Veldwerkkist Planten en mossen. docentenhandleiding

Vergelijkbare documenten
De grond waarop wij wonen

De grond waarop wij wonen.

Opdrachtkaarten Lente

Inhoud. Praktische gegevens 3 - Doelgroep - Leerdoelen - Tijdsduur - Aansluiting bij lesmethoden - Keuze van de onderzoeksplek

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Kruidentuin in de klas

Handleiding Leskist bomen groep 7

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6

Natuurtentoonstelling

Handleiding Leskist bomen groep 7/8

Hoe maak ik een werkstuk?

De grond waarop wij wonen

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

Het kiemen van zaden

Opdrachtkaarten Herfst

van een plant en zonlicht nodig heeft om te leven voor zuurstof die mensen nodig hebben om te leven bakjes met tuinkers 10 min.

Doe- pad Watertorenweg

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Doe- pad Watertorenweg

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Papier recyclen. Inlage

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Ontwerp je eigen superbijzondere dier

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie

Opdrachten thema. Veluwe

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

S C I E N C E C E N T E R

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

m a t e r i a a l z e n d i n g

Werkblad: Vind me dan

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

Zaden en Kiemplanten

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

S C I E N C E C E N T E R

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 7 en 8

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2012

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw

S C I E N C E C E N T E R

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de

Paddenstoelen kweken in de klas

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

S C I E N C E C E N T E R

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

De lesactiviteit Het Beste Bos Ede is een samenwerking van Het Groene Wiel en IVN Ede.

Ontdekdoos Zaden. groep 5 en 6. docentenhandleiding

Nu ben jij aan de beurt!!!!!!!

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Werkblad bodem (vooraf)

Inleiding Doelgroep Opzet van de lescyclus Algemeen doel Doelstellingen... 4

Doe- pad Watertorenweg

Kaart 15 Bollen en knollen

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

Leerpad Natuurbeleving kleuters Lesduur: ca 60 minuten Bestemd voor groep 1/2/3 Sluit aan bij kerndoel: 39, 40a

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING

S C I E N C E C E N T E R

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Ontdekdoos Kleuren groep 3 en 4. handleiding

Schematisch en natuurgetrouw

Bomen in drie seizoenen

Grafieken jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. Deel 1 De dozen uit het magazijn (15 min)

Boterbloemen in het gras

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Superboom. Kinderen onderzoeken op basis van een detail op een afbeelding hoe de volledige

Natuur, Buiten Activiteit:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

LES: Groepjes maken 2

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

B O O M A C T I V I T E I T E N H O E K

Aftekenlijst. Naam:

Tijd. 10 min. 55 minuten

Kijken naar het heelal

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1

in elk seizoen anders uitzien uit de seizoenen geknutselde seizoenshoek

- Creatief in de natuur. Benodigdheden

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

Achtergrondinformatie

Licht en donker Licht

Het bonenexperiment. Lesbrief groep 5, 6 7. Inhoud

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?

Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.

Hier en daar een bui

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

onaangenaam! jouw data vergelijk weinig groen temperatuur binnenstad minder frisse lucht in de stad woonwijk hoe meer bebouwing hoe heter park

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

Transcriptie:

Veldwerkkist Planten en mossen docentenhandleiding

Uitg.: Amsterdams NME Centrum i.s.m. St. Veldstudie, Hei- en Boeicop Projectleiding: Ronald Hofmeester Tekst: Martijn Weesing Illustraties: Saskia van der Poel Lay-out: Frisse Wind / Adrie Kerkhof De veldwerkkist Planten en mossen maakt onderdeel uit van een set van 9 kisten waarmee natuur-, milieu- en landschapsonderzoek gedaan kan worden. Voor de ontwikkeling van de veldwerkkist en de handleiding is een subsidie verleend door de gemeente Amsterdam. februari 1995

Docentenhandleiding planten en mossen Algemene informatie Waar gaat de veldwerkkist over? Door middel van de opdrachten in deze veldwerkkist leren de leerlingen beter en doelgerichter kijken naar wilde planten, grassen, varens en mossen. Bomen en struiken worden niet in deze veldwerkkist behandeld. De plaats van planten in een groter ecologisch geheel komt terloops aan de orde. De leerlingen maken kennis met een aantal veldwerkmaterialen en onderzoeksmethoden. De veldwerkkist is te gebruiken tijdens natuurwerkweken op lokatie, maar ook als onderdeel van de reguliere lessen natuur- (en milieu-) educatie in de directe omgeving van de school. In de veldwerkkist zitten opdrachtkaarten en werkbladen. De opdrachtkaarten zitten los in de kist (van elke kaart 2 exemplaren). De bijbehorende werkbladen zijn in deze docentenhandleiding opgenomen. U kunt ze naar behoefte kopiëren. Met de informatie die op de opdrachtkaarten staat kunnen de leerlingen de werkbladen invullen. Er zijn zeven opdrachten, waarvan hieronder een korte beschrijving gegeven wordt: Opdracht 1 en 2 In deze opdrachten maken de leerlingen een beschrijving van het gebied waar ze de quadrant in uitzetten. Daarna doen ze ter plekke een vegetatieopname; in dit quadrant worden alle planten bekeken. Opdracht 3 en 4 Hier maken de leerlingen kennis met een andere manier van planten inventariseren: langs een lijn. De leerlingen kiezen de plaats waar ze deze lijn (transect) uitzetten zó uit dat langs deze lijn de groeiom standigheden voor de planten zoveel mogelijk uiteenlopen (bijvoorbeeld van nat naar droog, zoals tussen de slootkant en de wegberm). Tevens wordt weer een gebiedsbeschrijving gemaakt. 1 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

docentenhandleiding Opdracht 5 Een plant die de leerling bijzonder aanspreekt wordt uitgebreider behandeld. Afhankelijk van het seizoen worden bloemen, zaden, stengel en bladeren nauwkeurig bekeken. Opdracht 6 Binnen worden onderdelen van de plant met behulp van een driepootloep bestudeerd en nagetekend. Opdracht 7 De leerlingen maken met hun groepje een tentoonstelling waarin ze de andere leerlingen laten zien wat ze hebben gedaan. Doelgroep Deze veldwerkkist is bedoeld voor de bovenbouw van het basisonderwijs en de basisvorming van het voortgezet onderwijs. Een middenbouwgroep van de basisschool zou ook met de kist kunnen werken. In dat geval is het beter wanneer de begeleider (een deel van) de opdrachten mondeling uitlegt, in plaats van de opdrachtkaarten (met relatief moeilijke tekst voor een middenbouwgroep) aan de leerlingen mee te geven. Inhoud veldwerkkist planten en mossen Alle materialen die in deze veldwerkkist voorkomen staan genoemd op de in ven taris lijst. Aan de hand van deze lijst controleert de gebruiker van tevoren of de inhoud van de kist compleet is. Bij akkoord wordt een contract getekend. De kist moet binnen de gestelde uitleentermijn weer met alle toebehoren afgeleverd worden. Eventuele kosten als gevolg van vermis sing van of schade aan voorwerpen zijn voor rekening van de gebruiker. Opdrachtkaarten, werkbladen, naamzoeklijsten e.d. De naamzoeklijsten Wilde planten, Grassen, varens en mossen en Oever- en waterplanten worden door de leerlingen gebruikt om achter de naam van bepaalde planten te komen; 3 Geplastificeerde materialenlijsten van wat er per tweetal mee naar buiten genomen wordt. Aan de hand van deze lijst ziet de begeleider in één oogopslag wat er van de materialen mee het veld in gaan en wat er binnen blijft. Voor de leerlingen dient de materialenlijst als pak- en controlelijst voor spullen die ze buiten gebruiken; Waar en wanneer werken met de veldwerkkist? Overal waar variatie aan planten is, kan met de veldwerkkist gewerkt worden. De beste periode is tussen maart en oktober. 1 Inventarislijst; 7 Opdrachtkaarten; 6 Leerlingenwerkbladen. Van elk exemplaar is een origineel bijgevoegd. De gebruiker dient zelf te zorgen voor vermenigvuldiging van de werkbladen. 2 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

Het kan gebeuren dat een leerling niet weet wat de naam is van een bepaalde plant, omdat deze niet op de naamzoeklijst voorkomt. Dat is niet erg, laat de leerlingen (voorlopig) zelf een naam bedenken. Opvallende uiterlijke kenmerken kunnen daarbij een aanknopingsdocentenhandleiding Materialen die de gebruiker zelf dient te verzorgen Lijm Kleurpotloden Etiketten Scharen Plastic zakjes Potloden Tekenpapier Organisatie en didactische tips De taak van de leerkracht Extra kisten De spelletjeskist De leerlingen kunnen de spelletjes, die allemaal met natuur- (en milieu-) educatie te maken hebben, op werkweken spelen op momenten dat er geen programma-onderdelen onder begeleiding zijn. De materialenkist In deze kist zit extra materiaal dat nodig is bij de uitvoering van de opdrachten van alle veldwerkkisten. Dit betreft gebruiksmateriaal zoals lijmpotjes, scharen en potloden. Het is niet zo dat daarmee het materiaal waar de gebruiker zelf voor dient te zorgen overbodig wordt. De inhoud van de materialenkist is een bescheiden aanvulling op dit materiaal. In de kist zijn ook voldoende schrijfplankjes opgenomen (50 stuks). Nadat u deze handleiding en de materialen in de veldwerkkist bekeken hebt, gaat u met de kist aan het werk. Daarbij is het handig op een paar zaken te letten: Bespreek voordat de leerlingen buiten aan het werk gaan hoe ze de opdrachten moeten uitvoeren. Laat daarbij het materiaal ook zien zoals bijvoorbeeld de (bo dem) ther mo me ters, plantenpersen en de driepootloeps. Bespreek waar de leerlingen op moeten letten als ze hiermee werken. Zeker het werken met de naamzoeklijsten moet van tevoren worden besproken. Geef de leerlingen heel duidelijk aan waar ze het veldwerk moeten doen en waar ze op moeten letten. De naamzoeklijsten kunnen hen daarbij goed van pas komen. Zorg er voor dat de leerlingen tijdens het werk zoveel mogelijk een beroep kunnen doen op de begeleider voor hulp of advies. Er zijn altijd leerlingen die de opdracht niet (direct) begrijpen of niet precies weten wat ze moeten doen, zeker als veldwerk nieuw voor ze is. Het is raadzaam om als begeleider een zakgidsje mee te nemen om de leerlingen zonodig te helpen. 3 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

docentenhandleiding punt vormen. Later kan in het leslokaal eventueel verder gezocht worden naar de naam met behulp van de boeken uit de veldwerkkist. Zoek van tevoren een plek op waar u de leerlingen wilt laten werken. Het is goed erop toe te zien dat binnen een groepje de taken goed verdeeld worden. Vaak is het zo dat telkens dezelfde leerling iets noteert en anderen er maar bij staan. Om een goed overzicht te houden over de verschillende werklokaties is het verstandig de groepen niet te ver uit elkaar te zetten. Verdeling van de groepen Alle opdrachten, behalve opdracht 6 en 7 spelen zich buiten af. Bij elkaar duren de opdrachten ongeveer een dagdeel. De opdrachten en het materiaal zijn berekend op 6 leerlingen die in tweetallen werken. Maar er kan in een andere organisatievorm makkelijk met grotere groepen gewerkt worden. Daar worden in het subkopje Werken met meer dan zes leerlingen per veldwerkkist suggesties voor gedaan. Werken met drie tweetallen per veldwerkkist. De begeleider vertelt in de klas wat de bedoeling is en wat er van de leerlingen wordt verwacht. Hierna worden groepjes gevormd. De 3 tweetallen kunnen met het materiaal dat in de kist zit gelijktijdig aan het werk. In de inventarislijst op pagina 7 staat een opsomming van materialen die door deze tweetallen mee naar buiten worden genomen. Met behulp van deze lijst, die ook als geplastificeerde kaart in de kist zit, kunnen de tweetallen zelf hun veldwerktas vullen. Op deze manier weten de leerlingen wat ze mee hebben genomen en zullen ze wellicht voorzichtiger met kwetsbaar materiaal omgaan. Zodra de leerlingen hun spullen hebben, worden ze door de begeleider naar de onderzoeksplek gebracht. Als u de groepjes bij elkaar in de buurt laat werken, houdt u het meeste overzicht en is er nauwelijks extra begeleiding nodig. Als de opdrachten 1 tot en met 5 afgerond zijn, gaan de leerlingen naar binnen voor de verwerkingsopdrachten 6 en 7. Het is niet noodzakelijk álle opdrachten uit te laten voeren. Opdracht 1 en 2 horen bij elkaar (quadrant uitzetten en eerste gebiedsbeschrijving) net als het opdrachtenpaar 3 en 4 (transect uitzetten en tweede gebiedsbeschrijving). Een van de twee opdrachtenparen kan desgewenst weggelaten worden, omdat het wat veel is om een transect én een quadrant uit te zetten. Het is ook mogelijk meerdere quadranten uit te zetten op verschillende plekken. Deze kunnen met elkaar vergeleken worden. Omdat er in tweetallen gewerkt wordt, kan elk tweetal een eigen quadrant voor zijn rekening nemen. Deze kunnen met elkaar weer een transect vormen. Werken met meer dan zes leerlingen per veldwerkkist Als er met meer dan 6 leerlingen met de kist wordt gewerkt (tot ongeveer 30 leerlingen) is het noodzakelijk zelf te zorgen voor voldoende verbruiksmateriaal. Zie hiervoor in de handleiding onder het kopje: Materialen die de gebruiker zelf dient te verzorgen op pagina 3. Schrijfplankjes zijn er voldoende in de materialenkist aanwezig. Vanzelfsprekend dient u ook de extra opdrachtkaarten en werkbladen zelf te vermenigvuldigen. 4 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

docentenhandleiding Hieronder volgt een suggestie hoe men het veldwerk kan organiseren voor een groep van 30 leerlingen: U verdeelt de groep in twee subgroepen, en deze weer in drie groepjes van 5. Zo ontstaan er 2 parallelgroepen van 3 maal 5 leerlingen. De eerste parallelgroep maakt de opdrachten in deze volgorde: 1, 2, 5, 6, en 7. De tweede parallelgroep maakt de opdrachten in deze volgorde: 3, 4, 6, 5, en 7. Op die manier is er het minste gebrek aan materiaal. Het is goed om bij deze werkvorm de materialen op vaste lokaties te hebben staan, waarlangs de groepen rouleren. Op de verschillende lokaties staan begeleiders klaar. Er zijn echter een paar kleine wijzigingen: De tweede parallelgroep doet opdracht 5 binnen; de leerlingen moeten dus na het beëindigen van opdracht 4 een plant mee naar binnen nemen. De tweede parallelgroep gebruikt bij opdracht 4 alleen het touw en niet de twee paaltjes om dit touw vast te zetten. Alle paaltjes worden namelijk gebruikt door parallelgroep 1 om hun quadrant uit te zetten. In plaats van het touw gebruiken de leerlingen het meetlint om hun quadrant te omlijnen. Alternatieve en vervolgopdrachten Slecht weer alternatieven Planten bekijken Bij slecht weer kan de begeleider verschillende planten plukken en naar binnen halen, zodat de leerlingen ze daar kunnen bekijken. Het plukken van een bepaalde plant mag alleen als er van deze plant meer dan 10 exemplaren te zien zijn in de directe omgeving. Pluk geen zeldzame planten! Een lijst met namen van zeldzame planten zit los in de veldwerkkist. Met de verzamelde planten kunnen de leerlingen opdracht 5 en 6 uitvoeren. Ze kunnen de planten ook natekenen. Afdrukken maken De leerlingen kunnen afdrukken maken van diverse bladeren en erbij schrijven van welke plant het blad afkomstig is. Het afdrukken gebeurt door wrijven met een potlood (zie opdracht 6) of inrollen met plakkaatverf. Een herbarium maken De leerlingen maken een herbarium met bloemen, zaden, vruchten en bladeren van verschillende planten. Zie voor het gebruik van de plantenpers de techniekkaart 1. Parallelgroep 2 hoeft bij opdracht 4 niet de bodemvochtigheid te meten. De eerste parallelgroep bekijkt dus planten in een quadrant, de tweede langs een transect. Het is leuk om de drie subgroepjes uit de eerste parallelgroep ieder een ander quadrant te laten nemen, die met elkaar weer een transect vormen. Vergelijken! 5 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

docentenhandleiding Verwerkingssuggesties (voor tijdens de werkweek of later op school) Van alle materialen (deels van buiten meegenomen, deels zelf gemaakt) kan een tentoonstelling worden ingericht, waar de leerlingen eventueel iets bij vertellen. Op deze tentoonstelling kan een transect worden nagebootst door potten met planten in een rij op een tafel te zetten in dezelfde volgorde als de planten van het echte transect. De planten krijgen naamlabels en een meetlint op schaal wordt voor de opgestelde planten gelegd. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met het Amsterdams NME Centrum. Daar kunnen de medewerkers u verder helpen met veldwerkmaterialen, werkbladen, boeken en modellen en eventuele vragen beantwoorden. Veel plezier bij het werken met deze veldwerkkist! 6 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

inventarislijst planten en mossen 12 Rood-witte paaltjes 3 Vergrootglazen 3 Meetlinten van 150 centimeter 3 Bodemthermometers 3 Luchtthermometers 3 Bodemvochtigheidsmeters 3 Touwen van elk 10 meter met om de meter een rode markering 3 Mesjes 3 Pincetten 3 Plantenpersen 3 Driepootloeps 3 Tassen om de veldwerkmaterialen in mee te nemen Veldwerkmaterialen die per tweetal naar buiten gaan 2 Potloden 2 Schrijfplankjes 4 Paaltjes 1 Stuk touw 1 Set naamzoeklijsten Wilde planten, Grassen, varens en mossen en Oeveren waterplanten 1 Meetlint van 150 centimeter 1 Bodemthermometer 1 Bodemvochtigheidsmeter 1 Luchtthermometer Zakjes om planten in mee te nemen Etiketten 1 Vergrootglas Door de gebruiker zelf te verzorgen Plastic zakjes Etiketten Tekenpapier Scharen Verder in deze veldwerkkist Lijm Potlood Kleurpotloden In de handleiding 1 Docentenhandleiding Leerlingenwerkbladen (door de school zelf te vermenigvuldigen) Los in de kist 3 Geplastificeerde materialenlijsten van wat er mee naar buiten gaat 6 Sets naamzoeklijsten Wilde planten (bestaat uit twee vellen), Grassen, varens en mossen en Oever- en waterplanten 2 Sets van 7 opdrachtkaarten Boeken (zie controlelijst) Let op! Hebben jullie alle spullen die op de lijst staan ook in de tas zitten? Als dat niet zo is, vul de ontbrekende dingen dan aan in overleg met je begeleider. 7 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

Werkbladen planten en mossen Inleiding Deze veldwerkkist gaat over planten, mossen, grassen en wat er nog meer buiten groeit en bloeit. In de volgende opdrachten ga je op zoek naar planten die je vast wel eens gezien hebt. Misschien ken je al wat planten bij naam. Eigenlijk zijn alle planten, ook bomen en struiken, heel bijzonder. Mensen en dieren moeten planten of dieren eten om te kun nen groeien. Maar planten hoeven dat niet, zij maken hun eigen voedsel. Daar hebben ze niet eens veel voor nodig: water, zonlicht en grond waar ze voe dings stoffen uit halen. En natuurlijk lucht, want zonder lucht kan bijna niets leven. In een van de volgende opdrachten ga je kijken of je op verschillende plekken ook verschillende planten ziet staan. Je krijgt straks opdrachtkaarten. Daarop staat wat je nodig hebt en wat je moet doen. Lees deze opdrachten dus goed. Bij de meeste opdrachten heb je ook werkbladen nodig. Daarop moet je invullen wat je onderzocht hebt. Let erop dat alle werkbladen uit 2 vellen bestaan. De werkbladen mag je houden. Veel plezier met de opdrachten. Iedere plant heeft zijn eigen lievelingsplek. De één houdt van vochtige grond, de ander weer van droge zandgrond. Sommige planten willen in het volle zonlicht staan, zoals de zonnebloem. Anderen staan liever in de schaduw, zoals veel varensoorten. 8 A dams NME Centrum 95 veldwerkkist planten en mossen

werkblad 1 e e r s t e g e b i e d s b e s c h r i j v i n g 1 naam:... groep:... begeleider:... datum:... tijd:... vul in of maak het goede rondje zwart 1 Hoe is het weer? Het is: m Zonnig m Half bewolkt m Zwaar bewolkt 4 Zijn er verschillen in hoogte? 5 Welke kleuren zie je het meest? Neerslag: Wind: m Sneeuw m Regen m Hagel m Geen neerslag m Geen wind m Matige wind m Harde wind 6 Is er vervuiling te zien?... Zo ja,wat dan? 2 Hoe is de begroeiing? Begroeiing: m Dicht m Open m Verspreid 3 In wat voor gebied ben je? (bijvoorbeeld een bosgebied, een duingebied, een weiland of iets anders) Ik ben in........ veldwerkkist planten en mossen

werkblad 1 eerste gebiedsbeschrijving 2 naam:... groep:... begeleider:... teken je gebied Maak hieronder een tekening van jouw onderzoeksgebied. veldwerkkist planten en mossen

werkblad 2 zoekplaat(s)je 1 naam:... groep:... begeleider:... vul in Namen van de gevonden planten Hoogte van de gevonden planten 1 2 3 4 5 6 7 8 1 Steek de bodemthermometer en de bodemvochtigheidsmeter voorzichtig ongeveer 10 centi meter de grond in. Leg de luchtthermometer op de grond ernaast. Lees na 3 minuten alles af. De bodemtemperatuur is... graden Celcius. De luchttemperatuur is... graden Celcius. De bodemvochtigheid is... (getal opschrijven, 1 is het droogst, 4 is het natst). 2 Is er verschil in de temperatuur van de lucht en in de bodem?... Zo ja, hoe denk je dat dit komt? Ik denk dat... veldwerkkist planten en mossen

werkblad 2 zoekplaat(s)je 2 naam:... groep:... begeleider:... vul in en teken Je hebt gemerkt dat de verschillende planten ieder hun eigen hoogte hebben. Het licht wat langs de hoogste planten valt, bereikt zo de planten die lager blijven. Soms staan die in de schaduw. De hoge laag heet kruidlaag. De hele lage plantjes bij de grond noemen we de moslaag. 1 Hoe hoog is op deze plek de kruidlaag ongeveer?... centimeter. 2 Hoe hoog is op deze plek de moslaag ongeveer?... centimeter. 3 Hieronder kun je planten natekenen. Bijvoorbeeld planten waar er maar een paar van staan en die je toch wilt onthouden. Je kunt ze dan later opzoeken in een boek. veldwerkkist planten en mossen

werkblad 3 t w e e d e g e b i e d s b e s c h r i j v i n g 1 naam:... groep:... begeleider:... datum:... tijd:... vul in en maak het goede rondje zwart 1 Hoe is het weer? 4 Zijn er verschillen in hoogte? Het is: Neerslag: Wind: m Zonnig m Bewolkt m Zwaar bewolkt m Sneeuw m Regen m Hagel m Geen neerslag m Harde wind m Matige wind m Geen wind...... 5 Welke kleuren zie je het meest?... 6 Is er vervuiling te zien?... Zo ja,wat dan? 2 Hoe is de begroeiing? Begroeiing: m Dicht m Open m Verspreid 3 In wat voor soort gebied ben je? (bijvoorbeeld een bosgebied, een duingebied, een weiland of iets anders) Ik ben in... veldwerkkist planten en mossen

werkblad 3 t w e e d e g e b i e d s b e s c h r i j v i n g 2 naam:... groep:... begeleider:... teken Maak hieronder een tekening van jouw onderzoeksgebied. veldwerkkist planten en mossen

werkblad 4 planten langs een lijn 1 naam:... groep:... begeleider:... vul in me-. ters 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Verschillende planten die je gevonden hebt. 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... 1:... 3:... 5:... 2:... 4:... 6:... veldwerkkist planten en mossen

werkblad 4 planten langs een lijn 2 naam:... groep:... begeleider:... vul in 1 Steek nu de vochtigheidsmeter bij elke rode strip voorzichtig ongeveer 10 centimeter in de grond. Schrijf hieronder op hoe vochtig het steeds is (1 is het droogst, 4 is het natst). Aantal.... meters Vochtigheid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2 Is er een groot verschil tussen planten aan het ene uiteinde van het touw en aan het andere uiteinde? Bijvoorbeeld in grootte of hoe ze eruit zien?... 3 Hoe komt dat denk je? (er kunnen meerdere oorzaken zijn)......... veldwerkkist planten en mossen

werkblad 5 planten beter bekijken 1 naam:... groep:... begeleider:... vul in en teken 1 De naam van de plant is Tekening van een blad 2 De hoogte van de plant is... 3 Wat voor kleuren zie je? Bovenkant van het blad is... Onderkant van het blad is... De stengel is... De bloem is... 4 Hoe voelt het blad aan? (ruw, glad, harig of iets anders) Tekening van een bloem De bovenkant van het blad voelt:... De onderkant van het blad voelt:... De stengel voelt:... De bloem voelt:... veldwerkkist planten en mossen

werkblad 5 planten beter bekijken 2 naam:... groep:... begeleider:... vul in en teken 1 Hoe is de geur van de plant? (zoet, zuur, weeïg, stinkend of iets anders) Het blad ruikt:... De stengel ruikt:... De bloem ruikt:... 2 Maak hieronder een tekening van de hele plant. Als je vruchten of zaden ziet, teken die dan ook na). Waarom heb je deze plant uitgekozen?......... Als er meer dan 10 van jouw planten te zien zijn, mag je er een in een zakje meenemen. veldwerkkist planten en mossen

werkblad 6 planten onder de loep 1 naam:... groep:... begeleider:... Tekening van de bloem vul in en teken de bloem wordt gebruikt voor... Tekening van een stukje blad het blad wordt gebruikt voor... veldwerkkist planten en mossen

techniekkaart 1 hoe gebruik je de plantenpers? Schroef de bovenkant van de pers los door de vleugelmoertjes los te draaien. Nu kan je tussen elk kartonnetje een deel van de plant leggen, bijvoorbeeld een bloem of een blad. Als je klaar bent, schroef je de bovenkant er weer stevig op.. Je laat je plant zo lang mogelijk zo zitten. Als je de planten uit de pers wilt halen, pas dan goed op dat je ze niet beschadigt. Vooral bloemen gaan gauw stuk. veldwerkkist planten en mossen

werkblad 6 planten onder de loep 2 naam:... groep:... begeleider:... Tekening van de stengel vul in en teken de stengel wordt gebruikt voor... Afdruk van het blad veldwerkkist planten en mossen

opdrachtkaart 1 opdrachtkaart 1 Eerste gebiedsbeschrijving Wat heb je nodig? Voor ieder van jullie: werkblad 1, vel 1 en 2 2 Schrijfplankjes 2 Potloden Je gaat eerst op zoek naar een geschikte plek om planten te bekijken. Dat kun je op allerlei plekken doen. Bijvoorbeeld langs een slootkant of langs een bospad. Ga niet zomaar hekken over zonder het aan je begeleider te vragen. Als je een goede plek gevonden hebt, maak je er een beschrijving en een tekening van op werkblad 1, vel 1 en 2. Dan weet iedereen waar je je opdracht gemaakt hebt. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen

opdrachtkaart 2 opdrachtkaart 2 Zoekplaat(s)je Wat heb je nodig? 4 Rood-witte paaltjes 1 Stuk touw 2 Potloden 2 Schrijfplankjes 1 Bodemthermometer 1 Luchtthermometer 1 Bodemvochtigheidsmeter Etiketten Zakjes om planten in mee te nemen 1 Set naamzoeklijst Grassen, varens en mossen, Oeveren waterplanten en Wilde planten Voor ieder van jullie: werkblad 2, vel 1 en 2 Op de plek waar je nu bent ga je zoveel mogelijk verschillende planten zoeken. Het is natuurlijk veel te veel werk om overal te zoeken. Daarom maak je een vak met een touw en 4 paaltjes. In dat vak ga je kijken welke planten er groeien. Kijk nu heel goed welke verschillende planten in je vak staan. Zoek tussen grote planten of er nog kleintjes staan. Vergeet ook de grassen en de mossen niet. Probeer van alles wat je vindt de naam op te zoeken met de naamzoeklijsten. Lukt het je niet de naam van een plant te vinden, verzin er dan zelf een. Als er meer dan 10 planten van dezelfde soort staan, mag je een plant meenemen. Als er minder zijn, moet je hem laten staan. Je kunt de plant dan wel natekenen en hem straks in een boek opzoeken. Meet van elke gevonden plant de hoogte op. Op werkblad 2, vel 1 en 2 kun je alles invullen. Zoek nu een stukje grond uit in jouw gebied waar je veel verschillende planten ziet staan. Zet daar met de paaltjes en het touw een vierkante meter uit. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen

opdrachtkaart 3 opdrachtkaart 3 Tweede gebiedsbeschrijving Wat heb je nodig? Voor ieder van jullie: werkblad 3, vel 1 en 2 2 Potloden 2 Schrijfplankjes Af en toe zie je op een klein gebied heel verschillende planten staan. Een andere keer zijn stukjes grond helemaal kaal. Bijvoorbeeld als er veel over over gelopen wordt. Op sommige plekken is de grond nat, op andere heel droog. De stelling van de grond is ook niet overal hetzelfde: elke plant groeit op de plek die het beste bij haar past. Zoek nu een plek uit waar over een korte afstand, ongeveer 10 meter, een heleboel voor planten verandert. Je zou een stukje grond tussen de kant van een sloot en een wegberm kunnen nemen. Als je een goede plek gevonden hebt, maak je er een beschrijving en een tekening van op werkblad 3, vel 1 en 2. Dan weet iedereen waar je je opdracht gemaakt hebt. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen

opdrachtkaart 4 opdrachtkaart 4 Planten langs een lijn Wat heb je nodig? Voor ieder van jullie: werkblad 4, vel 1 en 2 Een touw met meterverdeling Twee rood-witte paaltjes 2 Potloden 2 Schrijfplankjes 1 Bodemvochtigheidsmeter Zakjes om planten in mee te nemen Etiketten 1 Set naamzoeklijsten van: Oever- en waterplanten, Wilde planten, Grassen, varens en mossen Vul op het werkblad in wat je bij elke meter van het touw aan planten ziet staan. Zoek de namen van planten op met de naamzoeklijsten. Als je een naam niet kunt vinden, verzin er dan zelf een. Planten waarvan er meer dan 10 staan mag je plukken om binnen verder te bekijken. Staan er minder, laat de plant dan staan. Misschien is hij wel zeldzaam. Teken hem dan liever na. Op werkblad 4, vel 1 en 2 kun je nu alles invullen. Zoek een stukje grond uit in jouw gebied waar de meeste verschillende planten staan. Zet 2 paaltjes ongeveer 10 meter uit elkaar en span het touw ertussen. Kijk goed welke planten je langs deze lijn ziet staan. Zoek tussen grote planten of er ook nog kleinere staan. Het touw is verdeeld in stukken van één meter, na iedere meter zie je een rode strip. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen

opdrachtkaart 5 opdrachtkaart 5 Planten beter bekijken Wat heb je nodig? 2 Schrijfplankjes 2 Potloden Zakjes om planten in te bewaren Etiketten 1 Set naamzoeklijsten Oever- en waterplanten, Wilde planten en Grassen, varens en mossen Voor ieder van jullie: werkblad 5, vel 1 en 2 Het blad Straks ga je op het werkblad een blad natekenen. Let goed op de vorm van het blad en de bladrand. Kijk ook hoe de nerven lopen, dat zijn de dikke lijntjes op het blad. Er gaat water en voedsel voor de plant doorheen. Misschien zie je een blad waar een beestje aan vreet of waarvan al gevreten is. Teken dat vraatspoor dan na. Teken ook het beestje of schrijf zijn naam op. Geur Sommige planten hebben een heel bijzondere geur. Je ruikt de geur van de stengel en de blaadjes pas goed als je ze eens stevig tussen je vingers wrijft. Je hebt nu een heleboel planten en mossen gezien. Misschien weet je van een aantal al de naam. In deze opdracht ga je een plant, waar je wat meer van wilt weten, beter bekijken. Lees eerst goed wat je moet doen. Alles staat hieronder uitgelegd. Vul daarna werkblad 5, vel 1 en 2 in. Naam van de plant Gebruik hiervoor de naamzoeklijsten die je ook bij de vorige opdracht hebt gebruikt. Als je de naam niet kunt vinden, verzin je er voorlopig zelf een. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen

opdrachtkaart 6 opdrachtkaart 6 Planten onder de loep In deze opdracht ga je delen van de plant onder de driepootloep bekijken en natekenen. Wat heb je nodig? 1 Doosje kleurpotloden 1 Driepootloep Opzoekboeken over planten 1 Mesje De plantenpers 1 Pincet De meegenomen planten 2 Potloden Voor ieder van jullie: werkblad 6, vel 1 en 2 Lees eerst goed wat je moet doen in de tekst hieronder. Pak dan werkblad 6, vel 1 en 2 om alles in te vullen en te tekenen. De bloem Leg een bloem onder de driepootloep en kijk goed naar alle onderdelen. Probeer zo goed mogelijk na te tekenen wat je ziet. Je mag kleurpotloden gebruiken. Met het pincet kun je voorzichtig deeltjes weghalen om verder te kijken. Het blad Leg een blad onder de driepootloep. Teken na wat je ziet. Je hoeft niet het hele blad na te tekenen, een klein stukje is genoeg. Let vooral op kleine haartjes, stekels, gaatjes of andere bijzondere dingen. De stengel Snij een klein stukje van de stengel af en leg dat onder de driepootloep. Teken op het werkblad na wat je ziet. Kijk eens goed naar bijvoorbeeld haren, stekels en doornen. Misschien zie je nog wel kleine beestjes rondkruipen. Teken ook wat je ziet op de plek waar de stengel doorgesneden is. Gebruik van de plant Zoek in de opzoekboeken op of jouw plant nog ergens voor gebruikt wordt. Bijvoorbeeld in de geneeskunde of om op te eten. Als je er iets over vindt, kun je dat opschrijven naast de tekening. Afdruk van het blad Leg een blad van je plant onder het onderste vakje van werkblad 6, vel 2. Ga dan met de zijkant van je potloodpunt zachtjes over het papier. Na een tijdje zie je de afdruk van het blad verschijnen. De plantenpers Je kunt bloemen en planten in de plantenpers doen. Later heb je een gedroogd stukje plant dat je op de achterkant van een werkblad kunt plakken (bijvoorbeeld). Hoe je de pers moet gebruiken lees je op de techniekkaart 1. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen

opdrachtkaart 7 opdrachtkaart 7 Een tentoonstelling maken Maak nu met alles wat je gevonden hebt een tentoonstelling op een tafel. Wat heb je nodig? Alle gevonden planten en mossen of andere dingen die leuk zijn voor de tentoonstelling Kleurpotloden Tekenpapier Lijm Potloden Boeken over planten Je kunt tekeningen van planten maken met een verhaaltje erbij over die planten. Je kunt je werkbladen tentoonstellen. Onderdelen van planten kun je onder de driepootloep neerleggen. Bijvoorbeeld zaden, blaadjes waar iets bijzonders aan te zien is of wortels. Planten die uit de plantenpers komen kun je neerleggen met de namen erbij. Natuurlijk heb je zelf ook nog ideeën! Wat kun je doen? Planten die je hebt gevonden kun je tentoonstellen. Je kunt de namen van de planten op een kaartje schrijven en naast de plant leggen. Ook is het leuk om de planten die je langs een lijn hebt gevonden in dezelfde volgorde op een tafel tentoon te stellen. Je kunt ze in potten met water zetten zodat ze niet zo snel gaan hangen. A'dams NME Centrum 95 planten en mossen A'dams NME Centrum 95 planten en mossen