RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Leidse Buitenschool Plaats : Katwijk Zh BRIN nummer : 02EJ OKE 01 SO Onderzoeksnummer : 290413 Datum onderzoek : 6 oktober 2016 Datum vaststelling : 5 januari 2017
Pagina 2 van 19
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING............................................ 5 2 BEVINDINGEN.......................................... 9 3 TOEZICHTARRANGEMENT................................. 19 Pagina 3 van 19
Pagina 4 van 19
1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 oktober 2016 een onderzoek uitgevoerd op De Leidse Buitenschool om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De school verzorgt speciaal onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar met ernstige gedragsproblemen. Het onderzoek heeft alleen betrekking op de hoofdlocatie van de school in Katwijk en niet op de nevenvestigingen op de Cardea Campussen in Katwijk en Lisse. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal en voortgezet speciaal onderwijs 2012. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader voor het speciaal onderwijs en een waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs. In haar jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Meer informatie over het jaarwerkplan en het nieuwe toezichtkader voor (voortgezet) speciaal onderwijs is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Aanleiding Op 8 oktober 2015 heeft de inspectie op De Leidse Buitenschool in Katwijk een risicogericht kwaliteitsonderzoek uitgevoerd, waarbij zij tekortkomingen heeft vastgesteld in de kwaliteitsaspecten 'leerlingenzorg', 'leerstofaanbod', 'onderwijstijd', 'differentiatie', 'kwaliteitszorg' en 'voorwaarden voor kwaliteitszorg'. Daarnaast was het schoolklimaat risicovol. De bevindingen van dit kwaliteitsonderzoek staan beschreven in het inspectierapport dat op 18 december 2015 is vastgesteld. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs toen als zwak beoordeeld en het toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de school de eerder vastgestelde tekortkomingen heeft opgeheven. Gedurende het verbetertraject hebben twee voortgangsgesprekken plaatsgevonden op respectievelijk 6 april en 4 juli 2016. Toezichthistorie In mei en juli 2014 heeft de inspectie op de school in Katwijk en op de campussen in Katwijk en Lisse (Medisch Kinderdagverblijven van Cardea Jeugdzorg) een vierjaarlijks bezoek uitgevoerd. De school had toen een basisarrangement en was vier jaar niet door de inspectie bezocht. De bevindingen van dit onderzoek staan beschreven in een verslag dat op 22 Pagina 5 van 19
september 2014 definitief is vastgesteld. Tijdens het vierjaarlijks bezoek zag de inspectie geen directe aanleiding om het arrangement opnieuw in overweging te nemen. Zij heeft het basisarrangement daarom gehandhaafd. In het verslag heeft zij de context van de school echter als een belangrijk aandachtspunt benoemd. Ingrijpende veranderingen in de personeelssamenstelling als gevolg van een reorganisatie zouden een risico kunnen vormen voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In het schooljaar 2014/2015 heeft de inspectie klachten van ouders ontvangen die aanleiding waren voor een inventariserend onderzoek naar het schoolklimaat en het (ortho)pedagogisch handelen op De Leidse Buitenschool. Dit onderzoek heeft op donderdag 18 juni 2015 plaatsgevonden en de bevindingen waren zorgwekkend. Daarom heeft de inspectie besloten om in aansluiting op het inventariserend onderzoek een risicogericht kwaliteitsonderzoek uit te voeren. Onderzoeksopzet Bij een onderzoek naar kwaliteitsverbetering beoordeelt de inspectie de aspecten 2 tot en met 9 van het Toezichtkader 2012. Beoordeling van aspect 1 ('opbrengsten') vindt niet plaats, omdat een landelijke norm voor opbrengsten in het (voortgezet) speciaal onderwijs vooralsnog ontbreekt. De inspectie baseert de rapportage op: analyse van documenten en gegevens over de school die al bij de inspectie aanwezig waren; analyse van documenten die de school voorafgaand aan het onderzoek aan de inspectie heeft toegestuurd en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school, waaronder een geëvalueerd verbeterplan en de resultaten van een externe audit; telefoongesprekken met drie ouders, van wie er twee zitting hebben in de oudergeleding van de medezeggenschapsraad; onderzoek op locatie waarbij de inspectie: dossiers, waaronder ontwikkelingsperspectieven, heeft bestudeerd en beoordeeld; gesprekken heeft gevoerd met de directie, de commissie voor de begeleiding en leraren; de onderwijspraktijk heeft geobserveerd in alle zeven groepen. Na afloop van het onderzoek heeft de inspectie met de directie van de school de bevindingen en conclusie besproken. Bij dat gesprek waren namens het bestuur de sectordirecteur West en de directeur voor onderwijskwaliteit van de Aloysius Stichting aanwezig. Op 1 december 2016 vindt een gesprek plaats met het bestuur, waarbij ook De Leidse Buitenschool op de agenda staat. Pagina 6 van 19
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 7 van 19
Pagina 8 van 19
2 BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige Waarderingskader speciaal onderwijs 2012. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De normindicatoren zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Kwaliteitsaspect 1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1 2 3 4 5 1.1 Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor leerresultaten. 1.2 Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten. 1.3 De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten. 1.4 De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. Kwaliteitsaspect 2 De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. 1 2 3 4 2.1* De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief vast. 2.2* De school gebruikt een samenhangend systeem van (waar mogelijk genormeerde) instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Pagina 9 van 19
Kwaliteitsaspect 2 De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. 1 2 3 4 2.3* De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. 2.4* De school voert het onderwijs en de ondersteuning planmatig uit. 2.5 De school kent structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden. Kwaliteitsaspect 3 De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. 1 2 3 4 3.1* Bij de aangeboden leerinhouden op het gebied van Nederlandse taal en rekenen/wiskunde biedt de school de kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 3.2 Bij de aangeboden leerinhouden op de leergebied overstijgende vormingsgebieden biedt de school de kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 3.3* Het leerstofaanbod van de leerroute sluit aan op de uitstroombestemming. 3.4 De leerinhouden voorzien in een doorgaande lijn. Kwaliteitsaspect 4 De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 1 2 3 4 4.1 De school maakt per leerroute een beredeneerde keuze voor de inzet van de beschikbare onderwijstijd. 4.2* De leraren zetten de geplande onderwijstijd doelgericht in. 4.3 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Kwaliteitsaspect 5 Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. 1 2 3 4 5.1 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 5.2* De school heeft een veilige leer- en werksituatie voor zowel de leerlingen als het personeel. 5.3 De leerlingen gaan op een respectvolle manier met elkaar en anderen om. Pagina 10 van 19
Kwaliteitsaspect 5 Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. 1 2 3 4 5.4 De leraren gaan op een respectvolle manier om met de leerlingen. 5.5 De inrichting van het gebouw en de lesruimten getuigen van een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving. Kwaliteitsaspect 6 De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. 1 2 3 4 6.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 6.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Kwaliteitsaspect 7 De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking, onderwijstijd en aanpak af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 1 2 3 4 7.1 De leraren stemmen binnen de leerroute de aangeboden leerinhouden af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. 7.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in instructiebehoeften van leerlingen. 7.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op de verschillen in verwerkingsbehoeften van leerlingen. 7.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in behoefte aan leertijd van leerlingen. 7.5* De leraren stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op (problematisch) gedrag van leerlingen. Kwaliteitsaspect 8 De school zorgt systematisch en planmatig voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. 1 2 3 4 8.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 8.2* De school evalueert jaarlijks de leerresultaten van de leerlingen. 8.3 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen op de leergebiedoverstijgende ontwikkelingsgebieden. 8.4 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 8.5 De school evalueert regelmatig de onderwijsondersteuning. 8.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. Pagina 11 van 19
Kwaliteitsaspect 8 De school zorgt systematisch en planmatig voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. 1 2 3 4 8.7 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 8.8 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 8.9 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Kwaliteitsaspect 9 De voorwaarden voor zorg voor de kwaliteit zijn aanwezig. 1 2 3 4 9.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan. 9.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg zoals geformuleerd in het schoolplan. 9.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur. 9.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders en bestuur betrokken. 2.2 Beschouwing Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op De Leidse Buitenschool is op dit moment voldoende. In het afgelopen jaar heeft de school met succes gewerkt aan de vervanging en uitbreiding van het onderwijsaanbod en aan de versterking van het (ortho)pedagogisch handelen van de leraren. Bovendien hebben het bestuur en de nieuwe directie stevig ingezet op de vorming van een stabiel team, onder andere ook door nieuwe personeelsleden aan te stellen. De basis voor rust, structuur en stabiliteit, waar het in de afgelopen jaren ernstig aan ontbrak, lijkt nu in voldoende mate hersteld. Ook heeft een goede communicatie met ouders hoge prioriteit gekregen. In het kader van opbrengstgericht werken hebben verbeteringen plaatsgevonden binnen de systemen van leerlingenzorg en kwaliteitszorg. Daarmee heeft de school de achterstand die zij op deze kwaliteitsgebieden vertoonde, voor een groot deel weggewerkt. Voor schooljaar 2016/2017 staan nieuwe acties gepland om de resterende tekorten weg te werken. De verbeterpunten hebben onder andere betrekking op de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief, het planmatig handelen en de borging en verantwoording van de kwaliteit van het onderwijs. De huidige situatie is te pril om al van geborgde kwaliteit te spreken. Pagina 12 van 19
De inspectie heeft één tekortkoming vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften. Toelichting Systeem van leerlingenzorg Onder regie van de commissie voor de begeleiding (cvb) heeft de school de omslag gemaakt naar een systeem van leerlingenzorg waarin het ontwikkelingsperspectief centraal staat. Beter dan voorheen maakt de commissie duidelijk welke overwegingen er aan het perspectief ten grondslag liggen. Voor de leerlingen in de bovenbouw heeft de school de uitstroombestemmingen en de uitstroomniveaus nu concreet beschreven. Aan de ontwikkelingsperspectieven zijn leerroutes gekoppeld die naar uitstroombestemmingen leiden van praktijkonderwijs tot vwo. De leerlingen in de onderbouw volgen in principe het basisaanbod dat in die fase van de schoolloopbaan nog ieder niveau van uitstroom mogelijk moet maken. In hun perspectiefdocument staan bestemming en niveau van uitstroom daarom niet expliciet vermeld. In de praktijk blijkt echter dat sommige leerlingen in de onderbouw zich niet naar verwachting ontwikkelen. In die gevallen is het van belang dat de cvb aangeeft of het gemiddelde streefniveau gehandhaafd blijft. Een streefniveau stuurt leraren aan om ambitieuze doelen te blijven stellen en waar mogelijk interventies te plegen om leerachterstanden in te halen. De school beschikt over voldoende instrumenten en procedures om de ontwikkeling van de leerling over de volle breedte te volgen. Voor de sociale en emotionele ontwikkeling heeft de cvb inmiddels een keuze gemaakt voor een geobjectiveerd meetinstrument. Daarnaast heeft de school recent een leerlijn ingevoerd voor sociaal gedrag met doelen die de leraren twee maal per jaar scoren. In het perspectiefdocument heeft de school groeilijnen opgenomen die helder in beeld brengen of de leerling op koers ligt. Het lijdt geen twijfel dat de school de ontwikkelingsperspectieven van de leerlingen regelmatig evalueert en daarbij de resultaten betrekt van toetsen, scores en observaties. Toch is indicator 2.3 onvoldoende. Te beperkt toont de school aan dat zij scherpe analyses pleegt en daaruit de juiste consequenties trekt voor het onderwijs in een volgende planperiode. Op dit punt schiet de verantwoording in het perspectiefdocument tekort. Ook ontbreekt soms een goede onderbouwing wanneer de cvb besluit een perspectief bij te stellen. Voor de leerlingen in de zogenoemde kansklas zijn individuele handelingsplannen opgesteld met duidelijke afspraken voor een doelmatige inzet Pagina 13 van 19
van het leerstofaanbod en de onderwijstijd. Daarnaast heeft de school voor de andere groepen een goed begin gemaakt met de planmatige uitwerking van de leerroutes door groepsplannen in te voeren. Voor spelling en leren leren zijn al plannen in gebruik, voor de overige vakken zijn deze in ontwikkeling. Ten opzichte van vorig schooljaar is de planmatigheid hierdoor duidelijk verbeterd, maar nog niet volledig op orde. Indicator 2.4 is daarom onvoldoende. Bij de verdere verbeteracties die de school op dit punt gepland heeft, vraagt de functionaliteit van de handelingsplanning nadere aandacht. Tot nu toe bieden de groepsplannen te weinig houvast voor een goede aanpak en organisatie van het onderwijsproces om effectief op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen af te stemmen. De school is geneigd hiervoor weer individuele handelingsplannen op te stellen. Deze zorgen voor onnodige extra administratieve last en ondersteunen niet het groepsproces waarin de leraren de interventies moeten toepassen. De samenwerking met ketenpartners is net als bij het vorige onderzoek voldoende en in sommige opzichten verder verbeterd. Zo heeft de school de uitwisseling met collega-scholen binnen de samenwerkingsverbanden geïntensiveerd. Ook heeft de relatie met Cardea verder vorm en inhoud gekregen. Met deze organisatie voor jeugdzorg in de regio, stelt de school onder andere de onderwijs-zorg arrangementen op voor de leerlingen van de 'kansklas'. Afspraken zijn gemaakt voor een geïntegreerd programma dat de leraren van de school samen met pedagogisch medewerkers van Cardea verzorgen. Onderwijsleerproces Leerstofaanbod In de afgelopen tijd heeft de school nieuwe methodes aangeschaft voor taal, spelling, rekenen en wereldoriëntatie. In combinatie met de software voor de digiborden is het onderwijsaanbod van behoorlijk verouderd binnen een schooljaar eigentijds geworden. Dat is een goede prestatie. De nieuwe methodes verbreden en verrijken het aanbod en dragen bij aan de motivatie van leerlingen en leraren. Voor de leergebiedoverstijgende vormingsgebieden heeft de school bovendien de leerlijnen leren leren en sociaal gedrag ingevoerd. Aan de hand van deze leerlijnen hebben de methodes en methodieken die de school voor deze gebieden hanteert, meer samenhang en een doorgaande lijn gekregen. Ook dat is een goede verbetering. Het is nu zaak de nieuwe methodes en leerlijnen zorgvuldig te implementeren. Ook moet de school ze koppelen aan de verschillende leerroutes en aan de uitstroomniveaus waar de leerlingen aan moeten voldoen om succesvol de overstap te kunnen maken naar een Pagina 14 van 19
vervolgbestemming. Van een beredeneerd aanbod dat aansluit op de uitstroombestemming is op dit moment te weinig sprake. Om die reden is indicator 3.3 onvoldoende. Onderwijstijd Het beeld van de onderwijstijd is vergelijkbaar met dat van het vorige inspectiebezoek. Het rooster houdt nog altijd niet specifiek rekening met de verschillende leerroutes en uitstroombestemmingen. Indicator 4.1 blijft daarom onvoldoende. Dit is een verbeterpunt dat het afgelopen jaar geen prioriteit gekregen heeft, maar dat de school in de komende tijd wil oppakken. Opnieuw vraagt de inspectie aandacht voor de pauzemomenten waarvoor de school te veel onderwijstijd rekent. Dit is een tekortkoming in het kader van wet- en regelgeving, die de inspectie verderop in dit hoofdstuk zal toelichten. De effectieve leertijd in de 'kansklas' is in vergelijking met vorig schooljaar aantoonbaar verbeterd. De plannen van de leerlingen geven nu duidelijk inzicht in de wijze waarop het traject van deze leerlingen doelmatig vorm en inhoud krijgt. Schoolklimaat en (ortho)pedagogisch handelen Het nieuwe meubilair dat de school onlangs heeft aangeschaft, geeft aan de school een frisse, positieve uitstraling. De verdere inrichting van de lokalen is echter weinig inspirerend en sluit bijvoorbeeld niet aan bij de onderwerpen die in een bepaalde periode aan bod komen. Dat is een aandachtspunt. De leer- en werkomgeving waren tijdens het inspectieonderzoek wel veilig en overwegend rustig. De meeste lessen verliepen ordelijk. In enkele klassen is het klimaat enigszins kwetsbaar door de samenvoeging van verschillende leerjaren en de combinatie van leerlingen met diverse complexe gedragsproblematieken. De directie spant zich stevig in om de kwaliteit van het (ortho)pedagogisch handelen van de (niet altijd even ervaren) leraren te versterken en te borgen. Daarvoor krijgen zij regelmatig scholing en training van externe deskundigen. Ook is er een duidelijk beleid met afspraken en regels die op papier zijn vastgelegd en regelmatig in teambijeenkomsten ter sprake komen. Daarnaast houdt de directie dagelijks vinger aan de pols en zorgt zij waar nodig voor tijdelijke en structurele oplossingen om de rust in de school te bewaren en verstoring van de lessen tegen te gaan. De school heeft diverse activiteiten ondernomen om de betrokkenheid van de ouders bij de school te bevorderen. Tijdens ouderbijeenkomsten en via nieuwsbrieven houdt zij de ouders op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Elke dinsdag is er een inloopspreekuur bij de directie. Via de mail informeren leraren over de dagelijkse gang van zaken rondom het kind. Daarnaast vervult Pagina 15 van 19
de maatschappelijk deskundige uit de cvb een belangrijke rol in de contacten met ouders. In de oudergeleding van de medezeggenschapsraad zitten op dit moment drie ouders die zich oriënteren op nieuwe manieren om hun achterban adequaat te vertegenwoordigen. Vorig schooljaar heeft de inspectie veel klachten van ouders ontvangen. Dit schooljaar zijn daar geen nieuwe klachten bijgekomen. Positief zijn ook de uitkomsten van een recente tevredenheidsmeting onder ouders. De respons op deze meting was echter niet hoog. (Ortho)didactisch handelen, waaronder afstemming op specifieke onderwijsbehoeften Net als bij het vorige onderzoek concludeert de inspectie dat de basis- en differentievaardigheden van de leraren in veel gevallen toereikend zijn. De differentiatie van het onderwijsaanbod en de onderwijstijd is echter vaak onvoldoende. Met de invoering van nieuwe methodes en groepsplannen heeft de school goede voorwaarden gerealiseerd om deze vormen van afstemming te verbeteren. Op dit moment schiet de school op deze punten tekort en zijn de indicatoren 7.1 en 7.4 onvoldoende. Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg De school voldoet inmiddels in voldoende mate aan de voorwaarden voor kwaliteitszorg. Bij het verbetertraject was het bestuur actief betrokken. De veranderingen en verbeteringen die de directie in de afgelopen tijd heeft doorgevoerd zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van de huidige leerlingen die gekenmerkt worden door andere en zwaardere gedragsproblemen. In de beginsituatie van een perspectiefdocument staan de kenmerken en onderwijsbehoeften van de individuele leerling uitgebreid beschreven. In beleidsdocumenten als schoolplan en schoolgids liggen deze gegevens slechts summier vast voor de schoolpopulatie als geheel. De school toont hiermee onvoldoende aan dat zij de doelen voor zelfevaluatie afleidt van een eigen onderwijsconcept en daarmee scherpe analyses mogelijk maakt die input geven aan haar specifieke schoolontwikkeling. Dat is een aandachtspunt in het kader van kwaliteitszorg. Desondanks beoordeelt de inspectie de indicatoren 8.2 tot en met 8.5 als voldoende, omdat de school haar activiteiten op het gebied van zelfevaluatie aantoonbaar heeft uitgebreid. Dat geldt vooral ook voor de evaluatie van de cognitieve en sociale opbrengsten aan de hand van een recent vastgestelde schoolstandaard. Het is goed dat de school een begin gemaakt heeft met deze vorm van zelfevaluatie. Daardoor zijn de resultaten van de leerlingen uitgangspunt geworden van het kwaliteitszorgbeleid. De Pagina 16 van 19
schoolstandaard vraagt echter enige aanpassing, omdat de opbouw van de streefniveaus over de leerjaren niet helemaal lijkt te kloppen. De school heeft de basiskwaliteit pas net weten te herstellen. Directie en team hebben hard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Hun bereidheid is groot om verdere verbeteringen door te voeren en om het goede te behouden. Stabiliteit en continuïteit in het team zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. De huidige situatie is te pril om nu al van geborgde kwaliteit te spreken. Om die reden is indicator 8.7 onvoldoende. Indicator 8.8 is net als bij het vorige inspectieonderzoek onvoldoende. In de actuele schoolgids ontbreekt informatie over de resultaten van de leerlingen en de effecten van de ontwikkeltrajecten die de school in de afgelopen tijd doorlopen heeft. Dat is een tekortkoming, maar ook een gemiste kans om met trots aan belanghebbenden te laten zien wat de school bereikt heeft. Onvoldoende is ook indicator 8.9 omdat de school niet toegekomen is aan de uitwerking van een beleid voor burgerschap. Wet- en regelgeving De inspectie heeft een tekortkoming vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften die betrekking heeft op de onderwijstijd. De school mag maximaal 15 minuten ochtendpauze als onderwijstijd meerekenen. De ochtendpauze bedraagt echter 30 minuten met pauzeactiviteiten waar geen duidelijke onderwijsdoelen aan ten grondslag liggen. Ook 20 van de 40 minuten middagpauze dienen geen duidelijke onderwijsdoelen. Hierdoor ontvangen de leerlingen in 8 schooljaren minder dan 7520 uren onderwijs. Dit is in strijd met artikel 12, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra (WEC). Pagina 17 van 19
Pagina 18 van 19
3 TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan De Leidse Buitenschool in Katwijk het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek of een vierjaarlijks bezoek. Naleving De inspectie heeft een tekortkoming vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften, die betrekking heeft op artikel 12 van de WEC. In verband hiermee geeft de inspectie het bestuur de volgende herstelopdracht: Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de school voor schooljaar 2016/2017 voldoende onderwijsuren programmeert en realiseert. Voor langere pauzes dient de school meer tijd in te plannen. Wanneer de school van mening is dat er geen sprake is van een langere ochtend- en middagpauze, maar van onderwijstijd, dient zij met beleid en aanbod aan te tonen dat de activiteiten een doorgaande lijn vormen met concrete onderwijsdoelen. Op 1 december 2016 vindt een gesprek plaats met het bestuur. Tijdens dit gesprek stelt het bestuur de inspectie in kennis van de maatregelen die de school genomen heeft om deze tekortkoming op te heffen. Het bestuur heeft de inspectie in kennis gesteld van de maatregelen die de school per 1 januari 2017 neemt om de tekortkoming met betrekking tot de onderwijstijd op te heffen. De school heeft de kerndoelen vastgelegd die zij tijdens momenten van eten en drinken aan bod wil laten komen om zo van pauzetijd onderwijstijd te maken. De doelen zullen een plaats krijgen in de lesroosters van de groepen. Pagina 19 van 19