FUNCTIEBESCHRIJVING LERAAR* * met leraar wordt in de tekst zowel de vrouwelijke als mannelijke leerkracht bedoeld

Vergelijkbare documenten
FUNCTIEBESCHRIJVING Onderwijzend personeel LERAAR ASV (OV1 OV2 OV3) Buitengewoon Secundair Onderwijs

FUNCTIEBESCHRIJVING leraar ASV OV 3 buitengewoon secundair onderwijs. 1. De planning en de voorbereiding van het lesgeven a) Kerngedachte

FUNCTIEBESCHRIJVING TECHNISCH ADVISEUR-COÖRDINATOR (TAC)

Technisch adviseur/ technisch adviseur- coördinator (technische/ praktische vakken)

Bijlage: Mogelijke evaluatiecriteria voor leraren secundair onderwijs

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR NIET- CONFESSIONELE ZEDENLEER

De ouders De leermeester onderhoudt als leraar contacten met de ouders, ondermeer op specifiek daarvoor voorziene contactmomenten.

INDIVIDUELE FUNCTIEBESCHRIJVING LERAAR

Functiebeschrijving : Leermeester lichamelijke opvoeding

De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken neemt hierdoor een brede humane taak op zich.

FUNCTIEBESCHRIJVING LERAAR OSP

Functiebeschrijving voor een directeur van de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord Lede

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

ONDERWIJZER IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

kempelscan P2-fase Studentversie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

059/ Algemeen Directeur: Chris Vandecasteele. Leon Spilliaertstraat Oostende

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

FUNCTIEBESCHRIJVING TECHNISCH ADVISEUR-COÖRDINATOR

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

FUNCTIEBESCHRIJVING Adjunct Directeur/ Technisch Adviseur (Coördinator).

INDIVIDUELE FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

Vacature : toelating tot de proeftijd: TAC/preventieadviseur Da Vinci Atheneum

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Instelling: FUNCTIEBESCHRIJVING KLEUTERONDERWIJZER IN HET GEWOON BASISONDERWIJS. Naam:... Adres: Stamboeknummer:...

FUNCTIEBESCHRIJVING. MAATSCHAPPELIJK WERKER Buitengewoon Secundair Onderwijs

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

LERARENPLATFORM GEMEENTELIJKE BASISSCHOLEN Informatiebundel selectieprocedure

* schrappen wat niet past

Functiebeschrijving Technisch Adviseur Coördinator (TAC)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen?

Zo spoedig mogelijk na selectie en bekrachtiging in de daaropvolgende Raad van Bestuur

FUNCTIEBESCHRIJVING: Directeur

FUNCTIEBESCHRIJVING MENTOR-COACH

FUNCTIEBESCHRIJVING GLTT-CVO LEERKRACHT

FUNCTIEBESCHRIJVING. 2. Hoofdopdracht en opdracht 2.1 Coördinatie van het zorgbeleid op school De zorgcoördinator

Evaluatieformulieren

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Competentieprofiel Praktijkdocent Duaal Leren

FUNCTIEBESCHRIJVING. STUDIEMEESTER-OPVOEDER Buitengewoon Secundair Onderwijs

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

School: Schoolbestuur: Instellingsnummer: Scholengemeenschap: Nummer scholengemeenschap: Personeelslid: Eerste evaluator:

Adviseren over de aan de vakleraren toe te bedelen bevoegdheden. De jaarvorderingsplannen opvolgen en erover rapporteren aan de directie.

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Functiebeschrijving Adjunct- Directeur Secundair Onderwijs VL

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur. Scholengroep FORUM

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

FUNCTIEBESCHRIJVING DIRECTEUR

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

059/ / Algemeen directeur: Xavier DEFRANCQ 0477/

2.1. Gegevens m.b.t. de situering van onze onderwijsinstelling Gegevens met betrekking tot lokale situatie

Functiebeschrijving leraar

Zelfreflectieformulier ondersteunend personeel

ICT-visie GBS Linden

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

kempelscan K1-fase Eerste semester

VAKGROEP. Schooljaar , ,

FUNCTIEBESCHRIJVING ADJUNCT-DIRECTEUR van Veldeke

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (*)

Tijdens dit proces wordt ook overlegd met de leerling en ouders in kwestie.

ACT PLAN CHECK KWALITEITSONTWIKKELING BINNEN VISO. Algemeen. Organisatie

Competentieprofiel Mentor Duaal Leren

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (component verzorgende vakken)

Feedbackmapje Naam leerling: Richting: Kinderbegeleider duaal. Mevr. An Treuttens. Kinderbegeleider duaal Don Bosco Halle

Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

vzw KaSO Herk-de-Stad, Veearts Strauvenlaan 5, 3540 Herk-de-Stad

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

Functiebeschrijving mentor

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

FUNCTIEBESCHRIJVING ONDERSTEUNEND PERSONEEL OPVOEDER INTERNAAT

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR

MEDEWERKER SCHOONMAAK

SCHOLENGEMEENSCHAP REINAERT

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

FUNCTIONERING/(ZELF)EVALUATIE 1

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Aantekenformulier van het assessment PDG

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

5 Medewerkers en Organisatie 5.4 Functiebeschrijvingen Datum 12 maart 2013 Versie 4 Blad 1 van 9. Algemeen

Begeleid(st)er buitenschoolse opvang

Transcriptie:

FUNCTIEBESCHRIJVING LERAAR* * met leraar wordt in de tekst zowel de vrouwelijke als mannelijke leerkracht bedoeld Op basis van de leerplannen en conform aan het pedagogisch project bereidt de leraar de toegewezen les- en schoolopdracht voor, voert ze uit, evalueert ze en stuurt ze bij. Hij wil zo samen met de collega s bijdragen tot de maximale ontplooiing van de leerlingen (op cognitief, affectief, emotioneel, motorisch en sociaal gebied), het behalen van de eindtermen en het realiseren van de specifieke doelstellingen van de school. Zijn werk situeert zich in een aantal resultaatgebieden : 1. Planning en voorbereiding van het lesgeven 2. Lesgeven 3. Leerlingenbegeleiding 4. Evaluatie van de leerlingen en zelfevaluatie 5. Opvoeding van de leerlingen 6. De school als organisatie 7. Overleg en samenwerking 8. Administratieve taken 9. Nascholing 10. Begeleiding van stagiairs en jonge leraren 11. Lokalen, labo s, werkplaatsen, werkinstrumenten 12. Leerlingenstages, geïntegreerde proeven Naast zijn lesopdracht kan de leraar ook nog andere verantwoordelijkheden toebedeeld krijgen zoals bijvoorbeeld deze van klasleraar, graadcoördinator, coördinator van de geïntegreerde proef, enz... We beschrijven deze profielen in een ander document. Deze algemene stam -functiebeschrijving zal voor elke leerkracht individueel worden aangevuld. Daarbij zal rekening gehouden worden met en ingespeeld worden op volgende elementen: - de veranderende omstandigheden en de noden van de school; - de persoonlijke interesse en de extra capaciteiten van de leraar; - de grote lijnen die de school heeft uitgeschreven in het opvoedingsproject. De functiebeschrijving is op die manier altijd in groei en kan andere accenten krijgen naar aanleiding van het functioneringsgesprek. 1

Resultaatgebied 1 : Planning en voorbereiding van het lesgeven Op basis van het pedagogisch project en de leer- of raamplannen stelt de leraar een jaarplan op, maakt een agenda op en bereidt het 'lesgeven zelf' voor met de bedoeling op een pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze efficiënt te kunnen lesgeven, met oog voor veiligheid en hygiëne. Hij stemt daarbij steeds de inhoud en/of deze activiteiten af op collega's. We geven enkele voorbeelden van activiteiten die hierbij horen: op basis van de leerplannen, een jaarplan opmaken en/of bijsturen (= bepaling van de leerstof en spreiding hiervan over het jaar), op basis van dit jaarplan een aantal aspecten concreet voorbereiden (keuze van de handboeken, cursussen en projecten bepalen na bespreking in de vakwerkgroep, zelf cursussen, projecten of werkbladen maken, bijkomende activiteiten plannen en afspreken, didactisch materiaal maken of bestellen ), de agenda (het dagplan) opmaken en de lessen concreet voorbereiden (zich breed oriënteren en informeren over de leerstof om het lesonderwerp te kunnen kaderen, de lesinhoud vastleggen, doelstellingen bepalen, de (groepsdynamische) beginsituatie inschatten, de structuur en tijdsindeling van de les opstellen, de didactische werkvormen bepalen, het didactisch materiaal voorbereiden, de diverse werkposten verdelen en ervoor zorgen dat materialen en grondstoffen voorhanden zijn, wanneer nodig zorgen voor differentiatie (aangepaste oefeningen voorbereiden voor sterkere en zwakkere leerlingen), bepalen hoe (binnen de gemaakte afspraken) zal geëvalueerd worden, werkbladen, toetsen, opdrachten, oefeningen,... voorbereiden, contacten leggen in verband met extra-murosactiviteiten, memoriseren van de les, het lokaal voorbereiden ), in de werkplaatsen de werkposten verdelen en ervoor zorgen dat de nodige materialen beschikbaar zijn. Resultaatgebied 2 : Lesgeven De leraar geeft les op basis van een goede planning en voorbereiding; hij leert de leerlingen op een zelfstandige manier leren en werken. Op die manier probeert hij met maximale kans op slagen de doelstellingen van het leerplan en de eindtermen te realiseren. Hierbij hoort het creëren van een geschikt leef-, leer- en werkklimaat. De leraar werkt bijvoorbeeld in het begin van het jaar mee aan een aantal kennismakingsactiviteiten, maakt goede afspraken met leerlingen en laat deze ook nakomen, laat de schoolagenda invullen, eist orde, stilte en tucht wanneer nodig, zorgt ervoor dat leerlingen zich thuis voelen in de klasgroep, streeft naar creativiteit en zorgt voor een goede afwisseling in werkvormen, speelt in op de actualiteit, op hun leefwereld, betrekt leerlingen zoveel mogelijk bij de lessen (laat zaken voorbereiden, stelt vragen, laat opdrachten uitvoeren, geeft interactief les...), legt leerlingen de zin, het waarom van beslissingen uit, toont leerlingen aan hoe leerstof concreet in de praktijk kan toegepast worden, vertrekt vanuit realistische situaties die herkenbaar zijn voor de leerlingen, laat leerlingen toe fouten te maken, reageert hierop gepast, moedigt leerlingen aan, waardeert ze, maakt tijd voor hun persoonlijke leerproblemen, zorgt als klassenleraar voor een aangename klasseninrichting, creëert een goede sfeer binnen de klasgroep. De leraar brengt de voorziene leerstof aan op basis van de lesvoorbereiding, doch soepel inspelend op de reacties van de leerlingen. Dit omvat o.a. het toetsen van de beginsituatie, de leerstof overbrengen op een boeiende manier via verschillende werkvormen (ex cathedra, zelf opzoeken, technieken en handelingen demonstreren, proeven doen of laten doen, video en ICT-middelen gebruiken ), leerlingen richtlijnen geven voor het noteren en het uitvoeren van opdrachten, een bordplan opstellen, vragen beantwoorden, leerlingen observeren, zelf vragen stellen om te toetsen 2

of de leerstof begrepen is, opdrachten of toetsen geven (alleen of in groepjes), deze klassikaal verbeteren en bespreken en ze differentiëren wanneer nodig, alternatieve oplossingswijzen bespreken, zich aanpassen aan de situatie (bijvoorbeeld rumoerigheid) of aan externe omstandigheden (bijvoorbeeld inspelen op bijzondere gebeurtenissen), elementen van de leerstof herhalen, opdrachten individueel opvolgen en begeleiden, steeds een verzorgd en aangepast taalgebruik en correcte omgangsvormen hanteren en stimuleren Hij begeleidt de leerlingen om inzichten, attitudes, werkmethodes en leerresultaten te verwerven (leren leren). Hij leert hen bijvoorbeeld de belangrijkste zaken te onderscheiden van de minder belangrijke (bijvoorbeeld door onderstrepen of vetgedrukte letters te gebruiken in cursussen), een dagplanning maken, hun studie- en werktijd organiseren, schematisch te werken (bijvoorbeeld via een bordplan,via duidelijke tekeningen of door hen via kernwoorden een les laten herhalen), een les situeren in een groter geheel (bijvoorbeeld door het nut/gebruik van een inhoudstafel te leren), ervaren hoe zij het best memoriseren (zijn zij auditief of visueel ingesteld?), een korte inhoud maken, zichzelf evalueren... Resultaatgebied 3 : Leerlingenbegeleiding Iedere leraar spant zich in om de leerlingen individueel en als klasgroep (pedagogische éénheid) te begeleiden, aandacht te hebben voor hun persoonlijke noden en problemen. Hij heeft daarmee op het oog hun algemeen welzijn en persoonlijke ontplooiing te bevorderen, hen te helpen om goede studieresultaten te bereiken, en hen te oriënteren bij de beroepskeuze of de keuze van een verdere studierichting. De leraar begeleidt bijvoorbeeld de leerlingen in het leren kennen van de school (werking, praktische organisatie ). Hij helpt mee aan het gebruik (evalueren en bijsturen) van een leerlingvolg-systeem, herkent groepsdynamische gebeurtenissen en speelt erop in, participeert als vakleerkracht aan de klassenraad (bereidt de klassenraad voor, speelt gegevens en informatie door, bespreekt de resultaten van de leerlingen en eventuele problemen, maakt afspraken om te remediëren en om leerlingen individueel te volgen, delibereert mee, stelt mee het studieadvies op...), neemt de tijd om naar leerlingen en ouders te luisteren, wanneer nodig, neemt hij contact of overlegt met het CLB, brengt ernstige problemen ter sprake in het schoolteam en zoekt mee naar mogelijke oplossingen (bijvoorbeeld in geval van dyslexie, mishandeling, incest, zware gedragsproblemen, ziekte of langdurige afwezigheid...), maakt tijd voor de leerlingen die erom vragen, helpt kinderen om te leren leren, om hen een studie- en werkmethode bij te brengen, ondersteunt de leerlingen bij de activiteiten van het leerbedrijf (opstellen persmap, contacten leveranciers...) Resultaatgebied 4 : Evaluatie van de leerlingen en zelfevaluatie De leraar analyseert en evalueert de bereikte resultaten en de eigen werkwijze op een systematische en coherente wijze. De bedoeling is: de leerlingen en ouders informeren over de bereikte resultaten; de leerlingen waarderen, motiveren en waar nodig remediëren. Steunend op deze analyse en evaluatie stuurt hij waar nodig de eigen werkwijze bij. Bij het evalueren van leerlingen observeert en evalueert de leraar bijvoorbeeld de gemaakte vorderingen en de leer- en leefhouding van de leerlingen (cognitief, affectief, motorisch), maakt, geeft en verbetert toetsen en opdrachten (mondeling, schriftelijk en praktisch), verbetert zelf of samen met de leerlingen in de klas huistaken, opdrachten, examens, stelt 3

verslagen op i.v.m. het functioneren van de leerling, licht resultaten toe en bespreekt ze met de leerlingen, met collega's, met ouders, op de klassenraad, met het CLB enz., remedieert vanuit de analyse van de resultaten (gedifferentieerd), draagt constructief bij tot de eindevaluatie op de deliberatie /geïntegreerde proef... Bij het evalueren van het proces van lesgeven (zelfevaluatie en zelfremediëring) gaat de leraar bijvoorbeeld na in hoeverre de (les)doelen bereikt werden, in geval van onvoldoende resultaten, zoekt hij naar de reden (toets of praktijkopdracht te moeilijk, vraagstelling, onduidelijk, manier van lesgeven, taalgebruik, helder formuleren van de opdracht...), laat een les volgen door een collega of iemand van de directie en vraagt hun feedback, bespreekt de examenvragen en gegeven opdrachten in de vakwerkgroep (moeilijkheidsgraad, vraagstelling...), bevraagt de leerlingen (bijvoorbeeld via een klassengesprek) over de eigen manier van lesgeven, stuurt vanuit de analyse van de resultaten, het jaarplan, aanpak, werkvormen... bij, enz. Resultaatgebied 5 : Opvoeding van de leerlingen Binnen het kader van het pedagogisch project brengt de leraar de leerlingen een aantal elementaire leefregels en sociale vaardigheden bij en helpt hen om waarden en normen gestalte te geven. Daardoor draagt hij bij tot de opvoeding en de algemene ontplooiing van de leerlingen, en helpt hen ontwikkelen tot kritische, weerbare, verantwoordelijke mensen. Wat kan dit zoal inhouden? De leraar brengt de leerlingen bijvoorbeeld een aantal elementaire regels bij van burgerzin, beleefdheid, gezondheid en hygiëne, veiligheid, hij brengt hen respect en zorg bij voor materialen, gereedschappen en grondstoffen en leert hen er economisch mee omgaan, leert hen een aantal sociale vaardigheden aan (bijvoorbeeld correcte omgangsvormen met elkaar en met de leraar, samenwerken in groep, leren luisteren naar elkaar, zich leren uitdrukken in verschillende situaties, een eigen mening leren formuleren, zelfvertrouwen bijbrengen...), geeft een aantal waarden mee in lijn met het pedagogisch project van de school (bijvoorbeeld respect voor elkaar, respect voor het milieu, een positief wereldbeeld, zorgzaamheid, verantwoordelijkheidszin, eerlijkheid, religieuze of algemeen menselijke waarden,...), brengt vakof beroepsfierheid bij, brengt een aantal attitudes bij (bijvoorbeeld een kritisch-constructieve ingesteldheid, assertief opkomen voor zichzelf, voor hun mening...), brengt een aantal specifieke of tijdseigen problemen aan en stelt ze bespreekbaar (bijvoorbeeld drugs, pesten op school, seksueel geweld...), stuurt gedrag bij als leerlingen leefregels overtreden of gemaakte afspraken niet naleven (geeft een opmerking, licht het waarom toe, sanctioneert zinvol...)... Hoe kan dit overgebracht worden? Hij laat deze opvoedkundige aspecten permanent beleven in de lessen, geeft als leraar zelf het voorbeeld (bijvoorbeeld taal, houding...), laat leerlingen samenwerken en aan elkaar iets uitleggen, houdt klassengesprekken, behandelt deze thema's bij speciale gelegenheden of buitenschoolse activiteiten (excursie, vakantiereis, ontmoetingsdag...), luistert naar en praat met de leerlingen (bijvoorbeeld tijdens de speeltijd, toezichten, na de les...)... Resultaatgebied 6 : De school als organisatie De leraar neemt verantwoordelijkheden op die het les- of klasgebeuren overschrijden. Hij draagt hierdoor bij tot een goede werking en uitstraling van de school in haar geheel en biedt de leerlingen een aantal noodzakelijke vormingskansen aan. 4

Hoe kan dat? Hij werkt bijvoorbeeld als verkozene of als lid van het pedagogisch college, de directieraad of enig ander orgaan mee aan het algemeen beleid van de school (hij werkt bijvoorbeeld mee aan het opmaken of herzien van het schoolwerkplan, het schoolreglement, het werkplaatsreglement...), participeert als verkozene in raden of comités (bijvoorbeeld LOC / ondernemingsraad, participatieraad, CPBW ) of neemt een specifieke taak op in een vakwerkgroep, het pastoraal team, de sportraad, participeert aan de personeelsvergaderingen, neemt één of meerdere schoolspecifieke rol(len) of opdracht(en) op zich, woont verschillende activiteiten bij (bedrijfsbezoeken, uitstappen, schoolreizen, culturele activiteiten, sportactiviteiten...), begeleidt of organiseert de GIP en/of stages, helpt mee aan de promotie van de school, houdt toezichten tijdens examens, participeert aan diverse activiteiten (van bijvoorbeeld koor, orkest, toneelgbroep, dansgroep, sportploeg ) Resultaatgebied 7 : Overleg en samenwerking De leraar zorgt op een bewuste en planmatige manier voor een goede communicatie en het nodige overleg met alle schoolbetrokken personen of instanties. De bedoeling hiervan is : efficiënte en effectieve informatie verzekeren, bijdragen tot een effectieve en efficiënte werking van de school in haar geheel, dankzij een goede afstemming en samenwerking, leerlingen maximale ontplooiingskansen bieden, dankzij een grote betrokkenheid de inzet, collegialiteit en het engagement van alle participanten verhogen. Hoe kan de leerkracht werken aan een goede communicatie met de directie? De leraar brengt bijvoorbeeld verslag uit, raadpleegt de directie en/of vraagt toestemming voor bepaalde activiteiten of aankopen, bespreekt problemen, vraagt raad en/of hulp, vraagt de aanwezigheid van de directie in de klas bij één of andere gelegenheid, bespreekt en evalueert met haar het eigen functioneren. Hoe kan dat met de collega s? De leraar participeert aan de vergaderingen van de vakwerkgroep, hij werkt samen in allerlei projectgroepen, maakt systematisch afspraken met de klassenleraar en andere collega's in verband met de planning en timing van taken, toetsen, examens, projecten in de werkplaats, extra-murosactiviteiten..., hij werkt vakoverschrijdend samen en maakt afspraken met de collega's, pleegt overleg met de verantwoordelijke voor de leerlingenbegeleiding in verband met leerlingen met moeilijkheden, bespreekt in overleg een vervanging van een afwezige collega, overlegt informeel met een collega('s) (in de leraren-kamer), bespreekt een leerlingenprobleem, ondersteunt een collega met problemen (luistert, geeft raad, helpt...), verbetert de ploeggeest door ook samen eens ontspanning te nemen (uitstap, etentje...)... Hoe kan dat met de ouders/opvoeders? De leraar werkt bijvoorbeeld mee aan een 'open schooldag', participeert aan oudercontactavonden (de resultaten van hun kinderen toelichten, bespreken), informatiedagen of -avonden..., informeert de ouders via een goede rapportering en via notities in de schoolagenda over de resultaten, de vooruitgang van hun kinderen en bepaalde schoolactiviteiten, bespreekt op vraag of spontaan de resultaten en/of problemen met de ouders en zoekt met hen samen naar een oplossing, zorgt voor een eerste opvang van ouders met financiële of sociale problemen, helpt bij het invullen van documenten 5

Resultaatgebied 8 : Administratieve taken De leraar voert administratieve taken uit die voortvloeien uit activiteiten binnen de andere resultaatgebieden. Hiermee verstrekt hij informatie aan anderen die dit nodig hebben voor het uitvoeren van hun functie. Hij voldoet aan een aantal wettelijke verplichtingen of aan verplichtingen die door andere instanties (bijvoorbeeld de inrichtende macht) zijn opgelegd. Hij maakt bijvoorbeeld jaarplannen en een dagplan (agenda) op, bereidt lessen voor (maakt werkbladen, cursussen, kopieert..), handelt extra-murosactiviteiten administratief af, vult een aantal wettelijk voorziene formulieren (in verband met inspectie, eigen lesopdracht ) in, maakt bij gelegenheid verslagen van vergaderingen (bijvoorbeeld de vakvergadering), houdt een puntenboek of een evaluatieschrift bij, maakt stageverslagen en evaluaties, verzorgt de administratie van de geïntegreerde proef Resultaatgebied 9 : Nascholing Binnen het kader van het nascholingsplan van de school staat de leraar in voor de eigen nascholing. Hierdoor blijft hij op de hoogte van de actualiteit, de maatschappelijke evoluties en de recente ontwikkelingen op het vakgebied; hij test nieuwe werkmethodes uit en past ze eventueel toe in de praktijk, bevordert schoolcultuur en teamwerking en ontwikkelt nieuwe vaardigheden. Hij woont bijvoorbeeld pedagogische studiedagen bij, speelt in op het nascholingsaanbod, draagt kennis in de nascholing opgedaan over op collega's, volgt de vakliteratuur (zowel de vaktechnische als de pedagogisch-didactische), wisselt ervaringen en werkmethodes uit met collega s en externen uit hetzelfde vakgebied, legt attesten van gevolgde nascholingen voor aan de school, gaat naar vakbeurzen en woont demonstraties en voordrachten bij, doet bedrijfsbezoeken, neemt deel aan buitenschoolse culturele en sportieve activiteiten ), informeert zich over verschillende culturen (spec. naar migranten toe) Resultaatgebied 10 : Begeleiden van stagiairs en van jonge leraren De leraar is ook bereid om stagiairs van de lerarenopleiding en/of jonge, beginnende leraren te begeleiden. Hiermee draagt hij bij tot de praktische vorming en onderwijskwaliteit van jonge leraren en stagiairs en helpt hij jonge leraren om zich zo vlot mogelijk te integreren in hun nieuwe school. Met begeleiden van studenten initiële lerarenopleiding bedoelen we bijvoorbeeld een voorbeeldles (luisterstage) geven, samen de te geven les(sen) voorbespreken en de voorbereiding nakijken, de lessen gegeven door de stagiair volgen en nabespreken, evaluatieverslagen maken... Met begeleiden van jonge, beginnende leraren ( aanvangsbegeleiding ) bedoelen we bijvoorbeeld cursussen, handboeken, informatie doorspelen, jonge leraren met raad en daad bijstaan... 6

Resultaatgebied 11 : lokalen, labo s, werkplaatsen, werkinstrumenten De leraar beheert als een goede huisvader de materialen en werkinstrumenten in de lokalen, labo s en werkplaatsen. Binnen een veilig kader zorgt hij ervoor dat de leerlingen de opdrachten technisch kunnen uitvoeren met de gepaste materialen, grondstoffen en gereedschappen. Hij zorgt ervoor dat de lokalen proper en ordelijk worden achtergelaten. Hij past bijvoorbeeld het werkplaatsreglement toe en waakt erover dat de leerlingen de veiligheids- en hygiënevoorschriften naleven. Hij maakt met de werkplaatsverantwoordelijke en de bevoegde technisch adviseur afspraken over het gebruik van machines, toestellen, kleerkasten, magazijn, gereedschappen Hij controleert of alles op zijn plaats staat in de vaklokalen en of de toestellen in goede, veilige staat zijn en goed gebruikt worden. Hij meldt defecten of gevaarlijke situaties aan de bevoegde personen. Hij voert zelf of met zijn leerlingen eersterangsonderhoud en herstellingen uit aan machines, toestellen Hij kan binnen de voorziene veiligheidsstructuur en op vraag van een technisch adviseur de leerlingen (indien hij ze daarvoor bekwaam acht) kleine herstellingen of klusjes laten uitvoeren. Resultaatgebied 12 : leerlingenstages, geïntegreerde proeven (voor leraars die stages en GIP s begeleiden) Leerlingenstages De leraar helpt mee bij het zoeken naar en organiseren van de leerlingenstage. Hij controleert, evalueert en volgt de leerlingenstage op. Om de leerlingen grondig op het beroepsleven voor te bereiden, tracht hij hen zo dicht mogelijk bij de praktijk te brengen en zoveel mogelijk praktijksituaties te laten ervaren. De leraar geeft bijvoorbeeld aan de leerlingen instructies i.v.m. het samenstellen van het stagedossier. Hij maakt vooraf met de stagebedrijven concrete afspraken over de inhoud van de opdracht. Hij gaat de leerlingen bezoeken tijdens hun stage. Hij evalueert de stageverslagen van de leerlingen. Hij geeft zijn visie over de wijze waarop het stagebedrijf de leerlingen tewerkstelt. Geïntegreerde proef (GIP) De leraar verdeelt, begeleidt en evalueert de geïntegreerde proeven. Hij zorgt ervoor dat de GIP op realistische wijze en vakoverschrijdend de bekwaamheden toetst, die de leerlingen in de loop van hun studie moeten bereiken. De leraar geeft bijvoorbeeld de GIP-opdrachten tijdig aan de leerlingen zodat zij intens aan hun GIP kunnen werken. Hij evalueert regelmatig de verschillende tussenstappen in de uitwerking van de GIP met de bedoeling de leerlingen te stimuleren, te motiveren en ze zoveel mogelijk kansen te geven een kwaliteitsvolle GIP te verdedigen. Hij houdt rekening met het vakoverschrijdend karakter van de GIP; daarom betrekt hij bij de opdracht en de begeleiding van de GIP ook collega s van andere vakken. 7