VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere Aandacht en begrip tonen 1.1.a. Je toont belangstelling voor en betrokkenheid bij het kind/de jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders door in het intakegesprek/ kennismakingsgesprek actief te luisteren, zodat het kind/de jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders de benodigde informatie krijgen en zich begrepen voelen. 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op 1.3 maakt een plan van aanpak Onderzoeken Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Formuleren en rapporteren Samenwerken en overleggen Formuleren en rapporteren 1.1.b. Je gebruikt verschillende bronnen om informatie over het kind/de jongere te verzamelen, zodat je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van het kind/de jongere. 1.1.c. Je inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind/de jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders, zodat duidelijk is waar de organisatie, binnen de mogelijkheden van dienstverlening, kan inspelen op de situatie en wensen van het kind/de jongere. 1.2.a. Je schrijft een kernachtig en logisch gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. 1.2.b. Je vraagt de mening en ideeën van kinderen/jongeren en stimuleert hen om input te leveren voor het activiteitenprogramma, zodat het programma tegemoet komt aan hun wensen en behoeften. 1.3.a. Je stelt een nauwkeurig en volledig plan van aanpak op, zodat de het kind/de jongere en de ouders/vervangende opvoeders precies weten welke aanpak gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd.
naam: klas: loopbaanbegeleider: Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 1.3.b. Je legt, binnen de mogelijkheden van de organisatie, in het plan van aanpak de op het kind/de jongere toegesneden dienstverlening vast, zodat de opvang en begeleiding aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van het kind/de jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders. Overtuigen en beïnvloeden 1.3.c. Je onderbouwt de keuzes die gemaakt zijn in het plan van aanpak en gaat na of het kind/de jongere en zijn ouders/ vervangende opvoeders hiermee instemmen, zodat het plan van aanpak door hen gedragen wordt. Samenwerken en overleggen 1.3.d. Je bespreekt de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties ervan met het kind/de jongere en ouders/vervangende opvoeders, zodat zij weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak wordt uitgevoerd. Kerntaak 2 Opvangen en begeleiden van het kind/de jongere 2.1 Ondersteunt het kind/de jongere bij ontwikkeling en opvoeding Aandacht en begrip tonen 2.1.a. Je toont betrokkenheid bij en inlevingsvermogen in het kind/de jongere en herkent wanneer het kind/de jongere het moeilijk heeft, zodat ze de nodige ondersteuning kan bieden. Aansturen 2.1.b. Je toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels zodat het het kind/de jongere en de groep duidelijk is welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden. 2.1.c. Je geeft het kind/de jongere heldere, eerlijke en constructieve feedback en stimuleert om materialen uit te proberen, zodat het functioneren van het kind/de jongere wordt versterkt.
naam: klas: loopbaanbegeleider: Kerntaak 2 Opvangen en begeleiden van het kind/de jongere Met druk en tegenslag omgaan 2.1.d. Je zoekt bij het ondervinden van weerstand of tegenslag naar evenwicht in het voor zich houden of uiting geven aan je emoties, zodat het kind/de jongere feedback krijgt op zijn gedrag en Je tegelijkertijd een goed voorbeeld bent voor het kind/de jongere. Omgaan met verandering en aanpassen 2.1.e. Je toont respect voor verschillende achtergronden van kinderen/jongeren (en ouders/vervangende opvoeders) en bent in staat om vragen of problemen vanuit het gezichtspunt van andere culturen en achtergronden te bekijken, zodat de eigenheid van het kind/de jongere (en ouders/ vervangende opvoeders) gerespecteerd wordt. Overtuigen en beïnvloeden 2.1.f. Je speelt in op de gevoelens van het kind/de jongere, zodat deze gestimuleerd wordt in zijn (emotionele) ontwikkeling. Presenteren 2.1.g. Je communiceert met de ouders/vervangende opvoeders over de opvoeding van hun kind op een voor hen begrijpelijke manier en wekt bij hen vertrouwen op basis van jouw deskundigheid, je controleert of de boodschap is overgekomen, zodat de ouders/vervangende opvoeders, als ze dat willen, jouw advies kunnen opvolgen. Samenwerken en overleggen 2.1.h. Je informeert ouders/vervangende opvoeders over de ontwikkeling van het kind/de jongere, benoemt (opvoed)problemen duidelijk en maakt zaken bespreekbaar, zodat het kind/de jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders op de hoogte zijn en niet om de problemen heen kunnen en de noodzaak van actie duidelijk is. Vakdeskundigheid toepassen 2.1.i. Je herkent agressie bij het kind/de jongere en schat eventuele risico s in, zodat je tijdig actie onderneemt om te voorkomen dat de situatie escaleert. Zonodig toon je hierbij fysieke kracht, zodat je adequaat op agressie reageert.
naam: klas: loopbaanbegeleider Kerntaak 2 Opvangen en begeleiden van het kind/de jongere 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden Aandacht en begrip tonen Ethisch en integer handelen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Instructies en procedures Materialen en middelen inzetten 2.2.a. Je let op het fysieke en mentale welzijn van het kind/de jongere en stimuleert hen om hierover te praten, zodat het kind/de jongere zich bij ziekte, ongeval of anderszins onwel zijn begrepen en gesteund voelt. 2.2.b. Je adviseert het kind/de jongere over het aanpakken van de persoonlijke verzorging, zodat het kind/de jongere hier inzicht in krijgt en dit (zoveel mogelijk) zelfstandig kan uitvoeren. 2.2.c. Je gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging en respecteert vertrouwelijkheid, zodat het kind/de jongere zich op zijn gemak voelt. 2.2.d. Je geeft het kind/de jongere een op de persoon toegesneden (advies over de) verzorging, zodat aan de behoeften van het kind/de jongere wordt voldaan. 2.3.a. Je schept een uitdagende en geschikte ruimte/omgeving met kansen en mogelijkheden voor ontwikkeling van kinderen/jongeren en toetst deze aan richtlijnen en motiveert het kind/de jongere bij het uitvoeren van taken in het huishouden, zodat de kinderen/jongeren op een veilige manier gestimuleerd worden in hun ontwikkeling en hun bijdrage hebben geleverd aan de uitvoering van de huishoudelijke taken. 2.3.b. Je werkt volgens veiligheidregels en voorschriften, je ziet erop toe dat ook anderen zich aan deze regels houden en je gebruikt materialen op een veilige manier, zodat de veiligheid van de kinderen/jongeren is gewaarborgd. 2.3.c. Je zorgt bij schoonmaakwerkzaamheden voor efficiënt gebruik van schoonmaakmaterialen en middelen, zodat verspilling en onnodige belasting van het milieu worden voorkomen.
2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan 2.5 Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd Materialen en middelen inzetten Plannen en organiseren Samenwerken en overleggen 2.4.a. Je motiveert het kind/de jongere om zijn best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat het kind/de jongere in zijn ontwikkeling gestimuleerd wordt. 2.4.b. Je kiest spelen speelmaterialen die bijdragen aan de ontwikkeling van het kind/de jongere en gebruikt deze effectief en vindingrijk, zodat de ontwikkeling van het kind/de jongere gestimuleerd wordt. 2.4.c. Je plant en regelt ruim van tevoren activiteiten die goed op elkaar afgestemd zijn, houdt rekening met onvoorziene omstandigheden, schat de benodigde tijd in voor activiteiten en gebruikt indicatoren om de voortgang te meten, zodat het activiteitenprogramma daadwerkelijk uitgevoerd kan worden en je kan nagaan of de uitvoering en voortgang van de activiteiten nog volgens schema verlopen. 2.5.a. Je motiveert het kind/de jongere zelf oplossingen en alternatieven voor problemen te bedenken en uit te proberen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat het kind/de jongere leert hoe hij actie kan ondernemen om zijn leefsituatie te verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren. 2.5.b. Je vertelt het kind/de jongere duidelijk en direct hoe ze zijn kansen met betrekking tot werk, scholing en vrije tijd inschat zodat je het kind/de jongere tot steun bent bij het maken van keuzes.
naam: klas: loopbaanbegeleider Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen 3.4 Evalueert de werkzaamheden Leren Vakdeskundigheid toepassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Plannen en organiseren Samenwerken en overleggen Aandacht en begrip tonen 3.1.a. Je toont interesse in nieuwe ontwikkelingen in je eigen vakgebied, vraagt actief om feedback en gebruikt het als een kans om te leren en te verbeteren, stelt jezelf concrete ontwikkeldoelen en past nieuw geleerde competenties toe in je werk, zodat je op een actieve manier jouw deskundigheid vergroot. 3.1.b. Je deelt jouw expertise met collega s en andere deskundigen middels beroepsmatige discussies, zodat jouw expertise bijdraagt aan professionalisering van het beroep. 3.2.a. Je handelt overeenkomstig de voorgeschreven (werk)procedures en protocollen, zodat jeaansluit bij de afgesproken werkwijze in de organisatie. 3.2.b. Je bewaakt de kwaliteit van de zorgverlening op een systematische wijze, signaleert en rapporteert tijdig knelpunten, zorgt er voor dat jouw werkzaamheden voldoen aan de kwaliteitseisen die de organisatie stelt, zodat je actief bijdraagt aan een optimale kwaliteit van de dienstverlening. 3.3.a. Je formuleert bij (het overdragen van) jouw werkzaamheden duidelijke doelen en geeft mogelijke knelpunten aan, zodat jouw werkzaamheden voor collega's duidelijk zijn en de kwaliteit en continuïteit van de opvang en begeleiding gewaarborgd zijn. 3.3.b. Je overlegt bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig met anderen, raadpleegt anderen indien nodig, weet wat de consequenties zijn van de eigen acties en stelt je zo op dat de samenwerking in het team soepel verloopt, zodat de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel verloopt. 3.4.a. Je signaleert of het kind/de jongere en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden opvang en begeleiding, zodat je deze informatie kan meenemen/inbrengen bij de evaluatie.
naam: klas: loopbaanbegeleider Analyseren 3.4.b. Je concludeert op basis van de evaluatie of de geboden opvang en begeleiding/behandeling voldoen en of er voldoende voortgang is en komt met haalbare oplossingen, zodat indien nodig de opvang en begeleiding (in overleg) bijgesteld kunnen worden. Formuleren 3.4.c. Je verwerkt alle benodigde gegevens en scheidt de hoofd en bijzaken, zodat je een kernachtig evaluatieverslag kan schrijven.
LEERDOELEN 1. 2. 3. UITBLINKERS Praktijk Aanwezigheid > 80% Handtekening praktijkbegeleider Handtekening leerling Voortgangsrapportage PW jeugdzorg 2009-2011