Handhaver toezicht en veiligheid (HTV) Laat het professioneel vakmanschap slagen!
Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met hij/zij en zijn/haar, maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. Het werkt storend en afleidend op de leesbaarheid. Daarom is er voor de mannelijke variant gekozen. Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the Publisher. Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden. Adresgegevens ex:plain Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort www.explain.nl Juni 2017
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens 5 2. Voortgang 9 3. Handleiding stagiair 13 4. Oriënterende opdrachten 15 5. Praktijkopdrachten 23 6. Bijlagen 45 7. Logboek 53 8. Eindproducten 57 Dankwoord Dit praktijkwerkboek is ontwikkeld met medewerking van vele gemeenten en politiekorpsen, van onderwijsinstellingen (roc s en particuliere onderwijsinstellingen), het Openbaar Ministerie, het CJIB, het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Politieacademie. Voor de vernieuwde uitgave in 2017 is gebruik gemaakt van suggesties van onderwijsinstellingen. 3
Algemene gegevens 4
1 Algemene gegevens Naam stagiair: Naam leerbedrijf: Naam praktijkopleider: Functie: Naam onderwijsinstelling: Naam bpv-begeleider onderwijsinstelling: Startdatum praktijkovereenkomst: Einddatum praktijkovereenkomst: 5
Algemene gegevens Algemene gegevens (voor eventuele tweede bpv-periode) Naam stagiair: Naam leerbedrijf: Naam praktijkopleider: Functie: Naam onderwijsinstelling: Naam bpv-begeleider onderwijsinstelling: Startdatum praktijkovereenkomst: Einddatum praktijkovereenkomst: 6
1 Algemene gegevens (voor eventuele derde bpv-periode) Naam stagiair: Naam leerbedrijf: Naam praktijkopleider: Functie: Naam onderwijsinstelling: Naam bpv-begeleider onderwijsinstelling: Startdatum praktijkovereenkomst: Einddatum praktijkovereenkomst: 7
Voortgang 8
Voortgang 2 Met onderstaand voortgangsformulier houdt de praktijkopleider bij hoe ver u bent met de Oriënterende en de Praktijkopdrachten. Als een opdracht is afgerond, zet hij zijn paraaf. De kolommen bpv-periode 2 en 3 zijn toegevoegd om verschillende bpv-perioden van elkaar te onderscheiden. Bijvoorbeeld als de bpv bij verschillende leerbedrijven plaatsvindt. bpv-periode 1 bpv-periode 2 bpv-periode 3 Oriënterende opdrachten 1 Organisatie leerbedrijf 2 Arbeidsomstandighedenwet (Arbo) 3 Taken leerbedrijf 4 Hulpmiddelen 5 Verwerken van gegevens 6 Samenwerken met ketenpartners Praktijkopdrachten 1 Mee op surveillance 2 Voorbereiden op de surveillance 3 Informeren en verwijzen 4 Herkennen en melden van onregelmatigheden 5 Herkennen van strafbare feiten 6 Reacties van burgers 7 Hulpverlenen 8 Samenwerken met ketenpartners 9 Surveillanceplan 10 Voorbereiding op optreden bij strafbare feiten 11 Waarschuwen/corrigeren 12 Sanctioneren 9
Voortgang 10
Naam stagiair Onderstaand voortgangsformulier is bedoeld voor de eindproducten. De praktijkopleider zet zijn handtekening als hij een product heeft goedgekeurd. De beoordelingslijsten van opdracht 3, 11 en 12 vindt u in het hoofdstuk Eindproducten. 2 Eindproducten Datum: Praktijkopleider: Paraaf: 3: Informeren en verwijzen Minimaal 1 beoordelingslijst 7: Hulpverlenen Rapportage Rapportage 8: Samenwerken met ketenpartners Tabel opdracht a Tabel opdracht b Uitwerking opdracht c Uitwerking opdracht d 9: Surveillanceplan Uitwerking opdracht c Uitwerking opdracht d 11: Waarschuwen/corrigeren Minimaal 5 beoordelingslijsten 12: Sanctioneren Minimaal 5 beoordelingslijsten 11
Handleiding 12
Praktijkwerkboek HTV Handleiding voor de stagiair 3 Inleiding Dit praktijkwerkboek is bedoeld om u het vak van handhaver in de praktijk te leren. Het werkboek bestaat uit oriënterende opdrachten, praktijkopdrachten, beoordelingslijsten en een logboek. De praktijkopdrachten voert u uit tijdens uw dagelijkse werkzaamheden en onder begeleiding van uw praktijkopleider. U heeft al veel geleerd over het beroep, nu gaat u zien hoe handhaven in de praktijk gaat. U heeft inmiddels heel veel kennis in uw hoofd en weet waar u artikelen op kunt zoeken. U heeft geleerd te communiceren met mensen, ook als ze weerstand bieden en u heeft geleerd hoe sancties worden afgehandeld. Nu gaat u leren al die kennis en vaardigheden toe te passen in het echt. U leert het meest door goed om u heen te kijken, veel te vragen en u steeds af te vragen of bepaald gedrag stafbaar is en waarom. Oefen dit zo vaak als u kunt, het is belangrijk dat u een overtreder pas aanspreekt als u heel zeker van uw zaak bent. Het gaat erom dat de stad leefbaar is, niet dat u zo veel mogelijk bonnen schrijft. Daarom zijn er ook opdrachten opgenomen waarbij u zelf mag bedenken hoe de omgeving veiliger kan worden gemaakt zonder te handhaven. In deze handleiding leest u hoe het praktijkwerkboek in elkaar zit en wat u moet doen. U zult zien dat er steeds gesproken wordt over hij. Dit is gedaan om de leesbaarheid te bevorderen. Natuurlijk wordt hier ook zij bedoeld. Algemene gegevens Dit formulier moet worden ingevuld voor de start van een bpv-periode. Het kan zijn dat u bij verschillende leerbedrijven bpv gaat doen. Daarom is het formulier drie keer opgenomen. Voortgang Met behulp van de voortgangsformulieren houdt de praktijkopleider bij welke opdrachten en welke eindproducten zijn afgerond. Oriënterende opdrachten Om uw werk goed te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat u de context waarbinnen u werkt goed kent. Om deze te leren kennen zijn de oriënterende opdrachten bedoeld. Uw praktijkopleider bepaalt wanneer een opdracht is afgerond en zet een paraaf bij de opdracht op het voortgangsformulier. Het kan voorkomen dat u (een deel van) deze opdrachten opnieuw moet doen als u bij een ander leerbedrijf bpv gaat doen. Het is namelijk belangrijk goed te weten hoe de organisatie in elkaar zit, welke middelen u tot uw beschikking heeft en hoe uw werkgebied georganiseerd is. 13
Oriënterende opdrachten Praktijkopdrachten De praktijkopdrachten voert u vooral op straat uit, soms op het bureau/kantoor. Er zijn opdrachten waarbij u meekijkt en leert van uw praktijkopleider. Er zijn ook opdrachten waarbij u zelf gaat handelen of zelf iets maakt. Die opdrachten leveren eindproducten op. U bewaart uw uitwerkingen digitaal of in een map, in overleg met uw onderwijsinstellingen en uw leerbedrijf. U gaat altijd met uw praktijkopleider de straat op. Dit is omdat u het vak moet leren door goed te kijken en veel te vragen. U moet uw werkgebied leren kennen en vooral de regels en afspraken die gelden. De praktijkopdrachten zijn breed opgezet. Er staat niet welk artikel u moet handhaven. Dat kiest u samen met uw praktijkopleider. Als u al een ervaren BOA bent, maar alleen ervaring heeft met een bepaald sanctiemiddel of bepaalde overtreding, kies dan nu voor sanctiemiddelen die u nog niet kent, of overtredingen waarmee u nog geen ervaring heeft. Wanneer u verschillende keren bpv doet, kies dan in overleg met uw praktijkopleider voor andere sanctiemiddelen of andere onderwerpen waar u zich mee bezig gaat houden. U zou de tweede bpv-periode bijvoorbeeld een uitgebreid surveillanceplan kunnen maken gericht op een specifiek probleem. Met name opdracht 9, Maken surveillanceplan, is een goede opdracht om vaker te maken. U zou dan bijv. alleen 9d meerdere keren kunnen doen, het bedenken van een oplossing voor een (overlast)probleem waarbij mensen zich zonder het te beseffen aan regels gaan houden die ze eerst overtraden. Op die manier bent u dan al bezig met het vakgebied Integrale veiligheid! Bijlagen In het praktijkwerkboek wordt naar bijlagen verwezen en die kunt u in het hoofdstuk Bijlagen vinden. U vindt daar een overzicht van sanctiemiddelen en twee stappenplannen. De bijlagen zijn gericht op de meest voorkomende situaties. Binnen uw leerbedrijf kan daarvan worden afgeweken. Logboek In een logboek houdt u per dag/dienst bij welke werkzaamheden u heeft verricht en uw beleving daarbij. Ook vult u in wie u bij die werkzaamheden begeleid heeft. Een voorbeeld van een logboek kunt u achterin dit praktijkwerkboek vinden. U maakt zelf een tabel waarin u uw logboek bijhoudt. Dit mag u met de hand of digitaal invullen. Uw praktijkopleider, maar ook anderen die in uw voortgang geïnteresseerd zijn, kunnen dan zien wat u gedaan heeft. U houdt het logboek bij tot het einde van uw bpv-periode. Advies: vul het logboek dagelijks in anders weet u niet meer wat u gedaan heeft. Eindproducten In dit hoofdstuk staat welke eindproducten u moet opleveren. Ook vindt u hier de beoordelingslijsten die horen bij opdracht 3, 11 en 12. Die beoordelingslijsten dienen als hulpmiddel om uzelf te verbeteren. Uw praktijkopleider kijkt hoe het gaat aan de hand van de lijst en kan u dan vertellen wat er goed gaat en wat beter kan. Om iets goed te leren, moet u het vaak doen. Daarom staat bij iedere opdracht hoeveel beoordelingslijsten moeten worden ingevuld. Als u daarna nog niet voor alle criteria een voldoende heeft, heeft u meer oefening nodig en wordt u vaker beoordeeld. Veel succes! 14
Praktijkwerkboek HTV Oriënterende opdrachten De opdrachten in dit deel gaan o.a. over kennis van het leerbedrijf, de werkprocessen binnen het leerbedrijf en de hulpmiddelen. Deze kennis heeft u nodig om de Praktijkopdrachten te kunnen maken. 4 Opdracht 1 Organisatie leerbedrijf Inleiding Op de eerste dag bij uw leerbedrijf zult u veel informatie krijgen over o.a. het leerbedrijf en de huisregels. Uw leerbedrijf beschikt wellicht over een organogram en/of een informatieboekje voor nieuwe medewerkers, waarin deze informatie staat. Na deze opdrachten weet u hoe uw leerbedrijf georganiseerd is en aan welke huisregels u zich heeft te houden. Vragen Organisatie leerbedrijf: a. Hoe verloopt de aansturing binnen het leerbedrijf? Wie is verantwoordelijk, wie geeft aan wie leiding? b. Wat is de organisatiestructuur van uw leerbedrijf? Maak een schematische weergave van de verschillende afdelingen en hoe zij zich tot elkaar verhouden. c. Wie is de opdrachtgever van uw leerbedrijf? d. De politieke kleur bepaalt waar de nadruk op ligt bij het handhaven. Ligt het accent op preventief, repressief (beboeten) of dienstverlenend optreden? Leg uit waar nu bij uw leerbedrijf de nadruk ligt en licht dit toe. Uniform en uiterlijke verzorging: (als u geen uniform heeft maar wel kledingvoorschriften heeft ontvangen, beschrijft u die) e. Uit welke kledingstukken bestaat het uniform? f. Wie zorgt er voor het uniform (wie levert het uniform uit, wie wast het, waar moet u zijn bij schade)? g. Welke regels zijn er voor het dragen van het uniform? Maak verschil tussen zomer- en wintertenue indien van toepassing. h. Wat zijn de regels omtrent uiterlijke verzorging (piercings, haardracht, tatoeages, etc.)? i. Zijn er uitzonderingen op die regels? Zo ja, geef een voorbeeld. 15