ZUIDOOST BRABANT ZONDER ZELFMOORD SLUITENDE AANPAK SUÏCIDEPREVENTIE ZUIDOOST-BRABANT V1.0

Transcriptie

1 ZUIDOOST BRABANT ZONDER ZELFMOORD SLUITENDE AANPAK SUÏCIDEPREVENTIE ZUIDOOST-BRABANT V1.0

2 Ondergetekenden: INTENTIEVERKLARING KETENZORG SUÏCIDEPREVENTIE ZUIDOOST-BRABANT GGD: vertegenwoordigd door mw. M. de Leeuw GGzE: vertegenwoordigd door dhr. R. Kleppe GGz Oost Brabant: vertegenwoordigd door dhr. K. Kampen Catharina Ziekenhuis Eindhoven: vertegenwoordigd door mw. A. Vermeer WijEindhoven: vertegenwoordigd door mw. J. van den Berg PoZoB: vertegenwoordigd door dhr. N. van Elderen Hierna gezamenlijk genoemd de partijen. Overwegen dat: zij allen de uitgangspunten en werkwijze inzake ketenzorg bij suïcidaliteit zoals gedefinieerd in het Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij Suïcidaliteit (Trimbosinstituut, 2010) van het Trimbosinstituut onderschrijven; zij allen deel uitmaken van de ketenzorg suïcidepreventie in Zuidoost-Brabant; zij heldere ketenafspraken met betrekking tot suïcidepreventie beschouwen als een kritische succesfactor voor het functioneren van de keten; zij andere ketenpartners betrekken bij de vastgelegde ketenafspraken. En spreken af dat: zij de in de bijlagen vastgelegde ketenafspraken onderschrijven; zij erop zullen toezien dat deze ketenafspraken binnen de eigen organisatie worden ingevoerd en nageleefd; zij de eerste jaren om de 6 maanden evalueren, te beginnen 6 maanden na ondertekening, of zoveel eerder als nodig volgens een van de partijen; de bijlagen behorende bij dit convenant onlosmakelijk verbonden zijn. 1

3 Aldus overeengekomen te Eindhoven op 18 mei 2017 Mw. M. de Leeuw Bestuursvoorzitter GGD Dhr. R. Kleppe Geneesheer Directeur GGzE Dhr. K. van Kampen Directeur Behandelzaken GGz Oost-Brabant Mw. A. Vermeer Zorggroepmanager Catharina Ziekenhuis Mw. J. van den Berg Directeur WIJ Eindhoven Dhr. N. van Elderen Algemeen directeur PoZoB 2

4 BIJLAGE 1: PROCESSCHEMA EN TAKEN & VERANTWOORDELIJKHEDEN KETENZORG SUÏCIDEPREVENTIE ZUIDOOST-BRABANT 3

5 Beschrijving van de afspraken op basis waarvan zorgvuldig samengewerkt kan worden in de zorg rondom mensen met suïcidale gedachten, gedragingen en/of uitingen in Zuidoost-Brabant. De verantwoordelijkheid voor de persoon in kwestie kan pas worden losgelaten als de volgende ketenpartner de zorg daadwerkelijk heeft overgenomen. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN 0. Taken voorland/toeleiders: Signaleren suïcidaliteit Signaleren en in kaart brengen van risicosituaties/beschermende factoren/risicofactoren Bespreekbaar maken suïcidaliteit Doorvragen bij uitzichtloze situaties en/of meervoudig complexe situaties Mensen met suïcidaal gedrag naar passende zorg toeleiden en in contact brengen met ervaringsdeskundigen Kennis van taken en verantwoordelijkheden van partners in de keten Bij nood: 112 Informatieoverdracht aan ingeschakelde hulpdienst 1. Taken nooddiensten: Veiligstellen van suïcidale mensen Globale inschatting maken van de problematiek Inschakelen vervolgzorg Ambulance: somatische basiszorg Politie: tevens veiligheid waarborgen van betrokken hulpverleners Politie en ambulance kunnen rechtstreeks de crisisdienst van GGZ inschakelen 2.Taken huisarts/praktijkondersteuners: Signaleren van suïcidaliteit bij hun patiënten Inschatten van de ernst van de suïcidaliteit Verrichten van oriënterend psychiatrisch onderzoek Verrichten van een somatische anamnese Organiseren van veiligheid Inschakelen van hulp op basis van urgentie: In geval van nood nooddiensten (112) inschakelen, huisarts laat patiënt in dit geval niet alleen totdat hulpdienst er is In geval van inschakelen hulp anders dan 112 kunnen in overleg met patiënt, netwerk en vervolghulp afspraken gemaakt worden of huisarts de locatie kan verlaten Afhankelijk van de urgentie verwijzen naar de crisisdienst GGZ (24 uur per dag) of reguliere GGZ. Ook bij inschakelen van de crisisdienst blijft huisarts verantwoordelijk totdat GGZ crisisdienst de zorg heeft overgenomen Bieden van basiszorg wanneer patiënt zonder andere vervolgzorg naar huis gaat Bieden van overbruggingscontacten wanneer er een wachttijd is totdat patiënt terecht kan bij vervolghulp Bieden van nazorg Indien een patiënt gezien wordt op de huisartsenpost en naar huis wordt verwezen, wordt door de HAP een waarneembericht verzonden met het verzoek de volgende dag telefonisch contact met de patiënt te zoeken en binnen 3 werkdagen een follow-up contact te plannen. Indien patiënt in behandeling is bij GGZ of een andere zorgaanbieder, kan deze partij de follow-up afspraak voor zijn rekening nemen 3. Taken Spoedeisende Hulp: Primair: bieden van somatische zorg somatische beoordeling en stabilisatie na overdracht van ambulance/verwijzer Beoordelen of patiënt somatisch geobserveerd/opgenomen moet worden Afnemen beknopte anamnese inclusief inschatting aanwezigheid psychische stoornis en/of suïcidaliteit Bij vermoeden psychiatrische stoornis en/of suïcidaliteit psychiater in consult zo nodig tegen de wil van de patiënt 4

6 Inschakelen naasten van patiënt indien deze hier toestemming voor geeft Mondelinge/telefonische en schriftelijke informatieoverdracht aan medisch specialist, de huisarts en consultatieve psychiatrie In geval van een poging tot suïcide wordt binnen 24 uur een digitaal bericht verstuurd naar de huisarts Medische gegevens vastleggen in het dossier 4. Taken consultatieve psychiatrie (ziekenhuis) Beoordelen van de ernst van de suïcidaliteit en inschatten van de kans op herhaling op basis van de multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag Verrichten van psychiatrisch onderzoek Crisisinterventie uitvoeren (indien nodig inclusief opname regelen) Indicatiestelling en verwijzing voor behandeling reguliere GGZ Organiseren van de toeleiding naar betrokken partijen Informatieoverdracht aan betrokken partijen Consultatie en medebehandeling binnen het ziekenhuis 5. Taken GGZ Crisisdienst/IHT (Intensive Home Treatment) Afhankelijk van urgentie binnen afgesproken termijnen ter plaatse een beoordeling uitvoeren Beoordelen van de ernst van de suïcidaliteit en inschatten van de kans op herhaling op basis van de multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag en de interne Richtlijn Suïcidepreventie Verrichten van psychiatrisch onderzoek Verrichten van beoordelingen in het kader van de wet BOPZ Op indicatie bieden van outreachende zorg, dan wel IHT Op indicatie opname realiseren module overdracht gebruiken in EPD na ontslag binnen 3 werkdagen vervolgcontact bij crisisdienst danwel eigen behandelaar Indicatiestelling en verwijzing voor behandeling reguliere GGZ of elders Crisisinterventie uitvoeren en mondelinge/telefonische terugkoppeling geven aan verwijzer Organiseren van de toeleiding naar betrokken partijen Informatieoverdracht aan betrokken partijen Consultatie aan verwijzers 6. Taken Reguliere GGZ Uitvoeren van behandeling, zowel vrijwillig als onvrijwillig Opstellen van een behandelplan Systematisch beoordelen van de ernst van de suïcidaliteit en van de kans op herhaling Op indicatie bieden van een outreachende benadering om tot een zorgcontact te komen Informatieoverdracht tijdens de behandeling binnen de reguliere GGZ Mondelinge/telefonische en schriftelijke overdracht van de patiënt naar de huisarts voor nazorg Na een suïcidepoging of na ontslag uit de kliniek wordt de cliënt zo spoedig mogelijk uitgenodigd voor een face-to-face contact, uiterlijk binnen 5 werkdagen Indien cliënt niet op het afgesproken contact verschijnt, zoekt de hulpverlener telefonisch contact. Wanneer dit niet tot stand komt, overlegt de hulpverlener met een collega danwel behandelaar binnen het eigen team om te bepalen welke actie geïndiceerd is SPECIFIEKE POSITIE JEUGDIGEN EN JONGEREN Bij minderjarigen is het sterk aan te bevelen om de wettelijk vertegenwoordigers bij de zorg te betrekken. Dit is van belang voor diagnostiek en behandeling, maar ook vanwege wettelijke kaders. De verplichting om ouders/voogden van kinderen en jongeren te betrekken bij diagnostiek van suïcidaal gedrag en het vaststellen van de behandelovereenkomst, hangt af van de leeftijd van het kind: bij kinderen jonger dan 12 jaar is het wettelijk verplicht om de ouders die het ouderlijk gezag hebben, te betrekken bij het vaststellen van de behandelovereenkomst. Bij weigering van de ouders daartoe, kan in voorkomende gevallen ook voor een kind jonger dan 12 jaar een IBS worden uitgeschreven; jongeren tussen de 12 en 16 jaar hebben met de ouders een gedeeld recht op het sluiten van een behandelovereenkomst; op deze leeftijd bestaat de geheimhouding tussen en patiënt al, waarbij dan ook vaak de wens van de patiënt boven die van de ouders gaat bij tegenstrijdige wensen; Vanaf 16 jaar is de instemming van de ouders wettelijk niet meer noodzakelijk. 5

7 BIJLAGE 2: UITVOERINGSPLAN KETENSAMENWERKING TER PREVENTIE VAN SUÏCIDES EN SUÏCIDEPOGINGEN IN ZUIDOOST-BRABANT Met dit uitvoeringsplan wordt beoogd de ketenafspraken en daarmee samenwerking te bevorderen. Er dient zicht te blijven op het uitvoeren van de afspraken waar evaluatie ondersteunend bij is, ook om daar waar nodig bij te stellen of aan te scherpen. Door de werkgroep ketensamenwerking zijn een aantal hiaten op een rij gezet, welke niet allemaal tegelijkertijd aangepakt kunnen worden. Derhalve is er een prioritering aangebracht. De eerste 3 hiaten worden dan ook meegenomen in het uitvoeringsplan. Bij de evaluatie kunnen andere hiaten worden toegevoegd. REGIONALE SAMENWERKING DOEL TIJD WIE 1. Convenant Bekrachtiging van de gemaakte afspraken 18 mei 2017 Stuurgroep en andere bereidwilligen 2. De ketenafspraken zijn bekend gemaakt in de organisatie Bevorderen van het naleven van de ketenafspraken Continu Bestuurders/directie/management en aandachtsfuntionarissen binnen de verschillende organisaties 3. Evaluatie van de ketenafspraken Beoordelen van de werkzaamheid en daar waar nodig bijstellen HIATEN 1. (Na)zorg, ondersteuning en a) Adequaat reageren op signalen van mensen met opvolging suïcidegedachten in het voorland: o.a. gatekeeperstraining, benutten document Wat als het perspectief ontbreekt van 113, vormgeven preventie b) Opvolging door meest aangewezen partij bij signalen/doorverwijzing c) Opvolging na hulp bij een suïcidepoging: korte lijnen tussen Spoedeisende Hulp, consultatief psychiaters en GGZ crisisdiensten d) Er vindt terugkoppeling plaats naar verwijzer en huisarts e) Oplossing vinden voor het eventuele gat buiten kantoortijden 2. Uniforme werkwijze a) Ketenpartners weten ernst van suïcidaliteit in te schatten middels een instrument met als doel dezelfde taal te spreken b) Ketenpartners weten welke informatie essentieel is om te delen om de zorg over te dragen 3. Verantwoordelijkheid gedurende wachtlijst/wachttijd Duidelijkheid wie welke verantwoordelijkheid bij reguliere wachtlijst en wachttijd bij crisis In het begin na een half jaar: november 2017 In het komende half jaar (tot november 2017): doelen SMART formuleren, hoe gaan we meten/monitoren? In subgroepen uitwerken tot plan van aanpak en interventies uitzetten binnen/tussen eigen organisaties. In het komend half jaar (tot november 2017): doelen SMART formuleren, inventariseren huidige werkwijze/instrumenten. In het komend half jaar (tot november 2017): inventariseren. Stuurgroep en werkgroep ketensamenwerking. Werkgroep Ketensamenwerking in afstemmen met overige werkgroepen zoals scholing. Werkgroep ketensamenwerking GGz/huisartsen/politie/juridisch medewerker 6

8 7