Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 03/10/2014 114.42029 m DCMR milieudienst Rijnmond Projectbureau De Groenzoom T a v. de heer M. Lankwarden Kleihoogt 7a 2651 KV BERKEL EN RODENRIJS Onderwerp Beschikking in het kader van de bodembescherming Locatie Kleihoogt achter 15a Gemeente Wbb code TC nummer Berkel en Rodenrijs, gemeente AA162101125/B50 Y Y W W N X X Ons kenmerk 21832035 Uw kenmerk 13M4118 Wet Lansingerland D C M R Milieudienst Rijnmond Expertise centrum Bureau Bodem Toetsing Contact M Alakhramsing T 010 246 8662 mascha.alakhramsing@dcmr.nl Adres D C M R Milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 Postbus 843 3100 A V S C H I E D A M T 010 246 80 00 F 010 246 82 83 w w w dcmr.nl Bijlagen Kadastrale kaart Datum Beschikking - i OKĩ. 2014 Aanvraag Op 6 augustus 2014 heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid Holland (hierna te noemen: het college) een verzoek ontvangen van Projectbureau De Groenzoom, op grond van artikelen 39c en d Wet bodembescherming (hierna te noemen: Wbb). De melder heeft het college verzocht om het volgende besluit te nemen: verlening van instemming met een evaluatieverslag. Omdat in het evaluatieverslag ook de nazorg is beschreven, wordt het evaluatieverslag beoordeeld als nazorgplan op grond van artikel 39d. ook Bij het verzoek zijn de volgende stukken ingediend: een meldingsformulier met kadastrale tekening met de contour van de sanering en nazorg: het rapport "Evaluatierapport sanering Voormalige paardenrenbaan Kleihoogt 15 (achter) te Berkel en Rodenrijs" van 10 september 2014 met nummer 13M4118, opgesteld door CSO Adviesbureau voor Milieu Onderzoek B.V. Besluit Het college stemt in met het evaluatieverslag en het nazorgplan.
Het resultaat van de sanering op genoemde locatie is in overeenstemming met de artikelen 38 lid 1 en 39c en d van de Wbb en voldoet aan het bodemsaneringsbeleid dat is opgenomen in de Nota V T H 2014-2017 van de provincie Zuid-Holland. De zorgmaatregelen en/of gebruiksbeperkingen dienen in acht te worden genomen zoals beschreven in het evaluatierapport/nazorgplan en de bepalingen uit de Provinciale milieuverordening. De eigenaar, erfpachter of gebruiker respectievelijk zijn rechtsopvolger is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de in het nazorgplan beschreven maatregelen en beperkingen in het gebruik. Wijzigingen van het gebruik van de bodem die de contactmogelijkheden met de restverontreiniging doen toenemen, dienen te worden gemeld aan het college, p/a DCMR Milieudienst Rijnmond, Expertisecentrum, Bureau Bodem Toetsing, Postbus 843, 3100 A V t e Schiedam. Indien ter plaatse van de restverontreiniging de isolatievoorziening wordt aangetast dient hiervan onverwijld melding te worden gedaan aan het college, p/a DCMR Milieudienst Rijnmond, Bureau Bodem Toetsing. In overleg zal vervolgens worden bepaald op welke wijze de isolatie van de verontreiniging dient te worden hersteld. Procedure Op de totstandkoming van de beschikking zijn de Algemene wet bestuursrecht, Wet bodembescherming en de Provinciale Milieuverordening mei 2013 van toepassing Omdat ter voorbereiding van de beschikking titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd, kunnen belanghebbenden eventuele bezwaren voor het eerst door middel van een bezwaarschrift kenbaar maken. Toetsingskader De beslissing vindt plaats op grond van: - de Wbb; de Provinciale Milieuverordening mei 2013 (hoofdstuk 6); - het Besluit Bodemkwaliteit (Staatsblad 2007, 469); de Circulaire bodemsanering 2013 (Staatscourant 2013, nr. 16675); de Nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2014-2017 van de provincie Zuid-Holland, vastgesteld op 17 december 2013 (Nota V T H 2014-2017) de volgende onderliggende stukken: de beschikking van 14 november 2013 (TC-nummer 13-44-007) waarin de ernst van het geval van bodemverontreiniging, de noodzaak van een spoedige sanering en de instemming met het saneringsplan voor de locatie zijn vastgesteld, bekend onder code AA162101125/B40. Overwegingen De bij de melding verstrekte gegevens bevatten voldoende informatie over de wijze waarop de sanering is uitgevoerd en de nazorgmaatregelen om een beschikking te nemen. Uit het onderliggende stuk blijkt onder andere dat: op de locatie in de grond sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging met twee spots hechtgebonden asbest, waarvan spoedige sanering niet noodzakelijk is; één van de spots ter plaatse van de geplande watergang tevens sterk verontreinigd is met barium en lood; 21832035 Blad 2 van 7
in het grondwater geen verontreinigingen in concentraties boven de tussenwaarde zijn aangetroffen; met het saneringsplan is ingestemd; de locatie onder voorbehoud van sanering geschikt is voor de bestemming recreatie en natuur; bij de sanering voor één van de vlekken de interventiewaarde als terugsaneerwaarde wordt aangehouden; de tweede vlek geïsoleerd wordt met een leeflaag van 0,7 meter dik van lokale achtergrondkwaliteit (licht verontreinigd) conform het bodembeheerplan van de gemeente. De totale sanering is van 22 november tot en met 5 mei 2014 uitgevoerd. De werkzaamheden zijn uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van een watergang voor kanovaart. Hierbij is conform het saneringsplan de spot ter plaatste van de geplande watergang ontgraven tot maximaal 1,0 meter minus maaiveld. Bij de sanering is de met asbest, barium en lood verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd naar een erkende verwerker. De ontgraving is niet aangevuld en wordt in eigen beheer verder ingericht als een watergang. De vrijgekomen licht verontreinigde grond (met metalen) en het niet asbesthoudende puin, is in overleg met het bevoegd gezag Bbk verwerkt als funderingsmateriaal in de westelijk gelegen wandel en beheerpaden buiten de saneringslocatie conform het bodembeheerplan van de gemeente Lan singerland. Een gedeelte van de vrijgekomen licht verontreinigde grond is hergebruikt in de afdeklaag/leeflaag. In totaal is 84,42 m 3 verontreinigde grond en afgevoerd naar een erkende verwerker. In de controlemonsters van de ontgraven spot is geen asbest boven de terugsaneerwaarde en lood/barium boven de tussenwaarden meer aanwezig. geen De tweede asbestspot is afgedekt met een 0,7 meter dikke leeflaag van lokale voor recreatie (licht verontreinigd). achtergrondkwaliteit Op de locatie rest van de herinrichtingslocatie is een afdeklaag aangebracht met een dikte van 0,7 meter, bestaande uit licht verontreinigde grond van achtergrondkwaliteit voor recreatie conform het bodembeheerplan van de gemeente Lansingerland. Onder de leeflaag ter plaatse van de geïsoleerde spot is een restverontreiniging met asbest in een concentratie boven de interventiewaarde achtergebleven. In afwijking van het saneringsplan is: minder sterk verontreinigde grond vrijgekomen bij de ontgraving; in de ontgraven watergang geen leeflaag aangebracht. De afwijkingen van het saneringsplan zijn voldoende gemotiveerd in het evaluatieverslag. De sanering is voor het overige uitgevoerd conform het saneringsplan. 21832Ũ35 Blad 3 van 7
Nazorg De terugsaneerwaarden ter plaatse van een van de spots zijn bereikt, zodat daar geen nazorgverplichting geldt. Uit het evaluatierapport blijkt dat na uitvoering van de sanering op (een deel van) de locatie een sterke restverontreiniging is achtergebleven ter plaatse van de tweede spot met asbest, waarvoor een nazorgplan in het evaluatierapport is opgenomen. Na de sanering gelden voor de gebruiksfunctie natuur en recreatie de volgende zorgmaatregelen en/of gebruiksbeperkingen ter plaatse van de restverontreiniging: het handhaven van de aangebrachte leeflaag. Genoemde zorgmaatregelen en/of gebruiksbeperkingen zijn voldoende om er voor te zorgen dat de verontreiniging die na de sanering is achtergebleven niet zal leiden tot een vermindering van de kwaliteit van de bodem zoals beschreven in het evaluatierapport. Bodemkwaliteitsverklaring Op de locatie is een van de spots van het aangetoonde geval van bodemverontreiniging volgens het goedgekeurde saneringsplan gesaneerd tot de vooraf vastgestelde terugsaneerwaarden. De tweede spot van het aangetoonde geval van ernstige bodemverontreiniging is gesaneerd door het wegnemen van contactrisico's. Door de isolatiemaatregel (aanbrengen leeflaag) is de bodem geschikt gemaakt voor het gebruik natuur en recreatie. Na de sanering is plaatselijk onder de isolatie een sterke verontreiniging met asbest achtergebleven. Voor de gebruiksbeperkingen en de omgang met deze verontreiniging is een nazorgplan goedgekeurd. Door de uitgevoerde sanering en uitvoering van het goedgekeurde nazorgplan zijn de risico's als gevolg van de aanwezigheid van de bodemverontreiniging weggenomen. Dit betekent dat de bodem geschikt is gemaakt voor het gebruik natuur en recreatie. Bij herinrichting, verandering van het gebruik van een deel van de locatie of het aanvragen van een bouwvergunning moet de geschiktheid worden heroverwogen. Een aanvullende sanering kan nodig zijn. Voor een aanvullende sanering is een saneringsplan nodig, dat moet worden goedgekeurd door het college. Vervallenverklaring op grond van de Wkpb De publiekrechtelijke beperkingen zoals bedoeld in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) voor het volgende perceel zijn vervallen: kadastrale gemeente : Berkel en Rodenrijs sectie : C nummer(s) : 3269 (gedeeltelijk) Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan het Kadaster. Op de bij deze beschikking gevoegde kadastrale kaart is de contour van het gesaneerde/ontgraven gedeelte van het geval van ernstige bodemverontreiniging aangegeven. 21832035 Blad 4 van 7
Registratie Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken Deze beschikking is opgenomen in de registratie van het Kadaster op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Op grond van artikel 3 van de Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming vloeit een publiekrechtelijke beperking voort voor percelen waarop geheel of gedeeltelijk een ernstige restverontreiniging aanwezig is en de in verband hiermee genomen saneringsmaatregel in stand dient te worden gehouden. De registratie heeft betrekking op het volgende perceel: kadastrale gemeente : Berkel en Rodenrijs sectie : C nummer(s) : 3269 (gedeeltelijk) Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan het Kadaster. Op de bij deze beschikking gevoegde kadastrale kaart is de nazorgcontour aangegeven waarvoor de publiekrechtelijke beperking geldt. Aansprakelijkheid Het college neemt de beschikking op grond van de door indiener aangeboden gegevens. Indien blijkt dat de overgelegde gegevens onjuist en/of onvolledig zijn, is de Provincie Zuid Holland niet aansprakelijk voor schade die als gevolg daarvan ontstaat, noch voor de kosten van een eventueel opnieuw uit te voeren sanering. De Provincie Zuid Holland is eveneens niet aansprakelijk voor schade ontstaan aan onroerende of roerende zaken als gevolg van de uitgevoerde saneringsmaatregelen Begrippen Lichte verontreinigingen zijn verontreinigingen waarbij de gemiddelde concentraties van één of meer stoffen de achtergrondwaarde voor grond of streefwaarde voor grondwater overschrijden. Matige verontreinigingen zijn verontreinigingen waarbij de gemiddelde concentraties van één of meer stoffen de tussenwaarde overschrijden. De tussenwaarde is de helft van de som van de achtergrondwaarde en de interventiewaarde voor grond of de helft van de streefwaarde en de interventiewaarde voor grondwater. Overschrijding van de tussenwaarde is het criterium voor het uitvoeren van nader onderzoek. Sterke verontreinigingen zijn verontreinigingen waarbij de gemiddelde concentraties van een of meer stoffen de interventiewaarde overschrijden. De achtergrond-, streef- en interventiewaarden zijn opgenomen in Bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering 2013. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien meer dan 25 kubieke meter (m 3 ) grond en/of het grondwater in een bodemvolume van meer dan 100 m 3 gemiddeld boven de interventiewaarde is verontreinigd. In enkele specifieke situaties, bij gevoelige functies, kan bij concentraties onder de interventiewaarde ook sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging. 21832Ū35 Blad 5 van 7
Voor nadere informatie over deze beschikking kunt u contact opnemen met mevrouw M. Alakhramsing van de DCMR Milieudienst Rijnmond, Expertisecentrum, Bureau Bodem Toetsing, telefoon: (010) 246 8662, e-mail adres: mascha.alakhramsing@dcmr.nl. Hoofd Bureau Bodem Toetsing Instellen van bezwaar Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken tegen deze beschikking Het maken van bezwaar dient te geschieden door het indienen van een bezwaarschrift bij het college. Een bezwaarschrift kan worden ingediend gedurende een termijn van zes weken te rekenen na de dag waarop deze beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en dient in ieder geval het volgende te bevatten: naam en adres van de indiener; dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen bezwaar wordt gemaakt; de gronden van het bezwaar. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, t a v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP DEN HAAG. Krachtens artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt - ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto hoofdstuk 20 van de Wet milieubeheer, juncto artikel 36 van de Wet op de Raad van State een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Het verzoek moet worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA DEN HAAG. Wij verzoeken u een kopie van het verzoek om voorlopige voorziening toe te zenden aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Tevens verzoeken wij u een kopie van het bezwaarschrift en/of het verzoek om voorlopige voorziening te sturen aan de DCMR Milieudienst Rijnmond, Bureau Bodem Toetsing, Postbus 843, 3100 A V SCHIEDAM. 21832035 Blad 6 van 7
Een exemplaar van deze beschikking is gezonden aan: Bureau Beheer Landbouwgronden Postbus 8520 3503 R M U T R E C H T C S O Adviesbureau t a v. de heer S.V. Corton Regulierenring 6 3981 LB BUNNIK Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tobias Asserlaan 1 2662 SB B E R G S C H E N H O E K Lansingerland. Hoogheemraadschap van Postbus 3061 2601 DB DELFT Delfland 21832035
Uiltreksel Kadastrale Kaart X V 5812 Uw referentie: 13M4118 5397 3266 3267 3268 3269 Geel/ba» ' Deze kaart fs noordgericht 12345 Perceeīnummef 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voortopĉge kadastrale grens Administratieve kadaslra'e grens Bebouttlng Overige topografie Voor een eensluidend uiltreksel, Apeldoorn, 6 Juni 2014 De bewaarder van het kadaster en da openbare registers Schaal 1:2000 Na 2-c ŕ g Z Ųe r vû I /e-i Kadastrale gemeente Sectie Perceel BERKEL EN RODENRIJS C 3269 Aan dit uittreksel kunnen geen belrouttbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de ds openbare registers behoudt zich de di fntelfectu a!e eigendomsrechten voor, waaronder hst auteursrecht en het databankenreehl
I proviocie H O L L A N D Z U I D - Í i k U i i Kennisgeving beschikking Wet bodembescherming Onderwerp Op grond van artikel 39c en 39d van de Wet bodembescherming hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland (GS) een evaluatieverslag en een nazorgplan ontvangen voor de locatie Kleihoogt achter 15a te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, kadastraal bekend gemeente Berkel en Rodenrijs, sectie C, nummer 3269 (gedeeltelijk). GS hebben ingestemd met het evaluatieverslag en het nazorgplan. Inzage U kunt de beschikking en de overige stukken vanaf 2 oktober 2014 gedurende zes weken op de volgende plaatsen inzien: «de gemeente Lansingerland, Tobias Asserlaan 1, 2662 SB Bergschenhoek (telefoon: 010-800 40 00);» de D C M R Milieudienst Rijnmond, Parallelweg 1, 3112 A N Schiedam (telefoon: 010-246 86 21). Bezwaar Binnen zes weken na de dag van bekendmaking van het besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij GS van de provincie Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag, o.v.v. "Awb-bezwaar". Inlichtingen: mevrouw Mascha Alakhramsing van de DCMR, telefoon: 010-246 86 62. Wbb-code: AA162101125/B50, DMS: 21836715