Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm b.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Transcriptie:

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2130/Eneco - GZO I. MELDING 1. Op 9 oktober 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat ENECO Holding N.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over de activiteiten van Gasdistributie Zeist en Omstreken. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 198 van 12 oktober 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. ENECO Holding N.V. (hierna: ENECO) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Zij staat aan het hoofd van een zevental energiebedrijven en heeft 76 gemeenten als aandeelhouders. ENECO is actief op het gebied van productie van elektriciteit en duurzame energie en levering van elektriciteit, gas, warmte en duurzame energie. Tevens handelt ENECO in elektriciteit, verzorgt zij onderhoud en beheer van installaties en verhuurt zij warmte- en warmwatertoestellen. Daarnaast verwerkt ENECO afval en levert zij diensten inzake afvalverwerking, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties en adviseert zij inzake energietoepassing en energieverlening. 3. Gasdistributie Zeist en Omstreken (hierna: GZO) is een publiekrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht. Aan het ontstaan van deze rechtspersoon ligt een regeling ten grondslag die is aangegaan door de gemeenten De Bilt, Bunnik, Doorn, DriebergenRijsenburg, Maarn en Zeist. GZO is actief op het gebied van distributie van gas aan eindverbruikers, verhuur, keuring en inspecties van warmte- en gasapparatuur en ontwikkeling en exploitatie van duurzame energie. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie is een activa - passiva transactie waarbij ENECO via een dochteronderneming (N.V. ENECO) de ondernemingsactiviteiten van GZO zal overnemen. De transactie is vastgelegd in de door partijen overgelegde Purchase Agreement d.d. 2 oktober 2000.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat ENECO uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de ondernemingsactiviteiten van GZO. 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn ENECO en de ondernemingsactiviteiten van GZO. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 8. Partijen zijn beide actief op het gebied van levering van gas en op het gebied van verkoop en/of verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur. a. De markt voor levering van gas 9. In voorgaande besluiten is geconcludeerd dat de markt voor levering van gas kan worden onderverdeeld naar levering aan kleinverbruikers, levering aan middelgrote afnemers en levering aan grootverbruikers.[1] In navolging van de Gaswet[2] zal voor de beoordeling het onderhavige geval onder kleinverbruikers worden verstaan: afnemers met een jaarverbruik tot 1 miljoen m3 gas; onder middelgrote afnemers: afnemers met een jaarverbruik tussen 1 miljoen m3 gas en 10 miljoen m3 gas en onder grootverbruikers: afnemers met een jaarverbruik van 10 miljoen m3 gas of meer. 10. In de Gaswet is bepaald dat de gasmarkt in fasen wordt geliberaliseerd. In de overgangsfase zijn er beschermde en niet-beschermde ofwel vrije afnemers van gas. [3] Na voltooiing van het liberaliseringsproces op het gebied van de levering van gas behoeft mogelijkerwijs niet langer onderscheid gemaakt te worden tussen categorien afnemers, omdat vanaf dat moment alle afnemers keuzevrijheid hebben. Tot die tijd dient echter rekening gehouden te worden met het bestaan van afzonderlijke markten voor beschermde en nietbeschermde afnemers van gas, hetgeen leidt tot een (tijdelijk) onderscheid tussen kleinverbruikers, middelgrote afnemers en grootverbruikers van gas. Niet uit te sluiten valt dat ook na voltooiing van het liberaliseringsproces, gelet op de verschillen die er bestaan tussen de verschillende categorien afnemers wat betreft onder meer wijze en omvang van inkoop, er een blijvend onderscheid gemaakt moet worden tussen categorien afnemers. 11. Aangezien de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed, kan in

het onderhavige geval in het midden blijven of er, binnen de groep van beschermde afnemers, nader onderscheid moet worden gemaakt naar de groep afnemers die in 2002 keuzevrijheid krijgt en de groep afnemers die naar alle waarschijnlijkheid in 2004 keuzevrijheid zal krijgen (zie de punten 19 en 20). Tevens kan in het midden worden gelaten of, ingeval sprake is van keuzevrijheid voor bepaalde afnemers, er n markt is voor levering aan alle op dat moment vrije afnemers of dat onderscheid nodig blijft naar de groep afnemers die thans reeds vrij is, de groep afnemers die in 2002 keuzevrijheid zal hebben en/of de groep afnemers die naar alle waarschijnlijkheid in 2004 keuzevrijheid zal hebben (zie de punten 19 en 20). b. De markt voor verkoop en/of verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur 12. Beide partijen zijn actief op de markt voor verkoop/verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur. Deze activiteiten vormen een aparte productmarkt.[4] Relevante geografische markten a. De markt voor levering van gas 13. Wat betreft de geografische omvang van de markt voor levering aan vrije afnemers wordt in de onderhavige zaak, conform eerdere besluiten, uitgegaan van een markt, die ten minste nationaal van omvang is.[5] 14. Tot 1 januari 2002 zijn de middelgrote afnemers van gas beschermde afnemers, terwijl de kleinverbruikers tot 1 januari 2004 beschermde afnemers zijn. Dit houdt in dat zij tot die tijd op exclusieve basis gebonden zijn aan de leverancier van gas in wiens leveringsgebied zij gevestigd zijn en niet de mogelijkheid hebben te wisselen van gasleverancier.[6] Primair kan daarom wat betreft de levering aan beschermde afnemers worden uitgegaan van het leveringsgebied als relevante geografische markt.[7] 15. Bij de beoordeling van de gevolgen van de concentratie zal rekening worden gehouden met het naar verwachting in geografische zin ruimer worden van de relevante markt als gevolg van door wetgeving gentameerde wijzigingen in de marktstructuur. Wanneer de twee groepen die thans nog beschermde afnemers zijn, naar verwachting in 2002 en 2004 keuzevrijheid zullen krijgen, zal ook voor deze groepen gelden dat de marktomvang niet meer automatisch samenvalt met het gebied waarin het leveringsbedrijf oorspronkelijk een monopoliepositie had. Op dit moment is echter niet vast te stellen op welke termijn de relevante geografische markt zich zal hebben ontwikkeld tot bijvoorbeeld een nationale markt. b. De markt voor verkoop en/of verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur 16. Aangenomen kan worden dat de geografische omvang van de markt voor de verkoop/verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur ten minste regionaal is.[8] Partijen bieden deze apparatuur op dit moment aan binnen hun leveringsgebieden. Wel kan geconstateerd worden dat op deze markt ook enkele grote spelers (installatiebedrijven, aannemers) actief zijn, die op landelijk niveau opereren. In onderhavige zaak kan echter in het midden blijven of de relevante geografische markt regionaal is dan wel nationaal, omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 21). B. Gevolgen van de concentratie

a. De markt voor levering van gas 17. Wat betreft de levering van gas aan beschermde afnemers staan partijen primair niet met elkaar in concurrentie; binnen hun respectievelijke verzorgingsgebieden zijn partijen de enige die gas aan beschermde afnemers mogen leveren. Op het gebied van levering aan beschermde afnemers bestaat geen concurrentie en worden de tarieven gereguleerd door de Minister van Economische Zaken. Op het gebied van de levering van gas aan afnemers die thans al vrij zijn (grootverbruikers), overlappen de activiteiten van partijen niet. GZO is niet actief op deze markt. 18. Tot 2002 zal de onderhavige concentratie derhalve niet leiden tot noemenswaardige veranderingen in de concurrentiestructuur. In het algemeen is er reden de effecten van een voorgenomen concentratie op een wat langere termijn, namelijk een periode van drie tot vijf jaar na de melding, te beoordelen.[9] Dit geldt temeer nu het moment waarop uiterlijk alle beschermde afnemers keuzevrijheid zullen krijgen wettelijk is vastgelegd.[10] 19. Wat betreft de groep afnemers die in 2002 keuzevrijheid van leverancier zal krijgen, hebben partijen naar eigen schatting thans op nationaal niveau een gezamenlijk marktaandeel van circa 19% (ENECO 18,39%, GZO 0,49%). Wat betreft de groep afnemers die naar verwachting in 2004 keuzevrijheid zal krijgen, hebben partijen naar eigen schatting thans op nationaal niveau een gezamenlijk marktaandeel van circa 18% (ENECO 17,28%, GZO 0,84%)[11]. Er is geen reden aan de opgave van partijen te twijfelen. 20. Ingeval de groepen afnemers die in 2002 en in 2004 keuzevrijheid zullen krijgen alsdan tot dezelfde productmarkt gerekend moeten worden, hebben partijen op een nationale markt op basis van de huidige cijfers een gezamenlijk marktaandeel van circa 18%. Ingeval de levering van gas als zodanig (zonder onderscheid naar afnemersgroepen) n relevante productmarkt zal vormen, is het gezamenlijke marktaandeel van partijen op een nationale markt kleiner dan 15%. Er bestaan verschillende sterke concurrenten van partijen, zoals Gasunie, Essent en NUON. Daarnaast zal de betekenis van mogelijke toetredingsdrempels voor de markten voor levering van gas afnemen als gevolg van de liberalisering.[12] b. De markt voor verkoop en/of verhuur van warmte- en warmwaterapparatuur 21. Partijen geven aan dat zij warmte- en warmwaterapparatuur aanbieden in verschillende regios in Nederland. Op regionaal niveau bestaat derhalve tussen de activiteiten van partijen geen overlap. Indien de markt een nationale omvang zou hebben, dan schatten partijen hun gezamenlijke marktaandeel ruim beneden 15%. Er bestaat geen reden aan opgave van partijen te twijfelen. Daarnaast geven partijen aan dat enkele grote concurrenten (installatiebedrijven, aannemers) nationaal actief zijn. VI. CONCLUSIE 22. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de

Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 23. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 2 november 2000 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Mr. W.C.J. de Lange Wnd. hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] Zie bijvoorbeeld het besluit van 21 april 2000 in zaak 1759/Nutsbedrijf Amstelland - Energie Delfland - GMK Gasbedrijf N-O Friesland - Nutsbedrijven Weert - EZK - ENECO, punt 22 e.v. [2] Wet van 22 juni 2000, Stb. 2000, 305. [3] Grootverbruikers zijn en blijven vrije afnemers (afnemers die vrij zijn in hun keuze van leverancier); middelgrote afnemers worden per 1 januari 2002 vrije afnemers en kleinverbruikers worden per 1 januari 2004 vrije afnemers. [4] Zie onder meer het besluit van 25 juni 1998 in zaak 748/ Edon - Westergo, punten 13 en 14. In dit besluit wordt de verhuur (en verkoop) van c.v.-ketels en warmwaterapparatuur als n productmarkt beschouwd. [5] Zie het besluit van 15 maart 1999 in zaak 1186/NUON - ENW - EWR - Gamog, punten 26 en 27. [6] Zie hierover de Memorie van Toelichting bij de Gaswet (Kamerstukken II, 1998-1999, 26 463, nr. 3), artikelsgewijze toelichting bij artikel 11. [7] Zie het besluit in zaak 1186/NUON - ENW - EWR - Gamog, punten 26 en

27 en het besluit van 15 juni 1999 in zaak 1331/PNEM/MEGA - EDON, punt 104. [8] Zie het besluit in zaak 1186/NUON - ENW - EWR - Gamog, punt 36. [9] Zie het besluit van 20 oktober 1999 in zaak 1331/PNEM/MEGA - EDON, punt 161 e.v. [10] Zie voetnoot 2. [11] Naar opgave van partijen ligt het in de lijn der verwachting dat Energiebedrijf Midden-Holland N.V. zich op korte termijn zal aansluiten bij de ENECO-groep. Van deze transactie is melding gedaan bij de NMa (zaaknr. 1920/ENECO-EMH). Als gevolg daarvan zal het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de markt voor kleinverbruikers 19,4% bedragen en op de markt voor middelgrote afnemers 19,7%. [12] In de Gaswet (zie voetnoot 2) zijn regels opgenomen ter bevordering van een transparante toegang tot transportnetten, onder meer inhoudend dat transportbedrijven worden verplicht hun transportnetten open te stellen voor derden. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.