Module 3 De cliënt als uniek mens

Vergelijkbare documenten
proeven bij fase: certificeren

Module 9 Kennis delen en coachen

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers

1. Opstellen van een plan van aanpak 2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Opleiding: Combi Medewerker Maatschappelijke Zorg en Verzorgende IG

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Verantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg

Invoering herziening kwalificatiestructuur 2016

EXAMENPLAN 2018 Combi VVT- BSD

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Examenplan voor de brancheopleiding Kraamverzorgende 1.Overzicht

Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg

Examenplan voor de opleidingen tot Verzorgende Individuele Gezondheidszorg 1.Overzicht

Printdatum: Pagina 1 van 5

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

Verantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg

EXAMENPLAN 2018 Combi GHZ-BGZ

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Verzorgende IG Niveau 3 2,5 jaar

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Voorbeeld examenplan voor dubbelkwalificering

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Voorbeeld indeling beroepsgerichte examens voor dubbelkwalificering VZ-MZ3

Respectvol reageren op gevoelens

Examenplan Verzorgende IG Verkort traject voor gediplomeerd bejaardenverzorgenden, MDGO-vz, etc

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Skills in Beeld EVC Rianne Burgers

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

EXAMENPLAN 2016 COMBI VERZORGENDE IG ( VVT) / BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN (BSD)

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Stichting Leerstation Zorg

Lesbrief: Zorg verlenen in een woonvorm Thema: Wat is er?

Optioneel Naam kwalificatiedossier 1. BEROEPSSPECIFIEK. Periode. Kerntaak/ werkproces. afname

EXAMENPLAN Vaststellingsdatu m examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

EXAMENPLAN 2017 Crebocode: Leerweg: BOL

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 3 Mw. Niemeijer

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Startdatum Branche verbijzondering. Verpleeg-verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT)

Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG)

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

E Q L R T D J M E F J R C D R D J M

EXAMENPLAN 2016 COMBI VERZORGENDE IG ( GHZ)/ Begeleider Gehandicaptenzorg

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Talentcoach Kwalificatieprofiel

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Inhoud en competenties leer-werkboeken

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

De Brug, een instelling voor verstandelijk gehandicapte mensen

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

Voorbeeld examenplan voor dubbelkwalificering. Verzorgende IG (GHZ) en Begeleider GHZ

Blauwdruk ZorgPad Nieuwe leeroplossing 2016

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 4. Mw De Vries

EXAMENPLAN 2018 Begeleider Gehandicaptenzorg ( BGZ)

Examenplan voor de opleidingen tot Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ) 1.Overzicht

Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus. Crebocode 93420, dossier

Model Praktijkbeoordelaar

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

De eigen grenzen bewaken

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

In dialoog met elkaar

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd

opdrachten bij thema participatiesamenleving

Beroepsopdracht 3: Voeding en Hygiëne / Zorghulp / september

Voedingsbeleid: ONDERVOEDING

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

EXAMENPLAN 2018 Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg (PBGZ)

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Titel: Muzisch-creatieve vorming deel 2

2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Casus 2 Dhr. Spannenburg

Inleiding BPV-wijzer schooldeel

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

Begeleiden van een zorgvrager met eten en drinken

Examenplan 1.Overzicht

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

EXAMENPLAN 2016 Persoonlijk Begeleider specifieke doelgroepen (PBSD)

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Algemene informatie over kwalificatie

Leren, loopbaan en burgerschap

1. Algemene informatie over kwalificatie

Veranderdocument Kwalificatiedossier Verzorgende-IG ten opzichte van dossier Verzorgende-IG

Transcriptie:

OPDRACHTEN Verzorgende IG Maatschappelijke Zorg Module 3 De cliënt als uniek mens

Inhoudsopgave Leeropdrachten 3 De competente medewerker 5 A Algemene competenties 5 B Mijn competenties 9 C Persoonlijk ontwikkelplan 13 Probleemgedrag 19 A Wat beïnvloedt gedragsproblemen? 19 B Probleemgedrag beïnvloeden 21 C Plan van aanpak probleemgedrag 23 Omgaan met agressie 29 A Agressie 29 B Plan van aanpak agressie 34 Werken met een methode 39 A Van visie naar aanpak 39 B Een branchespecifieke methode toepassen 41 C De EIM-methode toepassen 45 Intimiteit en seksualiteit 53 A Omgaan met intimiteit en seksualiteit 53 B Een professionele houding 57 Praktijkopdracht 63 De client als uniek mens 64 Opzet 64 Leerdoelen 65 Start 66 A Zorgcategorieën en doelgroepen herkennen 68 B Oriënteren op benaderingen en/of methoden 69 C Een ondersteunende benadering of methode kiezen 72 D Een voorstel maken voor het multidisciplinair overleg 74 E Reflecteren 75 Beoordeling 76 Aftekenopdracht 77 Take Care Module 3 Opdrachtenboek: De cliënt als uniek mens 1 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 1 19/07/16 11:56

01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 2 19/07/16 11:56

Leeropdrachten 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 3 19/07/16 11:56

01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 4 19/07/16 11:56

De competente medewerker A Algemene competenties Leerdoel Ik weet wat de meest voorkomende competenties zijn. Ik weet welke competenties iets zeggen over de manier van omgaan met de cliënt. Aanwijzingen Overleg met je docent of je opdracht 1 maakt, opdracht 2 of beide. Zoek zo nodig informatie op of vraag ernaar bij je docent. opdracht 1 a Onderstreep de twee competenties die in de onderstaande werkprocessen in het Kwalificatiedossier Verzorgende IG het meest voorkomen. b Bespreek wat dit zegt over deze competenties. Verzorgende IG Basisdeel Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier W1 Ondersteunt bij het voeren van de regie bij wonen en huishouden De onderliggende competenties zijn: Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Instructies en procedures opvolgen, Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Materialen en middelen inzetten W2 Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Formuleren en rapporteren, Beslissen en activiteiten initiëren W3 Stelt (mede) het zorgplan op De onderliggende competenties zijn: Overtuigen en beïnvloeden, Formuleren en rapporteren, Analyseren W4 Biedt persoonlijke verzorging De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Begeleiden W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit De onderliggende competenties zijn: Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten W6 Begeleidt een zorgvrager De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten W7 Geeft voorlichting, advies en instructie De onderliggende competenties zijn: Presenteren, Materialen en middelen inzetten, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 5 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 5 19/07/16 11:56

W8 Reageert op onvoorziene en crisissituaties De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan, Aandacht en begrip tonen, Begeleiden W9 Stemt de zorgverlening af met alle betrokkenen De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Plannen en organiseren, Relaties bouwen en netwerken, Overtuigen en beïnvloeden W10 Evalueert en legt de zorgverlening vast De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Formuleren en rapporteren, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Samenwerken en overleggen Verzorgende IG Basisdeel Kerntaak 2 Werken aan kwaliteit en deskundigheid W1 Werkt aan de eigen deskundigheid De onderliggende competenties zijn: Vakdeskundigheid toepassen, Leren, Formuleren en rapporteren W2 Werkt samen met andere beroepsgroepen in de zorg De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen W3 Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg De onderliggende competenties zijn: Instructies en procedures opvolgen, Kwaliteit leveren W4 Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Aansturen, Aandacht en begrip tonen, Vakdeskundigheid toepassen opdracht 2 a Onderstreep de twee competenties die in de onderstaande werkprocessen in het Kwalificatiedossier Maatschappelijke Zorg het meest voorkomen. b Bespreek wat dit zegt over deze competenties. Maatschappelijke Zorg Basisdeel Kerntaak 1 Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg W1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Onderzoeken, Analyseren W2 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Ethisch en integer handelen, Vakdeskundigheid toepassen W3 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Materialen en middelen inzetten, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Instructies en procedures opvolgen, Vakdeskundigheid toepassen, Samenwerken en overleggen 6 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 6 19/07/16 11:56

De competente medewerker W4 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Materialen en middelen inzetten, Plannen en organiseren W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan, Aandacht en begrip tonen, Begeleiden W6 Stemt de werkzaamheden af De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Plannen en organiseren, Relaties bouwen en netwerken, Overtuigen en beïnvloeden W7 Evalueert de geboden ondersteuning De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Formuleren en rapporteren, Analyseren Maatschappelijke Zorg Basisdeel Kerntaak 2 Werken aan kwaliteit en deskundigheid W1 Werkt aan de eigen deskundigheid De onderliggende competenties zijn: Vakdeskundigheid toepassen, Formuleren en rapporteren, Leren W2 Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg De onderliggende competenties zijn: Instructies en procedures opvolgen, Overtuigen en beïnvloeden, Kwaliteit leveren opdracht 3 Noem twee competenties die volgens jou vooral gaan over de manier waarop je met de cliënt omgaat. opdracht 4 Noem twee of drie competenties die je niet goed begrijpt. a Probeer er meer over te weten te komen, bijvoorbeeld door vragen te stellen aan elkaar of aan je docent. b Bedenk bij elk van deze twee of drie competenties een voorbeeldsituatie uit de praktijk. Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 7 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 7 19/07/16 11:56

opdracht 5 Vergelijk de algemene competenties met de drie SIR-kenmerken. SIR Servicegericht dienstbaar, versterkend, ondersteunend, gastvrij, cliënt centraal Integraal Resultaatgericht alles omvattend, samenhangend, gericht op de cliënt als geheel met oog voor belangen, effectief, efficiënt, duurzaam a b Kruis in de kolommen S, I en R elk twee competenties aan die volgens jou horen bij dat kenmerk. In totaal zet je dus zes kruisjes. Vergelijk en bespreek je keuzes met die van een medestudent. Stel je keuzes bij als je dat beter vindt. Lijst van algemene (onderliggende) competenties S I R 1 Aandacht en begrip tonen 2 Aansturen 3 Analyseren 4 Begeleiden 5 Beslissen en activiteiten initiëren 6 Ethisch en integer handelen 7 Formuleren en rapporteren 8 Instructies en procedures opvolgen 9 Kwaliteit leveren 10 Leren 11 Materialen en middelen inzetten 12 Met druk en tegenslag omgaan 13 Omgaan met verandering en aanpassen 14 Onderzoeken 15 Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten 16 Overtuigen en beïnvloeden 17 Plannen en organiseren 18 Presenteren 19 Relaties bouwen en netwerken 20 Samenwerken en overleggen 21 Vakdeskundigheid toepassen 8 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 8 19/07/16 11:56

De competente medewerker B Mijn competenties Leerdoel Ik weet wat mijn eigen competenties zijn. Ik weet wat mijn competenties zijn in het omgaan met cliënten. Aanwijzingen Werk aan de opdrachten in de aangegeven volgorde. Kijk voor de betekenis van bepaalde competenties zo nodig nog eens bij Algemene competenties. opdracht 1 Kruis in onderstaande tabel aan in hoeverre je deze competenties beheerst in het gewone, dagelijkse leven. Ja, dat weet ik zeker, dat kan ik. Soms kan ik het wel, soms kan ik het niet. Dat moet ik nog (beter) leren. Of: Dat wil ik nog beter leren. Aandacht en begrip tonen Aansturen Analyseren Begeleiden Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Leren Materialen en middelen inzetten Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Onderzoeken Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten Overtuigen en beïnvloeden Plannen en organiseren Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 9 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 9 19/07/16 11:56

Presenteren Relaties bouwen en netwerken Samenwerken en overleggen Vakdeskundigheid toepassen opdracht 2 Bespreek het bovenstaande met iemand die jou goed kent. Wat verandert er? opdracht 3 In welke mate beheers je deze competenties in het werk met cliënten? Kruis je keuze aan. Ja, dat weet ik zeker, dat kan ik. Soms kan ik het wel, soms kan ik het niet. Dat moet ik nog (beter) leren. Of: Dat wil ik nog beter leren. Ben je nog niet in de praktijk bezig geweest? Probeer je dan een idee te vormen van hoe het zal gaan. Aandacht en begrip tonen Aansturen Analyseren Begeleiden Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Leren Materialen en middelen inzetten Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Onderzoeken Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten Overtuigen en beïnvloeden Plannen en organiseren 10 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 10 19/07/16 11:56

De competente medewerker G O R Presenteren Relaties bouwen en netwerken Samenwerken en overleggen Vakdeskundigheid toepassen opdracht 4 a Maak een mindmap over jezelf op de pagina hierna met de titel Even voorstellen. In deze mindmap stel je jezelf voor aan een mogelijke, toekomstige collega. Je mag van alles vertellen: over je uiterlijk, je karakter, je interesses, je sportactiviteiten, je familie, enzovoort. b Noem in je mindmap in ieder geval ook twee van de bovenstaande competenties waar je een voorbeeld uit de praktijk van kunt geven. Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 11 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 11 19/07/16 11:56

Even voorstellen 12 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 12 19/07/16 11:56

De competente medewerker C Persoonlijk ontwikkelplan Zelfstudieopdracht Inleiding In deze zelfstudieopdracht onderzoek je hoe je een meer competente zorgverlener kunt worden. Daarbij concentreer je je op de (algemene) competenties die in je opleiding vereist zijn. Aan het eind maak je een plan van aanpak voor de ontwikkeling van tenminste twee van die competenties. Leerdoelen Ik kan uitleggen wat het belang is van de competenties voor mij als zorgverlener. Ik kan laten zien hoe ik mij in twee van de competenties ga ontwikkelen. Aanwijzingen Voer deze zelfstudieopdracht individueel uit tot en met opdracht 8. Werk vanaf opdracht 9 met anderen samen. Voorbereiden opdracht 1 Neem alle opdrachten zorgvuldig door. opdracht 2 Plan je opdrachten. Ga na hoeveel tijd je nu hebt. Deze zelfstudieopdracht duurt naar verwachting 2-3 uur. Plan zo nodig een ander geschikt moment. Plan ook een bespreekmoment met twee andere studenten. Voor dat gesprek en de verwerking ervan heb je 1-2 uur nodig. Spreek een datum, tijdstip en een locatie af. Uitvoeren opdracht 3 Leg in eigen woorden de betekenis uit van het woord competentie. Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 13 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 13 19/07/16 11:56

opdracht 4 Hieronder staan twee competenties. Bekijk opdracht 1 en 2 bij Algemene competenties. Bij welke werkprocessen van Verzorgende IG of Maatschappelijke Zorg worden deze competenties genoemd? Noem bij elke competentie twee werkprocessen. Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen 14 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 14 19/07/16 11:56

De competente medewerker opdracht 5 Bij Mijn competenties heb je vastgelegd welke competenties je in het werk beheerst en welke nog niet. Noteer hier nog eens de stand van zaken. Aandacht en begrip tonen Aansturen Analyseren Begeleiden Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Leren Materialen en middelen inzetten Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Onderzoeken Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten Overtuigen en beïnvloeden Plannen en organiseren Presenteren Relaties bouwen en netwerken Samenwerken en overleggen Vakdeskundigheid toepassen G O R opdracht 6 Kies tenminste vier competenties waarop je of scoort. Dat zijn competenties die je in ieder geval nog verder moet ontwikkelen. 1 2 3 4 Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 15 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 15 19/07/16 11:56

opdracht 7 Kies uit de rij hieronder drie manieren om je competenties te ontwikkelen. Kies manieren die bij je passen, maar die ook passen bij de competenties. Of bedenk zelf manieren. Door het in de praktijk veel te doen. Door de theorie te bestuderen. Door video s te bekijken op internet. Door gecoacht te worden. Door te oefenen in een veilige situatie en dan de praktijk in te gaan. Door te kijken hoe anderen het doen. Door een casus te bespreken met anderen. Door oplossingen te bedenken bij een casus. Door informatie te zoeken op internet. Door aan iemand feedback te vragen. Of: Of: 16 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 16 19/07/16 11:56

De competente medewerker opdracht 8 a Kijk in de theorie van module 3. Daar staan op verschillende plaatsen tips voor de ondersteuning en begeleiding van de cliënten. b Kies drie tips die je aanspreken. Koppel die tips aan een van de algemene competenties. Doe dat als in het voorbeeld. Voorbeeld Tip Pas je communicatie aan de mogelijkheden van de individuele cliënt aan. Bijhorende competentie Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. Tip Bijhorende competentie Take Care Module 3 Leeropdracht: De competente medewerker 17 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 17 19/07/16 11:56

Afronden opdracht 9 Bespreek met twee medestudenten jullie ontwikkelpunten en de manier waarop je deze competenties kunt ontwikkelen (zie opdracht 6 en 7). opdracht 10 Neem de voor- en nadelen door van de genoemde manieren van leren. Bedenk dat competenties gaan over handelen, over doen. opdracht 11 Maak dan een persoonlijk ontwikkelplan voor ieder van jullie van een half A4. Het plan bevat tenminste: een keus voor twee te ontwikkelen competenties; bespreek hierbij het belang van de competenties voor de cliënt en het werk; aanwijzingen over: hoe (manieren van leren) waar (locatie, in welke situatie of omgeving) met wie (met wie samen, wie helpt, begeleidt of coacht) wanneer (in periode(s) uitgezet) opdracht 12 Kom tot slot voor ieder van jullie tot een beoordeling van de leerdoelen. Beoordeling Ik kan uitleggen wat het belang is van de competenties voor een zorgverlener. Ik kan laten zien hoe ik mij in twee van de competenties ga ontwikkelen. 18 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 18 19/07/16 11:56

Probleemgedrag A Wat beïnvloedt gedragsproblemen? Leerdoel In deze leeropdracht leer je waardoor gedrag wordt beïnvloed en in hoeverre anderen invloed kunnen hebben op probleemgedrag. Casus Samira Samira is 15 jaar. Ze zit in het vierde leerjaar van het vmbo. Ze woont thuis bij haar ouders en haar vier broers van 12, 11, 9 en 8 jaar. Ze heeft een eigen kamer, maar die wordt opnieuw behangen en daarom kan ze er niet lekker zitten. Ze heeft een drukke week achter de rug. Ze had twee toetsen en moest ook een avond werken. Het is nu vrijdag en ze heeft erg veel zin in het weekend. Morgen heeft ze een afspraak met vriendinnen om te gaan shoppen. Samira verheugt zich hierop. De hele dag voelt ze zich al niet zo lekker. Ze is misselijk en voelt zich slap. Volgens haar moeder moet ze meer eten. Daarom heeft Samira ondanks haar tegenzin een heel bord eten leeggegeten. Na de maaltijd wordt ze steeds misselijker. Rond 20.00 uur merkt ze dat ze moet overgeven. Al snel blijkt dat ze een buikgriep heeft. Ze moet steeds overgeven en ze voelt zich almaar beroerder. Alles irriteert haar. De berichtjes van haar vriendinnen over het shoppen morgen wil ze niet zien. Haar broertjes schreeuwen en zijn erg druk. Het geklets van haar vader en moeder vindt ze vervelend. Ze gaat naar haar kamer en kruipt in bed tussen alle behang- en verfspullen. Ze kan wel huilen omdat het zo n rotzooi in haar kamer is. Haar moeder komt met thee aan. Samira vindt de thee vies ruiken. Ze valt uit tegen haar moeder. Waarom komt ze met thee terwijl ze al zo n buikpijn heeft? Niemand begrijpt haar en houdt rekening met haar. opdracht 1 Noem de factoren die invloed hebben op het gevoel en het gedrag van Samira. Aanpak: Lees de casus over Samira. Onderstreep in de casus factoren die invloed hebben op Samira. Noteer die factoren onder de juiste levensdomeinen (LMPW). Bespreek met elkaar welke factoren je gevonden hebt en licht ze toe. Take Care Module 3 Leeropdracht: Probleemgedrag 19 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 19 19/07/16 11:56

Lichamelijke gezondheid: Mentaal welbevinden: Participatie: Woon- /leefsituatie: opdracht 2 Ons gedrag wordt beïnvloed door factoren in onszelf en factoren in onze omgeving. a Noem een situatie waarin je zelf lastig of problematisch gedrag vertoonde. b Door welk gevoel of welke oorzaak in jezelf kwam dit gedrag? c Welke reactie van anderen zou je gedrag (nog) slechter maken? d Welke reactie van anderen zou je geholpen hebben om je beter te gedragen? opdracht 3 Bespreek met een medestudent je uitwerking bij vraag 1 en 2. Welke overeenkomsten hebben jullie en waarin verschillen jullie? Wat leer je hieruit over factoren die je gedrag beïnvloeden? 20 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 20 19/07/16 11:56

Probleemgedrag B Probleemgedrag beïnvloeden Leerdoel In deze leeropdracht leer je hoe je door houding en reactie het (probleem)gedrag van een cliënt kunt beïnvloeden. Casus Robin De situatie speelt zich af in een kleinschalige woonvorm. Hier wonen acht bewoners met een matig verstandelijke beperking. Verbale communicatie met en tussen de bewoners is goed mogelijk. De bewoners delen samen een huiskamer, een keuken en twee badkamers. Ze hebben allemaal een eigen zit-slaapkamer. Robin woont hier al ruim 5 jaar. Robin trekt zich regelmatig terug op zijn kamer. Als hij een vraag heeft of hulp nodig heeft, verwacht hij dat hij direct geholpen wordt. Robin kan chagrijnig en agressief reageren wanneer hij naar zijn mening te lang moet wachten. Robin heeft aangegeven deze vanavond graag op zijn eigen kamer koffie te willen te drinken. Het is avond, hij zit aan zijn tafel en is heel onrustig. Dit is wat hij denkt en doet: Waar blijft de koffie? Het is al 19.30 uur geweest. Ze zijn me alweer vergeten. De andere bewoners zijn zeker belangrijker dan ik. Ze begrijpen me niet. De begeleiders nemen nooit de tijd voor me. Ik roep op luide toon om hulp. Ik word boos als er niet direct iemand komt. Het is belangrijk voor me te weten dat ik gehoord word en dat ze tijd voor me nemen, anders word ik nog onrustiger en bozer. Als ik echt heel boos word, dan sla ik met de vuist op tafel en gebruik ik scheldwoorden. Dan komt de begeleider binnen... zonder koffie. Jij werkt alleen in de avonddienst. Het is 19.30 uur en tijd voor de koffie. Doordat het druk was vandaag ben je daar wat later mee. De koffie loopt nu door en zal om ongeveer 19.40 uur klaar zijn. Je loopt even naar Robin toe om hem te vertellen dat de koffie wat later komt. opdracht 1 Lees de casus door en stel samen vast wat het probleemgedrag van cliënt Robin is. Take Care Module 3 Leeropdracht: Probleemgedrag 21 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 21 19/07/16 11:56

opdracht 2 Speel in groepjes van drie studenten de situatie in de casus drie keer uit. Eén van jullie speelt de begeleider, de tweede speelt Robin en de derde student is observator en maakt aantekeningen. a Ga als begeleider naar de kamer van Robin, ga bij hem binnen en ga in gesprek. b Noteer als observator wat je opvalt aan de non-verbale en verbale communicatie van de begeleider. c Noteer als observator wat je opvalt aan de non-verbale en verbale reacties van de cliënt. d Stel als cliënt (in gedachten) vast welke invloed de acties en reacties van de begeleider op je hebben. opdracht 3 Beantwoord met elkaar de volgende vraag: Door welke houding en acties van de begeleider nam het probleemgedrag af? opdracht 4 Beantwoord met elkaar de volgende vraag: Door welke houding en acties van de begeleider werd het probleemgedrag heviger? opdracht 5 Beantwoord tot slot individueel de volgende vraag: Hoe zou jij reageren in deze situatie? Licht je antwoord kort toe. 22 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 22 19/07/16 11:56

Probleemgedrag C Plan van aanpak probleemgedrag Zelfstudieopdracht Leerdoelen Ik kan gedragsproblemen herkennen. Ik kan gedragsproblemen analyseren. Ik kan een verantwoord plan van aanpak maken bij een casus. Aanwijzingen Gebruik de theorie van Take Care module 3, vooral paragraaf 2.7 en 2.8 en de tips bij hoofdstuk 2. Gebruik ook de kennis en de PPP uit de leeropdracht Probleemgedrag. Werk dan aan de opdrachten in de gegeven volgorde. Vraag feedback aan een medestudent bij je plan van aanpak. Pas het zo nodig aan. Beoordeel zelf je plan van aanpak op basis van de leerdoelen. Lever je plan van aanpak in bij de docent. Voorbereiden opdracht 1 Neem alle vragen zorgvuldig door. opdracht 2 Plan je opdrachten. Ga na hoeveel tijd je nu hebt. Deze opdracht duurt naar verwachting ongeveer 1,5 uur. Plan zo nodig een ander geschikt moment. Plan ook een evaluatiemoment met twee andere studenten. Daar heb je circa 1,5 voor nodig. Spreek een datum, tijdstip en een locatie af. Uitvoeren opdracht 3 Lees beide casussen. Kies één casus die je verder uit gaat werken. Casus mevrouw Simonse Mevrouw Simonse (84) woont sinds twee jaar in een gesloten, kleinschalige geriatrische woonvorm voor ouderen met dementie. Mevrouw Simonse is heel lang werkzaam geweest in een bloemenwinkel en daarnaast heeft ze het huishouden verzorgd van haar gezin. Ze is weduwe, heeft drie kinderen en vijf kleinkinderen. Samen met acht bewoners deelt ze de huiskamer. Ze heeft een eigen slaapkamer met daarbij een badkamer. Mevrouw Simonse heeft de ziekte van Alzheimer in een gevorderd stadium. De laatste weken is ze in toenemende mate onrustig. Ze loopt veel rond over de afdeling. Ze is regelmatig te vinden in de kamers van andere bewoners en neemt dan spullen mee naar haar eigen kamer. Ook in de woonkamer verplaatst ze voorwerpen Take Care Module 3 Leeropdracht: Probleemgedrag 23 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 23 19/07/16 11:56

of neemt deze mee naar haar kamer. Medebewoners vinden haar gedrag storend. Ze worden boos wanneer mevrouw Simonse aan het rommelen is met voorwerpen in de woonkamer. Vorige week is er iets bijzonders gebeurd. Mevrouw Simonse kon niet goed eten. Ze nam kleine hapjes en at haar bord niet leeg. Ze klaagde over pijn in haar mond en kon daardoor niet kauwen. Mevrouw Simonse bleek het gebit van een medepatiënt te dragen. Dit gebit was al enige dagen zoek. Het gebit van mevrouw Simonse werd teruggevonden onderin haar tas. Daar was ze erg verbaasd over. Sindsdien is het tanden poetsen niet goed meer mogelijk. Mevrouw Simonse wil haar gebit niet uitdoen en bijt en krabt de begeleiders wanneer die haar willen helpen bij het tandenpoetsen. Het eten blijft moeizaam. Ze eet langzaam en eet regelmatig haar bord niet leeg. Ze pakt de aardappelpuree van het bord van haar buurman. Ook stopt ze tijdens het eten etenswaren in haar tas, zoals broodjes en vleeswaren. Als de begeleiders haar erop wijzen dat dit niet de bedoeling is, wordt mevrouw Simonse erg boos. Ze kan niet goed uitleggen waarom ze boos is. Ze uit haar boosheid door te schreeuwen en met serviesgoed te smijten. De medebewoners zijn bang voor mevrouw Simonse en ze worden onrustig door haar gedrag. Casus Jamy Jamy is 24. Hij heeft het syndroom van Down en woont in een woonvorm voor jong volwassenen met een matige verstandelijke beperking. Jamy werkt met veel plezier op de afdeling houtbewerking van het activiteitencentrum. Twee weken geleden heeft hij zijn rechterarm gebroken en hierdoor kan hij niet werken. Jamy verblijft daardoor meer uren in de woonvorm. Hij gaat alleen s middags naar het activiteitencentrum en heeft daar aangepast werk. Hij helpt dan bij het opruimen en het koffie zetten. De begeleiding merkt dat het niet goed met Jamy gaat. Hij is prikkelbaar en kortaf. Hij heeft een paar maal een woede-uitbarsting gehad zonder duidelijke aanleiding. Hij is in de afgelopen twee weken drie kilo aangekomen. Hij eet veel en kauwt lang op zijn eten. Het lijkt alsof hij uren later nog op zijn eten kauwt. Gisteren bleek dat hij een teennagel van zijn voet getrokken had. Jamy vertelde toen dat hij zich ongelukkig voelt. Hij weet niet waar dat door komt. De medebewoners ergeren zich aan het gedrag van Jamy en gaan hem steeds meer negeren. opdracht 4 Schrijf op welke casus je kiest. 24 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 24 19/07/16 11:56

Probleemgedrag opdracht 5 Herken het probleemgedrag. Kies in de casus minimaal twee gedragingen van de cliënt die je herkent als probleemgedrag. Leg uit waarom je deze gedragingen probleemgedrag kunt noemen. Gebruik hierbij de theorie en de uitleg van de les. opdracht 6 Analyseer het gedrag. Maak een omschrijving van het probleemgedrag waar je een plan van aanpak voor gaat maken. Vat de informatie over het probleemgedrag in onderstaand analyseschema samen. Analyse van het probleemgedrag Omschrijving van het probleemgedrag Uiting van het probleemgedrag (waar, wanneer, bij wie, hoe, enzovoort) Oorzaak of oorzaken van het probleemgedrag Take Care Module 3 Leeropdracht: Probleemgedrag 25 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 25 19/07/16 11:56

opdracht 7 Maak een plan van aanpak dat gericht is op vermindering van het probleemgedrag. Het plan bevat: tenminste twee actie; de doelstelling van de actie; per actie aanwijzingen over het wat, wanneer, waar, waarmee, met wie en hoe ; bij het hoe ook aanwijzingen voor de non-verbale en verbale communicatie. Plan van aanpak versie 1 Actie 1 Doelstelling: Actie 2 Doelstelling: 26 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 26 19/07/16 11:56

Probleemgedrag opdracht 8 Bespreek je uitwerking van opdrachten 5, 6 en 7 met een medestudent. a Is het beschreven gedrag probleemgedrag? Waarom wel of niet? b Is de genoemde oorzaak herkenbaar? Waarom wel of niet? c Zijn de acties helder beschreven en uitvoerbaar? Waarom wel of niet? d Zijn de acties een mogelijke oplossing voor het beschreven gedrag? Waarom wel of niet? e Wat is top aan je uitwerking van opdracht 7 en 8? f Welke tip heeft je medestudent voor jou? opdracht 9 Stel zo nodig na de feedback je plan van aanpak bij. Plan van aanpak versie 2 Actie 1 Doelstelling: Actie 2 Doelstelling: Take Care Module 3 Leeropdracht: Probleemgedrag 27 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 27 19/07/16 11:56

Afronden opdracht 10 Lever je definitieve plan van aanpak in bij de docent. opdracht 11 Kijk terug op deze zelfstudieopdracht. Kom tot een zelfbeoordeling in onderstaand schema. Zelfbeoordeling goed voldoende onvoldoende Ik kan gedragsproblemen herkennen. Ik kan mogelijke oorzaken van gedragsproblemen herkennen. Ik kan bij een casus een verantwoord plan van aanpak maken. 28 01_569701_TC_OB_M3_BW.indd 28 19/07/16 11:56