oktober 2012 vanaf 9 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Smoezen
Smoezen 1 Zou je helpen met de afwas? Roep je: Nee, dat zal niet gaan! Ik moet op mijn kamer blijven tot mijn huiswerk is gedaan. Refrein 1: Sorry ma, het zal niet gaan. k Heb een afspraak op de maan. 2 Zou je soms de auto wassen? Roep je: Sorry, k zit in bad. Daarna moet ik naar de kapper met mijn hamster en de kat. Refrein 2: Sorry ma, het zal niet gaan. Ik zit vast in een orkaan. tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Refrein 4: Sorry ma, het zal niet gaan. Aan mijn neus groeit een banaan. Refrein 5: Sorry ma, ik wil wel, maar... Ik heb honderd smoezen klaar. 3 Zou je op je broertje passen? Roep je: Kan niet! Hoge nood. Ik kan ook niet naar beneden, want de kat ligt op mijn schoot! Refrein 3: Sorry ma, het zal niet gaan. Ik moet eerst een draak verslaan. 4 Zou je helpen tafel dekken? Roep je: Sorry, ik ben ziek. Daarna moet mijn vis naar zwemles. En de hond naar gymnastiek. Illustratie: Hans Meijer
Extra bij Smoezen Marian van Gog Zoek uit Zoek in de liedtekst naar smoezen. Onderstreep ze of markeer ze met een markeerstift. Bedenk wat je van de smoezen vindt. Geef elke smoes punten. Turf de punten en maak zo een top 3 van beste smoezen uit het lied. Wat maakt een smoes goed? Waaraan moet een goede smoes voldoen? Moet je denken: ja, dat kan best eens waar zijn? Of mag je overdrijven zodat iedereen erom zal lachen? Wanneer is een smoes een goede smoes? Stel criteria op waaraan een goede smoes volgens jou moet voldoen. Bekijk dan of jullie er allemaal hetzelfde over denken. Zelf smoezen bedenken Bedenk nu allemaal zelf één geweldig goede smoes. Schrijf hem op. Maak er een leuk briefje van met een toepasselijk plaatje. Het mag best een beetje cartoonesk zijn. Maak van al jullie smoezen een smoezenboek. Leuk om echt in de schoolbibliotheek te zetten, zodat anderen jullie smoezen ook kunnen lezen. Maar voor die tijd maak je eerst nog even een top 3 van jullie eigen beste smoezen! En nu even serieus... Praat in groepjes over smoezen en smoezen verzinnen. Wat vind je daarvan? Is het wel eerlijk? Of moet je gewoon altijd de waarheid zeggen: dat je vergeten bent je sommen te maken of dat je geen zin had om je topo te leren. Eerlijk duurt het langst. Of niet? Wat vinden jullie...? Woordenlijst markeren turven het criterium cartoonesk Ergens een teken opzetten, zodat je het later gemakkelijk terug kunt vinden. Tekst kun je goed markeren met een stift. Tellen door groepjes van vijf te maken. Als je turft, zie je snel hoeveel je hebt. Als je iets wilt beoordelen, wil je weten waarop je moet letten. Dat noem je een criterium, of, als er meer dingen zijn: criteria. Een cartoon is een grappig tekeningetje. Bedoeld om om te lachen. Cartoonesk wil dus zeggen: grappig getekend.
vanaf 9 jaar muziek: Ton Kerkhof tekst: Marian van Gog beschrijving: Wilma Hagen Smoezen We hebben allemaal af en toe geen zin om af te wassen of een ander klusje te doen. Je probeert er dan onderuit te komen met een stevige smoes. Het lijkt wel of sommige kinderen er een smoezenhandboek op na houden. Zij hebben altijd de beste smoezen en komen zo onder de meest vervelende klusjes uit. Het is om jaloers van te worden. In dit liedje vind je vast wel een paar handige tips die je kunt gebruiken als jóu iets gevraagd wordt waar je geen zin in hebt. De dans die bij het liedje hoort, dáár kom je niet onderuit. Welke smoes je ook verzint. Je kunt hem misschien wel toevoegen aan je smoezenboek: Nee, ik kan nu niet de tafeldekken. Ik moet eerst mijn dans oefenen...! R = rechts L = links Dit dansje is gebaseerd op de mambo. De mambo is een vlotte Zuid-Amerikaanse dans. De basispassen lijken op die van de salsa, maar worden in een ander, sneller, ritme gedanst. Het lijkt in het begin wat snel te gaan, maar met een beetje oefening lukt het vast prima. Vooral als je de passen niet te groot maakt, en je lichaam min of meer boven je voeten houdt. Zo kun je snel van richting veranderen. Je kunt dit dansje los dansen, dat staat leuk. Maar het kan ook als paar gedanst worden, dus met zijn tweeën. De beschrijving daarvan vind je helemaal onderaan. De 1en2-telling zorgt ervoor dat je in twee tellen drie passen kunt maken, daardoor ben je sneller. Ook al gaan de passen snel, probeer toch altijd wat gewicht te brengen naar de voet die voor-, achter- of zijwaarts stapt. Als je dit niet doet, ga je té snel en klopt de telling niet meer. Veel succes. 2 x 8 tellen intro om af te tellen. A Couplet 1-8 Basispas mambo Start met de voeten naast elkaar. 1 Stap met de L-voet een kleine pas voorwaarts en til tegelijk de R-voet 2 Sluit de L-voet aan naast de R-voet. Als het tempo omhoog gaat, hoeft de ene voet niet helemaal aan te sluiten naast de andere voet. Dat haalt n.l. de vaart uit de danspassen. 3 Stap met de R-voet een kleine pas achterwaarts en til tegelijk de L-voet 4 Sluit de R-voet aan naast de L-voet. Herhaal de passen van 1en2. Herhaal de passen van 3en4. Tijdens deze passen bewegen de armen losjes mee langs het lichaam, in een soort locomotiefbeweging.
1-8 Achterlangs stappen 1 Stap met de L-voet een kleine pas kruiselings achter de R-voet. Draai hierbij met het lichaam iets mee in die beweging en til tegelijk de R-voet 2 Draai weer recht vooruit met je lichaam en sluit de L-voet aan naast de R-voet. 3 Stap met de R-voet kruiselings achter de L-voet. Draai hierbij weer met het lichaam iets mee in de beweging en til tegelijk de L-voet een 4 Draai het lichaam weer recht vooruit en sluit de R-voet aan naast de L-voet. Herhaal de passen 1en2. Herhaal de passen 3en4. Je kunt tijdens het achterlangs stappen de arm aan de kant waarmee je stapt meestrekken in de beweging van de voet. Dus stap je met R achterlangs, dan strek je de R-arm zijwaarts, enzovoort. Oefen eerst alleen de voeten. 1-8 Herhaal de passen van de basispas van de mambo 1-8 Voorlangs stappen 1 Stap met de L-voet kruiselings voor de R-voet langs. Draai je lichaam iets mee in de beweging en til tegelijk de R-voet een piepklein stukje van de vloer, maar laat hem wel op de plaats waar 2 Draai het lichaam terug naar recht vooruit en sluit de L-voet aan naast de R-voet. 3 Stap met de R-voet kruiselings voor de L-voet langs. Draai het lichaam iets mee in de beweging en til tegelijk de L-voet een piepklein stukje van de vloer, maar laat hem wel op de plaats waar 4 Draai het lichaam terug naar recht vooruit en sluit de R-voet aan naast de L-voet. Herhaal de passen van 1en2. Herhaal de passen van 3en4. Tijdens deze passen kun je de arm aan de kant die stapt meebewegen in de staprichting. Dus: stapt L binnendoor, dan breng je de L-arm ook binnendoor. Oefen ook hier eerst alleen de voeten. 1-8 Langzaam stukje Hier hoor je duidelijke verschil in tempo, dit stukje is langzamer. 1en2 Leun met het bovenlichaam voorover en schud met de schouders. 3en4 Leun met het bovenlichaam achterover en schud met de schouders. 5-8 Start met de L-voet en loop in 4 passen relaxt een rondje linksom. Zorg dat je aan het einde van dit rondje weer klaar staat, en dat de L-voet weer aan de beurt is. Tussenstukje 1-8 Cucaracha 1 Stap met de L-voet een kleine pas zijwaarts en til tegelijk de R-voet een
2 Sluit de L-voet aan naast de R-voet. 3 Stap met de R-voet een kleine pas zijwaarts en til tegelijk de L-voet een 4 Sluit de R-voet aan naast de L-voet. Herhaal de passen van 1en2. Herhaal de passen van 3en4. Tijdens deze passen kun je met de hand aan de kant die stapt een kleine cirkel beschrijven (als een glazenwassen). Dus als de L-voet stapt, dan draait de L-hand een rondje buitenom, enzovoort. 1-8 Herhaal de passen van de Cucaracha Herhaal de passen van het tussenstukje. Herhaal de passen van het tussenstukje. Herhaal 2 x 8 tellen van het couplet. Eindig met de passen van het tussenstukje. Hoe doe je dit met zijn tweeën? Ga met zijn tweeën tegenover elkaar staan: A staat tegenover B. A kan een jongen zijn en B een meisje, maar dat hoeft niet. Je kunt ook heel goed paren vormen van twee jongens of twee meisjes. Pak elkaars handen losjes vast. Handen van A zijn onder en met de handpalmen naar boven gekeerd. B legt de handen daar in. Niet strak vasthouden, dan kun je niet meer bewegen. De passen die hierboven beschreven staan zijn die van A. (Tip: laat degene die de pasjes het best kent als A dansen!) A en B zijn elkaars spiegelbeeld. Als A met de L-voet voorwaarts stapt, dan stapt B met de R-voet achterwaarts. In de basispassen blijven de handen van de danspartners nu dus vast. Stapt A met de L-voet achterlangs, dan stapt B met de R-voet achterlangs. Je draait dan open. Handig is dan wel om de hand die zijwaarts gestrekt moet worden, even los gelaten wordt. Anders lukt dat natuurlijk niet. Tijdens de Cucaracha was je in spiegelbeeld de ramen. Enzovoort. De passen voor B staan hieronder uitgeschreven. B Couplet 1-8 Basispas mambo Start met de voeten naast elkaar. 1 Stap met de R-voet een kleine pas achtrwaarts en til tegelijk de L-voet 2 Sluit de R-voet aan naast de L-voet. Als het tempo omhoog gaat, hoeft de ene voet niet helemaal aan te sluiten naast de andere voet. Dat haalt n.l. de vaart uit de danspassen.
3 Stap met de L-voet een kleine pas voorwaarts en til tegelijk de R-voet 4 Sluit de L-voet aan naast de R-voet. Herhaal de passen van 1en2. Herhaal de passen van 3en4. 1-8 Achterlangs stappen 1 Stap met de R-voet een kleine pas kruiselings achter de L-voet. Draai hierbij met het lichaam iets mee in die beweging (handen los en je draait open ) en til tegelijk de L-voet een piepklein stukje van de vloer, maar laat hem wel op de plaats waar 2 Draai weer recht vooruit met je lichaam en sluit de R-voet aan naast de L-voet. Handen zijn weer vast. 3 Stap met de L-voet kruiselings achter de R-voet. Draai hierbij weer met het lichaam iets mee in de beweging (handen los en je draait open ) en til tegelijk de R-voet een piepklein stukje van de vloer, maar laat hem wel op de plaats waar 4 Draai het lichaam weer recht vooruit en sluit de L-voet aan naast de R-voet. De handen zijn weer (even) vast. Herhaal de passen 1en2. Herhaal de passen 3en4. Je kunt tijdens het achterlangs stappen de arm aan de kant waarmee je stapt meestrekken in de beweging van de voet. Dus stap je met L achterlangs, dan strek je de L-arm zijwaarts, enzovoort. Oefen eerst alleen de voeten. 1-8 Herhaal de passen van de basispas van de mambo 1-8 Voorlangs stappen 1 Stap met de R-voet kruiselings voor de L-voet langs. Draai je lichaam iets mee in de beweging (handen los, je draait weer open ) en til tegelijk de L-voet een piepklein stukje van de vloer, maar laat hem wel op de plaats waar 2 Draai het lichaam terug naar recht vooruit en sluit de R-voet aan naast de L-voet. Handen weer even vast. 3 Stap met de L-voet kruiselings voor de R-voet langs. Draai het lichaam iets mee in de beweging (handen los en open draaien) en til tegelijk de R-voet een piepklein stukje van de vloer, maar laat hem wel op de plaats waar 4 Draai het lichaam terug naar recht vooruit en sluit de L-voet aan naast de R-voet. Handen weer (even) vast. Herhaal de passen van 1en2. Herhaal de passen van 3en4. Tijdens deze passen kun je de arm aan de kant die stapt meebewegen in de staprichting. Dus: stapt L binnendoor, dan breng je de L-arm ook binnendoor. Oefen ook hier eerst alleen de voeten.
1-8 Langzaam stukje Hier hoor je duidelijke verschil in tempo, dit stukje is langzamer. 1en2 Leun met het bovenlichaam achterover en schud met de schouders. 3en4 Leun met het bovenlichaam voorover en schud met de schouders. 5-8 Start met de R-voet en loop in 4 passen relaxt een rondje rechtsom. Zorg dat je aan het einde van dit rondje weer klaar staat, en dat de R-voet weer aan de beurt is. Tussenstukje 1-8 Cucaracha 1 Stap met de R-voet een kleine pas zijwaarts en til tegelijk de L-voet een 2 Sluit de R-voet aan naast de L-voet. 3 Stap met de L-voet een kleine pas zijwaarts en til tegelijk de R-voet een 4 Sluit de L-voet aan naast de R-voet. Herhaal de passen van 1en2. Herhaal de passen van 3en4. Tijdens deze passen kun je met de hand aan de kant die stapt een kleine cirkel beschrijven (als een glazenwassen). Dus als de R-voet stapt, dan draait de R-hand een rondje buitenom, enzovoort. 1-8 Herhaal de passen van de Cucaracha Herhaal de passen van het tussenstukje. Herhaal de passen van het tussenstukje. Herhaal 2 x 8 tellen van het couplet. Eindig met de passen van het tussenstukje.
Kleurplaat