I. MEERJARENPROGRAMMA WEGEN 2009-2018



Vergelijkbare documenten
HOLLAND. Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten

Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Informatienota KENNISNEMEN VAN: Neerijnen

A L G E M E E N B E S T U U R

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie

Raadsvoorstel agendapunt

Onderwerp : Afsluiting financieel kader Bijgesteld Ontwikkelingskader Stationsgebied en kredieten korte termijn ontwikkeling Stationsgebied

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

H.C.J. Meijvis, 9710 IF Ke. Actualisatie huisvestingsplannen.

Najaarsnota 2017 Beleidsmatige en financiële actualisatie Provincie Gelderland

Notitie Rentebeleid 2007

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: OOPOVL02

Raadsvoorstel. Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/43 Agendapunt nummer: 14

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

Voorstel aan het AB. Van Dagelijks Bestuur Corsanr. pjmans/ Onderwerp Afsluiten kredieten + kredietvotering nieuwe projecten 2013

Berry Verlijsdonk raad

Nota van B&W. Onderwerp Afsluitend krediet woonrijpmaken Monacopad

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Toekomst Riegmeer: 3 e sessie werkgroep Raad 5 juli. 1. Inleiding

Bouwgrondexploitatie Rapportage 3e kwartaal 2010

Statenvoorstel. Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 6 juni 2012 ALDUS VASTGESTELD 14 JUNI Krediet oostelijke randweg en aanpassing Ondernemingsweg

E E R H U G O. De Raad wordt verzocht om de normatieve grondexploitatie van de Horst vast te stellen

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls;

dhr. J. Ophoff - Financiën 1. Bestuur

Aanleg kunstgras Duinrand S. Aan de raad,

2. Toelichting projectaanpassingen De volgende categorieën mutaties op de Planontwikkelings- en Uitvoeringslijst worden onderscheiden:

De kapitaallasten van genoemde investeringen kunnen worden opgevangen binnen de bestaande budgetten van beide meldkamers.

Bijlage 2 bij CI/06/40c RENTENORMERINGSBALANS BIJ NACALCULATIE t.a.v. de bepaling van de aanvaardbare rentekosten 2005

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 13 februari Datum vergadering CHI. 27 februari 2019

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma

Nr. 35 van de agenda 2003 van Provinciale Staten van Overijssel

15 maart Begrotingswijziging

ALGEMEEN BESTUUR. Argumenten 1.1 Prognose eindstand traject 1 (Oostersluis-Bronssluis) Eemskanaal ligt ,- onder uitvoeringskrediet

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord)

Vergaderdatum 6 januari 2016 Kredietaanvraag t.b.v. influentgemaal en -roosters Emmen Agendapunt 7. Opsteller/indiener J.R. Limbeek R.S.

Haarlem, 23 augustus Onderwerp: Begroting Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

Financiële begroting 2015 samengevat

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Nota reserve- en voorzieningenbeleid

Uitvoeringsnotitie Meerjaren Onderhoudsprogramma Verhardingen (MJOP )

Bijlage VIII Subsidieverleningen 2015

Raadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie Zaaknummer OOPOVL02. Onderwerp Kredietaanvraag geluidschermen A59 versie 7 december 2010

Nummer : Onderwerp : Actualisatie exploitatie opzetten 2017

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

raadsvoorstel Aan de raad,

Raadsvergadering, 27 oktober Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Reconstructie Brug Singel.

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Investeringsplan met een doorkijk naar Bijlage bij de Voorjaarsnota

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

* * Statenvoorstel

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

: mevr. F. Langerak-Oostrom. : M. van Dam

loonstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 1,6% prijsstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 2,25% inflatiecorrectie tarieven: 1,08% 1,08%

Onderwerp: Kredietaanvraag herinrichting het plein De Vennen Delfzijl.

CV) 33/iot/ 25 juni 2008

: Financiering herinrichting Hottingawei Wommels

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING d.d

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

= = Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 Agendanr..

*) in dit bedrag zijn eveneens opgenomen "dubo" maatregelen als zijnde photovoltaïsche zonnepanelen (PV-cellen) en een sedum dakbedekking.

Oan Provinsjale Steaten

AFWIJKINGEN OP DE RAMINGEN VAN LASTEN EN BATEN. Totaal per thema

24 januari 2012 Corr.nr , VB Nummer 2/2012 Zaaknr

Raadsstuk. Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442

Toelichting begrotingswijziging bescherming en opvang

Voorstel raad en raadsbesluit

Nota reserves en voorzieningen

1. Inleiding. 2. Toetsing aan de richtlijnen. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp toetsing restant kredieten 2005

Onderwerp : Jaarprogramma 2016 en meerjarenprogramma onderhoud openbare ruimte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INHOUDSOPGAVE. I. Inleiding. II. Voorjaarsnota III. Uitgangspunten voor de begroting IV. Ontwikkelingen meerjarenperspectief 2014 Î 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

Onderwerp: Actualisatie grondexploitatie Piramide \ Schoolmeesterswoning

OPENBAAR tussentijds Meerjaren Programma Grondzaken 2017

(pagina 3) (pagina 6)

Gemeente fi Bergen op Zoom

agendapunt H.02 Aan Verenigde Vergadering

Revitalisering provinciehuis

Raadsstuk. Onderwerp Aanpassen en beschikbaar stellen krediet uitbreiding en renovatie van basisschool Molenwiek Dalton, Betuwelaan 2

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp

VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

Voordracht voor de raadsvergadering van 26 januari 2011

Nota van B&W. Onderwerp kredietaanvraag realisatie tijdelijke ligplaatsen

Begroting Regiovisie Groningen-Assen 2030

Onderwerp Ontwikkelingsvisie en uitvoeringsprogramma Amstelland

In hoofdstuk 12 van deze nota zijn de financiële kaders opgenomen voor de grondexploitaties.

Transcriptie:

BIJLAGE 6 MEERJARENPROGRAMMA WEGEN I. MEERJARENPROGRAMMA WEGEN 2009-2018 1. Inleiding In het meerjarenprogramma wegen 2009-2018 (MJP) zijn alle grote wegenwerken, die zich in de uitvoerings- of planfase bevinden, opgenomen. Het gaat in het algemeen om wegenwerken waarmee een investeringsbedrag is gemoeid van tenminste 2,5 miljoen euro of hoger. Wanneer een groot wegenwerk gereed is, wordt het normaliter in 20 jaar afgeschreven. Van de meeste grote wegenwerken komen de kapitaallasten (de rente en afschrijving) ten laste van de Reserve Wegenbouwprojecten. De uitgaven van sommige werken worden niet geactiveerd en afgeschreven, maar komen ineens ten laste van de desbetreffende reserve of voorziening. Enkele grote wegenwerken worden (voor een groot deel) gefinancierd met middelen uit de Reserve OV-Infra Statenakkoord. Deze reserve wordt o.m. gevoed met (een verhoging van de) opcenten motorrijtuigenbelasting. Dit betreft de Reconstructie N302 (Lorentz-Oost), de N18 (omlegging Eibergen) en deels de N348 (ontsluiting bedrijventerrein De Mars). Ook vanuit het Meerjarig Investeringsfonds Gelderland (MIG) worden substantiële bijdragen verstrekt aan de realisatie van enkele grote infrastructurele projecten. Het meerjarenprogramma wegen bestaat uit een uitvoerings- en een planontwikkelingslijst. Op de uitvoeringslijst staan projecten die in uitvoering zijn en waarvoor geldt dat uw Staten kapitaalkredieten hebben verstrekt (zowel voorbereidings- als uitvoeringskredieten). De projecten die op de planontwikkelingslijst staan, bevinden zich in een vroeger stadium. Het gaat om kostenramingen; vrijwel altijd hebben uw Staten wel al voorbereidingskredieten verstrekt. Bij grote wegenwerken, waarvan de projectkosten geactiveerd worden, is er sprake van een voorbereidings- en een uitvoeringskrediet en kan een voorbereidingsfase duidelijk van een uitvoeringsfase worden onderscheiden. Wanneer de voorbereidingsfase is afgerond, worden de geactiveerde kosten getotaliseerd en afgeschreven, zodat onnodige kosten (rentebijschrijving) worden voorkomen. De bouwrente wordt immers elk jaar berekend over de tot dusver gemaakte kosten. Wanneer deze methodiek niet zou worden gehanteerd zou een groot deel van het budget opgaan aan de (gecumuleerde) bouwrente. De begrotingsaanpassingen van projecten op de planontwikkelingslijst zijn aanpassingen van kostenramingen; hiervoor worden dus geen kredietverhogingen of -verlagingen aan uw Staten gevraagd. Voor kredietaanpassingen worden altijd statenvoorstellen ingediend. Vaak gebeurt dit gelijktijdig met de aanpassing van de meerjarenplanning bij Voorjaarsnota of begroting. De aanpassingen van de meerjarenbegroting 2009-2018 zullen hieronder de revue passeren. Het goed monitoren van de grote wegenwerken is, alleen al vanwege het geld dat met deze projecten is gemoeid, van groot belang. Daarom wordt vanaf 2007 twee keer per jaar het meerjarenprogramma wegen bijgesteld c.q. geactualiseerd. Dit gebeurt bij de voorjaarsnota en bij het vervolgvoorstel van de begroting. Bij het opstellen van het MJP is, zoals de laatste jaren gebruikelijk, uitgegaan van een bouwrente en inflatie van respectievelijk 6,0 en 2,5 %. Er heeft een nieuwe doorrekening plaatsgevonden van de Reserve Wegenbouwprojecten: nagegaan is of de geplande investeringen (inclusief de aanpassingen) gedekt kunnen worden uit de reserve Er zijn allerlei oorzaken aan te wijzen waardoor de doorlooptijd en/of kostenraming van een wegenproject verandert. Deze oorzaken komen aan bod in paragraaf 2. In paragraaf 3 wordt nader ingegaan op de actualisatie van het meerjarenprogramma wegen. In paragraaf 4. vragen wij uw Staten de verschillende kredietverhogingen en verlagingen te honoreren en kennis te nemen van de aangepaste kostenramingen. 2. Aanpassingen meerjarenprogramma wegen In paragraaf 3 is voor de uitvoerings- en planontwikkelingslijst aangegeven welke projecten t.o.v. het MJP 2009-2018 (versie VJN 2008) zijn aangepast. De aanpassingen zijn te verdelen in: a. verschuivingen in de tijd en/of aanpassing van de doorlooptijd; b. verhogingen c.q. verlagingen van kostenramingen. ad. a. Bij verschuivingen in de tijd gaat het veelal om een vertraging in de geplande uitvoering. Een verschuiving in de tijd kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door: - beroeps-, bezwaren- en onteigeningsprocedures; - geen overeenstemming met gemeenten, belanghebbenden etc. 1

Bij verschuivingen in de tijd vindt een inflatiecorrectie plaats, aangezien het project b.v. met één of twee jaar naar achter wordt geschoven. Er is geen sprake van een reële kostenstijging, want de beschikbare middelen worden ook voor de inflatie gecorrigeerd. Een verschuiving in de doorlooptijd heeft gevolgen voor de toerekening van bouwrente. Een langere doorlooptijd leidt in het algemeen tot een hogere bouwrente. ad. b. Hogere of lagere kostenramingen kunnen ontstaan door: - verandering van de projectscope; - optredende risico s; - niet voorziene prijsontwikkelingen; - afwijking van de werkelijke aanbestedingssom t.o.v. de raming van het bestek; - de nadere uitwerking van de kostenramingen (toename inzicht). Een hogere kostenraming c.q. een kredietaanvraag leidt natuurlijk ook tot hogere bouwrentekosten en een inflatiecorrectie. 3. Actualisatie meerjarenprogramma wegen Hieronder zal per project aangegeven worden wat de reden (redenen) is (zijn) voor een verhoging of verlaging van de kostenraming en/of verschuiving in de tijd. 3.1 Projecten op de uitvoeringslijst Reconstructie Nijmeegseplein De financiele afronding van het project vindt plaats in 2009, hiervoor is nog een bedrag geraamd van 10.000. Het projectkrediet moet met 2.000 worden verhoogd. Rondweg Hedel De werkelijk in rekening gebrachte rente was in 2008 lager dan geraamd. Hierdoor wordt het projectbudget met bijna 100.000 verlaagd. A50 Heteren-Arnhem 2 e fase De voorbereidingsfase is eind 2008 afgesloten met een voordeel van bijna 35.000. Bij het uitvoeringskrediet is de werkelijk in rekening gebrachte bouwrente over 2008 lager dan geraamd. Hierdoor moeten de kredieten in totaal met 258.500 worden verlaagd. Doortrekking Druten-Beneden Leeuwen Dit project is gesplitst in een voorbereidingskrediet, een uitvoeringskrediet en een krediet voor de overige uitvoeringskosten. Om tot een goede kostenregistratie te komen is het onderdeel van de aansluiting Horssen ook als apart project opgenomen. Door het opnemen van een krediet voor de overige uitvoeringskosten kan de afschrijving van het uitvoeringskrediet starten, waardoor er geen bouwrente over dit deel van het project betaald moet worden. Hierdoor neemt de geraamde bouwrente af. Verder neemt door een verschuiving in het uitgavenpatroon de inflatie toe. Per saldo moet het projectkrediet met 1.431.000 worden verlaagd. Leefbaarheid Huinen/Putten Het uitvoeringskrediet moet met 600.000 worden verhoogd door een uitbreiding van de scope van het project op verzoek van de gemeente Putten. Deze verhoging wordt gefinancierd door een bijdrage van de gemeente. Rondweg Hummelo Het voorbereidingskrediet wordt één jaar later, in 2009, afgesloten, waardoor nog een jaar bouwrente in rekening wordt gebracht. Het voorbereidingskrediet moet hierdoor met 56.000 worden verhoogd. Voor dit project hebben Uw Staten inmiddels een uitvoeringskrediet verstrekt. Op het uitvoeringskrediet is reeds in 2008 een bijdrage van de gemeente ontvangen, hierdoor is de geraamde bouwrente positief. Conform het door Uw Staten verstrekte krediet zijn de uitvoeringskosten verhoogd. Per saldo moet het uitvoeringskrediet met 90.300 worden verlaagd. Geluidreducerende maatregelen n.a.v. Rondweg Zeddam De geluidsbelasting bij de omwonenden na aanleg van rondweg Zeddam is te hoog. De gekozen oplossing is het aanbrengen van gevelissolatie. Hiervoor is een budget benodigd van 200.000, waarvan 100.000 wordt gefinancierd uit het speciaal gereserveerde budget voor z.g. Hot Spots. 100.000 wordt gefinancierd uit de reserve wegenbouwprojecten. 2

3.2 Planontwikkelingslijst Alleen aanpassingen in de ramingen van meer dan 100.000 worden toegelicht. Kleinere aanpassingen ontstaan meestal door kleine verschuivingen in de geplande uitgaven gedurende de looptijd van het project. Hierdoor kunnen bouwrente en inflatiecorrectie toe- of afnemen. Rondweg Voorthuizen Het voorbereidingskrediet moet met 300.000 worden verhoogd door een langere doorloop van de voorbereiding. Deze 300.000 wordt in mindering gebracht op het uitvoeringskrediet. De start van de uitvoering is met één jaar naar achteren verschoven. De doorlooptijd is verkort, hetgeen leidt tot een verlaging van de geraamde bouwrente. Rondweg Lochem De geraamde uitgaven zijn een jaar naar achteren verschoven, hetgeen leidt tot een verhoging van de inflatie en de bouwrente. Reconstructie N348 Ontsluiting bedrijventerrein De Mars In 2009 wordt in het kader van dit project bedrijventerrein Luvata aangekocht, hiernaast zullen ook activiteiten in het kader van het inpassingsplan, millieuonderzoek, de planvoorbereiding van civiele kunstwerken en de afronding van het MER en de tracékeuzenotitie plaatsvinden. Het voorbereidingskrediet moet hierdoor worden verhoogd met 6.000.000. Voor 2.500.000 wordt dit gefinancierd met een bijdrage uit MIG. Uw Staten wordt gevraagd dit bedrag beschikbaar te stellen. De overige 3.500.000 wordt gefinancierd uit de voorziening N348. Traverse Dieren Een aanvullend voorbereidingskrediet is inmiddels door Uw Staten verstrekt. Rondweg Eibergen In de door de Provincie Gelderland toegezegde bijdrage aan het rijksproject Rondweg Eibergen/N18 is geen rekening gehouden met een aanpassing ivm prijsontwikkeling. Rijkswaterstaat heeft de regionale partners gevraagd alle toegezegde bijdragen per 1 januari 2010 beschikbaar te stellen en een inflatiecorrectie toe te passen over de jaren 2008-2009. Voor Gelderland komt dit neer op een bedrag van 2,7 mln. De raming is hierop aangepast. Deze verhoging kan worden opgevangen binnen de reserve OV-Infra Statenakkoord. 4. Besluitvorming Provinciale Staten Aan Uw Staten wordt voorgesteld de in paragraaf 3.1 en 3.2 genoemde kredietaanpassingen vast te stellen en kennis te nemen van de aanpassingen van de ramingen in de planontwikkelingslijst. 3

II. DOORREKENING RESERVE WEGENBOUWPROJECTEN 2008-2021 1. Inleiding Het meerjarenprogramma wegen wordt met ingang van 2007 tweemaal per jaar geactualiseerd (bij voorjaarsnota en bij vervolgvoorstel begroting). Vervolgens wordt gekeken of de geplande investeringen (inclusief de aanpassingen) gedekt kunnen worden uit de reserve Wegenbouwprojecten. De reserve Wegenbouwprojecten wordt vanaf 2006 nog uitsluitend gebruikt voor het financieren van grote wegenprojecten en het verstrekken van subsidies/bijdragen aan derden in dit kader. Het betreft over het algemeen wegenwerken, waarmee een investeringsbedrag is gemoeid van 2,5 miljoen euro en hoger. Overigens betekent dit niet dat álle grote wegenprojecten worden gefinancierd uit de reserve wegenbouwprojecten. In het meerjarenprogramma wegen 2009-2018 (hiervoor) hebben wij ook de projecten vermeld die worden gefinancierd met andere middelen: MIG (Meerjarig Investeringsfonds Gelderland) en reserve OV-Infra (extra opcenten motorrijtuigenbelasting). De hierna geschetste prognoses betreffen uitsluitend de ontwikkeling van de reserve wegenbouwprojecten. De voeding van de reserve bestaat voornamelijk uit een structurele dotatie, die ieder jaar wordt geïndexeerd. In paragraaf 2. wordt ingegaan op de doorrekening van de reserve Wegenbouwprojecten. Hiervoor is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Deze uitgangspunten en het (geprognosticeerde) verloop van het saldo van de reserve komen in deze paragraaf aan bod. De reserve Wegenbouw heeft naast een spaarfunctie ook een bufferfunctie. De vrije ruimte in de reserve dient voor het afdekken van enkele risico s (zie paragraaf 3) én voor in de naaste toekomst te ontwikkelen grote infrastructurele projecten. In paragraaf 4. zijn twee tabellen opgenomen. In tabel 1. worden de kapitaallasten van de voltooide, de onderhanden wegenwerken en de werken die zich in de planfase bevinden gepresenteerd. Het verloop van het saldo van de reserve Wegenbouwprojecten is terug te vinden in tabel 2. 2. Doorrekening reserve Wegenbouwprojecten Uitgangspunten Bij de doorrekening van de reserve Wegenbouwprojecten is uitgegaan van de volgende uitgangspunten. - de investeringsbedragen en de planning van de uitgaven van het MJP 2009 t/m 2018; - de besluiten uit het coalitieakkoord 2007-2011 die betrekking hebben op de reserve Wegenbouwprojecten: De rondweg Putten wordt niet uitgevoerd Daarvoor in de plaats komen infrastructurele maatregelen in het gebied Huinen/Putten ter bevordering van de leefbaarheid De rondweg Laag Soeren wordt niet uitgevoerd Voor de aanleg van de rondweg Lochem wordt 10 mln extra gereserveerd Er wordt in totaal 3 mln gereserveerd voor onderzoeken naar grote infrastructurele knelpunten - het voorstel over de actualisatie van het MIG in 2008. In dit voorstel is in totaal 50 mln opgenomen voor weginfrastructuur in de periode 2011 t/m 2017, vooral als compensatie voor de sterk gestegen kosten in de wegenbouwsector. De betreffende bedragen zijn in deze doorrekening opgenomen als extra dotaties aan de reserve wegenbouwprojecten; - het in het vervolgvoorstel van de begroting 2009 opgenomen voorstel om de structurele dotatie aan de reserve wegenbouwprojecten te verlagen met 2 mln. ten faveure van groot onderhoud aan het Gelders wegennet; - een annuïtaire wijze van afschrijven en een afschrijvingstermijn van 20 jaar; - dat sommige grote wegenwerken (zie MJP 2009 t/m 2018) direct worden afgeschreven ten laste van de reserve (met name de bijdragen aan derden en enkele projecten waarvan de bijdrage uit deze reserve slechts een klein bedrag betreft); - een bouwrente van 6% en een inflatiepercentage van 2,5 %; - een saldo van de reserve per 31 december 2008 van 37,2 miljoen; - een jaarlijkse bijdrage van het beleidsveld Verkeer en Vervoer aan het bureau antecedentenonderzoek (het betreft een jaarlijkse bijdrage van 125.000,-); - een inflatiecorrectie op het beginsaldo van de reserve Wegenbouwprojecten van 2,5%; deze inflatiecorrectie vindt ieder jaar plaats; - een bijdrage van de reserve Wegenbouwprojecten in 2012 aan het project doortrekking A 15 van 25 miljoen (prijspeil 2007, dit betekent ongeveer 28,5 mln op prijspeil 2012); 4

- een bedrag (geschat op 10 mln) dat nodig is om de bijdrage aan de A15 uit het MIG ( 75 mln) op prijspeil 2013 te brengen; - een bijdrage aan de gemeente Nijmegen t.b.v doorstromingsmaatregelen bij de A325; de exacte hoogte van deze bijdrage is nog niet bekend; - een (structurele) dotatie aan de reserve Wegenbouwprojecten; deze dotatie bedraagt in 2009 zo n 14 miljoen euro en wordt elk jaar opgehoogd voor prijsinflatie (2,5 %). Om een beeld te krijgen van de nog beschikbare investeringsruimte op middellange termijn, is rekening gehouden met 55 mln aan investeringsruimte in de periode 2013 t/m 2017. Hiermee blijft de reserve ook op lange termijn net positief. Deze 55 mln is dus beschikbaar voor nog niet benoemde projecten (nog niet opgenomen in de MJP 2009-2018). Dit zullen met name de projecten zijn die voortvloeien uit de vijf onderzoeken naar grote infrastructurele knelpunten die in het coalitieakkoord 2007-2011 zijn genoemd. Voor uitvoering van deze projecten zijn, naast de investeringsruimte in de reserve Wegenbouwprojecten, nog extra middelen toegezegd uit het MIG ( 35 mln in 2012 en 35 mln in de periode 2015 t/m 2017), waarmee in totaal ongeveer 125 mln beschikbaar is voor nog niet benoemde projecten. Gebaseerd op bovenstaande uitgangspunten en rekening houdend met nieuwe projecten, waarvan de investeringslasten in de periode 2013 t/m 2017 niet meer zullen bedragen dan 55 mln, laat het verloop van het saldo van de reserve Wegenbouwprojecten het volgende beeld zien: Verloop saldo reserve Wegenbouwprojecten, 2008 t/m 2022 saldo x 1.000,- 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0-5.000 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 jaar Korte toelichting op de grafiek: Het grillige verloop in de periode 2009 t/m 2013 wordt veroorzaakt door eenmalige bijdragen/subsidies aan derden voor grote infrastructurele werken: - de aanpassing van de N224 door de gemeente Ede - de doorstromingsmaatregelen bij de N325 door de gemeente Nijmegen - de doortrekking van de A15 door Rijkswaterstaat In de daarop volgende jaren is er een redelijk evenwicht tussen de jaarlijkse dotatie aan de reserve (incl. de extra bijdragen uit het MIG) en de raming van de jaarlijkse rente- en afschrijvingslasten voor de reeds uitgevoerde en geplande grote wegenwerken. Voor meer gedetailleerde informatie over het verloop van de kapitaallasten en het saldo van de reserve Wegenbouwprojecten wordt verwezen naar paraaf 4 (bijlage I en II). 3. Risico's saldo reserve Wegenbouwprojecten Een prognose aangaande de toekomstige ontwikkeling van de reserve Wegenbouwprojecten gaat uit de aard der zaak gepaard met een aantal onzekerheden. De ontwikkeling op (middel)lange termijn wordt vooral beïnvloed door de omvang van de geactiveerde kosten per project en het jaar van 5

afronding. Pas vanaf dat moment komen de rente- en afschrijvingskosten ten laste van de reserve. Vertragingen in de voorbereiding of uitvoering van een project en/of aanpassingen van de kostenramingen kunnen de prognose van de meerjarenbegroting sterk beïnvloeden. Daarom wordt op deze plaats tweemaal per jaar een vernieuwde doorrekening gepresenteerd, waarin de meest actuele stand van zaken per project wordt verwerkt. Dit voorjaar hebben wij uw Staten uitgebreid geïnformeerd over de uitzonderlijke kostenstijgingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan bij grote infrastructurele werken. Daarnaast is een nieuwe kostenramingsystematiek geïntroduceerd. De aangepaste ramingen zijn reeds opgenomen in de hier gepresenteerde doorrekening van de reserve Wegenbouwprojecten. Naast deze onzekerheden in de realisatie van de planning willen wij een drietal specifieke risico s noemen die samenhangen met de meerjarenbegroting van de reserve Wegenbouwprojecten: 1. Het renterisico. Voor de doorrekening van de reserve speelt het renteniveau op twee plaatsen een rol: gedurende de bouwtijd (voorbereiding en uitvoering) van een project wordt jaarlijks over de tot dan toe gemaakte kosten bouwrente toegerekend. Een langere doorlooptijd leidt dus tot hogere (rente)kosten. Als het project is afgerond en vervolgens in twintig jaar wordt afgeschreven, is het renteniveau van belang voor de berekening van de annuïteit (de optelsom van rente- en afschrijvingskosten) die ten laste van de reserve wordt gebracht. Deze annuïteit wordt berekend op basis van het actuele renteniveau. In deze meerjarenbegroting is gerekend met een renteniveau van 6% (rekenrente). Als de werkelijke rente in de komende jaren boven dit niveau gaat stijgen, zullen de gevolgen daarvan binnen de reserve moeten worden opgevangen. Dit zal dus leiden tot uitstel of schrappen van projecten. Het omgekeerde is overigens ook het geval: een lagere rente heeft een positief effect op de reserve. 2. Milieurisico s. De afgelopen jaren zijn er nogal wat aanscherpingen geweest van de richtlijnen t.a.v. luchtkwaliteit en geluidsoverlast. Dit heeft in een aantal gevallen al geleid tot bezwaarprocedures en daaruit voortvloeiende gerechtelijke uitspraken, die op hun beurt weer leiden tot uitstel van een project en/of aanpassingen van het ontwerp. Dit kan de toekomstige ontwikkeling van de reserve Wegenbouwprojecten aanzienlijk beïnvloeden. Daarnaast kan het voorkomen dat in de fase van vooronderzoek of soms zelfs tijdens de uitvoering, gestuit wordt op bodemverontreiniging. Ook dit kan aanzienlijke kostenstijgingen en/of vertragingen met zich meebrengen. 3. Risico s in besluitvorming en procedures. De gang van zaken bij een aantal rondwegen uit het Statenakkoord laat zien dat het politieke besluitvormingsproces van grote invloed kan zijn op de planning van wegenbouwprojecten. Het creëren of behouden van draagvlak onder de bevolking, de afwikkeling van bezwarenprocedures, de aanpassing van bestemmingplannen, de wisseling van colleges na verkiezingen, zijn allemaal voorbeelden van omstandigheden die vertraging c.q. kostenstijging met zich mee kunnen brengen. 6

4. Bijlagen 1. Kapitaallasten grote wegenwerken 2009 t/m 2027 jaar voltooide onderhanden planontwik- totaal werken werken kelingslijst (bedrag * 1.000) (bedrag * 1.000) (bedrag * 1.000) (bedrag * 1.000) 2009-8.775-5.573 0-14.349 2010-8.815-486 -13.260-22.562 2011-8.813-1.413-449 -10.674 2012-8.237-2.405-29.209-39.850 2013-7.544-5.378-15.823-28.745 2014-7.316-5.378-16.259-28.954 2015-7.331-5.378-17.131-29.840 2016-7.347-5.378-8.003-20.728 2017-6.769-5.378-18.003-30.151 2018-5.984-5.378-8.003-19.366 2019-5.930-5.378-8.003-19.311 2020-5.939-5.378-8.003-19.320 2021-5.904-5.378-8.003-19.285 2022-5.880-5.378-8.003-19.261 2023-5.872-5.378-8.003-19.253 2024-5.883-5.378-8.003-19.264 2025-5.288-5.378-8.003-18.669 2026-3.384-5.378-8.003-16.765 2027-1.770-5.378-8.003-15.152 2. Saldo reserve Wegenbouwprojecten 2008 t/m 2026 jaar inflatiedotatie t.l.v. extra dotatie kapitaals- bijdrage bijdrage bijdrage saldo correctie gewone t.l.v. gewone lasten reserve GSO antecedentendienst dienst OV-infra bureau 2008 37.211 2009 930 14.006-14.349-125 37.674 2010 942 14.357-22.562-125 30.285 2011 757 14.715 5.000-10.674-125 39.959 2012 999 15.083 2.500-39.850-125 18.566 2013 464 15.460 5.000-28.745-125 10.620 2014 266 15.847 10.000-28.954-125 7.654 2015 191 16.243 10.000-29.840-125 4.123 2016 103 16.649 5.000-20.728-125 5.023 2017 126 17.065 12.500-30.151-125 4.438 2018 111 17.492-19.366-125 2.550 2019 64 17.929-19.311-125 1.107 2020 28 18.378-19.320-125 67 2021 2 18.837-19.285-125 -505 2022-13 19.308-19.261-125 -595 2023-15 19.791-19.253-125 -198 2024-5 20.285-19.264-125 693 2025 17 20.793-18.669-125 2.709 2026 68 21.312-16.765-125 7.199 7