Thema: Energie vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82619

Vergelijkbare documenten
Een dag zonder energie vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Energie opwekken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dat kan beter vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een dag zonder elektriciteit vmbo-kgt34

Zelf energie opwekken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bespaartips vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Thema: Energie vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Zuidoost Brazilië vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

1. Ecologische voetafdruk

Les De productie van elektriciteit

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Groep 8 Basisles: Elektriciteit opwekken

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8

Economie en milieu hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Toets_Hfdst10_BronnenVanEnergie

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

Afhankelijk van de natuur. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Men gebruikt steeds meer windenergie in Nederland. Er wordt steeds meer windenergie gebruikt in Nederland.

Duurzaamheid hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Energie-case: Brazilië vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Afhankelijk van de natuur vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Opwarming van de aarde hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Duurzaamheid. Sander Niessing. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE

Basisles Energietransitie

De Energiezuinige Wijk - De opdracht

Afhankelijk van de natuur vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Alternatieve energiebronnen

Waterkringloop vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

INLEIDING Bovendien vervuilen diezelfde energiebronnen onze planeet!

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen.

Intersteno Ghent Correspondence and summary reporting

Nederland en Frankrijk vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkblad Introductieles Eneco EnergieLab

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Module 4 Energie. Vraag 3 Een bron van "herwinbare" energie is: A] biomassa B] de zon C] steenkool D] aardolie E] bewegend water

Flipping the classroom

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

5,4. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei keer beoordeeld. Nederlands. A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie.

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Naam: Thijs. Groep: 6/7. School: St.Willibrordusschool

Duurzame stroom in het EcoNexis huis

Les Energie besparen LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE. Werkblad

HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL. Bernd Roemmelt / Greenpeace

Werkblad huismodule. Quintel Intelligence. Antwoordblad

Economie en milieu vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Digitale huismodule. Quintel Intelligence. Inleiding

Ik kan de meeste energie besparen door de volgende maatregel(en) toe te passen:

Begrippen. Broeikasgas Gas in de atmosfeer dat de warmte van de aarde vasthoudt en zo bijdraagt aan het broeikaseffect.

Mens en techniek. VMBO BASIS en KADER, leerjaar 2. Figuur 1 (Illustratie uit Microsoft Word)

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

6,3. Werkstuk door een scholier 1843 woorden 2 december keer beoordeeld. Inleiding

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Werkstuk Informatica Energie

Kenmerken ontwikkelingslanden vmbo-kgt34

Voorbeeld van een lessenserie over energiebesparing:

1 van :03

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis

Les De kosten van energie

Bernd Roemmelt / Greenpeace HET KLIMAAT EN DE NOORDPOOL

Armoede in Nederland hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

Budgettering vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE

Arm en rijk - kenmerken van ontwikkelingslanden

Energie: hoe duurzaam is jouw school? Esther van der Meer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Les De kosten van energie

1 Nederland is nog altijd voor 92 procent afhankelijk van fossiele brandstoffen

Armoede in Nederland vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

NME centrum Betuwe LES 1

DVD speler. mobiele telefoon. verwarming. Lees de uitleg over meten. en energie meten. Zet een X bij het juiste antwoord.

Tekst lezen en vragen stellen

Achtergrondinformatie The Bet

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie

Vooraleer de leerlingen de teksten lezen, worden de belangrijkste tekststructuren overlopen (LB 265).

1.7 Kwartet over de verschillende energiebronnen

Elektrische energie. energie01 (1 min, 47 sec)

NME centrum Betuwe LES 1

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document.

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Wat moet je doen? Lees de informatie in dit pakketje

Bedreigingen. Broeikaseffect

Water in China 2 vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Energie Rijk. Lesmap Leerlingen

GROENE TEST. Naam:.. 1. Het verbruik van fossiele grondstoffen veroorzaakt ecologische problemen. Welke?

LAAT DE WIND WAAIEN

Les Ons gas raakt op

Mijn wijk vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Neerslag vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Les Kernenergie. Werkblad

Transcriptie:

Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 november 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82619 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

Inhoudsopgave Thema Energie Inleiding Leerdoelen Werkplan Een dag zonder energie Vooraf Kennisbank Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Stap6 Energie opwekken Vooraf Kennisbank Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Gaat dit goed? Vooraf Stap1 Stap2 Dat kan beter Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Stap6 Zelf energie opwekken Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Pagina 1

Stap4 Bespaartips Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Nederland en Frankrijk Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Stap6 Stap7 Energietransport Vooraf Stap1 Stap2 Energie-case: Brazilië Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Zuidoost Brazilië Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Thematoets Energie Afsluiting thema Eindproduct Stap1 Stap2 Stap3 Pagina 2

Stap4 Over dit lesmateriaal Pagina 3

Thema Energie Inleiding Energie Aan het begin van de 19e eeuw woonden er één miljard mensen op de wereld. 150 jaar later zijn het er 3 miljard. Weer 50 jaar verder is de bevolking verdubbeld tot 6 miljard. Nu, in 2013, zitten we al op ruim 7 miljard. Zo hard zal het niet blijven gaan. De verwachting is dat we op 10 miljard blijven steken rond het jaar 2200. Niet alleen de bevolking groeit, ook onze levensverwachting en onze welvaart is in dezelfde periode enorm gestegen. De twee grafieken hiernaast zijn gemaakt op de site www.gapminder.org. De grafieken laten zien hoe het inkomen per hoofd van de bevolking is veranderd en hoe de levensverwachting is toegenomen tussen 1800 en 2010. Elk bolletje staat voor een land. Ieder land is van linksonder naar rechtsboven opgeschoven: dat wil zeggen dat we gemiddeld steeds ouder én steeds rijker worden. Meer mensen op de wereld die steeds meer te besteden hebben en steeds ouder worden. Dan is het niet vreemd dat het energiegebruik meestijgt. Er zijn meer huizen te verwarmen en meer apparaten die stroom gebruiken. We leggen meer kilometers af in auto s en vliegtuigen. Het lijkt erop dat we de wereldvoorraad kolen, olie en gas er in rap tempo doorheen jagen. Uranium is er voorlopig nog genoeg, maar willen we wel kernenergie? Is het niet verstandiger over te stappen naar duurzame energiebronnen? Zon, wind en waterkracht raken immers nooit op? Het thema Bronnen van energie bestaat uit 10 opdrachten. Je gaat onder meer aan de slag met je eigen energieverbruik. We kunnen niet meer zonder stroom, maar misschien kunnen we wel wat minderen. Misschien is zelf stroom opwekken een goed idee. Je gaat ook dieper in op de energiesituatie in eigen land. De voor- en nadelen van kolen, gas, olie, uranium en van de alternatieve bronnen zon, wind en waterkracht komen aan bod. En ook de afstemming van vraag en Pagina 4

aanbod van energie. Hoe krijgen we het voor elkaar dat er stroom uit je stopcontact komt precies op het moment dat je dat nodig hebt? Tenslotte vergelijk je onze situatie met die in Frankrijk en, wat verder weg, met Brazilië. Je sluit het blok af met een groepsopdracht waarin jullie samen de balans opmaken door antwoord te geven op de volgende vragen: Welke kant gaat het op met onze energievoorziening? En is dat wel de goede kant? Wat zijn positieve en de negatieve ontwikkelingen? Leerdoelen Aan het eind van het thema: Kun je verschillende energiebronnen noemen. Kun je benoemen welke energiebronnen worden gerekend tot de fossiele energiebronnen. Kun je nadelen noemen van het gebruik van fossiele energiebronnen en kun je voor- en nadelen beschrijven van het gebruik van kernenergie. Kun je voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen en kun je voor- en nadelen noemen van het gebruik van duurzame energiebronnen. Kun je beschrijven wat de mogelijkheden zijn om zelf energie op te wekken met behulp van zonne-energie, bodemwarmte of een windmolen. Kun je voorbeelden noemen van manieren waarop je energie kunt besparen. Kun je de manier waarop in Nederland energie wordt opgewekt vergelijken met de manier waarop dat in Frankrijk gebeurt. Kun je beschrijven welke verschillende energiebronnen er in Brazilië zijn en welke verschuivingen in het gebruik van die bronnen zijn opgetreden. Werkplan Pagina 5

Het thema Energie bestudeer je door tien opdrachten en de afsluiting te maken. Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt. Download hier het Werkplan Energie Pagina 6

Een dag zonder energie Vooraf Leerdoelen Wat hebben een spotlampje, een verwarming, een mobieltje en een koelkast met elkaar te maken? Het antwoord: ze doen het niet zonder stroom. Elektriciteit is zo vanzelfsprekend dat je er niet bij stil staat, tot de stroom uitvalt of de accu leeg is. In deze opdracht sta je stil bij onze afhankelijkheid van elektriciteit en leer je over je eigen elektriciteitsgebruik. Aan het eind van deze opdracht: Kun je aangeven hoeveel elektriciteit jij gebruikt en hoeveel dat kost. Kun je het verschil tussen grijze en groene stroom omschrijven. Kun je de begrippen dag- en nachtstroom en dag- en nachttarief omschrijven. Eindproduct Als eindproduct van deze opdracht maak je alleen of samen met een klasgenoot een kort opstel. Je probeert je voor te stellen hoe een dag eruit zou zien zonder elektriciteit. Wat doe je op een gewone dag (met stroom) en wat gaat heel anders als er ineens geen elektriciteit is? Gebruik jij veel elektriciteit en zit je met je handen in het haar? Of biedt een dag zonder stroom ineens nieuwe kansen? Je schrijft een opstel van minstens een half A-viertje en maximaal een hele pagina A4 (tussen de 300 en 600 woorden, tekengrootte 10). In het opstel laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Beoordeling Laat het verhaal beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling let de docent op: de inhoud: laat het opstel zien dat je begrepen hebt hoe belangrijk en onmisbaar elektriciteit is? de vorm: is het opstel met zorg gemaakt? Is het leesbaar en boeiend geschreven? Pagina 7

taalfouten: bevat het opstel niet te veel taalfouten? Werkwijze Groepsgrootte Stap 1 tot en met stap 4 doe je alleen. Het eindproduct (stap 5) maak je alleen of samen met een klasgenoot. Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Kennisbank Voor je met de opdracht begint bestudeer je het volgende item uit de Kennisbank. KB: Pagina 8

Energieverbruik Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen: 1. Leg uit waarom de energiemix per land zal verschillen. 2. Wat is de belangrijkste reden voor de stijging van het energieverbruik? 3. Wat is zure regen? Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Stap1 Elektriciteit Bekijk eerst het filmpje hieronder. SchoolTV: Elektriciteit We kunnen niet zonder elektriciteit. Maar hoeveel elektriciteit gebruik je zelf? En hoeveel wordt er bij jou thuis gebruikt? Om daar achter te komen, doe je een kort onderzoek. Je houdt één week lang de elektriciteitsmeter in de gaten, begin op zondag. Noteer de meterstand en doe dat een week lang elke dag op dezelfde tijd. De meeste meters geven één stand aan. Sommige meters geven twee standen. Een stand voor het gebruik van stroom overdag, een andere voor het gebruik s nachts. Een dubbele elektriciteitsmeter houdt het gebruik overdag en s nachts apart bij. s Nachts is stroom goedkoper dan overdag. Je hebt in dat geval een dag- en een nachttarief. Als jullie twee standen hebben, tel ze dan bij elkaar op. Hoeveel elektriciteit verbruik je? Na een week kijk je eerst of er een bepaalde dag uitspringt. Verbruiken jullie thuis elke dag ongeveer evenveel? Is het gebruik in het weekend hoger? Of juist door de week? Bereken nu het daggemiddelde voor alle leden van je huishouden samen en dat voor jezelf. Hoe doe je dat? Stel jullie zijn thuis met z n vieren. Dan tel je de elektriciteitsverbruikcijfers van de hele week op en dan deel je dat door zeven: het daggemiddelde voor jullie gezin. Dat daggemiddelde deel je door vier, het aantal huisgenoten: het resultaat is het daggemiddelde per Pagina 9

persoon. Stap2 Hoeveel kost de gebruikte elektriciteit? In stap 1 heb je uitgerekend hoeveel elektriciteit jij gemiddeld per dag gebruikt, maar we hebben het nog niet gehad over de kosten daarvan. Ga daarvoor naar www.watkosteenkilowattstroom.nl/hoeveel-kost-stroom. De stroom wordt per kwh (kilowatt per uur) afgerekend. Daar zie je een overzicht van diverse energieleveranciers. Kies de goedkoopste: de nummer 1. Vermenigvuldig de prijs van één kwh met het daggemiddelde per persoon dat je hebt uitgerekend. Zo weet je wat één dag kost. Vermenigvuldig dat met 365 en je weet ook wat jouw stroomverbruik kost voor een heel jaar. Stap3 Pagina 10

Hoe gemiddeld ben jij? In stap 1 heb je uitgerekend hoeveel elektriciteit jij gemiddeld per dag gebruikt en in stap 2 heb je uitgerekend hoeveel de stroom kost die jij gemiddeld per dag en in een heel jaar gebruikt. Maar hoe gemiddeld ben jij eigenlijk? Vergelijk met je klasgenoten Bereken eerst met zijn allen het gemiddelde elektriciteitsgebruik in de klas. Tel ieders daggemiddelde op en deel het door het aantal leerlingen in de klas. Zit je er boven of eronder? Vergelijk met andere Nederlanders Gebruik jij meer of minder dan de gemiddelde Nederlander? Om dat te weten, vergelijk je jouw elektriciteitsverbruik met dat van de Nederlanders in de tabel. Een huishouden met... personen Gemiddeld gebruik per jaar... kwh Gemiddeld gebruik per persoon... kwh Gemiddeld gebruik per pesoon per dag... kwh 1 2010 2010/1 = 2010 2010/365? 5,50 2 3360 3360/2 = 1680 1680/365? 4,60 3 4120 4120/3? 1373 1373/365? 3,76 4 4580 4580/4 = 1145 1145/365? 3,13 5 5450 5450/5 = 1090 1090/365? 2,98 Let op! Er is een verschil tussen het gemiddelde energieverbruik per huishouden per persoon en het gemiddelde energieverbruik per hoofd van de bevolking. Het gemiddelde energieverbruik per huishouden per persoon betreft alleen de stroom die mensen thuis gebruiken. Bij het gemiddelde energieverbruik per hoofd van de bevolking wordt alle gebruikte elektriciteit in een land (woningen, winkels, bedrijven, fabrieken) gedeeld verrekend met alle inwoners. Vergelijk met andere wereldburgers Pagina 11

Gebruik jij meer of minder dan de gemiddelde wereldburger? Kijk voor een antwoord op deze vraag in de Grote Bosatlas of ga op internet op zoek naar recente gegevens. Wat is je conclusie? Bekijk de volgende vier stellingen over stroomverbruik. Zijn de stellingen waar of niet waar? Probeer het antwoord eventueel op te zoeken. 1. Het bedrag dat je per persoon aan stroom betaalt, is lager als je met meer personen in een huis woont. 2. Een Nederlander gebruikt meer elektriciteit dan de meeste inwoners op de wereld. 3. Vanaf 1960 gebruikt de gemiddelde Nederlander elk jaar meer elektriciteit. 4. Het verschil in elektriciteitsverbruik tussen Nederland en de rest van de Wereld is sinds 1971 alleen maar groter geworden. Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot. Hebben jullie dezelfde antwoorden. Bespreek verschillen. Stap4 Grijze en groene stroom Hoe zie je het verschil tussen grijze en groene stroom? Het antwoord is natuurlijk: het verschil kun je niet zien. Het verschil tussen grijze en groene stroom zit in de manier waarop de energie wordt opgewekt. Grijze stroom wordt gemaakt uit energiebronnen die kunnen opraken. Bijvoorbeeld gas en steenkool. (Daarover meer in de opdracht Opwekking van energie.) Ook kernenergie noemen we grijze stroom. Kernenergie is slecht voor het milieu omdat er schadelijk afval ontstaat als je deze energie maakt. (Daarover meer in de opdracht Hoelang gaat dat goed? ) Groene stroom wordt gemaakt uit energiebronnen die nooit opraken. Bijvoorbeeld zon, wind en water. (Daarover vind je meer in de opdracht Dat kan beter.) Wat gebruiken jullie thuis? Grijze of groene stroom? Stap5 Pagina 12

Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets. Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden. Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is. Een dag zonder energie kn.nu/bwned 1 van 6 Lees de vier stellingen. Klik de stellingen aan die waar zijn. a. De energiemix van een land is afhankelijk van de beschikbaarheid van energiebronnen. b. De energiemix van een land is afhankelijk van de keuzes die een land maakt op gebied van energiewinning. c. De energiemix van een land hangt af van de bevolkingsdichtheid. d. De energiemix is niet per land te bepalen. 2 van 6 Wat was in Nederland rond 2010 de belangrijkste energiebron? a. aardgas b. biomassa c. kolen d. olie e. uranium f. wind g. zon Pagina 13

3 van 6 De energievraag in de wereld zal de komende jaren waarschijnlijk nog meer stijgen. In welke landen zal de energievraag het meeste toenemen? a. In westerse landen in Amerika, zoals de VS. b. In westerse landen in Europa, zoals Nederland en Duitsland. c. In ontwikkelingslanden, zoals India en China. 4 van 6 Wat is de belangrijkste oorzaak van een sterke stijging van de energievraag in landen als India en China? a. Groei van de bevolking. b. Toename van de welvaart. c. Grotere beschikbaarheid van energiebronnen. 5 van 6 Lees de vier stellingen. Klik de stellingen aan die waar zijn. a. De emissie van te veel stikstofdioxide kan leiden tot zure regen. b. Een toename van de temperatuur op aarde zorgt voor een sterke stijging van koolstofdioxide in de atmosfeer. c. Energie opwekken uit fossiele energiebronnen is goed voor het milieu. d. Energie opwekken uit fossiele energiebronnen kan leiden tot sterke luchtvervuiling in grote steden. 6 van 6 Lees de drie stellingen. Klik de stelling aan die waar is. a. Het gemiddelde energieverbruik per huishouden per persoon betreft alle gebruikte elektriciteit in een land gedeeld door alle inwoners van dat land. b. Kernenergie is een voorbeeld van grijze stroom. c. Groene stroom levert meer energie dan grijze stroom. Stap6 Pagina 14

Een kort opstel over een dag zonder stroom Op 13 maart 2013 drong een rat een transformatorstation in Sebaldeburen binnen. Daar werd hij geroosterd en het station vloog in brand. Het gevolg was een stroomstoring in Grootegast en omgeving. Tussen de 6000 en 7000 huishoudens zaten een etmaal zonder stroom. Wat betekent het voor je en voor iedereen in jouw dorp/stad als je een hele dag zonder stroom zou moeten doen? Schrijf in verhaalvorm op wat je overkomt op een dag zonder stroom, vanaf het moment dat je wakker wordt tot je weer gaat slapen. Word je bijvoorbeeld wel op tijd wakker? Kun je wel naar school? Geeft het alleen maar ellende of komen er ook mooie dingen uit voort? Kom je op nieuwe ideeën? Zijn er goede alternatieven? Ga er eens goed voor zitten en als je met zijn tweeën werkt, neem kort de tijd daarover te brainstormen. Klaar? Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent. Pagina 15

Energie opwekken Vooraf Leerdoelen Stroom komt uit een stopcontact. Maar hoe komt het dan in dat stopcontact? Waar komt stroom vandaan? Hoe wordt elektriciteit gemaakt? Dat gaan jullie nu uitzoeken. Aan het eind van deze opdracht: Kun je opnoemen welke energiebronnen voor het opwekken van energie worden gebruikt. Kun je uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire energiebronnen. Kun je beschrijven waar energie wordt opgewekt. Kun je beschrijven wat fossiele energiebronnen zijn. Kun je drie voorbeelden van fossiele energiebronnen opnoemen. Kun je uitleggen hoe de stroom van een elektriciteitscentrale naar jouw huis (en stopcontact) wordt vervoerd. Eindproduct Jullie maken een kort stripverhaal over de herkomst van de stroom die je thuis gebruikt. Beoordeling Laat het stripverhaal beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling let de docent op: de inhoud: het stripverhaal vertelt het hele verhaal. de vorm: De plaatjes zijn duidelijk en de teksten in of bij de de plaatjes ook. taalfouten: de teksten in het stripverhaal bevatten niet teveel spel- en andere schrijffouten. Werkwijze Groepsgrootte Stap 1 en stap 2 doe je alleen. Het eindproduct (stap 3) maak je samen met een klasgenoot. Benodigdheden Vellen papier A4 of A3, kleurpennen of potloden. Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Kennisbank Pagina 16

Kennisbank Voor je met de opdracht begint bestudeer je het volgende item uit de Kennisbank. KB: Energiebronnen Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen: 1. Geef twee voorbeelden van primaire energiebronnen. En geef een voorbeeld van een secundaire energiebronnen. 2. Geef een omschrijving van 'fossiele brandstoffen'. 3. Noem vier duurzame energiebronnen. 4. Wat is een nadeel van het gebruik van kernenergie? Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Stap1 Pagina 17

Elektriciteit kun je niet opgraven zoals steenkool, of oppompen zoals aardolie. Elektriciteit wordt opgewekt uit andere energiebronnen. Daarom is elektriciteit een secundaire energiebron. Je hebt andere energiebronnen nodig om elektriciteit te maken, de zogenaamde primaire energiebronnen. Een primaire energiebron is bv. gas, steenkool, olie of wind- en waterkracht. Het grootste deel van de stroom uit jouw stopcontact is afkomstig uit de elektriciteitscentrale, al is het nog niet direct geschikt voor thuisgebruik. Daarvoor is de spanning te hoog. Stroom gaat met meer dan 1000 volt de centrale uit. Voor het je huis binnenkomt, moet de spanning worden verlaagd naar 230 volt. Dat gebeurt onderweg in een transformatorhuisje. Elektriciteit opwekken. Dat gebeurt in de centrale. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? Bespreek ze met een klasgenoot. 1. De dynamo van een elektriciteitscentrale (de turbine) wordt door stoom aangedreven. 2. De stroom die uit de elekticiteitscentrale komt is direct geschikt voor thuisgebruik. 3. In een transformatiehuisje wordt de spanning verlaagd naar 230 volt Stap2 Energiebronnen Om stroom op te wekken heb je primaire energiebronnen nodig. Bekijk de volgende drie filmpjes. Aardgas, een fossiele brandstof Steenkool, een fossiele brandstof Kernenergie. Wat is kernenergie? In het volgende informatieblok lees je meer over energiebronnen als olie, aardgas, steenkool en uranium. Pagina 18

Energie uit de aarde Olie, aardgas en steenkool zijn energiebronnen die uit de bodem worden gehaald. Zo wordt bij Slochteren veel aardgas uit de grond gehaald en bij Schoonebeek veel olie. Tot in de jaren 60 werd in Zuid-Limburg steenkool gewonnen. Het worden fossiele energiebronnen genoemd. Fossiel komt van fossiliseren en dat betekent verstenen. Het zijn versteende organismen, planten- en dierenresten, die worden bedekt met zand, klei en water. In elkaar gedrukte plantenresten veranderen in steenkool, dood en samengedrukt plankton verandert in olie. Aardgas is een bijproduct: als organismen vergaan komt er gas vrij. Lichter dan lucht zoekt het zijn weg naar boven, maar als het ergens een ondoordringbare laag tegenkomt, hoopt het zich op in een gasbel. Een deel van de fossiele brandstoffen wordt door ons rechtstreeks gebruikt, denk aan een gasfornuis of kachel, benzine of diesel. Het grootste deel ervan gaat naar de energiecentrales en wordt daar verbrand. Het heeft miljoenen jaren geduurd voordat organische materialen tot olie, kolen en gas zijn omgevormd. We hebben heel wat minder tijd nodig om ze te verbranden. Neem de olievoorraad, die neemt met meer dan 85 miljoen vaten per dag af. Dat is bijna 1000 vaten per seconde. Ook uranium komt in diepe en minder diepe aardlagen voor waar het al miljoenen jaren ligt in de vorm van uraniumerts. De voorraden uranium zijn naar schatting vele malen groter dan die van olie of gas. En waarschijnlijk groot genoeg om kerncentrales nog eeuwen van brandstof te voorzien en als de uranium op is, kan de nog grotere voorraad thorium worden gebruikt. Of dat allemaal zo verstandig is...? Alles goed bestudeerd? Beantwoord dan de volgende vragen. Pagina 19

Energiebronnen kn.nu/a4egj 1 Waar of niet waar? Fossiele brandstoffen zijn planten- en dierenresten van miljoenen jaren geleden. a. waar b. niet waar 2 Waar of niet waar? Aardgas is een fossiele brandstof. a. waar b. niet waar 3 Waar of niet waar? Aardgas is een primaire energiebron. a. waar b. niet waar 4 Waar of niet waar? Steenkool is een fossiele brandstof. a. waar b. niet waar 5 Waar of niet waar? Bij de verbranding van steenkool ontstaat CO2. a. waar b. niet waar 6 Waar of niet waar? In Nederland wordt nog steeds veel steenkool gewonnen. Pagina 20

a. waar b. niet waar 7 Waar of niet waar? Een kerncentrale gebruikt uranium om water om te zetten in stoom waarmee een turbine kan worden aangedreven. a. waar b. niet waar 8 Waar of niet waar? De voorraden uranium zijn niet voldoende om ons nog lang van brandstof te voorzien. a. waar b. niet waar Stap3 Toets Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Energie opwekken'. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien. De score wordt opgenomen in het volgsysteem. Klik op de knop 'Toets' om te beginnen: Pagina 21

Energie opwekken kn.nu/zx9w1 1 Om energie op te wekken heb je een energiebron nodig. Hoe noem je de energiebron elektriciteit? a. Primaire energiebron b. Secundaire energiebron 2 Secundaire energie wordt door omzetting uit primaire energieën verkregen. Wat kan er bijvoorbeeld uit aardolie worden verkregen? a. Benzine b. Gas c. Steenkolen 3 Het gebruik van fossiele brandstoffen moet in 2100 wereldwijd zijn uitgebannen. Dat zegt de VN-organisatie IPCC zondag in een rapport over de opwarming van de aarde en de klimaatverandering. IPCC kwam met het rapport, waarin drie eerdere rapporten worden samengevat, na een week van intense debatten tussen wetenschappers en regeringsfunctionarissen in Kopenhagen. Volgens IPCC moet nu worden ingegrepen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Als langer wordt gewacht, zal de klimaatverandering onomkeerbaar worden. Door: ANP Pagina 22

Wat wordt in het bovenstaand artikel aangegeven als grootste nadeel van het gebruik van fossiele brandstoffen? a. Het nadeel dat fossiele energiebronnen bronnen zijn die op kunnen raken. b. Het nadeel dat bij de verbranding van fossiele energiebronnen koolstofdioxide (CO2) vrijkomt. 4 Miljarden extra nodig om doelen duurzame energie te halen' Nederland gaat de doelen voor duurzame energie niet halen als er niet snel nieuwe maatregelen worden genomen. Er zijn miljarden euro's extra nodig voor windmolens op zee of voor duurzame energieprojecten in het buitenland. Dat stelt de Algemene Rekenkamer in een donderdag verschenen rapport over de subsidieregeling van het ministerie van Economische Zaken. Het doel is 14 procent duurzamere energie in 2020 en 16 procent in 2023, maar dat gaat in het huidige tempo niet lukken. Volgens de Rekenkamer kan het ''effectief zijn'' om de komende twee jaar 12,8 miljard euro te reserveren voor nieuwe windmolenparken op zee, bovenop de 59 miljard euro die daarvoor sowieso al opzij gezet moet worden in de periode tot 2023. Hoewel wordt voorzien dat duurzame energievormen een "substantieel aandeel" in het totale energiesysteem zullen innemen, kan dat nog wel even op zich laten wachten. "Aan het einde van deze eeuw wordt verwacht dat de zon het grootste aandeel zal leveren in het totale energiesysteem". Vooralsnog speelt de lage olieprijs de duurzame sector parten. Als fossiele brandstof alleen maar goedkoper wordt, zullen minder mensen kiezen voor een duurdere variant, ook al is die beter voor het milieu. Door: ANP/NU.nl Hierboven zie je een tekst over duurzame energie. Waarom wil men zoveel extra geld investeren in duurzame energie? a. Duurzame energie is veel effectiever, het levert ons veel meer energie op en is daarnaast veel goedkoper. b. Door gebruik van duurzame energie wordt het leefmilieu minder benadeeld. 5 Pagina 23

Zijn onderstaande stellingen over biobrandstof waar of niet waar? I Biomassa bestaat uit versteende organismen, planten- en dierenresten, die worden bedekt met zand, klei en water. II Biomassa is plantaardig en dierlijk materiaal. Biomassa kan gebruikt worden ten behoeve van energieopwekking, je spreekt dan van biobrandstof. a. Beide zijn waar. b. I is waar, II is niet waar. c. I is niet waar, II is waar. d. Beide zijn niet waar. 6 Het grootste deel van de stroom uit jouw stopcontact is afkomstig uit de elektriciteitscentrale. Waar of niet waar? De stroom die uit de elektriciteitscentrale komt is direct geschikt voor thuisgebruik. a. Waar b. Niet waar 7 Kernenergie is energie die is opgewekt door een kernreactie: een reactie waarbij atoomkernen (m.n. van uranium) betrokken zijn. De energie die vrijkomt, wordt in een kerncentrale in elektriciteit omgezet. Er is sprake van een lage koolstofdioxide uitstoot en vrijwel geen luchtvervuiling. Ze wijzen er ook op dat de energievoorziening hiermee minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Wat is een nadeel van kernenergie? a. Bij het opwekken van kernenergie komt koolstofdioxide (CO2) vrij. Dit gas draagt bij aan het versterkt broeikaseffect met als gevolg een verdere opwarming van de aarde. b. Een van de risico's is het radioactief afval dat ontstaat bij de productie van kernenergie en gedurende lange tijd zeer gevaarlijk is voor de volksgezondheid. 8 Bekijk het volgende filmpje. Waar wordt kernenergie qua uitstoot van broeikasgassen mee vergeleken? a. Fossiele energie, zoals gas. b. Duurzame energie, zoals wind en zon. Stap4 Pagina 24

Stripverhaal Je weet nu waar de meeste stroom vandaan komt, hoe het wordt gemaakt en welke andere energiebronnen ervoor worden gebruikt. Gebruik die informatie voor een stripverhaal: 'De lange weg van de stroom'. Maak het stripverhaal samen met een klasgenoot. Bedenk een kort verhaaltje en bespreek welke tekeningen daarbij horen. Spreek een werkverdeling af. Bijvoorbeeld wie de tekeningen maakt en wie de teksten. Als je een stripverhaal bij elkaar kunt bedenken met bestaande afbeeldingen mag dat ook. De lange weg van de stroom kan beginnen bij het moment waarop je een stekker in het stopcontact steekt. Er komt stroom uit voor de pc, radio of wat voor apparaat ook. Volg het spoor terug van de elektriciteit. Van stroom naar plankton, of naar uranium. Of andersom, kijk maar, als het verhaal maar duidelijk maakt dat je weet welke weg elektriciteit aflegt om bij jouw thuis een lamp te laten branden. Klaar? Laat het stripverhaal beoordelen door jullie docent. Pagina 25

Gaat dit goed? Vooraf Leerdoelen We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen. De vraag is hoe lang we daarmee kunnen doorgaan. Een andere vraag is of kernenergie een goed alternatief vormt. Op die twee vragen probeer je in deze les een antwoord te vinden. Aan het eind van deze opdracht: Kun je minimaal twee nadelen opnoemen van het gebruik van fossiele energiebronnen. Kun je minimaal twee voor- en nadelen opnoemen van het gebruik van kernenergie. Kun je aan de hand van de voor- en nadelen van deze twee soorten energiebronnen beargumenteren of kernenergie, naar jouw mening, een goed alternatief vormt voor fossiele energiebronnen of juist niet. Kun je het begrip broeikasgassen beschrijven. Eindproduct Het eindproduct van deze opdracht is een brief, die je samen met een klasgenoot schrijft naar het energiebedrijf dat de stroom levert aan jouw huishouden. In die brief maak je duidelijk wat jullie standpunt is ten aanzien van energie uit kerncentrales en geef je het bedrijf ongevraagd advies om zich wel of niet met kernenergie in te laten. Aan jullie de keus, maar wel gemotiveerd graag. Laat zien dat je weet welke voor- en nadelen fossiele energiebronnen en kernenergie hebben. Beoordeling Laat de brief beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling let jullie docent op: de inhoud: Je mening moet onderbouwd zijn met argumenten. Die argumenten mogen geen onjuistheden bevatten. de vorm: Maak er geen ellenlang verhaal van. Een half A4-tje is al genoeg. taalfouten: de brief moet in goed Nederlands zijn geschreven, zonder taalfouten. Ook mogen er geen onjuistheden in staan. Een brief vol fouten nodigt niet uit tot lezen. Pagina 26

Werkwijze Groepsgrootte Het eindproduct maak je samen met een klasgenoot. Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Omgaan met energiebronnen In de acht bronnen hieronder vind je veel informatie over hoe wordt omgegaan met energiebronnen. Bekijk de video's en lees de teksten. Schrijf tijdens het kijken en lezen de belangrijkste boodschap van de video/tekst op. Video - Hoe lang kan dat nog? Tekst - Inwoners leven korter Tekst - Winning duurder Tekst - Kernenergie Video NOS: Olieramp Video CMO: Kernenergie Video Schaliegas in Nederland: Video Schaliegas: Maak nu de volgende oefening. Pagina 27

Omgaan met energiebronnen kn.nu/wqa8v 1 Maak de tekst gereed door de ontbrekende woorden in te vullen. Kies uit: fijnstof - broeikasgassen - poolijs - overstromingen Een elektriciteitscentrale die aardolie, aardgas of steenkool verbrandt, stoot uit. Mede daardoor wordt het op aarde warmer. Dat zorgt ervoor dat smelt en het water stijgt waardoor de kans op toeneemt. Vooral kolencentrales stoten ook roetdeeltjes en uit. Die gaan in je longen en bloedvaten zitten en maken je op den duur ziek. 2 Maak de tekst gereed door de ontbrekende woorden in te vullen. Kies uit: vervuiling - toerisme - visserij Het ongeluk met het boorplatform Deepwater Horizon kostte aan 11 mensen het leven. Daarnaast veroorzaakte het een enorme van de zee rond de plek van het ongeluk. Het was een ramp voor veel mensen die de kost verdienen in de. Door het ongeluk werd ook de kust met olie besmeurd. Je kunt je voorstellen dat het er zwaar onder te lijden had. 3 Maak de tekst gereed door de ontbrekende woorden in te vullen. Kies uit: bereikbare - teerzanden - winning - oppompen Aardolie is mede duur geworden omdat een deel ervan wordt gewonnen op moeilijk plaatsen. Het is ook duurder geworden omdat oliewinning niet altijd een kwestie van is, maar de olie ook gewonnen wordt uit. Die manier van is duur. 4 Maak de tekst gereed door de ontbrekende woorden in te vullen. Kies uit: schaliegas - schaliegas - grondwater - afvalwater - fracken - chemicaliën Pagina 28

Aardgas wordt steeds meer gewonnen door het of kraken van een steenlaag met aardgas erin diep onder de grond. Daarbij wordt een vloeistof de steenlaag ingepompt die bestaat uit water, zand en. Het aardgas dat daarbij vrijkomt noemt men. Door lekkages, mankementen aan de boorinstallatie en menselijke fouten kan de vloeistof het vervuilen. Ook ontstaat er bij de winning van veel giftig en radioactief. Hiervan verdampt een deel en een ander deel blijft achter in de grond. 5 Maak de tekst gereed door de ontbrekende woorden in te vullen. Kies uit: uranium - uranium - koolstofdioxide (CO2) - radioactief - halfwaardetijd Anders dan een kolen- of gasgestookte centrale stoot een kerncentrale geen uit. Een kerncentrale gebruikt immers als brandstof. Daarbij komt wel afval vrij. Als mensen daaraan worden blootgesteld loopt hun gezondheid groot gevaar. Dit afval blijft nog duizenden jaren gevaarlijk vanwege de lange. Het afval uit kerncentrales moet daarom zolang worden opgeslagen in veilige opslagbunkers. Maar al beschikken we dan over een grote voorraad net als kolen, gas of olie, het raakt een keer op. Stap2 Atoomstroom, ja of nee? Op dit moment is er één kernenergiecentrale in Nederland en er gaan stemmen op om er meer te Pagina 29

bouwen. Vind je dat een goed idee of juist niet. Schrijf, samen met een klasgenoot, een brief naar het energiebedrijf waar jij klant bent. Maak duidelijk wat jullie standpunt is ten aanzien van kernenergie en geef het bedrijf ongevraagd maar wel gemotiveerd advies. Laat zien dat je weet welke voor- en nadelen fossiele energiebronnen en kernenergie hebben. Weeg de voor- en nadelen af en maak een keuze. Klaar? Laat de brief beoordelen door jullie docent. Pagina 30

Dat kan beter Vooraf Leerdoelen De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie. Die bronnen zijn niet duurzaam. Het is dus raadzaam om over te stappen naar duurzame, vernieuwbare energiebronnen. Schone bronnen die niet opraken. De Nederlandse regering wil dat in 2020 veertien procent en in 2023 zestien procent van alle verbruikte energie duurzaam wordt opgewekt. In 2050 zou het zelfs 100% moeten zijn! In deze opdracht maken jullie kennis met deze duurzame energiebronnen. Aan het eind van deze opdracht: Kun je het begrip duurzame energie beschrijven. Kun je minimaal drie duurzame energiebronnen opnoemen die wij in Nederland kunnen gebruiken. Kun je van deze verschillende duurzame energiebronnen een beperkingen en/of nadeel opnoemen. Kun je benoemen welke bron momenteel de grootste bijdrage levert aan het opwekken van duurzame energie en welke bronnen in de toekomst een grotere bijdrage moeten gaan leveren. Kun je beschrijven wat een waterkrachtcentrale is. Eindproduct Bij elke stap krijg je een aantal vragen. De antwoorden daarop kun je vinden op de site van de overheid. Aan het eind van de opdracht maak je een tabel: je zoekt bij vijf energiebronnen een bijpassend nadeel of beperking. Beoordeling De tabel bespreek je met een klasgenoot. Pagina 31

Werkwijze Groepsgrootte Je doet de opdracht alleen. Je overlegt wel bij iedere stap met een klasgenoot. Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Zonne-energie De energie van de zon wordt meestal op twee manieren opgevangen: met zonnepanelen en met zonnecollectoren. Zonnepanelen zetten zonne-energie rechtstreeks om in elektriciteit. Zonnecollectoren vangen de warmte van de zon op en gebruiken deze om water te verwarmen. Zonnepanelen en zonnecollectoren worden meestal geplaatst op de daken van huizen, stallen, kantoren of fabrieken. Het aanschaffen en plaatsen van zonnepanelen vergt een flinke investering maar die uitgave verdient zichzelf steeds sneller terug. Dat komt omdat de productiekosten van zonnepanelen steeds lager worden en de energieopbrengst ervan steeds hoger. Als de overheid subsidie geeft kun je de investering nog sneller terugverdienen. Beantwoord de volgende vragen. Gebruik de site www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzameenergie 1. Heb je een vergunning nodig voor het plaatsen van zonnepanelen? 2. Kun je het gebruik van zonne-energie ook bevorderen als je zelf geen zonnepanelen op je dak hebt staan? 3. Zijn er regels voor het plaatsen van zonnecellen op je eigen dak? Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Stap2 Pagina 32

Windmolens In Nederland staan al aardig wat windmolens, op het land en op zee. Om nog meer energie uit wind te maken heeft de regering plannen voor een flinke uitbreiding van het aantal windmolens. Er moeten zowel op het land als op de Noordzee grote windmolenparken worden gebouwd. Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen. Gebruik de site www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie 1. Bij hoeveel huishoudens moet in 2020 de stroom opgewekt zijn door windmolens op het land? 2. Hoeveel megawatt aan vermogen moeten windmolens op zee in 2020 hebben? 3. Hoeveel plekken heeft de regering aangewezen voor toekomstige windmolenparken op het land? Om welke plekken gaat het? 4. Zoek die plekken op in de atlas. Waarom is juist voor die plekken gekozen? 5. Hoeveel windmolenparken op zee zijn er in 2013 in gebruik? 6. Hoeveel vergunningen heeft de regering in 2009 afgegeven voor de bouw van nieuwe windmolenparken op zee? Bespreek ook nu de antwoorden met een klasgenoot. Stap3 Pagina 33

Biomassa Energie uit biomassa wordt verkregen uit speciaal daarvoor geteelde gewassen en uit organisch afval (afval van planten of dieren). Deze biomassa wordt vooral meegestookt in kolencentrales of gebruikt in aparte biomassa-centrales. Op dit moment (eind 2013) wordt veel van de duurzame energie in Nederland opgewekt met biomassa. Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen. Gebruik de site www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie 1. Hoeveel van de duurzame energie in Nederland komt op dit moment uit biomassa: 20, 50, of 75 procent? 2. Kun je met biomassa ook gas produceren? Ja/nee 3. Is het gebruik van biomassa echt duurzaam te noemen? Ja/nee Heb je dezelfde antwoorden als je buurman/buurvrouw? Stap4 Pagina 34

Bodem- of Aardwarmte Bodemwarmte is oppervlaktewarmte die door de zon is geleverd. Bodemwarmte halen we uit het water in de bodem tot een diepte van hoogstens 300 meter. Aardwarmte is warmte van de aarde zelf en komt van diepere lagen. Grondwater wordt omhoog gehaald in een geothermische (geo=aarde, thermisch=warmte) centrale. Het aanleggen van dergelijke installaties is duur en daarom wordt er nog niet veel gebruik van gemaakt. Bekijk de onderstaande animatie. 1. Hoe diep moet je minstens boren om van aardwarmte gebruik te maken: 500 meter, één kilometer of twee kilometer? Waterkracht De mogelijkheden om energie uit waterkracht te halen zijn in Nederland niet groot. De waterkrachtcentrales in onze rivieren leveren dan ook maar een kleine bijdrage aan onze energievoorziening. We moeten het doen met de centrales die er nu zijn. In de toekomst kan er misschien een getijdencentrale gebouwd worden. Een getijdencentrale haalt z n energie uit de stroming van het water bij eb en vloed. 2. Hoeveel waterkrachtcentrales zijn er eind 2013 in Nederland: 6, 8 of 10? Stap5 Pagina 35

Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets. Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden. Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is. Dat kan beter kn.nu/epxdo 1 van 5 Er is een verschil tussen zonnepanelen en zonnecollectoren. Wat plaats je op het dak van je huis als je de warmte van de zon wil gebruiken om water op te warmen. a. zonnepanelen b. zonnecollectoren 2 van 5 Meerdere antwoorden mogelijk. Jullie buren gaan zonnepanelen installeren op het dak van hun huis. De zonnepanelen zullen zeker energie gaan leveren voor: a. de koelkast b. de televisie c. de centrale verwarming d. het verwarmen van water in de kraan 4 van 5 Vul de ontbrekende woorden in. Pagina 36

Kies uit: bodemwarmte - grondwater - zon - aarde - geothermische Aardwarmte komt van de zelf en wordt verkregen door omhoog te halen in een centrale. Warmte tot een diepte van 300 meter noemen we. Dit is oppervlaktewarmte die door de is geleverd 3 van 5 Welk woord moet worden ingevuld? Energie uit is energie die wordt opgewekt uit organisch afval. 5 van 5 Waarom leveren de waterkrachtcentrales in de Nederlandse rivieren maar een kleine bijdrage aan de Nederlandse energiebehoefte. Stap6 Nadelen en beperkingen duurzame energie De regering zou het liefst in 2050 alle benodigde energie op willen wekken met vernieuwbare energiebronnen. Het grote voordeel van vernieuwbare energiebronnen is dat ze duurzaam zijn: ze raken niet op en zijn, op een enkele uitzondering na, niet vervuilend. Maar ook aan vernieuwbare energiebronnen kleven bezwaren of ze hebben hun beperkingen. Hieronder zie je een tabel met in de eerste kolom energiebronnen en in de tweede kolom mogelijke problemen of beperkingen. Maak de juiste combinatie. Pagina 37

Energiebron Bezwaar of beperking 1 Windkracht a Er is een wisselend aanbod. 2 Waterkracht b Veel mensen zien het als horizonvervuiling. 3 Zonne-energie c Kan maar op weinig plaatsen worden toegepast in ons land. 4 Biomassa d Het winnen ervan is nu nog te duur voor toepassing op grote schaal. 5 Aardwarmte e Het verbranden ervan geeft CO2-uitstoot en dus is het niet echt duurzaam. Bespreek jouw antwoorden met een klasgenoot. Pagina 38

Zelf energie opwekken Vooraf Leerdoelen Het zou mooi zijn als we op een milieuvriendelijke manier zelf in onze energiebehoefte kunnen voorzien. Dat zou in principe kunnen met behulp van zonne-energie, met bodemwarmte en met een windmolen. In deze opdracht ontdek je, in hoeverre de mogelijkheden reiken om op deze manier je eigen energie op te wekken. Aan het eind van deze opdracht: Kun je beschrijven wat de mogelijkheden zijn om zelf energie op te wekken met behulp van zonne-energie, bodemwarmte of een windmolen. Kun je aangeven hoe het zelf opwekken van energie gestimuleerd kan worden. Kun je twee beperkingen opnoemen voor het zelf opwekken van energie. Kun je het begrip aardwarmte beschrijven. Eindproduct Het eindproduct van deze opdracht maak je alleen. Het is een verslag van jouw situatie, jouw energiegebruik, jouw woonomgeving, enzovoort en van de mogelijkheden om zelf energie op te wekken. Kun je iets met een zonnepaneel, een windmolen of met aardwarmte? Bieden dergelijke methoden om energie op te wekken een oplossing voor de energiebehoefte van jouw huishouden? Het verslag moet duidelijk maken dat je de leerdoelen hebt behaald. Beoordeling de inhoud: laat het verslag zien dat je de leerdoelen hebt gehaald? de vorm: is het verslag helder geschreven en heb je alle mogelijkheden voor jouw situatie overzichtelijk in het verslag geplaatst? taalfouten: bevat het verslag niet te veel taalfouten? Pagina 39

Werkwijze Groepsgrootte Deze opdracht maak je alleen. Je overlegt wel regelmatig met je klasgenoten. Benodigdheden De informatie voor de antwoorden op de vragen kun je vinden op de volgende sites: www.milieucentraal.nl www.zelfenergieproduceren.nl www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Zonne-energie Met zonnepanelen wek je zelf elektriciteit op en met een zonneboiler of zonnecollectoren kun je water verwarmen. Tenslotte heb je nog de zonneboilercombi die én voor warm water zorgt én je huis kan verwarmen. In alle gevallen heb je een huis met een eigen dak en/of een zonnige tuin nodig. Heb je een bedrijf, bijvoorbeeld een boerderij met stallen, dan kun je de daken ervan met zonnepanelen bedekken en krijg je dus een veel grotere opbrengst. Gebruik eventueel de sites die genoemd zijn bij 'Vooraf-Werkwijze' om antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Wat is het verschil tussen een zonnecollector en een zonnepaneel? 2. Op welke manieren stimuleert de regering het gebruik van zonne-energie? 3. Noem twee redenen om zonnepanelen of zonnecollectoren te installeren. Het is goed voor het milieu. Het kost niets, de zon schijnt voor iedereen. Met zonnepanelen bespaar je op de energiekosten. Zonnepanelen halen koolstofdioxide uit de lucht. Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Pagina 40

Stap2 Een windmolen thuis Een kleine windmolen kun je in je tuin of op je (platte) dak neerzetten. Wind raakt nooit op en heeft geen nadelige effecten op het milieu. Het levert duurzame energie op. En toch zie je op de huizen en in de tuinen van particulieren nog nauwelijks een windturbine. Lees de info op www.duurzaamthuis.nl/energie/windenergie en beantwoord daarna de volgende twee vragen. 1. Noem de twee belangrijkste bezwaren tegen de aanschaf van een privéwindmolen. 2. Als je toch een steentje bij wilt dragen aan het gebruik van windenergie, op welke manier zou je dat kunnen doen? Ook nu bespreek je de antwoorden met een klasgenoot. Stap3 Pagina 41

Warmte van buiten Lees de informatie over het gebruik van een warmtepomp op www.duurzaamhuis.nl. Bekijk ook het volgende filmpje: Haal de warmte van buiten om je huis te verwarmen. Klinkt simpel, maar er komt heel wat bij kijken. Met een warmtepompsysteem kun je je huis verwarmen en je kunt met een boiler erbij er ook je water mee verwarmen, zodat je geen gas en geen gasleidingen in je huis meer nodig hebt. Er zijn warmtepompen die gebruikmaken van de temperatuur van het grondwater, er zijn pompen die de warmte uit de buitenlucht halen en weer andere pompen maken gebruik van de warmte van de aarde. Beantwoord de volgende twee vragen: 1. Wanneer kan een warmtepompsysteem het beste toegepast worden? 2. Hoeveel meer energie levert een warmtepompsysteem op dan het zelf gebruikt. Stap4 Pagina 42

Conclusie en eindproduct Zet alle informatie voor jezelf op een rijtje door de volgende twee vragen te beantwoorden. 1. Denk je dat er toekomst zit in het zelf opwekken van energie? Motiveer je antwoord. 2. Welke manier om energie te produceren is op dit moment het meest geschikt voor particulieren? Motiveer je antwoord. Eindproduct Maak een verslag van jouw situatie, jouw energiegebruik, jouw woonomgeving, enzovoort en van de mogelijkheden om zelf energie op te wekken. Leg uit waarom dit wel of juist niet mogelijk is. Kun je iets met een zonnepaneel, een windmolen of met aardwarmte? Welke methoden om energie op te wekken bieden een oplossing voor de energiebehoefte van jouw huishouden? Heeft jouw huis een bruikbaar dak of een tuin? Of woon je in een galerijwoning? Zou je in dat laatste geval iets kunnen regelen met alle flatbewoners? Het verslag moet duidelijk maken dat je de leerdoelen hebt behaald. Klaar? Laat het verslag beoordelen door jullie docent. Pagina 43

Bespaartips Vooraf Leerdoelen Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee. In deze opdracht leer je hoe je simpel energie kunt besparen, al moet je soms eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden. Je gaat een eigen top vijf met de meest aansprekende bespaartips opstellen. Aan het eind van deze opdracht: Kun je aangeven dat isolatie een vorm van energiebesparing is. Kun je beschrijven hoe je makkelijk energie kunt besparen. Kun je bechrijven wat een energielabel is. Kun je uitleggen hoe je kunt zien hoe energiezuinig een elektrisch apparaat is. Kun je aangeven welke vijf bespaartips je gekozen hebt en waarom. Eindproduct Het eindproduct van deze opdracht is jouw lijstje met de vijf energie-bespaartips die je het meest aanspreken. Geef van elke tip aan waarom je daarvoor gekozen hebt. In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Beoordeling Je lijstje laat je beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling let jullie docent op: de inhoud: laat je lijstje zien dat je begrepen hebt hoe belangrijk energiebesparing is? de inhoud: het is duidelijk waarom je voor die vijf tips gekozen hebt? de vorm: is het lijstje met tips met zorg gemaakt? Bevat het lijstje passende afbeeldingen? Werkwijze Groepsgrootte Je doet de opdracht alleen. Je overlegt soms wel met klasgenoten. Pagina 44

Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Energiebesparing Energie besparen is makkelijk, als je weet waar je op moet letten. Energiebesparing helpt het klimaat, voorkomt vervuiling, spaart kostbare grondstoffen en is goed voor je portemonnee: je krijgt door energie te besparen lagere energiekosten. Milieu Centraal en Nibud hebben samen een Bespaartest ontwikkeld. Doe de Bespaartest: www.bespaartest.nl Voor sommige energiebesparende maatregelen moet je eerst geld uitgeven, voordat je kunt besparen. Een voorbeeld: een spaarlamp is duurder dan een gloeilamp, maar een spaarlamp gaat veel langer mee dan een gloeilamp en de energiekosten voor een spaarlamp zijn lager dan voor een gloeilamp. Je verdient je uitgave wel terug. Andere maatregelen kosten helemaal niets. Beantwoord de volgende vraag. 1. Welke van de energie-besparingstips in de Bespaartest kosten géén geld? Stap2 Pagina 45

Isolatie en besparing Op de website van SchoolTV vind je een video over Nul-energie woningen. Mischien heb je de video bij een eerdere opdracht ook al eens bekeken. Bekijk de video dan nogmaals en let vooral op de energiebesparende maatregelen. SchoolTV: Welke energiebesparende maatregelen zijn er? Beantwoord de volgende vragen. 1. In het filmpje worden naast besparende maatregelen twee materialen genoemd om het huis te isoleren. Noem ze beide. 2. In het filmpje worden verschillende energiebesparende maatregelen genoemd. Noteer er drie. Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot. Hebben jullie dezelfde antwoorden? Bespreek eventuele verschillen. Stap3 Besparen en terugverdienen Pagina 46

In de tabel zie je een aantal energiebesparende maatregelen. Je ziet ook de eenmalige kosten per maatregel en je ziet de jaarlijkse besparing uitgaande van een gemiddelde eengezinswoning. Maatregel Eenmalige kosten Jaarlijkse besparing Isoleren dak 4300,- 650,- Zonneboiler 3000,- 80,- Zonnepanelen 2900,- 290,- Combi-ketel 2300,- 210,- Isoleren spouwmuur 2000,- 550,- Dubbel glas 32000,- 280,- Isoleren vloer 1900,- 210,- Beantwoord de volgende vragen. 1. Met welke maatregel bespaar je het meest? En met welke het minst? 2. Met welke maatregel verdien je het snelst de eenmalige kosten terug? En met welke maatregel het langzaamst? Stap4 Energielabel Onder het energiebeleid van de overheid versta je alle maatregelen die de overheid op dit gebied neemt. Het energiebeleid heeft als doel om het gebruik van energie te verminderen. Dat is niet alleen in Nederland het geval. Wereldwijd is er aandacht voor energiebesparende energiemaatregelen. En ook binnen de Europese Unie trekken de landen samen op. Eén van de energiemaatregelen die door de Europese Unie zijn ingevoerd, is het energielabel. Als je een vaatwasser, een televisie, een computer, een auto of een ander groot apparaat koopt, laat het energielabel zien hoe energiezuinig het apparaat is. 1. Zoek een afbeelding van een energielabel op. Zorg dat de letter A t/m G op de afbeelding staan. Welk label is het zuinigst? En welk label het minst zuinig? 2. Stel: je wilt een nieuwe televisie kopen. Je hebt de keuze uit twee ongeveer even dure televisies. De ene heeft een A-label, de andere heeft een G-label. Geef twee redenen om te keizen voor de tv met het A-label. Pagina 47

3. Zoek nu nog een tweede afbeelding van een energielabel. Zorg dat naast je de letters A t/m G ook A+, A++, A+++ en A++++ op het label ziet staan. Ga op zoek naar twee apparaten met een energielabel met deze coderingen. Stap5 Eindproduct - Bespaartips Stel een lijstje met vijf bespaartips op. Geef aan welke tip je op nummer 1 zet, welke op nummer 2 enzovoorts, tot je er vijf hebt. Geef voor elke tip aan waarom je die tip gekozen hebt en waarom deze tip op die plaats staat. Zorg voor passende afbeeldingen bij je tips. Klaar? Laat het lijstje met bespaartips beoordelen door je docent. Pagina 48

Nederland en Frankrijk Vooraf Leerdoelen In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen. Aan het eind van deze opdracht: Kun je beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Nederland wordt opgewekt. Kun je beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Frankrijk wordt opgewekt. Kun je minimaal twee bijzondere Franse elektriciteitscentrales opnoemen. Kun je verklaren waarom kernenergie in Frankrijk duurder is dan windenergie. Eindproduct Aan het eind van deze opdracht geef je op een kaart van Nederland en op een kaart van Frankrijk aan waar energieopwekking plaatsvindt. Daarnaast maak je een invuloefening over de verschillen in Nederland en Frankrijk. Beoordeling De beoordeling van de kaarten doe je samen met een klasgenoot. Hij/zij kijkt jouw werk na. Jij kijkt zijn/haar werk na. Pagina 49

Werkwijze Groepsgrootte De stappen doe je alleen. Je overlegt wel veel met je klasgenoten. Eén van je klasgenoten beoordeelt de eindproducten. Benodigdheden Het werkblad Nederland-Frankrijk Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Elektriciteitscentrales in Nederland Er zijn 44 grote elektriciteitscentrales in Nederland. De grootste is de Clauscentrale in Maasbracht, die op gas wordt gestookt. Deze centrale levert 1275 Megawatt op (een megawatt of MW is één miljoen watt). Net als de Clauscentrale worden de meeste elektriciteitscentrales met gas gestookt. De tweede brandstof is steenkool al is er maar één elektriciteitscentrale in Nederland die alleen op kolen Pagina 50

wordt gestookt, de Hemwegcentrale in Amsterdam. In de andere kolencentrales wordt met biomassa en/of gas bijgestookt. Dat zijn de combicentrales. Andere bekende centrales zijn de Maasvlaktecentrale in de Maasvlakte bij Rotterdam, de Eemscentrale bij Eemshaven en de Amercentrale in Geertruidenberg. Bekijk de gegevens in de tabel. Hoofdbrandstof Vermogen in MW Vermogen in % Gas 15.139 68,21 Combi 3.313 14,75 Wind 2.206 9,82 Kolen 630 2,8 Uranium 483 2,15 Zonnestroominstallaties 347 1,54 Biomassa 121 0,53 Waterkracht 37 0,16 Cijfers van 2012 1. In Nederland wordt veel meer elektriciteit opgewekt met gasgestookte centrales dan elders in de wereld. Kun je daarvoor een verklaring bedenken? Stap2 Kerncentrale Nederland kent maar één werkende kerncentrale, die in Borssele. De kerncentrale kreeg in 1973 een vergunning voor dertig jaar. Die vergunning is inmiddels verlengt tot 2033, ondanks protesten van onder meer Greenpeace en lokale politieke partijen. Het vermogen (485 MW) is te vergelijken met een middelgrote gasgestookte elektriciteitscentrale. Windmolenparken op zee De moderne windmolens zijn windturbines. De energie van de wind krijgt vat op de molenwieken en laat de as van de turbine draaien. Een generator zet de bewegingsenergie van de as om in groene stroom. Nederland kende in 2012 1888 windturbines op land. Daarnaast zijn er windturbines op zee: sinds 2006 het windmolenpark Offshore Windmolenpark Egmond aan Zee (108 MW) en sinds 2008 het windmolenpark Prinses Amalia (120 MW, voor de kust van IJmuiden). Pagina 51

Waterkrachtcentrales Waterkrachtcentrales zijn elektriciteitscentrales die stromend of neerstortend water gebruiken om een turbine in beweging te brengen. Ze bevinden zich op stromen en rivieren, soms met een kunstmatige dam. Nederland telt vier grotere waterkrachtcentrales, in Hagestein, Maurik, Linne en Alphen/Lith. Verder is er nog een oude waterkrachtcentrale uit 1926 in Roermond, maar die levert maar weinig vermogen op: 0,2 MW. Beantwoord de volgende vraag. 1. Wat denk je zal? Wordt er in Nederland meer of minder gebruik gemaakt van de wind om energie op te wekken dan in andere landen op de wereld? Leg ook uit waarom je dat denkt. 2. En hoe zal dat zijn met kernenergie? 3. In Nederland is waterkracht de minst gebruikte brandstof om elektriciteit op te wekken. Kan je dat verklaren? Bespreek de antwoorden op deze drie vragen met een klasgenoot. Stap3 Energiecentrales in Frankrijk Frankrijk is 16 keer zo groot als Nederland en er wonen vier keer zoveel mensen. Het land heeft ook veel meer elektriciteitscentrales dan Nederland. Bekijk in de tabel welke brandstoffen worden gebruikt in de Franse elektriciteitscentrales. Vergelijk de tabel met de gegevens over Nederland. Pagina 52

Gebruikte brandstof in elektriciteitscentrales - Frankrijk Hoofdbrandstof Vermogen in MW Vermogen in % Uranium 63.130 49,05 Waterkracht 25.388 19,72 Gas 10.520 8,17 Olie 9.374 7,28 Kolen 7.914 6,15 Wind 7.449 5,78 Zonnestroominstallaties 3.515 2,73 Overig (o.a. biomassa) 1.390 1,08 Cijfers van 2012 Gebruikte brandstof in elektriciteitscentrales - Nederland: Hoofdbrandstof Vermogen in MW Vermogen in % Gas 15.139 68,21 Combi 3.313 14,75 Wind 2.206 9,82 Kolen 630 2,8 Uranium 483 2,15 Zonnestroominstallaties 347 1,54 Biomassa 121 0,53 Waterkracht 37 0,16 Cijfers van 2012 Beantwoord de volgende vragen. 1. Welke brandstof wordt er in sommige Franse elektriciteitscentrales gebruikt, die niet in Nederland voor het opwerken van elektriciteit wordt gebruikt? 2. In welk land wordt relatief meer wind als brandstof gebruikt? Had je dat verwacht? 3. In welk land wordt waterkracht het meest gebruikt. Probeer dit te verklaren. Bespreek ook nu de antwoorden met een klasgenoot. Stap4 Pagina 53

Kerncentrales Nederland kent maar één kerncentrale voor het opwekken van elektriciteit, in Frankrijk zijn dat er 19 en er zijn verschillende nieuwe kerncentrales gepland. Enkele bekende kerncentrales zijn die van Cattenom (bij de grens met Luxemburg) en Gravelinnes (aan de kust bij Duinkerken). De centrales van Chooz (bij de grens met België) leveren de meeste elektriciteit op, elk 1500 MW, maar er is al een 1600 MW-centrale in de maak. Bijzonder is de opwerkingsfabriek in La Hague. Gebruikte splijtstaven uit andere kerncentrales (ook uit Nederland) worden vervoerd naar La Hague en daar weer opgewerkt zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Opwerken is het terugwinnen van nog bruikbare splijtstof uit gebruikte kernbrandstof. Aardwarmte Het is mogelijk warmte en dus energie te winnen uit droge, hete gesteenten op grote diepte. Deze gesteenten zijn heel compact en bevatten weinig poriën. Om de warmte naar boven te halen, wordt er een netwerk van spleten in de bodem gemaakt waardoor water kan worden rondgepompt. Er wordt koud water naar beneden gepompt en dat komt na verwarming weer naar boven, waar het zijn warmte kan afgeven. Dit principe van warmtewinning uit hete, droge gesteenten is uitgetest in Soultz-sous-Forêts. Getijdencentrale In de getijdencentrale in La Rance bij Saint Malo wordt energie gewonnen door gebruik te maken van het verschil in waterhoogte tussen eb en vloed. Op de open oceaan is dit maar enkele decimeters. Maar door de bijzondere vorm van de kusten bij Saint Malo met grote trechtervormige inhammen kan het waterhoogteverschil tot vele meters oplopen. Dat hoogteverschil is voldoende om bij vloed het hoge water achter een dam te vangen en dit bij laag water via turbines gekoppeld aan generatoren terug te laten lopen. Zonne-energie Anders dan in Nederland wordt zonne-energie niet alleen op (relatief) kleine daken opgewekt, maar ook op grote velden met vele duizenden zonnepanelen, bijvoorbeeld bij Sainte Tulle en bij Narbonne. Beantwoord de volgende vraag. 1. Zoek op de kaart van Frankrijk op waar La Hague ligt. 2. Zoek op de kaart van Frankrijk ook op waar Soultz-sous-Forêts en Saint Malo liggen. 3. Net als Narbonne is Sainte-Tulle trots op zijn zonne-energie. In het logo van de website van het dorp www.ville-sainte-tulle.fr is dat te ook zien. Waar blijkt dat uit? Pagina 54

Stap5 Kernenergie is duurder dan windenergie In het dagblad Trouw verscheen eind 2012 een artikel over een bezoek aan de kerncentrale Flamanville-3 in aanbouw. Lees het artikel. Artikel - Flamanville-3 In 2006 koos de Franse regering voor een nieuwe elektriciteitscentrale om meer elektriciteit op te kunnen wekken met behulp van kernenergie. De bouw van Flamanville-3 begon in 2007. 1. Was dat in 2006 een zinvolle economische investering? 2. Zou het nu nog steeds een zinvolle economische investering zijn? Waarom wel/niet? Stap6 Energiecentrales op de kaart Download het werkblad Nederland-Frankrijk. Je ziet op de eerste pagina een kaart van Nederland. Zorg dat je weet wat de verschillende symbolen op de kaart betekenen. Geef op de kaart de ligging van de genoemde centrales aan. Pagina 55

Op de tweede pagina van het werkblad zie je een kaart van Frankrijk. Op de kaart van Frankrijk staan enkele symbolen die je ook op de kaart van Nederland bent tegengekomen, maar ook enkele nieuwe symbolen. Maak een legenda voor de symbolen bij de kaart. Geef op de kaart de ligging van de genoemde centrales aan. Laat je kaarten beoordelen door een klasgenoot. Jij beoordeelt de kaarten van je klasgenoot. Maak ter afsluiting van deze opdracht de volgende invuloefening. Nederland en Frankrijk kn.nu/9bj2h 1 Maak de tekst hieronder compleet door de volgende woorden in te vullen: Maasbracht - Borssele - Chooz - getijdencentrale - Hemwegcentrale - waterkracht - uranium - aardwarmte - kolen gas In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. In Nederland worden de elektriciteitscentrales vooral op gestookt, maar in Frankrijk wordt vooral gebruikt om elektriciteit op te wekken. De enige centrale in Nederland die alleen op wordt gestookt is de in Amsterdam. De enige werkende kerncentrale van Nederland is te vinden in. De elektriciteitscentrales in Frankrijk zijn een stuk groter dan die in Nederland. De grootste elektriciteitscentrale van Nederland, de Clauscentrale in, levert 1275 MW. De twee grootste van Frankrijk in, leveren elk 1500 MW op en eentje van 1600 MW is in de maak. In Frankrijk maakt kernenergie een veel groter deel uit van de energieproductie dan in Nederland. Een ander in het oog springend verschil is dat Frankrijk veel meer gebruikt om elektriciteit op te wekken, zoals de in La Rance. Bijzonder is ook de centrale bij Soulz-sous-Forêts die werkt op ; een manier om elektriciteit te wekken die we in Nederland niet kennen. Stap7 Pagina 56

Toets De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Nederland en Frankrijk'. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien. De score wordt opgenomen in het volgsysteem. Klik op de knop 'Toets' om te beginnen: Nederland en Frankrijk kn.nu/zl5q8 1 In Nederland wordt veel meer elektriciteit opgewekt met gasgestookte centrales dan elders in de wereld. Kun je daarvoor een verklaring bedenken? a. In Nederland wordt veel gas gevonden en het ligt voor de hand om dat gas als brandstof voor elektriciteitsopwekking te gebruiken. b. In Nederland is het veel goedkoper om gas te gebruiken om energie op te wekken dan bijvoorbeeld kolen. 2 In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen. In Nederland zijn ruim 40 grote elektriciteitscentrales. Er is één elektriciteitscentrale die alleen op kolen wordt gestookt. In de andere kolencentrales wordt met biomassa en/of gas bijgestookt. Dat zijn de combicentrales. Er is maar één werkende kerncentrale. Is onderstaande tabel de tabel van gebruikte brandstoffen in Nederland of Frankrijk? Pagina 57

a. Nederland b. Frankrijk 3 In de getijdencentrale in La Rance bij Saint Malo wordt energie gewonnen door gebruik te maken van het verschil in waterhoogte tussen eb en vloed. Op de open oceaan is dit maar enkele decimeters. Maar door de bijzondere vorm van de kusten bij Saint Malo met grote trechtervormige inhammen kan het waterhoogteverschil tot vele meters oplopen. Dat hoogteverschil is voldoende om bij vloed het hoge water achter een dam te vangen en dit bij laag water via turbines gekoppeld aan generatoren terug te laten lopen. Hoe noem je de hierboven genoemde centrale? a. Kerncentrale b. Getijdencentrale c. Aardwarmte Pagina 58

Energietransport Vooraf Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen. Gas wordt via ondergrondse buizen aangevoerd. Het aanbod van elektriciteit en gas passen niet altijd op de vraag van het moment. Per seizoen verschilt het aanbod van energie en ook de vraag varieert per seizoen. In de winter is het gebruik van gas veel hoger. Op een of andere manier moet gezorgd worden voor reservevoorraden of aanvoer uit het buitenland. Aan het eind van deze opdracht: Kun je beschrijven wat een transformator doet. Kun je beschrijven wat een gasterminal is en waar deze voor dient. Kun je uitleggen waarom het aanbod van wind- en zonne-energie niet constant is. Kun je uitleggen waarom de vraag naar energie niet constant is. Kun je uitleggen hoe vraag en aanbod van gas en stroom met elkaar in evenwicht worden gebracht. Eindproduct Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct over energietransport. Wat jullie maken, mogen jullie zelf bedenken. In het eindproduct is natuurlijk aandacht voor de leerdoelen van deze opdracht. Beoordeling Overleg met de docent hoe het eindproduct beoordeeld wordt. Bij de beoordeling zal altijd gelet worden op de inhoud en op de vorm. Succes! Werkwijze Groepsgrootte Het eindproduct maak je samen met een klasgenoot. Tijd Pagina 59

Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Het elektriciteitsnet en het gasnet In de volgende bronnen vind je veel informatie over ons elektriciteitsnet en ons gasnet. Lees voor je begint met kijken en lezen de zes vragen onderaan op de pagina. Bekijk dan de video en lees de teksten. Probeer tijdens het kijken/lezen per video/tekst de antwoorden op de vragen te vinden. Tekst - Het elektriciteitsnet Tekst - Zo gaat het in de praktijk Tekst - Het gasnet Video - Transport van aardgas 1. 2. 3. 4. 5. 6. Uit welke bronnen komt het gas voor de Nederlandse huishoudens? Hoe hoog kan de spanning zijn (in kvolt) op de draden van het hoogspanningsnet? Waarvoor dient de Gate Terminal op de Maasvlakte in Rotterdam Waarom is s zomers de waterstand van de rivieren belangrijk voor de elektriciteitscentrales? Waarom is de toevoer van groene stroom (uit wind en zon) niet stabiel? Waarom kun je als afnemer van groene stroom toch soms stroom uit een Franse kerncentrale krijgen? Stap2 Pagina 60

Eindproduct Je hebt verschillende bronnen over het transport van energie bestudeerd. Tijd voor het eindproduct. Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct met als titel 'Energietransport'. Jullie mogen zelf kiezen wat voor eindproduct jullie maken. Dat kan een interview zijn met iemand die bij een elektriciteitbedrijf werkt of korte presentatie over de levering van stroom en gas naar jouw huis of een kleine poster met afbeeldingen en tekstjes over energietransport. Jullie moeten er voor zorgen dat in het eindproduct de leerdoelen van deze opdracht terugkomen. Klaar? Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent. Pagina 61

Energie-case: Brazilië Vooraf Leerdoelen Brazilië is een interessant land als het om energie gaat. Waar we in Nederland langzaam steeds meer gebruik maken van duurzame energie, loopt Brazilië daarin al jaren voorop. Maar in Brazilië is er de laatste jaren veel veranderd op het gebied van energieverbruik en productie. Hoe dat zit, leer je in deze opdracht. Aan het eind van deze opdracht: Kun je opnoemen welke verschillende bronnen van energie er in Brazilië zijn (minimaal drie). Kun je uitleggen dat er verschuivingen in het gebruik van die bronnen zijn opgetreden en waarom die verschuivingen hebben plaatsgevonden. Eindproduct Als eindproduct bij deze opdracht verplaats je je in een inwoner van Brazilië. Je denkt na over de richting waarin de energievoorziening in Brazilië zich de laatste jaren ontwikkelt. Vind je dat je land goed bezig is op energiegebied, of moet het een andere kant op? Je beschrijft in maximaal één A4-tje hoe je hierover denkt. En vergeet de argumenten bij je mening niet! Beoordeling Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling let jullie docent op: de inhoud: Blijkt uit de tekst duidelijk wat je mening is over de richting waarin de Braziliaanse energievoorziening zich ontwikkelt. Zijn je argumenten duidelijk? de vorm: Heeft de tekst een duidelijke structuur? taalfouten: Is de tekst in goed Nederlands geschreven zonder taalfouten? Werkwijze Pagina 62

Groepsgrootte De opdracht maak je alleen Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Energiebronnen in Brazilië Het grootste deel van de Braziliaanse energie komt uit groene energiebronnen. De natuurlijke omstandigheden in het land maken dat mogelijk. Zo vind je in Brazilië enorme netwerken van rivieren met grote hoogteverschillen. Ook is er ontzettend veel vruchtbare grond waarop biobrandstoffen verbouwd kunnen worden. En aan zon en wind hebben ze er geen gebrek. Slim gebruik maken van deze mogelijkheden kan veel energie opleveren. Bekijk de volgende informatie over energiebronnen in Brazilië. Tekst - Waterkracht Tekst - Nadelen Tekst - Bio-ethanol Tekst - Productie biobrandstoffen Video - Brazilië bouwt dam: Pagina 63

Over de Belo Montedam Lees de uitspraken A t/m E over de bouw van de Belo Montedam. Wie zou dat gezegd kunnen hebben? Noteer achter de letters de juiste cijfers. A. Het water in het stuwmeer wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken. Dat spaart het milieu, want het gebruik van waterkracht is veel schoner dan een vervuilende steenkoolcentrale. B. Wij moeten allemaal verhuizen. Onze landbouwgebieden staan straks onder water. Waar moeten wij nu ons eten verbouwen? C. De dam is goed voor de economie, want de waterkrachtcentrale levert stroom aan veel bedrijven. D. De regering zegt dat de bouw van de Belo Montedam voor zo'n 40.000 banen zal zorgen. Hopelijk lukt het me dan een baan te bemachtigen. E. De dam is schadelijk! Veel planten en dieren verdwijnen voorgoed. 1. 2. 3. 4. 5. Minister van economische zaken Natuurbeschermer Werkloze bouwvakker uit Belem Idianen die langs de Xingu-rivier wonen Minister van milieu Vul in: A =... B =... C =... D =... E =... Stap2 Pagina 64

Brazilië: economische groei De laatste jaren is de economie van Brazilië enorm gegroeid. Het land heeft enorm geprofiteerd van de toenemende globalisering en de lage lonen in eigen land. Van alles wordt geproduceerd en geëxporteerd: van schoenen en computers tot olieplatforms, auto's en straalvliegtuigen. Ook op het gebied van dienstverlening, zoals telecommunicatie en financiële diensten, ontwikkelt Brazilië zich. De regering stimuleert de economie door technopolen op te zetten. Een technopool is een concentratie van universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven. De economische groei zorgt ervoor dat de welvaart in het land stijgt. Je ziet dat bijvoorbeeld aan de toename van het aantal auto s en motoren in het land, maar ook aan de groei van de bevolking. De groei van het aantal motorvoertuigen en de groei van de bevolking zorgen er mede voor dat Brazilië in de laatste vijf jaar is gaan behoren tot de groep van grootste klimaatvervuilers ter wereld. Economische groei en energiebronnen In 2007 zijn gigantische olie- en gasvelden gevonden, die van Brazilië in een klap een oliereus maken. De president van het land noemde de ontdekking een geschenk van god, dat het land op weg naar de ontwikkeling kan helpen. Toch is niet iedereen positief. Een vertegenwoordiger van Greenpeace-Brazilië, zegt: "We beginnen met de exploitatie van olie en onze steden kreunen onder de auto's." Terwijl de rest van de wereld naar nieuwe energiemodellen zoekt, gaat Brazilië de andere richting uit. Het baart ons zorgen dat de olie in Brazilië wordt gezien als de grote economische kans van de toekomst." Ook de Braziliaanse natuurkundige en milieudeskundige José Goldemberg is teleurgesteld. Hij is al sinds de jaren zeventig een van de grote promotors van ethanol. Hij zegt: De exploitatie van de olievoorraden is een stap terug in de geschiedenis. China richt zich nu volledig op zonne- en windenergie en probeert af te stappen van het gebruik van steenkool. Als we de uitstoot van de fossiele brandstoffen gaan verdubbelen, zijn we weer terug bij af. - bron Trouw Doe nu de volgende oefening. Pagina 65

Brazilië: de omgekeerde weg? kn.nu/ba9ms 1 Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde, zodat er een logisch verhaal ontstaat. De eerste en zesde zin staan al goed. a. Voor die snel groeiende economie is veel energie nodig. b. In Brazilië lijkt soms het omgekeerde proces aan de gang te zijn. c. De in 2007 ontdekte olievelden voor de kust van kunnen veel van die energie leveren. d. Landen richten zich steeds meer op de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie. e. De laatste jaren groeit de Braziliaanse economie erg snel. f. Brazilië loopt al bijna 50 jaar voorop in het gebruik van duurzame energie, met name hydroelektriciteit en bio-ethanol. Stap3 Wat vind jij? Verplaats je nu in een inwoner van Brazilië. Ben je een werkloze bouwvakker uit Belem of een indiaan uit het Amazonegebied, werk je op het ministerie van economische zaken of ben een natuurbeschermer? Wat vind je van de economische ontwikkelingen en van de ontwikkelingen op energiegebied? Gaat Brazilië de goede kant op of heb je ook bedenkingen? Zet in max 1 A4-tje je mening uiteen. Vergelijk jouw mening met de mening van een klasgenoot. Probeer hem of haar te overtuigen van jouw mening. Natuurlijk luister je ook naar zijn of haar argumenten. Ben je iets van mening veranderd, pas dan je A4-tje eventueel nog iets aan. Klaar? Pagina 66

Laat je eindproduct beoordelen door je docent. Pagina 67

Zuidoost Brazilië Vooraf Leerdoelen Van alle delen van Brazilië verbruikt het zuidoosten de meeste energie. Hoe komt dat en waar komt die energie vandaan? Aan het eind van deze opdracht: Kun je twee redenen noemen waarom het zuidoosten van Brazilië zoveel energie verbruikt. Kun je uitleggen hoe deze regio aan die energie komt. Eindproduct Het eindproduct van deze opdracht is een fotoboek met bijschriften. Het fotoboek vertelt het energieverhaal van Zuidoost-Brazilië (opwekking van energie en het gebruik ervan). Je maakt het samen met een klasgenoot. In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Beoordeling Het fotoboek laten jullie beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling wordt gelet op: de inhoud: laat het fotoboek zien waarom Zuidoost-Brazilië zoveel energie verbruikt en ook zoveel energie opwekt. de vorm: is het fotoboek met zorg gemaakt. taalfouten: de bijschriften bij de foto's bevatten geen taalfouten. Werkwijze Groepsgrootte Het eindproduct maak je samen met een klasgenoot. De voorbereiding doe je alleen. Benodigdheden de Bosatlas het werkblad Brazilie Zuidoost Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap1 Pagina 68

Veel mensen, veel energie Brazilië bestaat uit deelstaten. Hiervan vormen er vier de regio Zuidoost-Brazilië. Dat zijn Bahia, Espirito Santo, Minas Gerais, Rio de Janeiro en São Paulo. De economie van Brazilië is sterk gegroeid in de afgelopen decennia. Dat kun je aflezen uit de toename van het BNP, het Bruto Nationaal Product van het land. Het BNP is de waarde van alle goederen en diensten die het land in een jaar tijd maakt. Tussen 1990 en 2003 bijvoorbeeld groeide het Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking gemiddeld met 3,5%. Ook na 2003 is de economie flink gegroeid. Door die groei is de welvaart toegenomen en daarmee ook de energiebehoefte. Dat zie je vooral in Zuidoost-Brazilië, een dichtbevolkte regio met een sterk groeiende industrie. Zuidoost-Brazilië heeft daarnaast het voordeel van uitgebreide mogelijkheden waterkracht in te zetten voor de productie van elektriciteit. Daar maakt het land ruim gebruik van: bijna 75% van de energiebehoefte wordt gedekt met hydro-elektriciteit. Zuidoost-Brazilië Bekijk in de Bosatlas de kaart van Zuid-Amerika (natuurkundig) (202), de deelkaarten Brazilië, bevolkingsdichtheid (206B), industrie (207A) en de deelkaart Latijns-Amerika, mijnbouw en industrie (205C). Beantwoord aan de hand van die kaarten de volgende vragen. 1. De gemiddelde bevolkingsdichtheid van Brazilië is 23 inwoners per km². Vergelijk dat met Zuidoost-Brazilië. Is die in Zuidoost-Brazilië groter of kleiner? 2. Welke delfstoffen zijn er te vinden in Zuidoost-Brazilië en uit de kust bij deze regio? 3. Waar in Brazilië vind je volgens jou de meeste waterkrachtcentrales? Waarom zouden daar zoveel waterkrachtcentrales zijn? Stap2 Brazilië Bekijk de zeven foto's. De foto's staan ook op het werkblad Brazilie Zuidoost. Onder de foto's zie je twee bijschriften. Bij welke foto's passen de bijschriften A tot en met G? Pagina 69

A. In Zuidoost-Brazilië vind je veel industrie. In deze fabriek bijvoorbeeld worden vliegtuigen gebouwd. B. Op deze plek bij Belo Horizonte in Minas Gerais en andere plekken in Zuidoost Brazilië worden ijzer en andere metalen gedolven voor de industrie in de regio. C. Hoe uitgestrekt Rio de Janeiro is laat deze overzichtsfoto zien. D. Dat São Paulo (en andere grote steden in Zuidoost-Brazilië) rijk zijn, kun je zien aan de hoogbouw in deze stad. E. Waterkrachtcentrales als Itaipu in de rivier Paraná voorzien Zuidoost-Brazilië met zijn industrie en enorme steden van stroom. F. Met dit olieplatform op het olieveld Libra buitengaats van Rio de Janeiro wordt aardolie opgepompt uit zee. G. De afgelopen tientallen jaren zijn talloze arme plattelandsbewoners naar de drie grote steden in Zuidoost-Brazilië getrokken. Ze waren op zoek naar werk in de industrie of in kantoren. Daardoor zijn niet alleen krottenwijken als deze in Saõ Paulo ontstaan, maar is het aantal inwoners van deze steden en van de hele regio enorm gegroeid. Stap3 Toets Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Brazilië'. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien. De score wordt opgenomen in het volgsysteem. Pagina 70

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen: Zuidoost Brazilië kn.nu/vcwgl 1... 1... is oppervlaktewarmte die door de zon is geleverd. 1 halen we uit het water in de bodem tot een diepte van hoogstens 300 meter. 2 is warmte van de aarde zelf en komt van diepere lagen. a. 1 = Aardwarmte 2 = Bodemwarmte b. 1 = Bodemwarmte 2 = Aardwarmte 2 Hieronder zie je een aantal energiebronnen met de daarbij behorende mogelijke problemen of beperkingen. Welke is niet waar? a. Windkracht: horizonvervuiling. b. Waterkracht: kan maar op weinig plaatsen worden toegepast in ons land. c. Zonne-energie: in Nederland zijn er weinig plaatsen waar zonnepanelen kunnen worden geplaatst. d. Aardwarmte: het winnen is te duur om het op grote schaal toe te kunnen passen. 3... 1... is een biobrandstof, een brandstof die wordt gemaakt uit suikerbiet,... 2... of graan. Brazilië gebruikt vooral... 2.... Het wordt gebruikt als vervanging voor benzine. a. 1 = biogas 2 = soja b. 1 = bio-ethanol 2 = suikerriet 4 Brazilië: economische groei De laatste jaren is de economie van Brazilië enorm gegroeid. Het land heeft enorm geprofiteerd van de toenemende globalisering en de lage lonen in eigen land. Van alles wordt geproduceerd en geëxporteerd: van schoenen en computers tot olieplatforms, auto's en straalvliegtuigen. De regering stimuleert de economie door op te zetten: een concentratie van universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven. Vul het ontbrekende woord in. Pagina 71

a. Metropolen b. Technopolen Stap4 Eindproduct Je gaat samen met een klasgenoot een fotoboek samenstellen over de energiebehoefte, het energieverbruik en de energieproductie in Zuidoost-Brazilië. Jullie mogen gebruik maken van de foto s (met onderschriften) uit stap 2. De foto's kun je vinden in het werkblad Brazilie Zuidoost. Plaats eventueel eerst de bijschriften uit stap 2 bij de foto's. Zorg dan dat foto's in een logische volgorde staan en maak met de bijschriften een logisch verhaal. Klaar? Laat het fotoboek beoordelen door de docent. Pagina 72

Thematoets Energie Je gaat een zogenaamde thematoets maken. De thematoets bestaat uit 10 random (= willekeurige) vragen over dit thema. Soms is een vraag een reproductievraag, soms meer een inzichtvraag. Doe je de toets een tweede keer dan krijg je weer 10 random vragen. Dat zullen veelal anderen zijn, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen. Na het beantwoorden van de vragen krijg je je resultaat te zien. Je ziet ook welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord. Bij iedere vraag vind je onder [Meer info]-knop een link naar een item uit de Kennisbank. Met behulp van die informatie kun je opzoeken wat het goede antwoord op de vraag is. Thematoets: Energie Pagina 73

Afsluiting thema Eindproduct Je hebt 10 energieopdrachten gemaakt en ongeveer alle aspecten van energie onder de loep genomen: opwekking, transport, gebruik, fossiele brandstoffen, kernenergie en duurzame energiebronnen. En je kunt de situatie in Nederland vergelijken met die in Frankrijk en Brazilië. De vraag is nu of je met die kennis klaar bent voor de toekomst. Eindproduct Samen met 2 of 3 klasgenoten maak je een collage van krantenkoppen. De krantenkoppen drukken uit welke toekomst ons te wachten staat, volgens jullie. In het eindproduct: brengen julllie in kaart hoe onze energietoekomst zich kan ontwikkelen. komen de grootste kansen en mogelijkheden op energiegebied in de naaste toekomst. noemen jullie de nadelen en risico's van de verschillende ontwikkelingen. maken jullie inschatting van wat ons te wachten staat en geven jullie aan waar jullie voorkeuren liggen. Beoordeling De collage laten jullie beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling wordt gelet op: de inhoud: laat de collage zien hoe onze energievoorziening zich ontwikkelt volgens jullie? de inhoud: laat de collage zien wat de grootste kansen en mogelijkheden zijn op energiegebied in de naaste toekomst? de vorm: is het een heldere en eenduidige collage geworden? Pagina 74

Werkwijze Groepsgrootte Je werkt samen in een groepje van 3 of 4 leerlingen. Benodigdheden Een computer met internet en een printer. Een groot vel papier of behang. Een lijmstick. Tijd Voor de opdracht heb je twee lesuren nodig. Stap1 Mogelijkheden en kansen In de gemaakte opdrachten zijn verschillende positieve ontwikkelingen aan de orde gesteld. Denk aan pogingen om het energiegebruik te verminderen (betere isolatie, zuiniger apparaten, etc.). Of aan nieuwe vormen van energieopwekking die schoner en duurzamer zijn (meer zonnecollectoren en panelen, windmolenparken, etc). Maar ook op het gebied van de fossiele brandstoffen zijn er ontwikkelingen. Bekijk de volgende video van de website van SchoolTV. SchoolTV: Nulenergie-woningen Zet alle positieve ontwikkelingen die je in de voorgaande opdrachten kunt vinden op een rij. Stap2 Pagina 75

Risico s en bedreigingen De toekomst van onze energievoorziening kent niet alleen positieve kanten. De verschillende brandstoffen om energie op te wekken kennen ook zo hun nadelen en soms zelfs gevaren. Bekijk nu ook de volgende video: SchoolTV: De toekomst van onze energievoorraad Zet al deze nadelen en risico s op een rijtje. Stap3 Overleg Overleg in je groepje en maak een inschatting welke kant het opgaat. Ziet onze energietoekomst er zonnig uit? Of voorspellen jullie een hoop ellende en narigheid? Is er misschien nog een tussenweg: we modderen maar een beetje aan? Op welk toekomstscenario gokken jullie? Pagina 76

Probeer wel de inschatting te onderbouwen met argumenten. Stap4 Krantenkoppen vertellen een verhaal Het is de bedoeling dat jullie je toekomstvisie uitdrukken op een groot vel papier en dat je gebruik maakt van de koppen uit kranten en andere nieuwsbronnen. Je kent ze misschien wel, koppen als Algerije meldt grote olievondst, Warmtewerende ramen vangen zonne-energie op, Slimme energienetten, Groene stroom benauwt energiebedrijven, CO2 in atmosfeer historisch hoog, Nederland blijft achter bij Europees duurzame koers, Nederland loopt achter met vergroening, Britse Ikea gaat zonnepanelen verkopen, enz. enz. Zoek krantenkoppen die aansluiten bij jullie opvatting en maak er een mooie collage van. Eentje waar het optimisme of het pessimisme vanaf spat, of weet je misschien toch de middenweg te vinden? Je hoeft er niet een hele berg kranten voor door te spitten. Op internet is genoeg te vinden. Op www.kranten.com kun je met één zoekopdracht een heleboel Nederlandse en Belgische kranten doorzoeken. Klaar? Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent. Pagina 77