30 maart 2017 Lancering Vlaamse richtlijn Detectie en Behandeling van Suïcidaal gedrag #SP_reflex
Lancering Vlaamse richtlijn Detectie en Behandeling van Suïcidaal gedrag Basisprincipes in de zorg voor suïcidale personen G. Portzky
1.Kader richtlijn
KADER: Cijfers Vlaanderen Gemiddeld elke dag 3 suïcides in Vlaanderen (Agentschap Zorg en Gezondheid) Gemiddeld elke dag 28 suïcidepogingen in Vlaanderen (Eenheid voor Zelfmoordonderzoek, Ugent) 13% van de Vlaamse bevolking (+15j.) geeft aan ooit aan zelfmoord gedacht te hebben (Gezondheidsenquete, WIV)
KADER: Vlaams Actieplan Suïcidepreventie Lancering 2012 Vlaams Minister Volksgezondheid, Welzijn en gezin Jo Vandeurzen Gezondheidsdoelstelling: aantal zelfdodingen in Vlaanderen in 2020 met 20% dalen tov 2000 Op basis van 5 wetenschappelijke gefundeerde preventiestrategieën
Vlaams Actieplan Suïcidepreventie II 2012-2020 1. Geestelijke gezondheidsbevordering 2. Laagdrempelige telefonische en online hulp 3. Deskundigheidsbevordering en netwerkvorming 4. Programma s gericht naar hoogrisicogroepen 5. Aanbevelingen & hulpmiddelen - Fit in je Hoofd, - Tool voor ouders - Te Gek!? -. - www.zelfmoord1813.be - Zelfmoordlijn 1813 - Think Life - BackUp - On Track Again - Forum nabestaanden - Artsen, ziekenhuizen, HV - Jongerenorganisaties - Politie -. - Suïcidepogers - Suïcidale gedachten - Nabestaanden, LGBT, jongeren, ouderen, - Richtlijn voor detectie en behandeling - Algemene richtlijnen - Richtlijn Ketenzorg
Richtlijn kadert in 5 de strategie: Ontwikkeling en implementatie van aanbevelingen en hulpmiddelen ter preventie van suïcide OZ: implementatie van SP-richtlijnen in klinische praktijk: Verhoging deskundigheid professionele HV (De Beurs et al., 2015) Daling in suïcidecijfers (While et al., 2012)
2.Achtergrond: Verklarend model, Suïcidaal proces
Verklarend model suïcidaal gedrag (van Heeringen, 2001) Genetische factoren Vroege levenservaringen Neurobiologische factoren Psychologische factoren KWETSBAARHEID Sociale problemen Psychiatrische factoren STRESS FACTOREN Risicoverhogend: - Berichtgeving media - Voorbeelden in omgeving - Toegang tot middelen - Gebrek sociale steun Drempelverhogende- of verlagende factoren SUICIDAAL GEDRAG Beschermend: - Kennis & attitude GGZ - Toegang GGZ - Diagnose en behandeling - Preventieprogramma s - Sociale steun
HET SUÏCIDAAL PROCES Retterstol, 1993
3.Basisprincipes in hulpverlening aan suïcidale personen
1. Contact maken Positieve therapeutische relatie onontbeerlijk bij SP Openheid, transparantie. Patiënt voelt zich vrij om over suïcidegedachten te praten Basis voor tonen van betrokkenheid en begrip; organiseren van veiligheid en continuïteit van zorg Is ook voor suïcidale patiënt essentieel OZ toont associatie met vermindering suïcidaal gedrag
Aandachtspunten Volledige aandacht suïcidale persoon in mindset proberen verplaatsen door crisis vanuit zijn/haar perspectief te zien Suïcidale persoon voluit laten spreken over negatieve gevoelens en gedachten die aan basis liggen van mentale pijn Suïcidale persoon goed opvolgen. In crisis, hogere en snellere frequentie van contact. Als pt niet komt, contact opnemen Suïcidale gedachten en intenties heel open bevragen en bespreekbaar maken ( Detectie )
2. Bevorderen van veiligheid Kan nooit volledig gegarandeerd worden maar maatregelen om veiligheid te bevorderen essentieel Komt vaak neer op: Vermijden dat pt frequent alleen is Zorgen dat de omgeving veiliger gemaakt wordt Welke interventies nodig zijn, afhankelijk van: Somatische toestand Ernst suïcidaliteit Mate van samenwerking tss HV Aanwezige steun naasten
Aandachtspunten Samen safety plan opstellen Bekijken hoe toegang tot middelen kan worden beperkt Met patiënt en naasten bespreken hoe zij kunnen helpen instaan voor veiligheid. Indien nodig overgaan tot verhoogd toezicht of opname Weet hoe en wanneer je beroep kan doen op hulpdiensten, collega s en beveiligingspersoneel Zorg voor veilige infrastructuur
3. Betrekken van naasten Naasten betrekken kan positief effect hebben (Diamond & Josephson, 2005) Informatie bieden en meedenken over de nodige hulp Hulp en steun bij opvang en begeleiding Door hen te betrekken meer bewust worden vh belang zorg Kunnen zelf behoefte hebben aan psycho-educatie, steun en hulp
Voorwaarden en aandachtspunten Niet te snel. Eerst autonomie respecteren. Zorgvuldig en in overleg nagaan of situatie/context gunstig is. Indien gunstig, proberen motiveren. Vooral bij kinderen en jongeren motivatieproces essentieel. Dient in overeenstemming zijn met: bereidheid en draagkracht naasten privacywetgeving, wet op patiëntenrechten en beroepsgeheim
Gesprek met naasten: belangrijke aspecten Psycho-educatie ontwikkeling suïcidale gedachten en gedrag, signalen, complexiteit oorzaken, verhoogde risicomomenten, Stilstaan bij belang behandeling, welke interventies nodig (ook op langere termijn) Stilstaan bij emoties naasten Stilstaan bij wat naasten kunnen doen. Ook safety plan bespreken. Hoe helpen thuisomgeving veiliger te maken
4. Zorgen voor follow-up en zorgcontinuïteit Herevalueer het suïciderisico regelmatig. Vooral bij transfermomenten of ontslag Zorg voor goede informatieoverdracht en samenwerkingsafspraken Follow-up contacten worden aanbevolen. Actief opvolgen van patiënten (vooral na suïcidepoging) helpt om therapietrouw te verbeteren (Verwey et al., 2010)
VRAGEN? info@vlesp.be @vlesptweet