Taxonomie van Bloom (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren Ontwerpen, maken, plannen, produceren, uitvinden, bouwen 5. Evalueren Motiveren of rechtvaardigen van een besluit of gebeurtenis Controleren, hypothetiseren, bekritiseren, experimenteren, beoordelen 4, Analyseren Informatie in stukken opdelen om de verbanden en relaties to onderzoeken Vergelijken, organiseren, uit elkaar halen ondervragen, vinden 3. Toepassen Informatie in een andere context gebruiken Bewerkstelligen, uitvoeren, gebruiken, toepassen 2. Begrijpen Ideeën of concepten uitleggen Interpreteren, samenvatten, benoemen, classificeren, uitleggen 1. Onthouden Informatie herinneren Herkennen, beschrijven, benoemen 1
Voor in de klas: wissel steeds inhoud en werkvorm af (dus niet steeds een spreekbeurt of muurkrant); laat het kind zelf ideeën en oplossingen aandragen (construeren); het moet het creatief denken stimuleren; bij de leerstof kunnen andere vragen/opdrachten gemaakt worden, bijvoorbeeld met behulp van de Taxonomie van Bloom of denksleutels; het materiaal moet gelegenheid bieden tot het geven van meerdere oplossingen; vraag naar eigen inbreng/ervaringen rond het onderwerp; een spel laten maken met vragen over het onderwerp; een schema van de leerstof maken; het onderwerp vergelijken in de ruimte (andere landen) in de tijd (hoe was het toen?) laat zelf een probleem bij het thema bedenken en vervolgens een opdracht bedenken en die oplossen. Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën (data, gebeurtenissen, plaatsen) Actiewoorden: Benoem Wat gebeurde er na...? Definieer Hoeveel...? Beschrijf Wat is...? Toon Wie was het die...? Identificeer Benoem...? Verzamel Wat is de definitie van...? Onderzoek Beschrijf de manier waarop...? Wie Wie...? Wat Wat is goed / fout...? Wanneer 2
Begrijpen Begrijpen van informatie (kennen), betekenis geven aan informatie, vertalen van kennis naar nieuwe context, interpreteren, vergelijken van feiten, ordenen, groeperen, afleiden van oorzaken, voorspellen van gevolgen Actiewoorden: Vat samen Kun je uitleggen waarom...? Beschrijf In je eigen woorden? Bespreek Hoe verklaar je...? Interpreteer Kun je een samenvatting geven? Formuleer conclusies Wat denk je dat er vervolgens zal gebeuren...? Contrasteer Wie zal volgens jou...? Voorspel Wat is de hoofdgedachte achter...? Leg verbanden Kun je verduidelijken...? Onderscheid Illustreren met een voorbeeld? Toepassen De vaardigheid om kennis in nieuwe en concrete situaties toe te passers Actiewoorden: Verander Pas toe Relateer Demonstreer Classificeer Bereken Experimenteer Vul aan Illustreer Weet je nog een andere situatie waarin...? Toon Kun je... categoriseren volgens...? Los op Welke factoren zullen veranderen als...? Onderzoek Welke vragen zou je stellen aan...? Pas aan Kun je aan de hand van de gegeven informatie een instructie geven over...? 3
ANALYSEREN Omschrijving: Onderdelen met elkaar in verband brengen. Opdelen van informatie in onderdelen. Ontleden tot deelproblemen. Verbanden aanleggen De vaardigheid om informatie op te delen in onderdelen zodat de structuur kan worden begrepen en bestudeerd. Acties: Analyseer Scheid Orden Leg uit Verbind Classificeer Deconstrueer Vergelijk Selecteer Producten Enquête Mobiel Verslag Grafiek Spreadsheet Checklist Kaart Tabel Documentaire Leid af In delen splitsen Patronen beschrijven Onderzoek Construeer In delen splitsen Patronen beschrijven Wat zou niet gebeurd zijn als? Als. waar is, wat betekent dat dan voor? Op welke manier is. Het zelfde als? 4
Wat zijn andere mogelijke uitkomsten? Waarom gebeurde? Kun je uitleggen wat er gebeurde toen? Welke problemen kom je tegen bij? Kun je onderscheid maken tussen?wat waren de motieven voor? Wat was het keerpunt? Voorbeeldvragen/opdrachten: Bedenk een theorie waarin je verklaart waarom de dinosaurussen zijn uitgestorven. Voorspel hoe dingen tegenwoordig anders zouden zijn wanneer ze niet waren uitgestorven. Kies insecten uit die je het best vindt passen in onderstaande vergelijkingen: - zo lief als een - zo lawaaierig als een - zo snel als een - zo grappig als een - zo irritant als een - zo klein als een - zo populair als een - zo gek als een - zo slim als een - zo lelijk als een Vergelijk een oceaan met: - een meer, - een zee en een rivier. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? (Tenminste vijf verschillen en vijf overeenkomsten) 5
EVALUEREN Omschrijving: Gericht op een beargumenteerd oordeel en standpunt. Beoordeelt idee, materialen, methoden op waarde. Ontwikkelen en verdedigen van een opinie. Ontwikkelen en toepassen van criteria. De vaardigheid om de waarde van iets te kunnen beoordelen in relatie tot een bepaald doel. Acties: Beoordeel Orden Toets Meet Overtuig Selecteer Producten Debat Verslag Evaluatie Beoordeling Conclusie Overtuigende speech Leg uit Concludeer Vergelijk Vat samen Geef een cijfer Beslis Geef een aanbeveling Ondersteun Beargumenteer Maak een onderscheid Is er een betere oplossing voor? Beoordeel de waarde van? Verdedig je mening over? 6
Vind je goed of fout? Hoe zou jij hebben aangepakt? Welke veranderingen raad jij aan? Hoe zou jij je voelen als? Hoe effectief zijn? Wat zijn de consequenties van? Welke invloed op ons leven heeft? Wat zijn de voors en tegens van? Voorbeeldvragen/opdrachten: Maak een lijst met criteria waarmee je boeken over dinosaurussen kunt beoordelen. Gebruik deze lijst om tenminste vijf boeken te beoordelen en bepaal welk boek het meest geschikt is om aan te raden aan je klasgenootjes. Schrijf een verslagje van je bevindingen met daarin beschreven hoe je tot je conclusie bent gekomen. Als jij een insect zou zijn welk insect zou je zijn en waarom? Geef tenminste vijf redenen. Je staat op het punt om een lange bootreis over de oceaan te maken. Er is maar beperkt ruimte aan boord. Je mag maar vijf van de volgende items meenemen op je reis: - roeispaan, deken, verbanddoos, reddingsvest, anker, kompas, water/voedsel voorraad, zakmes en een voorwerp van je keuze. Welke dingen neem je mee en waarom? Zou invoering van de doodstraf een goede zaak zijn? 7
SYNTHETISEREN/CREËREN Omschrijving: Gericht op onderdelen samen te brengen tot iets nieuws. Ontwikkelen van nieuwe ideeën, oplossingen, producten. De vaardigheid om met behulp van het geleerde nieuwe ideeën, oplossingen, producten te ontwikkelen. Acties: Combineer Plan Ontwerp Maak Ontwikkel Onderzoek Stel op Formuleer Herschrijf Voorspel Producten Film Verhaal Project Nieuw spel Media product Advertentie Lied Schilderij Plan Toneelstuk Schrijf Schep Wat als? Stel samen Bouw Kun je een ontwerpen, waarmee? Zie je een mogelijke oplossing voor? Als je toegang had tot alle informatie en middelen, wat zou je dan doen met? 8
Ontwerp je eigen manier om? Wat zou gebeuren als? Op hoeveel manieren kun je? Kun je nieuwe en ongebruikelijke manieren verzinnen om te gebruiken? Kun je een voorstel schrijven waarmee je? Voorbeeldvragen/opdrachten: Doe alsof je een paleontoloog bent en je net de resten van een tot op heden onbekende dinosaurussoort hebt gevonden. Schrijf een artikel voor in de krant waarin je beschrijft waar en wanneer je de resten hebt gevonden, hoe je de dinosaurus hebt genoemd, hoe het dier er waarschijnlijk heeft uitgezien en wat je maar meer kunt verzinnen. Maak ook een tekening van je dino. Combineer delen van verschillende insecten met elkaar en creëer zo een nieuw insect. Maak een tekening van het nieuwe insect en beschrijf de onderdelen. Ontwerp een onderwater vakantiepark van de toekomst. Maak een reclamefolder voor dit park waarin je de mogelijkheden in detail beschrijft. Ontwerp een ideale stad. Schrijf een artikel met jouw oplossing voor het fileprobleem. 9