van de overige materiële vaste activa. Kengetal dat een indicatie geeft in hoeverre onderwijsinstellingen hun kapitaal efficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Definitie: (TK-G&T)/TB (Totaal Kapitaal Boekwaarde van gebouwen en terreinen)/ Totale baten). (Financieel) verhoudingsgetal gebruikt als analyseinstrument voor jaarrekeningen (b.v. solvabiliteit, rentabiliteit, liquiditeit, kapitalisatiefactor). Bezittingen, activa. Materiële vaste activa niet zijnde gebouwen en terreinen. Vermogen dat is opgebouwd uit private middelen (bijvoorbeeld schenkingen, legaten). Voor dit onderzoek: Totaaltelling van de activa, van de bezittingen op de balans minus Gebouwen en terreinen. Totale baten Voor dit onderzoek: totale baten volgens jaarrekening + rentebaten (excl. buitengewone baten). Transactiefunctie Vaste activa Voorziening Vreemd vermogen Onderdeel van de kapitalisatiefactor, dat aangeeft welk deel daarvan benodigd is voor de betaling van de kortlopende schulden. Bezittingen die langer dan één jaar voor de bedrijfsvoering beschikbaar zijn. Deze wordt gevormd voor op balansdatum aanwezige risico s m.b.t. bepaalde verplichtingen of verliezen, waarvan de oorzaak vóór balansdatum ligt en waarvan de omvang onzeker is, maar wel redelijkerwijs te schatten (bijvoorbeeld een onderhoudsvoorziening). Verplichtingen, schulden. Pagina 17 van 17