en wees voorspelbaar, daarmee voorkom je een hoop onrust bij de cliënt.

Vergelijkbare documenten
KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

Met elkaar in gesprek over kwaliteitsverbetering en hoogspecialistische ggz. Door Ralph Kupka en Sebastiaan Baan

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren

Landelijke dag VMDB 18 maart Ontwikkelen en implementeren van Zorgstandaarden

Veerkracht en PTSS-behandeling

Zorgstandaard. Problematisch Alcoholgebruik & Alcoholverslaving

Marcoen Hopstaken, acteur Angela Zandbergen, actrice Yvo van de Velde, klinisch psycholoog / psychotherapeut lid Agendaraad NKO

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren

E M D R een inleiding

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Complexiteit vraagt maatwerk. Henk Mathijssen 12 oktober 2017

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verschil richtlijn en zorgstandaard. Anja Stevens, psychiater Refereermiddag SCBS, 22 juni 2017

Posttraumatische-stressstoornis en NET therapie. Sabina Brinkman, verpleegkundig specialist i.o Khady Sagna, sociaal psychiatrisch verpleegkundige

TRAUMA EN LVB. Kajak werkcafé 13 mei Carina van Kregten Pluryn/Intermetzo

Een kwestie van maatwerk

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast

Nederlandse samenvatting

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Posttraumatische stressstoornis na uitzending

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Ralph Kupka Hoogleraar Bipolaire Stoornissen VU Medisch Centrum, Amsterdam

Parkinson en Psychoses

EFFECTIVITEIT VAN METHODIEKEN VOOR SLACHTOFFERS

De SUPPORT Coach. een smartphone app die ondersteuning biedt na ingrijpende gebeurtenissen. Christianne van der Meer, MSc

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

GENERIEKE MODULE. Psychische stoornissen en een lichte verstandelijke beperking. Symposium Problematisch middelengebruik en LVB Resultaten Scoren

Traumaverwerkingskliniek. Voor mensen met een posttraumatische stressstoornis

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Organogram Werkgebied

EMDR. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS

Psychosomatiek Eikenboom

EMDR. Eye Movement Desensitization and Reprocessing

HORIZON-IC. Verbeteren van de kwaliteit van leven na een behandeling op IC in een regionaal Rijnmond netwerk

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose

Voelen in plaats van eten

EVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN

Interapy Online Psychotherapie 10 jaar Onderzoek & Praktijk. Bart Schrieken

Terrorisme en dan verder

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring

Dr. Leo Kannerhuis Brabant. Polikliniek

Behandeling bij psychose

Nederlandse samenvatting

Behandeling informatie.

Aardbevingen en psychische klachten

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

Achtergrond Waarom een zorgstandaard naast richtlijnen en protocol en?

Baat het niet dan schaadt het niet: EMDR bij getraumatiseerde asielzoekers en vluchtelingen. Jackie June ter Heide, Trudy Mooren, Rolf Kleber

Over trauma gesproken. Berber v.d. Vleugel & David v.d. Berg Oranjewoud

Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg

Probleemgedrag beter duiden en behandelen. Aanvullende diagnostiek en specialistische behandeling

DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen

Lange termijn effecten prehospitaal handelen: De kater komt later. Hennie Knoester Kinderarts-intensivist, Intensive Care Kinderen EKZ/AMC

Lentecongres Vlaamse vereniging voor Psychiatrie

Ketenzorg bij AD(H)D in de eerste-, nuldeen tweedelijn

Trauma en verslaving. Patiënten

MS: Revalidatie in de vroege fase. H.G.A. Hacking, revalidatiearts.

ZiN en kwaliteitsbeleid

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker

Behandeling bij psychose

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID Datum Informant:

De behandeling van chronische angst en depressie (resultaten van de ZemCAD studie)

preventie mentale ondersteuning direct en dichtbij

Behandeling van ouderen in de eerste lijn

Centrum voor Psychotherapie

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Interview met Maarten van Son. de opleiding tot GZ-psycholoog en klinisch psycholoog.

Narratieve Exposure Therapie

Supervisie Teamtraining Schaduwmanagement

De portefeuilles voor Jan Ambaum, Maartje Schoorl, Miranda Meijer en Aram Hasan zullen in de loop van 2017 worden ingevuld.

PREVENTIE VOOR POH-GGZ

Achterbanraadpleging Vaktherapieën SIGNALEN VAN CLIËNTEN EN NAASTEN

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer

Deeltijdbehandeling onbegrepen lichamelijke klachten

Zorgstandaard Bipolaire Stoornissen: (na) de commentaarfase

Manisch depressief of bipolaire stoornis

VAN NACHTMERRIE TOT NACHTRUST: IMAGINATIE- EN RESCRIPTINGTHERAPIE VOOR NACHTMERRIES

PSYCHOLOGISCHE HULP Marie-Cécile Albert

Inhoud. Voorwoord 9. Samenstelling van de werkgroep 11

Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen

GGzE centrum psychotrauma

Keurmerkrapportage. Kwartaal

De gevolgen van trauma en stress in de volwassenheid en uitgestelde klachten

Nederlandse samenvatting

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Reactie op verzoek 2009D23668

Welkom bij De Jutters

Informatie voor verwijzers

3MDR Een innovatieve, hoog intensieve traumagerichte psychotherapie. Top Referent Traumacentrum Dorien de Groot & Rick de Haart

Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking

Chronic, coordinated care for children with overweight and obesity. Versie 1.4 februari 2014

Stemmings-en angststoornissen: voorbij gestandaardiseerde zorg

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten)

Themabijeenkomst CCUVN 14 september 2017 Vermoeidheid en pijn bij IBD

Gedragsactivatie GGZ Noord-Holland-Noord

Transcriptie:

NtVP-Katern cogiscope 0316 37 In dit katern column 10 adviezen voor de therapeut bij traumagerichte behandeling Met plezier en trots presenteren we de nieuwe huisstijl van de NtVP! Vanaf januari 2017 zal ook de website in de nieuwe stijl worden omgezet. Vanaf dat moment kunnen leden en overige geïnteresseerden gebruik maken van veel nieuwe informatie, zoals bijvoorbeeld een overzicht van meetinstrumenten voor zowel kinderen en jeugdigen als volwassenen. Traumagericht behandelen betekent, los van specifieke behandelprotocollen, specifieke aandacht voor het omgaan met de traumageschiedenis en de traumagerelateerde klachten. Voorzitter Mariel Meewisse geeft in haar column 10 adviezen voor de therapeut bij een traumagerichte behandeling. Diverse betrokkenen bij de psycho traumazorg in Nederland, waaronder ook veel NtVPleden, hebben de afgelopen maanden hard gewerkt aan de ontwikkeling van de Zorgstandaard Trauma- en stressor gerelateerde stoornissen. Projectleider Ellen Klaassens geeft een overzicht van de stand van zaken. Tot slot wordt in de supervisierubriek de vraag beantwoord wat de gedachten zijn over de ongunstige werking van benzodiaze pinen op psychotherapie. Met grote interesse las ik de 10 tips voor traumabehandelaars van ervaringsdeskundige Yvonne van Riemsdijk in EMDR magazine 4, 2016. Het inspireerde me om zelf een aantal adviezen te formuleren voor de therapeut bij een traumagerichte behandeling. De adviezen staan los van specifieke behandelprotocollen. 1 Voorspelbaarheid biedt veiligheid Maak heldere afspraken over het doel, de inhoud en de duur van de therapie. Expliciteer dat in de behandelsessies steeds wordt ingegaan op de pijnlijke herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen en de gevolgen. Houd je aan afspraken en wees voorspelbaar, daarmee voorkom je een hoop onrust bij de cliënt. 2 Motiveer voor een actieve inzet en geef verantwoordelijkheid Vraag expliciet naar de motivatie en bereidheid van de cliënt voor een dergelijke traumagerichte behandeling. Laat ook uitleggen hoe de cliënt regelt om aanwezig te zijn bij de afspraken. Deze vragen zetten de toon dat een traumagerichte behandeling actieve inzet vergt en dat de cliënt ook verantwoordelijkheid heeft in de kans van slagen. 3 Inventariseer de traumageschiedenis Zorg dat je de traumageschiedenis al goed kent bij aanvang van de behandeling. Feitelijkheden over de leeftijd waarop incidenten plaatsvonden, de aard, inhoud en frequentie breng je tijdens een diagnostisch gesprek in kaart; ook bij cliënten met herhaaldelijk seksueel en fysiek geweld in de kindertijd. Observeer de wijze waarop de cliënt hierover spreekt. Deze informatie geeft je aanwijzingen over de manier waarop de cliënt omgaat met de herinneringen en emoties (woede bedekken met verdriet, intellectualiseren, gevoelsvervlakking, etc.) en aanknopingspunten voor interventies. Wees overigens niet verrast als je bij aanvang van de behandeling slechts een topje van de ijsberg van de traumageschiedenis te horen hebt gekregen. 4 Doorbreek vermijding en veiligheidsgedrag Bij traumagericht werken doorbreek je de vermijding en maak je het onbespreekbare bespreekbaar. Vraag door bij vage beschrijvingen en benoem bijvoorbeeld seksuele handelingen bij naam als je merkt dat schaamte een cliënt weerhoudt om hier woorden aan te geven. Doorbreek ook contraproductief veiligheidsgedrag en ga niet akkoord dat cliënten tijdens behandeling blowen of benzodiazepines innemen, zodat ze met emotionele afstand veilig over herinneringen kunnen spreken.

38 cogiscope 0316 NtVP-Katern 5 Heftige emoties zijn OK Soms is de emotionele pijn van cliënten zo invoelbaar dat je als therapeut intens meeleeft met je cliënt. Draag uit dat je cliënt én jijzelf dit aankunnen; ook als het heftig is. Emoties zijn namelijk niet gevaarlijk, maar het wegmaken van emoties kan wel schade toebrengen (snijden, middelenmisbruik, etc.). Raakt een thema van je cliënt op dit moment in je leven te zeer aan je eigen angst, dan is intervisie van belang. Helpt dit niet om doelgericht verder te gaan, draag de cliënt dan over aan een collega. Een mislukte therapie doordat cliënt en therapeut elkaar gaan beschermen en gezamenlijk emoties vermijden is namelijk schadelijk. 6 Luister naar je cliënt Verplaats je in de belevingswereld van je cliënt en ga ervan uit dat het gedrag en de beleving in diens leven ooit heel logisch en passend was. Stel emoties die onlogisch voor je zijn dan ook niet ter discussie, al is het met de beste bedoelingen (zoals gevoelens schuld of schaamte over een situatie waar je cliënt totaal geen invloed op had). Cliënten zijn namelijk doorgaans erg gevoelig voor afwijzing. Laat het je uitleggen tot je snapt waardoor de cliënt dit zo ervaart. 7 Houd rekening met loyaliteiten naar familie Wees je bewust dat er sprake is van een sterke loyaliteit naar ouders en andere familieleden. Jarenlange erbarmelijke zorg doet daar veelal niets aan af. Keur daders in de familie dan ook niet zo zeer af op hun persoon, maar neem wel duidelijk het standpunt in dat hun gedrag naar de cliënt verwerpelijk en schadelijk was. 8 Bevorder zelfcompassie Cliënten zijn doorgaans niet gewend om met compassie naar zichzelf te kijken. Zijn zij behandeld door hun omgeving met afkeuring, hoge eisen, en is medeleven hen vreemd? Dan is het des te meer zaak om als therapeut compassie te tonen ter bevordering van zelfcompassie. Een goede timing is hierbij van belang. Te snel of teveel steunende opmerkingen kunnen namelijk remmend werken op de emotionele beleving van cliënten. Samen, in stilte, stilstaan bij verdriet past overigens soms beter dan er weer woorden aan geven. 9 Blijf doelgericht werken De cliënt heeft de controle en bepaalt wat er aan bod komt, maar ga als therapeut niet zondermeer akkoord als een cliënt pijnlijke en schaamtevolle herinneringen vermijdt. Het doel ben je vooraf met de cliënt overeengekomen, dus onderhandel over het moment waarop de herinneringen die refereren aan de PTSS-klachten dan wél aan bod gaan komen. 10 Stop tijdig met behandeling Verbeteringen in functioneren blijken doorgaans nog toe te nemen na het beëindigen van een traumagerichte behandeling. Een follow-up afspraak na 2-3 maanden voor een evaluatie helpt om een goed zicht te krijgen op de uiteindelijke mate van klachtenverbetering bij de cliënt. Dit geeft cliënten de tijd om zaken te laten bezinken en weer Mariel Meewisse te oriënteren op de toekomst. Was de behandeling niet effectief door vermijding? Dan helpt deze onderbreking om de cliënt gemotiveerd te krijgen essentiële zaken aan de orde te brengen in een volgende ronde. Reacties op bovenstaande adviezen zijn welkom. Met zoveel ervaren professionals in onze vereniging benieuwt het me welke adviezen we voor elkaar hebben. Vanuit welke discipline wil jij graag tips krijgen? Laat ons weten welke ervaren opvangmedewerker, wetenschapper, vaktherapeut, psychotraumatherapeut of oorlogsjournalist jij een volgende keer graag het woord wilt geven. Stuur je verzoek naar info@ntvp.nl. Mariel Meewisse, voorzitter NtVP

NtVP-Katern cogiscope 0316 39 ontwikkeling van de Zorgstandaard Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Door Ellen Klaassens sinds juni 2015 wordt onder leiding van stichting centrum '45 Arq psychotrauma expert groep door afgevaardigden van ruim 30 ggz-instellingen, universiteiten, beroepsverenigingen, belangenverenigingen en overige partijen met psychotrauma hoog op de agenda hard gewerkt aan de ontwikkeling van de Zorgstandaard Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen. de Zorgstandaard wordt geschreven in vijf werkgroepen onder voorzitterschap van diverse experts uit het veld: dr. Marleen rijkeboer (screening, diagnostiek en monitoring), prof. dr. Heleen riper (e-health, preventie en zelfmanagement), prof. dr. Agnes van Minnen (protocollaire, evidence based behandelingen), prof. dr. paul Boelen (complexe ptss en chronische zorg) en prof. dr. Frits Boer (kind en jeugd). de stuurgroep, onder voorzitterschap van prof. dr. rolf Kleber, heeft als taak overzicht te houden over het gehele project en het accorderen van de deelopleveringen van de Zorgstandaard teksten. dr. ellen Klaassens is door stichting centrum 45 aangesteld als projectleider. Een Zorgstandaard beschrijft in algemene termen, vanuit het perspectief van de patiënt, wat goede zorg is voor mensen met een bepaalde psychische aandoening gedurende het complete zorgcontinuüm. Een Zorgstandaard geeft de landelijke norm waaraan multidisciplinaire, integrale zorg bij psychische aandoeningen moet voldoen. Daarbij staat in de Zorgstandaard wat de patiënt kan verwachten, niet alleen op het gebied van medicatie en behandeling, maar ook met aandacht voor participatie, de omgeving en de organisatie van zorg. De Zorgstandaard wordt opgeleverd met bijbehorende kwaliteitsindicatoren. Dit maakt het voor alle partijen in de brede ggz inzichtelijk wat zij kunnen en mogen verwachten in het zorgtraject (bron: kwaliteitsontwikkelingggz.nl). De ontwikkeling van de Zorgstandaard wordt ondersteund door het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling ggz, een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en het Landelijk Platform ggz (LPggz). Daarnaast participeren ggz Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en een groot aantal andere

40 cogiscope 0316 NtVP-Katern relevante beroepsorganisaties en stakeholders in het Netwerk. Doel en inhoud van het project Het doel van het project Zorgstandaard Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen is om in twee jaar een helder onderbouwde standaard voor diagnostiek en behandeling van trauma- en stressorgerelateerde stoornissen te ontwikkelen. Het betekent een versnelde ontsluiting van informatie en intensievere en meer structurele samenwerking in de toekomst. Patiënten, zorgprofessionals, GGZ-instellingen en zorgverzekeraars hebben direct baat bij de beschikbaarheid van een dergelijke standaard. Dit zal leiden tot meer transparantie, uniformiteit, kwaliteitsverbetering, inzicht in de kosten van de zorg en, heel belangrijk, tevreden patiënten met meer regie over hun leven en behandeling. Stand van zaken en vervolg De eerste conceptversie van de Zorgstandaard is vrijwel compleet. De werkgroepen verantwoordelijk voor het inhoudelijke deel van de Zorgstandaard hebben de afgelopen maanden veel tijd en energie besteed aan het zorgvuldig beschrijven van zowel evidence based diagnostiek en behandelingen (de herziene multidisciplinaire richtlijn PTSS) als practice based behandelingen en goede zorg. Dit alles zoveel mogelijk vanuit het patiëntenperspectief, een belangrijk speerpunt van de Zorgstandaard. Daarnaast hebben ervaringsdeskundigen onder leiding van een professioneel onderzoeks bureau een vragenlijst ontwikkeld en uitgezet onder hun achterban. Het doel van deze vragenlijst was om te inventariseren waar (ex-)patiënten behoefte aan hebben tijdens hun behandeling, wat zij gemist hebben, wat zij prettig vonden, en wat hun ervaringen zijn met de bejegening door hun hulpverlener(s). De resultaten van deze vragenlijst zullen verwerkt worden in de Zorgstandaard. In juni 2017 moet de eerste werkbare versie van de Zorgstandaard af zijn. Eveneens zal een plan geschreven moeten worden voor de doorontwikkeling en het onderhouden van de Zorgstandaard in de komende jaren. Hierin zullen duidelijke afspraken staan over het optimaliseren en upto-date houden van de Zorgstandaard. De Zorgstandaard zal voldoen aan de criteria zoals opgenomen in het Toetsingskader kwaliteitsstandaarden en meet instrumenten van het Zorginstituut (zorginstituutnederland.nl/kwaliteit) en zal in het Kwaliteitsregister worden opgenomen. Momenteel wordt er door het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ gewerkt aan een modulair opgebouwde database waarin de standaarden worden opgenomen en straks voor iedereen online te raadplegen zijn. Betrokkenheid NtVP Vanuit het bestuur van de NtVP zijn diverse mensen nauw betrokken bij de ontwikkeling van deze Zorgstandaard: Mariel Meewisse, lid van de stuurgroep; Marit Sijbrandij, lid van de werkgroep ehealth, preventie en zelfmanagement; Anja Lok, lid van de werkgroep complexe PTSS en Rafaële Huntjens, lid van de werkgroep complexe PTSS. Dr. Ellen Klaassens is als GZ-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog werkzaam bij Centrum 45 en bestuurslid van de NtVP, en lid van de redactie van het NtVP-katern in de Cogiscope.

NtVP-Katern cogiscope 0316 41 rubriek Supervisievraag en -antwoord De vraag van deze uitgave wordt gesteld door dr. Mariel Meewisse, klinisch psycholoog en psychotherapeut bij GGZ Noord Holland Noord, en gaat over de werking van benzodiazepines bij traumabehandeling. Een recente meta-analyse wijst uit dat benzodiazepines een contra-indicatie zijn in de behandeling van PTSS onder andere vanwege de verslechterde psychotherapie uitkomsten (Guina, De Rossetter, Nahhas, & Welton, 2015; voor Nederlandse samenvatting van het artikel zie NtVP website: https://ntvp.nl/nl/ content/benzodiazepines-voor-ptss-een-systematische-review-en-meta-analyse). Wat zijn de ideeën over de werking van benzo s waardoor dit een ongunstig effect heeft op psychotherapie? Deze meta-analyse zegt echter niets over dosering en frequentie van gebruik. Is het gebruik van benzo s die ingezet worden als slaapmedicatie ook ongunstig? Zo ja, geldt dit ook voor andere medicatie die gebruikt wordt om beter te kunnen slapen zoals antipsychotica of topiramaat? Antwoord van de expert Om meerdere redenen is dit een klinisch zeer relevante vraag. In de dagelijkse klinische praktijk worden benzodiazepines nog steeds veelvuldig voorgeschreven bij psychische stoornissen in het algemeen en dus ook bij PTSS. Vooral vanwege de daarmee samenhangende slaapstoornissen (bijvoorbeeld bij PTSS als gevolg van nachtmerries). Naarmate de PTSS-symptomatologie ernstiger en complexer is en het niet goed lukt of verzuimd wordt om een gerichte traumabehandeling in te zetten, wordt vaak teruggevallen op het voorschrijven van psychofarmaca met als doel de scherpe kantjes van de symptomatologie te verminderen en de voorwaarden voor een traumabehandeling te bevorderen (bijvoorbeeld vermindering van ernstige comorbide depressie). Vaak worden naast de benzodiazepines meerdere psychofarmaca voorgeschreven. Polyfarmacie lijkt in dat geval eerder regel dan uitzondering, waarbij de combinatie van een antidepressivum (meestal een SSRI), een atypisch antipsychoticum (vaak quetiapine of olanzapine) en één of meerdere benzodiazepines (zo nodig of in een vast tijdschema) regelmatig voorkomt. Het is onze klinische impressie dat naarmate empirisch ondersteunde richtlijnen voor zowel de psychologische als de farmacologische behandeling van PTSS minder stringent gevolgd worden polyfarmacie, waaronder ook het voorschrijven van benzodiazepines, vaker voorkomt. Dit wordt bevestigd bij studies onder veteranen uit de Verenigde Staten (Lund, Abrams, Bernardy, Alexander, & Friedman, 2013). Een eerste belangrijke stap is dus het advies om stringenter richtlijnen voor de behandeling van PTSS te volgen, ook wanneer het de farmacologische behandeling betreft, en ook wanneer het gaat om ernstige, complexe en comorbide PTSS. Het voorschrijven van benzodiazepines heeft daarin geen plaats. Dus, in principe niet doen! Op de conclusies van Guina et al. (2015) dat benzodiazepines relatief gecontraïndiceerd zijn bij de behandeling van PTSS vanwege het risico op verslechtering of vanwege het risico om PTSS te ontwikkelen valt wel wat af te dingen. De auteurs rapporteren hiervoor vooral correlationele aanwijzingen in plaats van bevindingen uit RCT s. De gerapporteerde RCT s laten geen verschil in uitkomst zien indien benzodiazepines worden voorgeschreven. Een direct causaal verband is onduidelijk. Tot nu toe is er één RCT die ondubbelzinnig heeft aangetoond dat het gebruik van benzodiazepines bij de augmentatie van exposure, i.c. alprazolam, leidt tot een afname van het effect van traumagerichte exposurebehandeling direct na de behandeling en bij follow-up (Rothbaum et al. 2014). Een verklaring hiervoor is dat de angstactivatie die nodig is voor de exposurebehandeling geremd wordt, en dat effecten van de exposurebehandeling door de patiënt abusievelijk worden toegeschreven aan de benzodiazepinen. Echter, bij deze studie werd 30 minuten voorafgaand aan de exposure de medicatie toegediend. Met andere woorden, hiermee is niet gezegd dat wanneer benzodiazepines als slaapmedicatie worden voorgeschreven dit ongunstig is voor de traumagerichte exposurebehandeling. Toch is het goed om vast te houden aan het in principe niet voorschrijven van benzodiazepines. De belangrijkste redenen zijn dat benzodiazepines alleen maar voor de korte termijn effectief zijn bij slaapstoornissen (bij gebruik van langer dan 2-6 weken treedt al tolerantie op) en op de specifieke PTSS-symptomatologie (nachtmerries, verhoogde fysiologische arousal en dergelijke),

42 cogiscope 0316 NtVP-Katern die veelal ten grondslag ligt aan de gerapporteerde slaapstoornissen bij PTSS, niet effectief zijn. Het is dus veel rationeler om specifiek op de PTSS-symptomatologie de behandeling in te zetten ten einde ook de slaapstoornissen te bestrijden. Wanneer dit onvoldoende lukt met de gebruikelijke traumagerichte exposure behandeling of EMDR, dan zijn er ook aanvullende psychologische interventies mogelijk. Er is eveneens toenemend onderbouwing voor specifiek op de slaapproblematiek gerichte psychologische interventies bij de behandeling van PTSS (Seda, Sanchez-Ortuno, Welsh, Halbower, & Edinger, 2015). Wanneer de voorkeur uitgaat naar farmacologische interventies of indien de boven beschreven aanvullende psychologische interventies onvoldoende effect hebben dan is het allereerst aangewezen om het actuele psychofarmacagebruik kritisch te evalueren. Hoewel SSRI s het eerste keuze middel zijn bij de farmacologische behandeling van PTSS komen slaapstoornissen geregeld als bijwerking voor. In dat geval is het zinvol om een kosten-batenanalyse te maken. De combinatie van een SSRI met een atypisch antipsychoticum kan zinvol zijn, maar ook de atypische antipsychotica kunnen hinderlijke bijwerkingen hebben. Hierbij is het optreden van forse gewichtstoename met ook het risico op een metabool syndroom berucht. Topiramaat kan een goed alternatief zijn, hoewel de bevindingen ook weer niet eenduidig zijn. Toenemende empirische onderbouwing is er voor prazosine, een α-1 adrenerge agonist. Recent gepubliceerde meta-analyses tonen aan dat dit middel effectief is in het verminderen van nachtmerries, slaapstoornissen en overall de ernst van de PTSS-symptomatologie. referenties guina, J., Rossetter, S. R., De, R. B., Nahhas, R. W., & Welton, R. S. (2015). Benzodiazepines for PTSD: A Systematic Review and Meta-Analysis. J Psychiatr Pract, 21(4), 281-303. doi:10.1097/pra.0000000000000091 Lund, B. C., Abrams, T. E., Bernardy, N. C., Alexander, B., & Friedman, M. J. (2013). Benzodiazepine prescribing variation and clinical uncertainty in treating posttraumatic stress disorder. Psychiatr Serv, 64(1), 21-27. doi:10.1176/appi. ps.201100544 Rothbaum, B. O., Price, M., Jovanovic, T., Norrholm, S. D., gerardi, M., Dunlop, B.,... Ressler, K. J. (2014). A randomized, double-blind evaluation of D-cycloserine or alprazolam combined with virtual reality exposure therapy for posttraumatic stress disorder in Iraq and Afghanistan War veterans. Am J Psychiatry, 171(6), 640-648. doi:10.1176/appi. ajp.2014.13121625 Seda, g., Sanchez-Ortuno, M. M., Welsh, C. H., Halbower, A. C., & Edinger, J. D. (2015). Comparative meta-analysis of prazosin and imagery rehearsal therapy for nightmare frequency, sleep quality, and posttraumatic stress. J Clin Sleep Med, 11(1), 11-22. doi:10.5664/jcsm.4354 experts DR. gert-jan HENDRIKS, psychiater en hoofd zorgprogramma angststoornissen, Centrum voor Angststoornissen Overwaal te Nijmegen, Pro Persona, tevens onderzoeker Radboud universiteit Nijmegen Behavioural Science Institute. PROF. DR. AgNES VAN MINNEN, klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar Radboud universiteit Nijmegen Behavioural Science Institute, tevens werkzaam bij Centrum voor Angststoornissen Overwaal te Nijmegen, Pro Persona. Dit katern binnen de Cogiscope wordt verzorgd door de werkgroep Communicatie van de Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma, www.ntvp.nl. eindredactie Joanne Mouthaan en Ellen Klaassens Cogiscope@NtVP.nl NtVP 2016