Deel 4.1b lezen Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften 1. Omschrijving van de zorg De kinderen behalen bij lezen herhaaldelijk niet het gewenste niveau of lijken een achterstand te hebben in het voorbereidend leesproces. Naar de ernst van de problematiek onderscheiden we: - kinderen met leesproblemen (achterstand tot ½ jaar) - kinderen met ernstige leesproblemen (achterstand meer dan een ½ jaar) - kinderen met dyslexie (achterstand 1 ½ jaar of meer) 2. Doel van het deelzorgdocument Het doel is de signalering, diagnosticering, het leerstofaanbod en de instructie voor kinderen met leesproblemen vast te leggen en te verbeteren. 3. Omschrijving van de huidige situatie Op school werken we met verschillende zorgniveau s. Sommige kinderen hebben geen leesproblemen. Zij hebben geen extra begeleiding nodig. Voor andere kinderen is uitgebreide hulp noodzakelijk. Wij proberen voor al onze leerlingen een zo optimaal mogelijk ontwikkelingsproces gedurende de gehele basisschoolperiode te garanderen. Dat begint met het geven van goed onderwijs in de klas zelf tot het bieden van speciale begeleiding op basis van het resultaat van uitgevoerd onderzoek. Signaleren: Voor de vierjarigen en nieuwe leerlingen komt op het intake formulier te staan of er sprake is van dyslexie in de familie. Indien van toepassing wordt het aangegeven op het formulier algemene gegevens in de algemene zorgmap. Voor het signaleren bij het lezen maken we gebruik van het dyslexieprotocol lezen en toetsen we de kinderen met DMT (groep 3 t/m 8). Bij een score van D of E wordt daarnaast de AVI afgenomen. In groep 3 maken we ook gebruik van de herfstsignalering, wintersignalering en lentesignalering. Diagnosticeren: Wanneer uit de signaleringsresultaten blijkt dat er een achterstand is in de leesontwikkeling gaan die kinderen lezen met Connect lezen. We betrekken het kind actief bij zijn eigen ontwikkeling, maken samen afspraken en geven feedback. Ze krijgen bij voorkeur de extra hulp in de klas door de leerkracht zelf. De geboden hulp wordt in een groepsplan/handelingsplan gezet. Een kind moet minimaal een half jaar lang drie keer per week 20 minuten extra instructie en leesoefeningen hebben gehad door de leerkracht of leesspecialist. Mocht dit ook onvoldoende resultaat bieden (drie meetmomenten een E score) dan wordt het kind aangemeld voor vergoede dyslexie of wordt er een DST test afgenomen (door een gespecialiseerd DST leerkracht) en wordt het kind aangemeld bij de schoolbegeleidingsdienst. 4. De ondersteuning van kinderen met leesproblemen. Definitie van dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen). 1 Dyslexie-protocol de Dukdalf
Beleid en procedure rondom vergoede dyslexie en de DST. Vergoede dyslexie: onder bepaalde voorwaarden wordt de diagnostiek en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie vergoed. Enkelvoudig betekent dat er naast dyslexie geen sprake is van andere (leer-)stoornissen. De ouders kunnen hun kind aanmelden voor diagnostiek bij een vermoeden van ernstige dyslexie. De school moet een goed leerling-dossier hebben bijgehouden. De Dyslexie Screening Test (DST) is bedoeld om eenvoudig en snel te kunnen constateren of een kind dyslectische kenmerken heeft. Samen met een intelligentieonderzoek van een orthopedagoog of GZ psycholoog en het kunnen aantonen van een hardnekkigheidfactor kan de DST voor een dyslexieverklaring zorgen. Wie neemt het dyslexie onderzoek af? De vergoede dyslexie kan afgenomen worden door de schoolbegeleidingsdienst, maar ook andere gekwalificeerde instanties komen hiervoor in aanmerking. De ouders melden aan en school zorgt voor een goed leerling-dossier dat is ondertekend door de directie. Het DST onderzoek wordt afgenomen door een gespecialiseerd DST leerkracht. Op dit moment heeft de school 1 gespecialiseerde DST leerkracht. De DST leerkracht kan alleen aangeven of er sprake is van een dyslectische ontwikkeling en niet of er sprake is van dyslexie. Een orthopedagoog of een GZ psycholoog neemt het aanvullende intelligentieonderzoek af. Deze twee onderzoeken samen kunnen leiden tot een dyslexieverklaring. Een kind moet minimaal een half jaar extra hulp hebben gehad (hardnekkigheidfactor). Dit moet in een handelingsplan of groepsplan staan. Geldigheidsduur DST onderzoek: De geldigheid van het DST onderzoek bedraagt 2 jaar (aangezien dit een didactisch onderzoek is, zijn de onderzoeksgegevens verouderd na twee jaar). Geldigheidsduur van de dyslexieverklaring: De geldigheid van een dyslexieverklaring is levenslang (dyslexie is immers een stoornis die nooit over zal gaan). Criteria voor een dyslexie onderzoek: De IB-er bespreekt de leerling met de leerkracht. Indien nodig wordt de DST specialist ingeschakeld. De volgende zaken worden besproken: In hoeverre raakt het kind achter op zijn klasgenoten. Er moet minimaal een achterstand zijn van anderhalf jaar Heeft de leerling gedurende minimaal een half jaar drie keer in de week 20 minuten intensieve begeleiding gehad door de groepsleerkracht of leesspecialist? Indien een leerling al is gedoubleerd wordt er gekeken of er sprake is van een capaciteitenprobleem (lage intelligentie) of dat de achterstand zich specifiek voordoet op lezen en/of spellen Indien dit het geval is, wordt besproken wanneer het dyslexie onderzoek gaat plaats vinden. Wanneer is het beste moment om een dyslexie onderzoek te laten plaatsvinden? Vanaf halverwege groep 4 en in groep 5. Indien nodig ook nog in groep 6. 2 Dyslexie-protocol de Dukdalf
Wat kan een leerling met een dyslexieverklaring? Vanaf groep 4 indien van toepassing Meer tijd Een uitvergroot lettertype Bij dictee alleen de categoriewoorden Langere teksten worden voorgelezen (door leerkracht of een maatje) Eigen leerlijn Pre teaching krijgen Gebruik maken van hulpmiddelen die in de klas gebruikt worden (spellingkaart, letterkaartje, etc.) Tijdens de CITO entreetoets in groep 7 indien van toepassing Meer tijd Een uitvergroot lettertype De toets op cd rom De toets wordt voorgelezen (door leerkracht) Gebruik maken van hulpmiddelen die in de klas gebruikt worden (spellingkaart, letterkaartje, etc.) Tijdens de CITO eindtoets/drempelonderzoek in groep 8 indien van toepassing Meer tijd Een uitvergroot lettertype De toets op cd rom De toets wordt voorgelezen (door leerkracht) Gebruik maken van hulpmiddelen die in de klas gebruikt worden (spellingkaart, letterkaartje, etc.) Bij iedere vorm van dyslexie (vastgesteld door een orthopedagoog of GZ psycholoog) kan een leerling met zijn dyslexieverklaring in aanmerking komen voor verschillende technische hulpmiddelen (Daisy speler, reading-pen). Dit wordt in overleg met de deskundigen en ouders bepaald. Inmiddels is school in het bezit van en reading-pen en een Daisy speler. Vanaf de middelbare school is het erg belangrijk een dyslexieverklaring te hebben in verband met evt. vrijstellingen, extra tijd tijdens toetsen en verdere begeleiding tijdens de schoolcarrière. 3 Dyslexie-protocol de Dukdalf
Zorgniveau 0 : Preventief werken realiseren van goed en breed onderwijs voor alle kinderen Alle kinderen besteden een half uur per dag aan leesonderwijs. Dit gebeurt op verschillende manieren (stillezen, hardop lezen, voorlezen, mandjes lezen, etc). De kinderen die lezen op A, B of C score lezen in leeftijdsadequate boekjes. De kinderen die uitvallen met lezen (DMT D of E score) lezen samen met de leerkracht op het juiste niveau (zone van de naaste ontwikkeling) met Connect lezen drie keer in de week 20 minuten. Einddoel: 80% scoort A,B of C score. Niveau 0 Groep 4 t/m 8 Wij streven naar goed leesonderwijs voor alle kinderen. Wij signaleren vroegtijdig. Het kind wordt actief betrokken bij zijn leesontwikkeling. Doelen worden aangegeven en samen worden afspraken gemaakt en wordt er feedback gegeven op zijn leesontwikkeling. Fonologische bewustzijn (klankstructuur). Interactief voorlezen door leerkracht en kinderen groep 8. Letter van de week aanbieden. Ervaringen opdoen met boeken en verhalen. Oriëntatie op geschreven taal. Checklist voor kleuters (protocol Leesproblemen en Dyslexie) Signaleringslijst Anneke Smits. De tussendoelen beginnende geletterdheid (blz. 211 en bijlage 1) Map fonetisch bewustzijn. Ontwikkelen fonemisch bewustzijn, ontwikkelen auditieve analyse en synthese en letters benoemen. Letter van de week aanbieden en speelse oefeningen hiermee doen. Alle letters komen aan bod passend bij de behoeften van de kinderen (opbouw letterkennis) Woorddiscriminatie en woord objectivatie. Rijmen. Interactief voorlezen door leerkracht en kinderen groep 8. Checklijst voor kleuters (protocol Leesproblemen en Dyslexie) De tussendoelen beginnende geletterdheid (blz. 211 en bijlage 1) CITO taal voor kleuters M2, ordenen en rekenen voor kleuters. Computer: Bas gaat digitaal, Woordenvangen en Ambrasoft. Methode Veilig leren lezen (Maan, roos, vis) Beginsituatie van alle kinderen ligt vast. Alle kinderen doen, na kern 3, de herfstsignalering (okt.) uit het dyslexieprotocol aansluitend bij Veilig leren lezen. Resultaten herfstsignalering worden besproken met de intern begeleider, groepsplan wordt opgesteld. Na kern 6 maken alle kinderen de wintersignalering (begin febr.) uit het dyslexieprotocol. DMT kaart 1A wordt afgenomen. Er wordt na kern 7 met groepslezen gestart. Dit gebeurt met behulp van ouders/kinderen groep 8. Na kern 8 maken alle kinderen de lentesignalering (eind mrt.) uit het dyslexieprotocol. DMT kaart 1B, 2B wordt afgenomen. Resultaten worden besproken met de intern begeleider. De tussendoelen beginnende geletterdheid (blz. 211 en bijlage 1) In mei/juni wordt DMT kaart 1C, 2C afgenomen. Schooltelevisie: Leesdas en Lettervos. Bibliotheek: één keer per jaar een bezoek en meedoen met lezen in de lengte Computer: Computerprogramma Ambrasoft, VLL Alle kinderen lezen minimaal 4 x per week een half uur per dag. Drie keer per week wordt er voorgelezen. DMT : de resultaten worden bijgehouden via de DMT. Groep 4: DMT in okt, jan/febr en mei. Groep 5, 6 en 7 DMT: jan/febr, mei. Groep 8 DMT: jan/feb. Computer: Computerprogramma Ambrasoft, Flitskikker. Bibliotheek: groep 6 één keer per jaar een bezoek en alle groepen doen mee met lezen in de lengte. 4 Dyslexie-protocol de Dukdalf
Zorgniveau 1 : Zorg in de groep door de eigen leerkracht: verbreed onderwijs op de plank Op onze school is de keuze gemaakt voor een gevarieerde schoolbibliotheek. Dit om tegemoet te komen aan de verschillende behoeften van de kinderen. Op dit niveau worden de eerste problemen ervaren. Dit kan bijvoorbeeld uit signaleringsgegevens of uit observatie (de D E leerlingen). De leerkracht geeft zelf extra begeleiding aan deze leerling. De ouders worden actief betrokken bij de leesontwikkeling van hun kind. Niveau 1 Zorg in de groep door de eigen leerkracht Connect lezen Signalering: Verkorte lijst SLO map ( kijk op ontwikkeling in de onderbouw) (evt. daarna de uitgebreide lijst), checklijst Protocol. De kinderen krijgen extra instructie en oefenen extra in de kleine kring. Signalering: Direct extra aandacht voor kinderen die in groep 1 zijn opgevallen in hun taalontwikkeling. Extra oefenen met de leesvoorwaarden. CITO taal M2 (jan) CITO taal E2 (jun) Bij uitval januari CITO ordenen M2 (jan) CITO ordenen E2 (jun) Bij uitval januari CITO ruimte en tijd M2 (jan) CITO ruimte en tijd E2 (jun) Bij uitval januari Er wordt een foutenanalyse gemaakt, waarbij ook gekeken wordt naar de didactische leeftijd. Er wordt een groepsplan opgesteld. De extra oefeningen vinden plaats in de kleine kring met maximaal 5 kinderen. Screening (formulier) bij uitval toets van M. Visser en A. Smits (febr.), checklijst Protocol. Signalering: Vanuit observatiegegevens en CITO gegevens van groep 2 gaan kinderen die opvallen in hun taalontwikkeling meteen in het begin van groep 3 werken met Connect Klanken en letters. Dit is naast VLL. Hulp n.a.v. onvoldoende resultaten bij letterkennis, globaalwoorden, synthese, analyse en lezen in de groep met de tips uit het protocol leesproblemen en dyslexie. De hulp is in eerste instantie gericht op de elementaire leeshandeling Resultaten worden besproken met de intern begeleider. Na wintersignalering gaan kinderen die uitvallen aan de slag met Connect woordherkenning of Connect Vloeiend Lezen. DMT M3 (jan/febr) en E3 (juni), D en E score lezen ook AVI kaarten. CITO luisteren M3 en E3 (dec/jan en mei) Groep 4 t/m 8 De leerkracht is in het bezit van het vorderingenoverzicht vanuit de vorige groep. Leerlingen die aan het eind van een groep extra begeleiding van de leerkracht kregen, gaan door met deze ondersteuning in de volgende groep. De kinderen die met DMT een D of E score hebben gaan lezen met Connect vloeiend lezen. Deze kinderen gaan drie keer in de week 20 minuten lezen met de groepsleerkracht of een leesspecialist. De kinderen lezen teksten op hun eigen leesniveau die hun aanspreken. Daarnaast wordt er geobserveerd wat voor een lezer dit kind is. Bij alle leerlingen worden de volgende toetsen afgenomen: DMT: alle kinderen lezen de DMT. Bij D of E score wordt gebruik gemaakt van de AVI. Begrijpend lezen: CITO begrijpend lezen (jan) vanaf groep 5 Lezen: CITO leeswoordenschat (jan en mei) vanaf midden groep 5 Taal: CITO luisteren gr. 4 t/m 8 (dec/jan of mei) Toetsresultaten en voortgang van zorgkinderen worden besproken met de intern begeleider. 5 Dyslexie-protocol de Dukdalf
Zorgniveau 2: Werken met een handelingsplan verdiept onderwijs De problemen in de klas zijn hardnekkig. Extra instructie/oefening/ondersteuning helpen onvoldoende. De hulp kan gegeven worden door de groepsleerkracht of leesspecialist. In overleg met IB-er wordt een handelingsplan opgesteld. Interne begeleider ondersteunt de leerkracht hierbij. Een handelingsplan duurt ongeveer 8 weken. Na deze periode wordt het handelingsplan geëvalueerd en indien nodig bijgesteld of afgerond. Niveau 2 Werken met een handelingsplan Actie/Aanbod na uitval: extra hulp wordt aangeboden in de kleine groep en/of door de leesspecialist. Er wordt een handelingsplan opgesteld. Indien nodig observatie door de interne begeleider Actie/Aanbod na uitval: extra hulp wordt aangeboden in een klein groepje. Er wordt een handelingsplan opgesteld. Indien nodig observatie door de interne begeleider en/of wordt een DST afgenomen. Extra oefening heeft onvoldoende geholpen. Er wordt een grafemen- en fonementoets afgenomen. De instructie en het oefenen met Connect lezen wordt geïntensiveerd. Er wordt vijf keer per week instructie en extra oefening geboden. Er wordt een handelingsplan opgesteld. Resultaten worden besproken met de intern begeleider De extra begeleiding wordt zoveel mogelijk in de klas gegeven door de groepsleerkracht of door de leesspecialist. Indien nodig wordt RT gegeven buiten de groep mits hier ruimte voor is binnen de formatie van de school. Orthotheekmaterialen: De Leessleutel Van beginnende geletterdheid tot lezen Veilig in stapjes Groep 4 t/m 8 Extra oefening heeft onvoldoende geholpen. De instructie en het oefenen met Connect lezen wordt geïntensiveerd. Er wordt vijf keer per week instructie en extra oefening geboden door groepsleerkracht of leesspecialist. In overleg met de intern begeleider wordt er gekeken wat er verder nog voor mogelijkheden zijn voor het kind. Orthotheekmaterialen: Lezen / taal: - Speciale Leesbegeleiding ( Luc de Koning) ( AVI 1 t/m 9) - Zuidvallei lezen Begrijpend lezen: - Leesweg wegwijzer - Zuidvallei - Nieuwsbegrip, CITO training 6 Dyslexie-protocol de Dukdalf
Zorgniveau 3: Inroepen van externe ondersteuning-eigen leerlijn of doubleren Als na alle inspanningen van de groepsleerkracht, RT-er, onderwijsassistent en IBer het kind nog niet voldoende vooruit gaat, kan worden besloten externe hulp in te roepen. Naar aanleiding hiervan kan plaatsvinden: 1. Consultatie/onderzoek 2. Opstarten vergoede dyslexie/ afnemen DST (dyslexieverklaring) 3. Vaststellen eigen leerlijn/tweede leerweg 4. Bespreken doublure Niveau 3 Groep 4 t/m 8 Inroepen van externe ondersteuning Er wordt een consultatie of een onderzoek aangevraagd bij de IJsselgroep. De aangeboden hulp van de IJsselgroep wordt uitgevoerd. Er wordt een consultatie of een onderzoek aangevraagd bij de IJsselgroep. De aangeboden hulp van de IJsselgroep wordt uitgevoerd. Als uit de intensieve begeleiding van de leerkracht en de RT aan het kind blijkt, dat het leestempo ondanks alle inspanning en extra hulp een steeds groter wordende achterstand laat zien, dan kan nader onderzoek door andere instanties ingezet worden in groep 3. In overleg met de ouders wordt vergoede dyslexie opgestart of wordt er een DST afgenomen. Blijkt het kind niet dyslectisch te zijn zou een eigen leerlijn tot de mogelijkheden kunnen behoren. Voor een goede begeleiding van leerlingen met ernstige lees- en of spellingsproblemen is regelmatig overleg met de schoolbegeleider van andere instanties en ouders. 7 Dyslexie-protocol de Dukdalf