Planten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/51479

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

De bouw en functie van Bloemen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

De bouw en functie van bloemen

De bouw en functie van Bloemen

Planten en hun omgeving vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Antwoorden Biologie Planten

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4

Planten en hun omgeving vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

PLANTEN VOORTPLANTING

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34

Bouw van een cel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel

Planten en hun omgeving. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34

Planten voor 1 vwo. esmee bogaart. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ongeslachtelijke voortplanting vmbo-b34

Planten en de mens vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bouw van een cel vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Zaden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Tekenen vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Thema 1: de vier rijken

Fotosynthese vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Voelen: de huid hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Menselijk Lichaam. Teslime Temur. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld.

Levenskenmerken vmbo-b34

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Determineren vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Van zaad tot plant vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spijsverteringsstelsel vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Determineren vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ordening - Vmbo GTL derde Klas

Determineren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De huid vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Aan de slag met Fotosynthese

Determineren vmbo-kgt12

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai

Long, hart en vaatziekten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Van cel tot organisme vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Afhankelijk van de natuur vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hart en bloedsomloop vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Afhankelijk van de natuur. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Bollen en knollen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Rebus maken. Marjolijn Feddema. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Afhankelijk van de natuur vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Extra: Brandwonden hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai

Naut, Thema 2; Planten en dieren

Reclame commercial. Jeltine Wilkens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Het magazijn. Marjolein Schuiling. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vast, vloeibaar, gas. Tirza van Zandwijk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Microscoop vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Extra: Broodje gezond hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voedingsstoffen. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Groenten van binnen. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Voedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

Biotechnologie vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Cellen aan de basis.

Eenheden lengtematen. Miranda de Haan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voortplanting bij planten

Microscoop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Ruimte voor de rivier vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Oefentoets. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Naut, Thema 2; Planten en dieren

Menstruatiecyclus vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het wonderlijke lichaam

Organen van het menselijk lichaam

De kiemplantjes worden misschien niet langer, doordat er al voldoende reservevoedsel in de zaadlobben aanwezig is.

Luisteren en kijken - Instructiefilmpjes vmbo-kgt34

Verschillende eters vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Les bij artikel Pro-krant: Meteorieten stenen uit de ruimte

Verschillende eters vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Anders eten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Determineren hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Auteur Marc Bel Laatst gewijzigd 18 juni 2014 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/51479 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

Inhoudsopgave Hoe werkt dit arrangement Weektaak 1: bekijken De plant van buiten De plant van binnen Weefsels van planten Stevige planten Vragen voor workshop Verdieping Weektaak 2: Kiemen & Groeien Zaden ontkiemen Groei en Ontwikkeling Jaarringen Ontdek het zelf Vragen voor workshop Weektaak 3: Voedsel & Transport Wortel Stengel Blad Fotosynthese Samenvattend Vragen voor workshop Weektaak 4: Voortplanting Bloemen Bestuiving Eenslachtig of tweeslachtig Bevruchting Verspreiding van zaden Ongeslachtelijke voortplanting Vragen voor workshop Weektaak 5: Practicum Voorbereiding Kennis huiswerk toetsen Wat gaan we bekijken cel: Cellen van een ui Dierlijke cel: Cel van wangslijmvlies Huidmondjes Pagina 1

Weektaak 6: Posterpresentatie Voorbereiding Opdracht Heeft iedereen antwoord gekregen op zijn vraag? Over dit lesmateriaal Pagina 2

Hoe werkt dit arrangement Bij dit arrangement hoort een werkboekje. Dit boekje kan je downloaden via de onderstaande link: Werkboek module planten kn.nu/ww.d00b2f4 (dl.dropboxusercontent.com) In dit arrangement kom je vragen en opdrachten tegen. Sommige kan je op de computer maken en sommige moet je opschrijven in je werkboekje. Vragen die in een kader staan met rode letter, moet je in je werkboek invullen. Bijvoorbeeld: Een orgaan is: Om de vragen te beantwoorden zal je informatie moeten vinden. Dit doe je via de links in dit arrangement naar websites, filmpjes en presentaties. Na het afronden van elke weektaak schrijf je voor jezelf een samenvatting in het werkboek. Elke volgende les begint met een workshop over de stof van de vorige week en je maakt daarna samen met je team de weektaaktoets van diezelfde stof. De punten die je daarvoor haalt tellen voor een deel mee voor je eindcijfer. Veel plezier met het maken deze module over planten. Pagina 3

Weektaak 1: bekijken Bron: http://www.wallpaperup.com/ Al het leven op aarde is afhankelijk van de energie die door de zon wordt geleverd. Deze energie moet voor mensen wel worden omgezet in iets waar ons lichaam wat aan heeft. En dat kunnen we niet zelf. Dat kan alleen door planten. zetten de energie van de zon om in voedsel. Hoe ze dat precies doen gaan we in deze module ontdekken. Zonder planten op de aarde zouden wij mensen en veel dieren dus niet kunnen overleven. We gaan eerst even opschrijven waar we allemaal aan denken als we het hebben over planten. Ga naar de website http://collabedit.com/code code vervang je hier door de code die je krijgt van de docent. Je zit nu in een chatsessie en we schrijven met z'n allen in 1 document wat er in ons opkomt als we denken aan planten. Deze brainstorm helpt je om met je team een mindmap te maken. Klik op de link hieronder en Maak met je team een mindmap over planten. Zet daar in wat je al weet over planten en wat je er graag over zou willen weten. https://bubbl.us Wat wil ik weten over planten? Schrijf 3 dingen op die je graag zou willen weten over planten Kies van deze 3 dingen er 1 uit die je aan het eind van deze module zeker zou willen weten. Geef deze vraag door aan je docent via de volgende link: Wat wil ik weten over planten kn.nu/ww.ef85e8d (docs.google.com) De plant van buiten bestaan uit verschillende organen, net als mensen. Weet je (nog) wat een orgaan is? Een orgaan is: Pagina 4

In de tekening hieronder zie je de vier belangrijkste organen van een plant. Klik op de link en bestudeer de informatie die je daar vindt. De Plant kn.nu/ww.4fef927 (biologiepagina.nl) Organen van een plant (Pearson Education Inc, 2011) De vier belangrijkste organen van een plant Sleep de woorden naar je juiste letter A = B = C = D = Pagina 5

Beschikbare keuzes: Blad, Wortel, Stengel, Bloem De belangrijkste functies van deze organen Sleep de juiste functie naar het juiste orgaan De bloem is het van een plant De stengel zorgt voor en zorgt voor het van voedingsstoffen door de plant De wortel zorgt voor de opname van en uit de bodem en de opslag van De bladeren maken voor de plant Beschikbare keuzes: voedsel, transport, stevigheid, water, reservevoedsel, voortplantingsorgaan, mineralen De plant van binnen Elk organisme bestaat uit een heleboel kleine hokjes. Je kunt ze alleen zien met een microscoop. Deze hokjes noemen we cellen. Cel is eigenlijk een woord waarmee men vroeger een klein kamertje bedoelde. Daarom is het zo n goede naam voor de kleine kamertjes waaruit elk organisme bestaat. Sommige organismen bestaan maar uit 1 cel, zoals bijvoorbeeld bacteriën. Maar de meeste organismen bestaan uit heel veel cellen. Veel van dezelfde cellen bij elkaar noemen we een weefsel. Meerdere weefsels bij elkaar vormen dan weer een orgaan (een deel van de plant met een bepaalde taak). De cel is het kleinste deel van een organisme dat levend is. Klik op de link hieronder en zoek uit welke onderdelen er allemaal in een plantencel zitten en waar deze voor dienen. De plantencel kn.nu/ww.eea8b47 (bioplek.org) Als je dat hebt gedaan beantwoord dan de volgende vraag Benoem de onderdelen van de plantencel Zet achter de nummers de juiste omschrijving Pagina 6

1: 2: 3: 4: 5: Weefsels van planten Weefsels van planten Een groep cellen met dezelfde vorm en functie vormt dus een weefsel. Een plant bestaat uit 4 soorten weefsels. de opperhuid Dit weefsel bestaat uit een rij aaneengesloten cellen en beschermt de onderliggende lagen tegen uitdroging en beschadiging. Bij de opperhuid van de stengel en het blad zit aan de buitenkant vaak een waterafstotend waslaagje. De wortels hebben dit laagje niet. Waarom denk je dat de wortels deze waslaag niet hebben? Steunweefsel Dit zijn cellen met dikke celwanden die voor extra stevigheid zorgen Vulweefsel Dit zijn cellen met dunne celwanden en er zit ruimte tussen de cellen. Functie is onder andere: - opslag van reservevoedsel (in stengel en wortel) - Fotosynthese (In het blad, de cellen hebben daarvoor bladgroenkorrels) Deelweefsel De delende cellen in de plant. Deze zitten in: - de uiteinden van de wortels en de toppen van de stengels (lengtegroei) - Aan de rand van de wortels en de stengel (voor de groei in de breedte) Hieronder zie je 3 microscopische opnames van weefsels van een plant: Pagina 7

Bron: http://www.vcbio.science.ru.nl/ Zet bij de cijfers 1 t/m 4 welk type weefsel het is Sleep de weefseltypes naar de juiste plek 1: 2: 3: 4: Beschikbare keuzes: Deelweefsel, Dekweefsel, Steunweefsel, Vulweefsel Stevige planten De meeste planten moeten, net als wij, recht overeind staan. Wij hebben daar een mooi geschikt orgaanstelsel voor. Welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat wij mensen recht overeind kunnen staan? hebben zo n orgaanstelsel niet en moeten het dus op een andere manier voor elkaar krijgen. Ze kunnen dat doen op twee verschillende manieren. De ene plant doet het op de ene manier en de andere plant op de andere manier. MANIER 1: Kruidachtige planten Veel planten zijn stevig doordat ze de vacuolen in hun cellen volpompen met water. De cellen worden daardoor heel stevig. Denk maar eens aan een fietsband die heel stevig wordt als je hem oppompt. Een heleboel cellen op elkaar die opgepompt zijn met water geeft een stevige plant. Pagina 8

Dat cellen zich volzuigen met water, komt omdat er stoffen opgelost zitten binnen de celmembraan. Daarom wil er water naar binnen. Andersom kan dat ook: als je bijvoorbeeld veel zout in het water doet waar de plant in staat, zal water uit de cel gaan en leeglopen. Klik op de onderstaande link en bekijk een animatie van het stevig worden van een kruidachtige plant: Stevigheid kruidachtige planten kn.nu/ww.d67fb92 (dl.dropboxusercontent.com) MANIER 2: Houtachtige planten Hogere bomen of struiken hebben een andere manier van stevigheid nodig. Bij droogte moeten ze ook stevig blijven. Moet je eens voorstellen dat een boom van 10 meter hoog bij droogte zou gaan slaphangen! Bomen en struiken krijgen hun stevigheid ook door een soort skelet, net als wij. Er zijn veel cellen in dit soort planten die een extra stevige celwand maken. Deze cellen noemen we houtcellen. Deze cellen bevinden zich voornamelijk in de dikke stengels (de stam van een boom is eigenlijk een hele dikke stengel). De stengels van een boom of struik noemen we takken. Houtcellen zijn dode cellen. Ze bestaan alleen nog uit de stevige celwand. Vul de vraag in je werkboek in: Water of Hout? Vragen voor workshop Geef na het schrijven van de samenvatting nog even door via de onderstaande link welke vragen je hebt over de behandelde stof in deze weektaak voor de workshop van de volgende les. https://docs.google.com/forms/d/1zweqiavqpkr9vrtuqlwyzo_kvn6hufvruvdprhg625s/viewform?u sp=send_form Pagina 9

Verdieping Als je eerder klaar bent kan je deze PowerPoint bestuderen, waar dieper ingegaan wordt op wat een cel is en wat de onderdelen van een cel voor functie hebben: https://dl.dropboxusercontent.com/u/31289360/biologielinks_nietwijzigen/wat_zijn_cellen.pptx Pagina 10

Weektaak 2: Kiemen & Groeien Zaden ontkiemen De meeste planten maken vruchten en zaden. Dat kost de plant veel energie. Soms zelfs zoveel energie dat de plant na het maken van de zaden sterft. Waarom maken planten dan toch zaden? Een pinda, erwten en een bruine boon zijn goede voorbeelden van zaden. Dit zijn allemaal peulvruchten. De zaden zitten in een peul verpakt. Bekijk het volgende filmpje van een erwt die ontkiemt: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_cndpclipsb41_erwt01 Kiemen Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde. Doe dit door de zinnen naar de juiste plek te slepen a. Het worteltje komt naar buiten b. De stengel en de blaadjes komen naar buiten c. De boon zwelt en barst open d. De zaadlobben verschrompelen en vallen af Je gaat een bruine boon eens wat nader bekijken. Je docent heeft een paar bruine bonen laten weken in een pot. Pagina 11

Haal een boon en bekijk deze eerst goed aan de buitenkant. Als je dat hebt gedaan mag je de boon voorzichtig afpellen om de binnenkant te bekijken. Maak een tekening en benoem hierin de volgende onderdelen: 1. Zaadlobben 2. Wortel 3. Blaadje 4. Kiem Bekijk de boon met een loep als je het beter wilt zien. Zaden van veel soorten planten blijven heel lang (soms zelfs eeuwen) kiemkrachtig. Vaak is een bepaalde prikkel nodig om het zaad te doen ontkiemen, bijvoorbeeld een koude periode, gevolgd door een opwarming. Zolang zaden droog blijven gebeurt er niets. Er zijn zaden gevonden in oude piramiden in Egypte die nu pas ontkiemen als ze vochtig worden gemaakt! Groei en Ontwikkeling Als een organisme groter en zwaarder wordt, noemen we dat groei. Als een organisme nieuwe delen krijgt, noemen we dat ontwikkeling. Groei of Ontwikkeling? Kies achter de volgende zinnen of het gaat om groei of ontwikkeling door op het juiste woord te klikken Een blad wordt groter:groei of Ontwikkeling Een plant krijgt bloemen: Groei of Ontwikkeling Een wortel gaat de grond in: Groei of Ontwikkeling Bloemen veranderen invruchten: Groei of Ontwikkeling Groei bij planten Er bestaan 2 soorten groei: lengtegroei en diktegroei. Een kiemplantje dat elke dag groter wordt doordat de stengel en wortel steeds langer worden, groeit in de lengte. Deze groei noemen we dan ook lengtegroei. Lengtegroei bij een plant is er op 3 plaatsen (de paarse puntjes in de tekening): a. Bij de eindknoppen (toppen van de boom en takken) Pagina 12

b. Okselknoppen (kunnen uitgroeien tot nieuwe takken) c. Worteltoppen Bron: Pearson Education Inc, 2011 Bij een boom worden de stam, de takken en de wortels ieder jaar een stukje dikker. Dit noemen we diktegroei. Diktegroei gaat vanuit het groeilaagje dat in de stam zit. Daar worden steeds nieuwe houtcellen gemaakt. Groei bij een boom Simon is smoorverliefd. Met een zakmes snijdt hij een hart in de bast van een kastanjeboom. Vijf jaar later kijkt hij weer naar de stam van die boom. Hoe zal het hart er dan uitzien? a. 1 b. 2 c. 3 d. 4 Op de tekening hieronder kun je goed zien hoe een eindknop uitgroeit in het voorjaar en er weer een nieuw stukje tak ontstaat met een nieuwe eindknop. Pagina 13

Hieronder zie je 2 takjes van houtachtige planten. Je ziet helemaal aan het einde van beide takjes een knop. Dat is de eindknop. Van hieruit gaat elk voorjaar de lengtegroei verder. Waar de eindknop heeft gezeten, blijven ringlittekens achter. Die ringlittekens worden gevormd door de knopschubben die afvallen. De knopschubben beschermen de knop tegen kou en aanvreten door insecten. Hoe oud is zijn beide takjes tenminste? Takje 1 is tenminste jaar oud Takje 2 is tenminste jaar oud Pagina 14

Jaarringen Jaarringen Elk jaar vormt een houtachtige plant twee laagjes nieuw hout aan de buitenkant van zijn stam en takken. Deze laagjes kun je goed zien als je een boom doorzaagt; een licht gekleurd laagje, dat gevormd is in het voorjaar en een donker gekleurd laagje, dat gevormd is in de zomer. We noemen deze ringen: de jaarringen. Bekijk het filmpje over jaarringen en beantwoord daarna de vragen Jaarringen kn.nu/ww.ea36a23 (schooltv.nl) Jaarringen Inwelketijdvanhetjaarzijndehoutcellenbijagevormd?Lente of zomer Inwelketijdvanhetjaarzijndehoutcellenbijbgevormd?Lenteofzomer a. Zitdebuitenkantvandestamrechtsoflinksopdezetekening?Links of rechts In je werkboek staan nog een aantal vragen over hout Beantwoord deze. Kom je er niet uit, maak dan gebruik van internet om naar de antwoorden te zoeken. Ontdek het zelf Pagina 15

Onderzoek naar de invloeden op de kieming van zaden. Je gaat onderzoek verrichten naar één mogelijke invloed op de ontkieming van zaden. Je doet dit onderzoek alleen. Het onderzoek voer je thuis uit. Van het onderzoek maak je een verslag volgens de regels. De zaden ontkiemen goed op een paar velletjes keukenrolpapier, of op een papieren zakdoekje. Het papier leg je op een schoteltje, of in een (eventueel afsluitbaar) bakje. Het papier maak je vochtig, maar niet te nat. Zorg dat het papier steeds voldoende nat blijft. Dek het geheel af met huishoudfolie, waarin je een paar gaatjes hebt geprikt. Je kunt een keuze maken uit één van de volgende onderzoeksopdrachten (je mag ook een eigen onderzoeksvraag bedenken): * Onderzoek wat de invloed is van zuurstof op de kieming van zaden. Bron: http://flickrhivemind.net/ * Onderzoek wat de invloed is van licht op de kieming van zaden. * De invloed is van de temperatuur op de kieming van zaden. * Onderzoek wat de invloed is van zout op de kieming van zaden. * Onderzoek de invloed is van kunstmest op de kieming van zaden. Voordat je aan je onderzoek begint, kijk je nog even naar hoe je het beste een onderzoek kunt aanpakken. Hiervoor staat klik je op de onderstaande link, er opent dan een PowerPoint waarin de stappen beschreven worden: Hoe doe ik een goed onderzoek kn.nu/ww.e578cee (dl.dropboxusercontent.com) Wat ga je precies doen tijdens je onderzoek: Volg gedurende een bepaalde periode de kieming en de groei van de zaden. Let op details (bijv. het ontstaan van zijwortels en wortelharen, de vorm van de eerste blaadjes, wat er gebeurt met de zaadlobben enz.). Maak foto s of tekeningen voor in je verslag. Vragen voor workshop Geef na het schrijven van de samenvatting nog even door via de onderstaande link welke vragen je hebt over de behandelde stof in deze weektaak voor de workshop van de volgende les. Pagina 16

https://docs.google.com/forms/d/1qfcoob09xfavwgy_8o7dycnoag5vfopzka_ecyps8r4/viewform?usp=send_form Pagina 17

Weektaak 3: Voedsel & Transport In deze weektaak gaan we de bouw van de plant nader bekijken. Weet je nog uit welke 4 belangrijke delen de meeste planten zijn opgebouwd? Bron: http://www.kwekerij-joosten.nl/ Wortel Pagina 18

Wortels De belangrijkste functies van wortels zijn: 1. Vasthechting in de grond (de plant valt anders om of waait weg) 2. Het opnemen van water 3. Het opnemen van mineralen (voedingsstoffen voor de plant) 4. Het opslaan van reservevoedsel Alle wortels van een plant vormen samen het wortelstelsel. Er zijn verschillende wortelstelsels. Welk wortelstelsel een plant heeft hangt af van waar een plant groeit. Hieronder zie je voorbeelden van de drie soorten wortelstelsels: Bron: A. Roland Holst College Wortels Sleep de juiste letter voor het bijbehorende type wortel.hoofdwortel.eentamelijkdikkeworteldierechtnaarbenedengroeitentalvanzijwortelsaandehoofdwortelheeft..penwortel.eéndikkehoofdwortelmetheelweinigofgeenzijwortels..bijwortel.talvankleinewortelsdievanuit1puntontspringen. Beschikbare keuzes: B, C, A Aan de uiteinden van de wortel zitten wortelharen. Alleen met deze dunne uitsteeksels neemt de plant water en mineralen op uit de grond. Mineralen zijn stofjes die in de grond zitten en samen met het water worden opgenomen door de plant. Zonder mineralen zou een plant niet gezond kunnen leven. Wortelstelsel Pagina 19

Vul het juiste woord in: Metde nemenplanten en opuitdebodem.alle hetensamenhet.de zittenaandeuiteindenvandewortels. Wortels Combineer telkens de juiste 2 woorden: 1. mineralen 2. wortelharen 3. wortelstelsel a. hiervan blijven planten gezond b. deel van een wortel c. alle wortels samen Hieronder zie je een wortelstelsel van een paardenbloem en een madeliefje. Beide planten groeien naast elkaar in een grasveld. Bron: A. Roland Holst College Noem van elk worteltype een voordeel voor de plant Het regent enkele dagen niet. Welke plant heeft daarvan het eerste last, de paardenbloem of het madeliefje? Leg uit: Stengel Stengels De belangrijkste functies van stengels zijn: 1. Stevigheid aan de plant geven. De stevige stengel van een boom (de stam) zorgt er voor dat een boom hoog kan worden. Ook een brandnetel heeft een stevige stengel, waardoor hij overeind kan blijven staan. 2. Het doorgeven van water en mineralen aan de bladeren Pagina 20

3. Het doorgeven van voedingsstoffen die in de bladeren zijn gemaakt, aan de wortels en de rest van de plant. Door de stengel lopen vaten. Je kunt ze een beetje vergelijken met bloedvaten. Alleen zijn de vaten in een plant geen gesloten systeem, zoals de bloedvaten van de mens. Het water dat door de wortels wordt opgenomen, loopt via de stengel naar de bladeren en daar verdampt het water in de lucht. Het moet dus continu worden aangevoerd vanuit de wortels. De vaten in een stengel liggen in groepjes bij elkaar. Zo n groepje vaten noem je een vaatbundel. In de wortels liggen de vaatbundels in het midden en in de stengel liggen ze in een ring of verspreid door de stengel Bron: http://www.vcbio.science.ru.nl Dwarsdoorsnedes door een plantenstengel met vaatbundels: Doorsnede 1: Vaatbundels verspreid in de stengel Doorsnede 2: Vaatbundels in een ring Bekijk de volgende animatie op bioplek over vaatbundels: http://www.bioplek.org/animaties/fotosynthese/vaatbundel.html Hieronder zie je een aantal microscopische preparaten van vaatbundels in een plant: Bron: http://www.vcbio.science.ru.nl Pagina 21

Vaatbundels Op deze foto s worden met de letters A en B de vaten in de vaatbundel aangegeven. Als je weet dat houtvaten vaak groter zijn en een stevigere celwand hebben, Met welke letter wordt dan in beide foto s de houtvaten aangegeven? A of B: Metdeletter Vaten Sleep de woorden naar de jusite plek De vervoerenhetwaterendemineralendatdoordewortelsisopgenomenomhoognaardebladeren.de vervoerenvoedingsstoffenvanuitdebladerennaarderestvandeplant.samenvormendehoutvatenendebastvatende. Beschikbare keuzes: vaatbundels, bastvaten, houtvaten In de tekening hieronder zie je waar de vaatbundels in de 3 belangrijkste organen van een plant zich bevinden. Bron: Pearson Education Inc, 2011 Pagina 22

Blad Bladeren De belangrijkste taak van bladeren is: Het maken van voedsel voor de plant. Bladeren maken voedsel. Daarvoor hebben ze de volgende zaken nodig: A. Water (uit de grond) B. Koolstofdioxide (dat is een gas in de lucht) C. (zon)licht D. Bladgroenkorrels Water Water wordt opgenomen door de wortels en wordt door middel van de vaatbundels doorgegeven aan de bladeren watertransport Door welke vaten wordt het water vanuit de wortels, via de stengel naar de bladeren doorgegeven? Klik op het juiste antwoord Houtvatenofbastvaten Kooldioxide Hieronder zie je een doorsnede van een blad. Onder in het blad zitten openingen. We noemen deze openingen: huidmondjes. Door deze huidmondjes kunnen bladeren het gas koolstofdioxide opnemen uit de lucht. Door de huidmondjes kan ook water verdampen. Bij mooi weer zijn ze daarom dicht. Bron: http://www.vcbio.science.ru.nl Kan je in de microscopische opname (de foto rechts) de onderdelen die in de schematische tekening (de tekening links) staan terugvinden? bladgroenkorrels Zitten er bladgroenkorrels in de huidmondjes? En in de cellen van de opperhuid? Pagina 23

Vul WEL of GEEN in: Huidmondjeshebben bladgroenkorrelscellenvandeopperhuidhebben bladgroenkorrels Licht Bladeren zijn eigenlijk een soort zonnecollectoren. Ze richten zich naar het zonlicht, om er zo veel mogelijk van op te kunnen vangen. Bladgroenkorrel Bladgroenkorrels kun je in de meeste plantencellen tegenkomen. Dat is dan ook de reden dat planten groen zijn. De bladgroenkorrels zijn een soort fabriekjes. Hierin wordt uit water, koolstofdioxide en zonlicht, glucose gemaakt. Dat is een stofje dat heel erg veel lijkt op suiker. Glucose zit vaak in snoepgoed, zoals Snickers, Mars, Lion, etc. Met die glucose kan een plant veel doen: 1. er energie uithalen om te kunnen leven. 2. groeien. 3. gezond blijven. Hieronder zie je nogmaals een doorsnede van een blad. Beantwoord hiermee de volgende vragen Bron: Pearson Education Inc, 2011 doorsnede blad Vul de zinnen aan: Hoeveellaagjescellenzijngrofwegopdetekeningteonderscheiden? laagjes WelkevandecellenaangegevenmetAt/mDhebbengeenbladgroenkorrels? Pagina 24

Devacuoleishetgrootsteonderdeelvandecellen.Bladerenbestaandusvooraluit. DecellenaangegevenmetEenFvormensamendevaatbundel.Inhetbladziejedievaakduidelijkzittenalsdenerfvaneenb zijndehoutvaten huidmondjes Soms staan huidmondjes dicht en soms open. Afhankelijk van de omstandigheden. Kies in de volgende zinnen het juiste woord: Opeendrogeenwarmedagverdamptermeer/minder waterdoordehuidmondjesdanopeen regenachtigedag. Alserteveelwaterverdampt,gaandehuidmondjesdicht/open Fotosynthese Van glucose kun je geen plant opbouwen. Als dat zo was, zou elke plant lekker zoet moeten smaken en oplossen in de regen (glucose lost immers goed op in water). Een plant kan van de gevormde glucose andere stofjes maken, zoals eiwitten en vetten. Daarvoor heeft de plant dan wel mineralen nodig. Deze neemt hij op met de wortels. Het proces in de bladeren, waarbij in de bladgroenkorrels glucose wordt gevormd uit water, koolstofdioxide en licht, noemen we: FOTOSYNTHESE. Fotosynthese Sleep de woorden naar de juiste plek Van uitdebodemen uitdelucht,maaktdeplantmetbehulpvan inde (eensoortsuiker)en. Beschikbare keuzes: glucose, bladgroenkorrels, zuurstof, lichtenergie, water, koolstofdioxide Fotosynthese Combineer telkens de juiste 2 woorden 1. Voedingsstoffen 2. Bladgroenkorrels 3. Glucose 4. Fotosynthese 5. Licht Pagina 25

a. Afkomstig van de zon b. Geven de plant zijn groene kleur c. Proces waarbij glucose wordt gemaakt d. Maakt de plant zelf e. Water en mineralen zijn dus is staat om hun eigen voedsel te maken door middel van fotosynthese. Voor al het leven op aarde is dit een heel belangrijk proces. Als je op de onderstaande link klikt, zie je nog eens hoe de plant dat doet en wat hij daarvoor nodig heeft. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20100402_fotosynthese01 Waarvoor gebruikt de plant de glucose die tijdens de fotosynthese gemaakt is? Alle levende cellen hebben energie nodig. Glucose is de belangrijkste brandstof die deze energie levert. Als de omstandigheden gunstig zijn (veel licht en water), maakt de plant veel glucose. Veel meer dan deze zelf nodig heeft. Wat er teveel gemaakt wordt, zet de plant om in zetmeel. Zetmeel wordt vaak in de wortels opgeslagen in knollen, bollen en verdikte wortels. Het wordt ook meegeven aan de jonge plantjes in de zaadlobben. Glucose is ook een belangrijke bouwstof voor de plant. Van glucose kan de plant allerlei andere stoffen maken. Bijvoorbeeld cellulose en houtstof voor de celwanden. Glucose Vul de juiste woorden in: Glucoseisduseenbelangrijke en voordeplant Samenvattend Transport Pagina 26

Bron: Pearson Education Inc, 2011 transport In de tekst hieronder staan de letter A t/m L. Op deze plaatsen moeten de woorden die in het vak staan worden ingevuld. Zet voor de woorden de juiste letter uit de tekst. (A) en (B) worden in de bodem opgenomen door de wortels. Deze opgenomen stoffen worden door de (C) via de (D) naar de bladeren getransporteerd. In de bladeren wordt (E) gemaakt. Hier worden in de (F) met behulp van (G), (H) en (I) omgezet in glucose. De koolstofdioxide wordt in de bladeren opgenomen door de (J). De glucose wordt door de (K) naar de (L) en de rest van de plant getransporteerd. =Water, =Mineralen, =Houtvaten, =Stengel, =Glucose, =Bladgroenkorrels, =Zonlicht, =Water, =Koolstofdioxide, =Huidmondjes, =Bastvaten, =Wortel Pagina 27

Beschikbare keuzes: B, H, I, L, F, G, K, E, D, C, J, A Vragen voor workshop Geef na het schrijven van de samenvatting nog even door via de onderstaande link welke vragen je hebt over de behandelde stof in deze weektaak voor de workshop van de volgende les. https://docs.google.com/forms/d/1ervp2em20eqvkwjz0s4ukjw15rvzqz6crt952fcyyq0/viewform?u sp=send_form Pagina 28

Weektaak 4: Voortplanting Bloemen Bloemen zijn de mooiste onderdelen van een plant. Daarom zetten mensen ze graag in een vaas. Bloemen zijn niet voor niets zo mooi: ze moeten insecten lokken. Deze dieren helpen bij de voortplanting van de plant. Deze kan zo zaden maken. Bloemen zijn de voortplantingsorganen van een plant. Ze zien er vaak verschillend uit, maar bestaan toch meestal uit dezelfde onderdelen. Hieronder zie je een schematische tekening van een bloem. Klik op de link, bekijk het filmpje en zoek de namen van de onderdelen van een bloem. https://youtu.be/duospcbf0hm?rel=0 Onderdelen van een bloem (Pearson Education Inc, 2011) Onderdelen van een bloem Sleep de namen van de onderdelen naar de juiste cijfers 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: Pagina 29

Beschikbare keuzes: Kerkblad, Vruchtbeginsel, Stijl, Meeldraad, Helmknop, Bloembodem, Helmdraad, Stamper, Stempel Bestuiving Windbloemen zien er anders uit dan insectenbloemen. Insectenbloemen zijn kleurrijk en verspreiden een geur om insecten te lokken. Windbloemen verspreiden hun stuifmeelkorrels door de lucht met de wind. Die hoeven dus geen insecten te lokken voor de bestuiving. Een voorbeeld van windbloemen zijn grassen. De Meeldraden hangen vrij in de lucht zodat de stuifmeelkorrels makkelijk door de wind kunnen worden meegenomen en de stempel is groot en veerachtig om makkelijk stuifmeel uit de lucht op te kunnen vangen. Als je hieronder klikt leer je hoe bestuiving werkt: https://youtu.be/5-d3a38eesw?rel=0 en als je op de link hieronder klikt kan je oefenen met het verschil tussen een insectenbloem en een windbloem. http://biologiepagina.nl/oefeningen/bloemen/insectenbloemofwindbloem.htm Eenslachtig of tweeslachtig De voortplanting van planten begint bij de bestuiving. Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de stamper. Waar in de bloem wordt het stuifmeel gemaakt? De stamper is het vrouwelijke geslachtsorgaan van een plant en bevat de eicel. De meeldraden zijn de mannelijke geslachtsorganen en bevatten de stuifmeelkorrels, dit zijn de mannelijke vaarplantingscellen. Als in de bloem van een plant zowel een stamper als meeldraden zitten, noemen we de bloem tweeslachtig. Dus zowel mannelijk als vrouwelijk. Hieronder zie je 3 schematische tekeningen van bloemen. Bekijk de tekeningen en beantwoord de vraag. Bron: www.bioplek.org Pagina 30

is de bloem eenslachtig (mannelijk of vrouwelijk) of tweeslachtig vraag A is B is C is Er zijn 2 soorten bestuiving: 1. Zelfbestuiving: Stuifmeelkorrels van een bloem komen op de stamper van diezelfde bloem 2. Kruisbestuiving: Stuifmeelkorrels van een bloem van de ene plant komen op de stamper van de bloem van een andere plant van dezelfde soort Als de stuifmeelkorrels op de stamper van een plant van een andere soort komen vindt er geen bestuiving plaats. Deze begrippen kan je oefenen als je op de onderstaande link klikt: http://biologiepagina.nl/oefeningen/bestuiving/bestuiving.htm Bevruchting Na de bestuiving zit er een stuifmeelkorrel op de stempel. De stuifmeelkorrel is de mannelijke voortplantingscel. Uit de stuifmeelkorrel groeit een buisje door de stijl naar het vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel liggen de zaadbeginsels. Daarin zit de vrouwelijke voortplantingscel: de eicel. Per zaadbeginsel is er 1 eicel. Bekijk op de volgende animatie hoe na de bestuiving de bevruchting plaatsvindt: http://www.bioplek.org/animaties/planten_dieren/bloem.html Het zaadbeginsel groeit uit tot een zaad en het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht. Zaden zitten daarom in vruchten. Denk maar aan de pitten in appels. De stamper Hieronder staan 2 tekeningen (A en B) van delen van een bloem. Pagina 31

Bron: Pearson Education Inc, 2011 Sleep de letters A t/m E naar de juiste onderdelen A = B = C = D = E = F = G = Beschikbare keuzes: Stuifmeelkorrels, Stijl, Stempel, Eicel, Zaadbeginsel, Kern vd Stuifmeelkorrel, Vruchtbeginsel Vruchtbeginsel Deze vragen horen bij de tekeningen uit de vorige vraag a. Hoeveel eicellen liggen er in beide vruchtbeginsels? b. Hoeveel zaadbeginsels kunnen er worden bevrucht? c. Hoeveel stuifmeelkorrels zijn daar voor nodig? c. Hoeveel zaden zullen er dan ontstaan? Pagina 32

d. Hoeveel vruchten zullen er ontstaan? a. In A: en in B: b. In A: en in B: c. In A: en in B: d. In A: en in B: d. In A: en in B: Wat gebeurd er met de verschillende bloemonderdelen na de bevruchting? Verspreiding van zaden Zaden kunnen behoorlijk groot zijn, zoals de pit van de mango, of de kokosnoot, maar ook fijn als stof. Zaden bevinden zich in een vrucht, die ervoor moet zorgen dat het zaad verspreid wordt. Een goede verspreiding is belangrijk om de kansen op een succesvolle ontkieming, groei en ontwikkeling te vergroten. Sommige soorten planten verspreiden zelf hun zaden door ze weg te schieten of weg te slingeren; voorbeelden zijn springbalsemien en ooievaarsbek. De meeste soorten planten gebruiken wind, water of dieren als vervoersmiddel. Noem 4 manieren waarop zaden worden verspreid? Verspreiding van zaden Sleep de juiste vorm van verspreiding naar de bijbehorende letter A t/m F Pagina 33

=Door de plant zelf =Door de wind =Door water =Door de boom zelf =Door dieren =Door dieren Beschikbare keuzes: E, A, D, F, B, C Ongeslachtelijke voortplanting Tot nu toe hebben we het alleen gehad over voortplanting met bloemen en zaden. Sommige planten kunnen ook nakomelingen krijgen zonder dat er stuifmeelkorrels of eicellen aan te pas komen. Dit heet ongeslachtelijke voortplanting. Hierbij groeit een stukje van een plant uit tot een nieuwe plant. Pagina 34

Bekijk onderstaand filmpje over ongeslachtelijke voortplanting en beantwoord daarna de vragen. https://youtu.be/znckgw_itgc Noem 4 manieren van ongeslachtelijke voortplanting bij planten Wat is het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting? Ga naar de website met een databank met biologische begrippen en zoek de definities op van geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. http://oud.digischool.nl/bi/pbb/ Geslachtelijke voortplanting = Ongeslachtelijke voortplanting = Als samenvatting kan je nog even kijken naar de animatie op bioplek over geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij planten: http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/klonen.html Vragen voor workshop Geef na het schrijven van de samenvatting nog even door via de onderstaande link welke vragen je hebt over de behandelde stof in deze weektaak voor de workshop van de volgende les. https://docs.google.com/forms/d/1fbunbw91vqjuw_eognz8sjzmmm_2_14c9mtqm44hyg/viewform?usp=send_form Pagina 35

Weektaak 5: Practicum Voorbereiding Ter voorbereiding van het practicum bekijk je thuis deze 4 video's op Youtube over het maken van een preparaat, hoe werkt een microscoop, preparaat huidmondjes en tekenen volgens de biologische tekenregels. Maken van een preparaat kn.nu/ww.06626da (youtube.com) werken met de microscoop kn.nu/ww.e2f1efd (youtube.com) Preparaat huidmondjes kn.nu/ww.985b428 (youtube.com) Tekenregels kn.nu/ww.4e4b03a (youtu.be) Voor we volgende week beginnen aan het practicum wordt eerst getoetst of je de filmpjes hebt bekeken. zo niet, dan moet je dat alsnog doen, en dat gaat van je tijd af. De tekeningen tellen mee voor het cijfer. Kennis huiswerk toetsen Bij deze toets moet je minimaal 6 vragen goed hebben, anders moet je de filmpjes nogmaals bekijken voor je mag starten met het practicum Wat gaan we bekijken De afgelopen 4 weken hebben we veel geleerd over planten. Jullie hebben ook veel foto s gezien van microscooppreparaten van plantencellen. In deze weektaak gaan jullie zelf preparaten maken en deze onder de microscoop bekijken. Van alle preparaten maak je tekeningen volgens de tekenregels Alle tekeningen maak je in je werkboek. Vandaag gaan we de volgende dingen bekijken: 1. Cellen van een ui 2. Cellen van je eigen wangslijmvlies 3. Huidmondjes Pagina 36

cel: Cellen van een ui Bron: http://www.papaspasta.nl Een ui bestaat uit rokken. Dit zijn sterk verkorte en verdikte bladeren. Er zitten geen bladgroenkorrels in. Wel bevatten de rokken veel reservevoedsel. Dit reservevoedsel is zetmeel en zit in zetmeelkorrels. Aan de buitenkant van een rok zit aan beide kanten een dun velletje. Dat velletje wordt de opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat uit cellen die er ongeveer hetzelfde uitzien en ook dezelfde taak hebben. Je weet dat we zo n groep gelijksoortige cellen een weefsel noemen. De cellen van de opperhuid hebben tot taak de andere cellen van de rok te beschermen. Weefsel met zo n beschermende taak noemt men dekweefsel. Het dekweefsel van planten wordt dus opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat meestal uit één cellaag. Je gaat cellen bekijken van de opperhuid van een rok. Dierlijke cel: Cel van wangslijmvlies Bron: A. Roland Holst College De binnenkant van je mond bestaat uit wangslijmvlies. Aan de buitenkant van dit slijmvlies (aan de mondzijde) laten voortdurend cellen los. Deze cellen mengen zich met het speeksel in je mond. Als je voorzichtig met een voorwerp (in ons geval een roerstaafje) langs dit slijmvlies strijkt kun je (zonder verwondingen te maken) losse cellen vrijmaken die je vervolgens goed kunt bekijken onder de microscoop. Pagina 37

De kleuring komt langzaam op gang dus er is tijd genoeg voor het bekijken en tekenen van het preparaat. Begin met de kleinste vergroting en vergroot vervolgens verder uit. BEKIJK GOED WAT HET GROOTSTE VERSCHIL IS TUSSEN EEN CEL VAN EEN PLANT EN EEN CEL VAN EEN DIER Huidmondjes Bron: www.weblogs.vpro.nl In weektaak 3 hebben we gezien dat planten glucose maken. Dit proces heet fotosynthese. Hiervoor is water uit de bodem, energie in de vorm van (zon)licht en koolstofdioxide uit de lucht nodig. De koolstofdioxide uit de lucht komt door de huidmondjes in de bladeren naar binnen. Deze huidmondjes gaan jullie wat beter bekijken en daar ook weer een tekening van maken. Pagina 38

Weektaak 6: Posterpresentatie Voorbereiding Maak met je leerteam een wikispaces omgeving aan op: http://www.wikispaces.com/ Om te zien hoe dit gaat kun je de onderstaande video bekijken: https://youtu.be/-ks3snyau7k?rel=0 Jullie nodigen mij ook uit, zodat ik kan zien hoe jullie voorbereiding verloopt en wie welke bijdrage levert aan het project. Alle leden van het leerteam gaan via wikispaces het maken van de poster voorbereiden, zodat het maken van de poster in de klas in het eerste uur afgerond kan worden. Wat doe je allemaal in de voorbereiding: 1. Taakverdeling: - Wie zoekt informatie over welk deel van de poster - Wie verdiept zich in het maken van een Prezi - Wie gaat de presentatie verzorgen (mogen meerdere leden zijn) 2. Zorg dat minimaal 1 teamlid een Prezi-account heeft 3. Bedenk hoe je de tekeningen die je gaat maken in de Prezi gaat krijgen 4. Verzamel zoveel mogelijk info over je plant die je nodig hebt (zie de opdracht) Opdracht Maak een prezi presentatie van een door jullie zelf bedachte plant, waarvan wij de vruchten of zaden kunnen eten. Je gaat samen met jouw team een poster maken, waarop het volgende te zien moet zijn: 1. Een natuurgetrouwe tekening van de bloem van de plant die jullie hebben bedacht. 2. Bij deze tekening zetten jullie de namen van alle onderdelen. Geef ook duidelijk aan wat de taak is van elk onderdeel van de bloem. 3. Jullie leggen duidelijk uit hoe deze bloem bestoven wordt. 4. Een natuurgetrouwe tekening van de vrucht met zaadjes. 5. Bij deze tekening zetten jullie namen van de onderdelen. Geef ook duidelijk aan wat de taak is van elk onderdeel van het zaad. 6. Jullie leggen duidelijk uit hoe de vruchten en zaden van jullie plant worden verspreid. 7. Een natuurgetrouwe tekening van een blad van de plant. Heeft iedereen antwoord gekregen op zijn vraag? Pagina 39

Kijk terug naar de vraag die je hebt verstuurd aan de docent en bedenk of je daar antwoord op hebt gekregen. Geef ook aan waarom wel of waarom niet. Voer deze vraag in via... en typ daaronder het antwoord wat je tijdens deze module op die vraag hebt gekregen. We gaan met de hele klas de vragen nog eens nalopen en kijken of de vragen inderdaad beantwoord zijn, en zo niet of we daar samen wel een antwoord op kunnen vinden. Pagina 40

Antwoorden De vier belangrijkste organen van een plant Sleep de woorden naar je juiste letter A =Bloem B =Stengel C =Blad D =Wortel De belangrijkste functies van deze organen Sleep de juiste functie naar het juiste orgaan De bloem is het voortplantingsorgaan van een plant De stengel zorgt voor stevigheid en zorgt voor het transport van voedingsstoffen door de plant De wortel zorgt voor de opname van water en mineralen uit de bodem en de opslag van reservevoedsel De bladeren maken voedsel voor de plant Benoem de onderdelen van de plantencel Zet achter de nummers de juiste omschrijving 1: 2: 3: 4: 5: Pagina 41

Juist antwoord: Zet achter de nummers de juiste omschrijving 1:celwand (alternatieven: grondvloeistof) 2:vacuole (alternatieven: kern) 3:celkern (alternatieven: kern) 4:cytoplasma 5:bladgroenkorrel (alternatieven: bladgroenkorrels) Zet bij de cijfers 1 t/m 4 welk type weefsel het is Sleep de weefseltypes naar de juiste plek 1:Deelweefsel 2:Steunweefsel 3:Dekweefsel 4:Vulweefsel Kiemen Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde. Doe dit door de zinnen naar de juiste plek te slepen 1. c: De boon zwelt en barst open 2. a: Het worteltje komt naar buiten 3. b: De stengel en de blaadjes komen naar buiten 4. d: De zaadlobben verschrompelen en vallen af Groei of Ontwikkeling? Kies achter de volgende zinnen of het gaat om groei of ontwikkeling door op het juiste woord te Pagina 42

klikken Een blad wordt groter: Groei of Ontwikkeling Een plant krijgt bloemen: Groei of Ontwikkeling Een wortel gaat de grond in: Groei of Ontwikkeling Bloemen veranderen invruchten: Groei of Ontwikkeling Groei bij een boom Simon is smoorverliefd. Met een zakmes snijdt hij een hart in de bast van een kastanjeboom. Vijf jaar later kijkt hij weer naar de stam van die boom. Hoe zal het hart er dan uitzien? 1. 1 Dit is niet juist. Er vindt hier geen lengte groei plaats 2. 2 Dit is niet juist. Er vindt hier wel dikte groei plaats 3. 3 Dit is niet juist. Er vindt hier geen lengte groei plaats 4. 4 Juist. Er vindt hier alleen dikte groei plaats Hoe oud is zijn beide takjes tenminste? Takje 1 is tenminste jaar oud Takje 2 is tenminste jaar oud Juist antwoord: Hoe oud is zijn beide takjes tenminste? Takje 1 is tenminste 7 (alternatieven: zeven) jaar oud Takje 2 is tenminste 4 (alternatieven: vier) jaar oud Jaarringen Pagina 43

Inwelketijdvanhetjaarzijndehoutcellenbijagevormd?Lente of zomer Inwelketijdvanhetjaarzijndehoutcellenbijbgevormd? Lente ofzomer a. Zitdebuitenkantvandestamrechtsoflinksopdezetekening?Links of rechts Wortels Sleep de juiste letter voor het bijbehorende type wortel C.Hoofdwortel.Eentamelijkdikkeworteldierechtnaarbenedengroeitentalvanzijwortelsaandehoofdwortelheeft. A.Penwortel.Eéndikkehoofdwortelmetheelweinigofgeenzijwortels. B.Bijwortel.Talvankleinewortelsdievanuit1puntontspringen. Wortelstelsel Vul het juiste woord in: Metde nemenplanten en opuitdebodem.alle hetensamenhet.de zittenaandeuiteindenvandewortels. Juist antwoord: Vul het juiste woord in: Metdewortelharen (alternatieven: wortels)nemenplantenwater (alternatieven: mineralen)en mineralen (alternatieven: water)opuitdebodem.allewortelshetensamenhetwortelstelsel.de wortelharen (alternatieven: wortelhaartjes)zittenaandeuiteindenvandewortels. Pagina 44

Wortels Combineer telkens de juiste 2 woorden: 1. a 2. b 3. c Vaatbundels Op deze foto s worden met de letters A en B de vaten in de vaatbundel aangegeven. Als je weet dat houtvaten vaak groter zijn en een stevigere celwand hebben, Met welke letter wordt dan in beide foto s de houtvaten aangegeven? A of B: Metdeletter Juist antwoord: Op deze foto s worden met de letters A en B de vaten in de vaatbundel aangegeven. Als je weet dat houtvaten vaak groter zijn en een stevigere celwand hebben, Met welke letter wordt dan in beide foto s de houtvaten aangegeven? A of B: MetdeletterB (alternatieven: b) Vaten Sleep de woorden naar de jusite plek Dehoutvaten vervoerenhetwaterendemineralendatdoordewortelsisopgenomenomhoognaardebladeren.de bastvaten vervoerenvoedingsstoffenvanuitdebladerennaarderestvandeplant.samenvormendehoutvatenendebastvatende vaatbundels. watertransport Door welke vaten wordt het water vanuit de wortels, via de stengel naar de bladeren doorgegeven? Klik op het juiste antwoord Houtvaten ofbastvaten bladgroenkorrels Zitten er bladgroenkorrels in de huidmondjes? En in de cellen van de opperhuid? Vul WEL of GEEN in: Pagina 45

Huidmondjeshebben bladgroenkorrelscellenvandeopperhuidhebben bladgroenkorrels Juist antwoord: Zitten er bladgroenkorrels in de huidmondjes? En in de cellen van de opperhuid? Vul WEL of GEEN in: HuidmondjeshebbenWELbladgroenkorrelsCellenvandeopperhuidhebbenGEEN bladgroenkorrels doorsnede blad Vul de zinnen aan: Hoeveellaagjescellenzijngrofwegopdetekeningteonderscheiden? laagjes WelkevandecellenaangegevenmetAt/mDhebbengeenbladgroenkorrels? Devacuoleishetgrootsteonderdeelvandecellen.Bladerenbestaandusvooraluit. DecellenaangegevenmetEenFvormensamendevaatbundel.Inhetbladziejedievaakduidelijkzittenalsdenerfvaneenb zijndehoutvaten Juist antwoord: Vul de zinnen aan: Hoeveellaagjescellenzijngrofwegopdetekeningteonderscheiden?4 (alternatieven: vier)laagjes WelkevandecellenaangegevenmetAt/mDhebbengeenbladgroenkorrels?B (alternatieven: b) Devacuoleishetgrootsteonderdeelvandecellen.Bladerenbestaandusvooraluitwater. DecellenaangegevenmetEenFvormensamendevaatbundel.Inhetbladziejedievaakduidelijkzittenalsdenerfvaneenb E (alternatieven: e)zijndehoutvaten huidmondjes Soms staan huidmondjes dicht en soms open. Afhankelijk van de omstandigheden. Kies in de volgende zinnen het juiste woord: Opeendrogeenwarmedagverdampter meer /minder waterdoordehuidmondjesdanopeen regenachtigedag. Alserteveelwaterverdampt,gaandehuidmondjes dicht /open Fotosynthese Pagina 46

Sleep de woorden naar de juiste plek Vanwateruitdebodemenkoolstofdioxideuitdelucht,maaktdeplantmetbehulpvanlichtenergie indebladgroenkorrelsglucose(eensoortsuiker)enzuurstof. Fotosynthese Combineer telkens de juiste 2 woorden 1. e 2. b 3. d 4. c 5. a Glucose Vul de juiste woorden in: Glucoseisduseenbelangrijke en voordeplant Juist antwoord: Vul de juiste woorden in: Glucoseisduseenbelangrijkebrandstof (alternatieven: bouwstof)enbouwstof (alternatieven: brandstof)voordeplant transport In de tekst hieronder staan de letter A t/m L. Op deze plaatsen moeten de woorden die in het vak staan worden ingevuld. Zet voor de woorden de juiste letter uit de tekst. (A) en (B) worden in de bodem opgenomen door de wortels. Deze opgenomen stoffen worden door de (C) via de (D) naar de bladeren getransporteerd. In de bladeren wordt (E) gemaakt. Hier worden in de (F) met behulp van (G), (H) en (I) omgezet in glucose. De koolstofdioxide wordt in de bladeren opgenomen door de (J). De glucose wordt door de (K) naar de (L) en de rest van de plant getransporteerd. A=Water,B=Mineralen,C=Houtvaten,D=Stengel,E=Glucose,F=Bladgroenkorrels,G=Zonlicht,H =Water,I=Koolstofdioxide,J=Huidmondjes,K=Bastvaten,L=Wortel Onderdelen van een bloem Sleep de namen van de onderdelen naar de juiste cijfers 1:Helmknop Pagina 47

2:Helmdraad 3:Meeldraad 4:Kerkblad 5:Stempel 6:Stijl 7:Vruchtbeginsel 8:Stamper 9:Bloembodem is de bloem eenslachtig (mannelijk of vrouwelijk) of tweeslachtig vraag A is B is C is Juist antwoord: vraag A is eenslachtig (alternatieven: mannelijk) mannelijk (alternatieven: eenslachtig) B is tweeslachtig C is eenslachtig (alternatieven: vrouwelijk) vrouwelijk (alternatieven: eenslachtig) De stamper Hieronder staan 2 tekeningen (A en B) van delen van een bloem. Pagina 48

Bron: Pearson Education Inc, 2011 Sleep de letters A t/m E naar de juiste onderdelen A =Stuifmeelkorrels B =Stempel C =Stijl D =Vruchtbeginsel E =Zaadbeginsel F =Eicel G =Kern vd Stuifmeelkorrel Vruchtbeginsel Deze vragen horen bij de tekeningen uit de vorige vraag a. Hoeveel eicellen liggen er in beide vruchtbeginsels? b. Hoeveel zaadbeginsels kunnen er worden bevrucht? c. Hoeveel stuifmeelkorrels zijn daar voor nodig? c. Hoeveel zaden zullen er dan ontstaan? d. Hoeveel vruchten zullen er ontstaan? a. In A: en in B: b. In A: en in B: Pagina 49

c. In A: en in B: d. In A: en in B: d. In A: en in B: Juist antwoord: Deze vragen horen bij de tekeningen uit de vorige vraag a. Hoeveel eicellen liggen er in beide vruchtbeginsels? b. Hoeveel zaadbeginsels kunnen er worden bevrucht? c. Hoeveel stuifmeelkorrels zijn daar voor nodig? c. Hoeveel zaden zullen er dan ontstaan? d. Hoeveel vruchten zullen er ontstaan? a. In A:1 (alternatieven: een) en in B:6 (alternatieven: zes) b. In A: 1 (alternatieven: een) en in B: 6 (alternatieven: zes) c. In A: 1 (alternatieven: een) en in B: 6 (alternatieven: zes) d. In A: 1 (alternatieven: een) en in B: 6 (alternatieven: zes) d. In A: 1 (alternatieven: een) en in B:1 (alternatieven: een) Verspreiding van zaden Sleep de juiste vorm van verspreiding naar de bijbehorende letter A t/m F Pagina 50

A =Door de plant zelf B =Door de wind C =Door water D =Door de boom zelf E =Door dieren F =Door dieren Pagina 51

Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Marc Bel Laatst gewijzigd 18 juni 2014 om 14:23 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 0 uur en 50 minuten Bronnen Bron Werkboek module planten https://dl.dropboxusercontent.com/u/31289360/biologielinks_nietwijzigen/werkboek%20bij%20wikiwijsarragement% Wat wil ik weten over planten https://docs.google.com/forms/d/1u65-qfjcqhghfsoj7ei4js3h3lx7inckauik5kijltc/viewform?usp=send_form De Plant http://biologiepagina.nl/brugklasnieuw//samenvatting.htm De plantencel http://www.bioplek.org/1klas/1klas_cellenx.html Stevigheid kruidachtige planten https://dl.dropboxusercontent.com/u/31289360/biologielinks_nietwijzigen/turgor.swf Jaarringen http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060706_jaarringen01 Hoe doe ik een goed onderzoek https://dl.dropboxusercontent.com/u/31289360/biologielinks_nietwijzigen/hoemaakikeenverslag.pptx Maken van een preparaat http://www.youtube.com/watch?v=a5800jiyvto Pagina 52

Bron werken met de microscoop https://www.youtube.com/watch?v=wbtgxq6xpea Preparaat huidmondjes https://www.youtube.com/watch?v=mdu6wjteiym Tekenregels http://youtu.be/nrsaff90r_u Pagina 53