handel en verkoop thema marketing

Transcriptie

1 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 1 handel en verkoop thema marketing Basisberoepsgerichte leerweg

2 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 2 colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: A. Reijn, J. Abbes, J. Crins, R. Heynen, M. Verrij Redactie: Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Edu Actief b.v. Meppel Vormgeving: Ontwerpbureau Voltage, Nijmegen Drukwerk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Reijn, A. Tendens Handel en verkoop, instructie-/werkboek, basisberoepsgerichte leerweg ISBN: NUR: 161 Trefwoord: leermiddelen; vmbo Copyright 2005 Uitgeverij Edu'Actief b.v. Meppel Postbus KB Meppel Tel: Fax: info@edu-actief.nl Internet: Eerste druk/eerste oplage Dit katern maakt onderdeel uit van Tendens Handel en verkoop, instructie-/werkboek basisberoepsgerichte leerweg met ISBN Katernen uit deze uitgave zijn niet los te koop. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 191 De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

3 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 5 doelgroeponderzoek taak 1 Iedere klant behoort tot een zogenaamde doelgroep. Een doelgroep bestaat uit klanten die ongeveer dezelfde kenmerken hebben. Lees in je bronnenboek de tekst Doelgroeponderzoek op bladzijde 247 tot en met 249. Maak opdracht 1 tot en met 5. Opdracht 1 Je gaat materiaal verzamelen voor de opdrachten. Dit kun je straks gebruiken om de opdrachten te maken. Verzamel zo veel mogelijk foldermateriaal dat wekelijks door de brievenbus valt. Verzamel catalogi van postorderbedrijven (bijvoorbeeld Wehkamp, Otto, Neckermann). Verzamel krantenartikelen die gaan over rages en trends. Opdracht 2 Je wilt een doelgroeponderzoek gaan doen. Schrijf op wat een doelgroep is. Opdracht 3 Iedere winkel richt zich op een bepaalde groep klanten: de doelgroep. Wat moet je weten over je doelgroep voordat je met een winkel kunt beginnen? Opdracht 4 a. Weet jij bij welke doelgroep je hoort? Schrijf vier verschillende doelgroepen voor een winkelier op. 4. b. Zoek afbeeldingen van mensen die horen bij de doelgroepen die je hebt opgeschreven. Knip de afbeeldingen uit. c. Plak de afbeeldingen van iedere doelgroep op een vel A4-papier. Zet er in het kort bij welke kenmerken de doelgroep heeft. Waar herken je de doelgroep aan? d. Stop de uitwerkingen in je map.

4 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 6 Opdracht 5 Iedere consument heeft behoeftes. a. Wat betekent deze zin? b. Welke behoeftes heb jij bij de invulling van je vrije tijd? Schrijf er drie op. c. Welke behoeftes heeft een klant van de supermarkt? Schrijf er twee op. Lees in je bronnenboek de teksten Koopkracht, Koopgedrag en Koopsituatie op bladzijde 248 en 249 nog een keer. Maak daarna opdracht 6 tot en met 10. Opdracht 6 Je hebt rationeel en emotioneel koopgedrag. Wat is het verschil hiertussen? 6 Opdracht 7 Een consument koopt niet zomaar een bepaald artikel. Hij laat zich eerst informeren. Hij wordt ook beïnvloed. Wie of wat beïnvloedt de consument als hij een product wil kopen? Opdracht 8 Je zoekt eerst informatie over een product voordat je het koopt. a. Schrijf vier producten op die je wilt gaan kopen. 4. b. Waar kun je informatie krijgen over het artikel dat je wilt gaan kopen? Ik kan informatie krijgen over artikel 1 bij:

5 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 7 Ik kan informatie krijgen over artikel 2 bij: Ik kan informatie krijgen over artikel 3 bij: Ik kan informatie krijgen over artikel 4 bij: Opdracht 9 Veel mensen hebben winkelen als hobby. Hoe noem je dit ook wel? 7 Opdracht 10 Taak in het kort a. Vul in: Hoe de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen is verdeeld, kun je zien in Als je iets nodig hebt, dan heb je een Koopkracht is het geld dat je hebt om 4. Kopen met je verstand noem je ook wel 5. Een grote auto kan de eigenaar veel aanzien geven. Dit noem je ook wel 6. Funshoppen is b. Schrijf in vier regels op wat het belangrijkste is dat je deze taak hebt geleerd. Je hebt nu Taak 1 Doelgroeponderzoek afgerond. Werk nu je dossier bij. Ga daarna verder met de volgende taak.

6 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 8 taak 2 onderzoeksmethoden Er zijn verschillende manieren om erachter te komen wat klanten willen, bijvoorbeeld field research of een enquête. Lees in je bronnenboek de teksten Informatie verzamelen, Field research en Desk research op bladzijde 250 en 25 Maak opdracht 11 tot en met 18. Opdracht 11 a. Wat is het verschil tussen desk research en field research? b. Wat is een enquête? c. Welke soorten enquêtes zijn er? d. Wat is het voordeel van mondelinge enquêtes? 8 e. Wat zijn nadelen van schriftelijke enquêtes? Schrijf er twee op. Opdracht 12 a. Je bekijkt wat een klant tijdens het winkelen allemaal doet. Hoe heet deze techniek om informatie te krijgen? b. Je houdt een enquête. Hoe heet deze techniek om informatie te krijgen? Opdracht 13 Je wilt informatie. Daarom moet je vragen stellen. Je moet de vraag op de juiste manier stellen. Elke vraag moet informatie geven die je kunt gebruiken voor je onderzoek. Welke vraag zou jij stellen? Je wilt weten waar de klant woont. Je wilt weten hoeveel de klant per jaar uitgeeft aan dure parfums.

7 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 9 Je wilt weten hoeveel kilometer de klant wil reizen om zijn dagelijkse boodschappen te doen. 4. Je wilt weten welk vervoermiddel de klant gebruikt om naar de winkel te komen. Opdracht 14 Waar moet je allemaal aan denken en rekening mee houden als je een enquête houdt? Opdracht 15 Jij werkt bij TEN Body & Care, een drogisterij-/parfumeriezaak. De bedrijfsleider wil enkele dingen over zijn klanten weten: waar ze wonen hoe oud ze zijn van welk geslacht (man of vrouw) ze zijn hoeveel geld ze maandelijks uitgeven aan cosmetica welke producten ze het meest kopen of ze het TEN-huismerk kennen of ze producten van het TEN-huismerk gebruiken welke producten ze van het TEN-huismerk gebruiken met welke producten ze de TEN-cosmeticalijn aangevuld zouden willen zien. 9 a. Maak samen met een klasgenoot voor al deze punten enquêtevragen. b. Werk de vragen netjes uit en maak een enquêteformulier. Je mag hiervoor een computer gebruiken. Bewaar het formulier in je map. Opdracht 16 Jij werkt bij TEN Jeans, een kledingzaak. De bedrijfsleider wil enkele dingen over zijn klanten weten: waar ze wonen of vandaan komen hoe oud ze zijn van welk geslacht (man of vrouw) ze zijn hoeveel geld ze maandelijks uitgeven aan kleding welke soort kleding ze het meest kopen of ze het TEN-TEN-merk kennen of ze kleding van het TEN-TEN-merk dragen met welke producten ze de TEN-TEN-kledinglijn aangevuld zouden willen zien. a. Maak voor alle punten die hierboven staan enquêtevragen. b. Werk de vragen netjes uit en maak een enquêteformulier dat je zo kunt gebruiken. Je mag hiervoor een computer gebruiken. Bewaar het formulier in je map.

8 4662_HV_WB_7_marketing_b :50 Pagina 10 Opdracht 17 De supermarkt waar jij werkt wil de openingstijden wijzigen. De bedrijfsleider wil dan wel weten wat de klanten daarvan vinden. Hij heeft jou gevraagd of jij de klanten bij de kassa een paar korte vragen wilt stellen. Je krijgt een klant die geen Nederlands spreekt, maar wel Engels. Hoe zou je hem de vragen in het Engels stellen? Schrijf de vragen hieronder op. Je mag natuurlijk een woordenboek gebruiken. Wanneer doet u boodschappen? Is de winkel lang genoeg open? Hoe vaak per week doet u boodschappen? 4. Wat vindt u goede openingstijden? 10 Opdracht 18 Taak in het kort a. Vul in: Als je voor een onderzoek bestaande gegevens gebruikt noem je dat Bij field research heb je verschillende technieken, namelijk en Er zijn twee soorten enquêtes. Je hebt en b. Schrijf in vier regels op wat het belangrijkste is dat je deze taak hebt geleerd. Je hebt nu Taak 2 Onderzoeksmethoden afgerond. Werk nu je dossier bij. Ga daarna verder met de volgende taak. De leerling van de basisberoepsgerichte leerweg hoeft Taak 3 niet te maken. Deze taak is alleen voor de leerling van de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg.