Onderzoekers: Dock4& Organisatieadvies in Zorg; Ewoud Jonker & Lotte Vermeer Status: Versie 2, 3 januari Inleiding 2.

Vergelijkbare documenten
Jeugdzorg dichtbij? Evaluatie pilots ambulante jeugdzorg zonder indicatie. Provincie Gelderland. Provincie Gelderland

Einddocument Experimenteerruimte Jeugdzorg Provincie Gelderland

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Uw kind. in de Verwijsindex. Wat betekent dat? Verwijsindex Regio Nijmegen voor jeugdigen van 0-23 jaar

Aanmeldformulier Experiment Jeugdzorg Dichtbij Versie 9 januari 2014

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Procesevaluatie II Experimenten jeugdzorg dichtbij

Je naam Je naam. in de Verwijsindex. Wat betekent dat? Verwijsindex Regio Nijmegen voor jeugdigen van 0-23 jaar

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Procesevaluatie pilots jeugdzorg dichtbij

Medisch specialist ziekenhuis

Dossieronderzoek Jeugdzorg Dichtbij

Procesevaluatie Experiment Jeugdzorg Dichtbij

Enquêteresultaten Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld (LSHG) met betrokkenheid regionale SVO s

Jaarverslag CJG Groesbeek en CJG Millingen aan de Rijn

Risico s melden in de Verwijsindex. Hoe werkt dat? Verwijsindex Regio Nijmegen voor jeugdigen van 0-23 jaar

Regio Noord-Veluwe Regio Nijmegen Food Valley Apeldoorn

Nieuwsbrief NIEUWJAARSGROET. Centrum Jeugd en Gezin Rhenen wenst in 2013: Jaargang 2013 nr.7

Procesevaluatie Experiment Zorg voor jeugd dichtbij

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Specialistische Gedragscoach

KomPas Samen sterker op basisscholen

NOTITIE STAND VAN ZAKEN EXPERIMENTEN AMBULANTE JEUGDHULP ZONDER INDICATIE

Commissie ethiek van de jeugdzorg, 24 januari 2014 Presentatie van Sijta de Vries. Inleiding Situatie tot De nieuwe situatie...

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn

Netwerkcafé 17 november 2014 Centrum Jeugd en Gezin gemeente De Bilt

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Zeker & Zorgeloos. Toets Nieuwe Toetreders Jeugdhulp. Gezond vertrouwen

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Presentatie. Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn. CJG structuur Interventie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

De slimste route? Vormgeven toegang

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Procesevaluatie Experiment Drempelloze toegang

Familiegroepsplan als standaard

Specialistische zorg. voor jongeren met complexe gedragsproblemen

Jeugdhulp in Nissewaard

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Tekst: Marije Bosdriesz

Centrale toegang. Commissie sociaal 15 oktober 2013

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek

Samen voor zorg in en om de school ERVARINGEN VANUIT BREDA

Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009).

Lezing Evaluatie Wijkteams en Jeugdhulp Ervaringen met vormen en aansturing van wijkteams

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Factsheet 2012 Gemeente Groesbeek

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Totaal in begeleiding 2015

Totaal in begeleiding 2015

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Roadmap uitrol CJG Meppel Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Het CJG anno 2018: uitkomsten van het regionaal communicatie-onderzoek

Intensieve Gezinsbegeleiding

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel. 15 april 2014

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

Inhoud Resultaten enquête... 3

1182 JR Amstelveen Lijn 186/187, halte Dorpsstraat + 1 min.

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Wat werkt in wijkteams jeugd? Amsterdamse ervaringen doordenken

Verslag bijeenkomst communicatie beweging sociaal domein Amersfoort Donderdag 16 oktober 2014

Eindevaluatie proeftuinen Jeugd- en Gezinsteams en school

Samenwerking jeugdhulp met onderwijs. Buurtteams Jeugd en Gezin

Beantwoording artikel 39 vragen VVD Toename inzet crisisopvang Gelderse jongeren. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen.

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Verkenning verbinding onderwijs en JGZ/SMW. (jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk)

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Jeugd, Zorg en Veiligheid nu en na de transitie. Conferentie Vliegwiel, 28 januari 2014

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Zelftest Basisteam Jeugd -

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Stand van zaken Sociaal Domein

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Transitie AWBZ en Jeugdzorg Regio Nijmegen. Bas Linders, Sander Otto, Erik van Aalzum Team contractering Regio Nijmegen Mei 2014

Transcriptie:

REGIO NIJMEGEN, PROVINCIE GELDERLAND Quickscan EXPERIMENT JEUGDZORG DICHTBIJ Onderzoekers: Dock4& Organisatieadvies in Zorg; Ewoud Jonker & Lotte Vermeer Status: Versie 2, 3 januari 2014 Inhoudsopgave Inleiding 2 Resultaten 2 Conclusies & aanbevelingen 7 Bijlage 1: respondenten 10 Bijlage 2: Conceptueel model 10

1. Inleiding In de regio Nijmegen zijn de gemeenten Nijmegen en Wijchen in 2011 gestart met het experiment Jeugdzorg Dichtbij, waarin ambulante jeugdhulp van Entréa zonder indicatie van BJz wordt ingezet in het voorliggend veld. Onder voorliggend veld wordt verstaan: kinderdagverblijven / peuterspeelzalen, primair - en voortgezet onderwijs, Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), GGD Regio Nijmegen (jeugdgezondheidszorg) en NIM (maatschappelijk werk). In 2012 is het experiment verbreed naar de andere gemeenten in de regio Nijmegen. Anno 2013 hebben gemeenten het experiment geborgd in een structurele werkwijze Jeugdzorg Dichtbij. Dit rapport beschrijft de beknopte procesevaluatie die Dock4 heeft uitgevoerd in de vijf regiogemeenten van Nijmegen: Beuningen, Groesbeek en Millingen aan de Rijn, Ubbergen, Heumen en Druten. De evaluatie is onderdeel van de monitoring van de transitie van de jeugdzorg door de provincie Gelderland. Op basis van behoeften van gemeenten is ook een tweetal uitvoerende organisaties geïnterviewd: NIM en Entréa. Een volledig overzicht van respondenten staat in bijlage 1. De respondenten zijn bevraagd op zeven thema s die gezamenlijk het succes van de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij bepalen (zie bijlage 2). De resultaten, conclusies en aanbevelingen zijn hieronder per thema uitgewerkt. 2. Resultaten Doel & Visie Respondenten zijn gevraagd naar visie op - en doel van de nieuwe werkwijze ambulante jeugdhulp zonder indicatie. Drie van de vijf gemeenten, NIM en Entréa noemen meer snelheid van aanmelden van gezinnen voor ambulante jeugdhulp als belangrijkste doelstelling van de werkwijze. Ouders kunnen dankzij het weghalen van de indicatieschakel van BJz snel terecht bij Entréa en er ontstaan korte lijnen. Drie gemeenten en Entreá zien een betere route ontstaan: meer helderheid, kwalitatief betere doorleiding naar Entréa en minder bureaucratie dan in de oude werkwijze via aanmelding bij Bureau Jeugdzorg (BJz). Drie gemeenten hebben het effect op het voorliggend veld als doelstelling benoemd: professionals in het voorliggend veld leren waar de eigen grenzen liggen en wanneer er verwezen kan worden naar Entréa. Twee gemeenten geven aan dat de werkwijze moet leiden tot demping van zwaardere zorg. De werkwijze Jeugdzorg Dichtbij draagt in hun optiek bij aan minder instroom van jeugdige in zware vormen van jeugdzorg. De gemeenten geven aan dat door tijdig ambulante jeugdhulp in te zetten, inzet van zwaardere vormen (jeugdbescherming, jeugdreclassering en gesloten jeugdzorg) wordt voorkomen. Twee gemeenten vinden het daarentegen onduidelijk of de werkwijze daadwerkelijk tot vermindering van de instroom in de geïndiceerde jeugdzorg leidt. Op basis van het aantal meldingen d.d. oktober 2013 is dat volgens hen niet te zeggen. Voordelen / waarde voor de cliënt Gemeenten en partijen noemen een aantal grote voordelen van het experiment voor cliënten: jeugdigen en hun ouders/opvoeders. Drie gemeenten benoemen de winst dat BJz als tussenstap niet meer aan de orde is. Uit panelgesprekken met ouders blijkt nog steeds dat BJz een slecht imago heeft. Cliënten hebben in de nieuwe werkwijze geen last van dat imago, dat verlaagt de drempel om hulp te zoeken. Een tweede voordeel is dat cliënten sneller bij Entréa terecht kunnen dan in de oude situatie met indicatie van BJz. Dit is genoemd door twee gemeenten, Entréa en NIM. Het weghalen van bureaucratie leidt tot korte doorlooptijden en maakt dat Entréa snel toegankelijk is. Andere voordelen die zijn genoemd door gemeenten en door NIM: 2

cliënten hoeven hun verhaal maar één keer te vertellen; cliënten ervaren het als positief dat aanmelders meegaan naar het intakegesprek bij Entréa. Samenwerking Gemeenten en uitvoerende partijen zijn tevreden over de samenwerking in het voorliggend veld en tussen het voorliggend veld en Entréa. Ze noemen de korte lijnen en de wil om samen te werken. De samenwerking leidt tot positieve ervaringen: niet verwijzen maar partijen betrekken. De manier van samenwerken tussen NIM en Entréa is door twee gemeenten, door Entréa en door NIM als waardevol benoemd. Twee gemeenten missen de samenwerking met GGZ Pro Persona en met huisartsen. Eén gemeente benoemt dat er ideeën zijn om de lokale samenwerking te verbeteren door ruimte te bieden aan partijen om gezamenlijk op hetzelfde moment op dezelfde locatie te werken. Elke gemeente heeft een eigen lokale overlegstructuur waarin de werkwijze ambulante jeugdhulp zonder indicatie is ingebed: Beuningen zoekt de koppeling met Passend Onderwijs en benadrukt om te denken vanuit casuïstiek en niet vanuit organisaties. De gemeente heeft casuïstieknetwerken voor 0-4 jarigen en 4-12 jarigen die zijn gekoppeld aan het onderwijs als belangrijke vindplaats.bij de totstandkoming van het CJG hebben medewerkers van de GGD en NIM extra formatie gekregen voor het vormgeven van de informatie & adviesfunctie in het onderwijs. Voor de doelgroep 12+ is er vanuit leerplicht contacten met scholen. De voorzitters van het lokale zorgnetwerk (voor multiproblem/volwassenen) en de casuïstieknetwerken hebben direct onderling contact. Groesbeek en Millingen aan de Rijn hebben 12- en 12+ casusnetwerken. Het lokale zorgnetwerk (LZN) voor 0-100 jarigen is in ontwikkeling. De netwerken 12-, 12+ en LZN 0-100 vormen samen de overlegstructuur voor het sociaal domein. De gemeente Ubbergen fuseert per 1 januari 2015 met Groesbeek en Millingen aan de Rijn. Ubbergen kent een periodiek overleg met professionals van GGD, Entréa en NIM. In dit overleg wordt de werkwijze jeugdzorg dichtbij geëvalueerd en bijgesteld. Ubbergen heeft een netwerkoverleg 12- dat aansluit op het zorgadviesteam (ZAT)van het onderwijs. Het CJG Ubbergen kent geen frontoffice, maar fungeert als netwerkorganisatie. Heumen kent eveneens een 12- en 12+ overleg, dat beide wordt voorgezeten door de CJGcoördinator. Daarnaast is er een lokaal zorgteam voor volwassenen. De voorzitters stemmen met elkaar af. Druten werkt met een informeel kernteam, dat bestaat uit collega s die elkaar goed kennen. Teamleden trekken waar nodig samen op in gezinnen. Daaromheen is er een schil met partijen als Iriszorg (thuiszorg), instellingen voor schuldhulpverlening en Entréa. Het kernteam is in 2012 gestart met deelnemers: BJz, NIM, Politie, JGZ, Jongerenwerk, leerplichtambtenaar en MEE. De kracht van het team is dat men elkaar vindt wanneer een casus hierom vraagt volgens het principe geen cliënten doorverwijzen, maar expertise toevoegen. Het kernteam vergadert ongeveer eens per 6 weken. Daarnaast kent Druten de ZAT s PO (0-12) VO. Ook is er een casusoverleg met de woningbouw, Gemeente (werk & inkomen), buurtbemiddeling, CJG, NIM en Politie). Eén gemeente noemt het feit dat vrijheid en vertrouwen nodig zijn voor een goede samenwerking. De keerzijde daarvan is de verantwoordelijkheid om elkaar aan te (durven) aanspreken. Samenwerking leidt in de overtuiging van deze gemeente tot out of the box denken en creatieve ideeën, zoals het inzetten van een scoutingvereniging in plaats van jeugdzorgaanbod. Rol van BJz in de samenwerking 3

Twee gemeenten noemen de rol van BJZ als veiligheidsexpert. In de samenwerking moet BJz volgens hen vooral een rol krijgen in de consultatie op veiligheid waar dat nodig is. Eén gemeente geeft aan dat de rol van BJz in de samenwerking lastig is, omdat de organisatie sterk in beweging is. Entréa geeft aan dankzij de werkwijze sneller in beeld voor (consultatie bij) hulp en ondersteuning dan voorheen. Entréa benoemt daarbij dat zij de functie van BJz overneemt om deskundig in te schatten welke hulp nodig is. BJz is betrokken voor andere vormen van jeugdzorg en als het om veiligheid van het kind gaat. Kwaliteit & Veiligheid Vier van de vijf gemeenten geven aan dat medewerkers in het voorliggend veld voldoende zijn toegerust om een goede screening van de veiligheid van kinderen te kunnen maken, met name maatschappelijk werkers. Eén gemeente noemt de screening van veiligheid in het voorliggend veld een aandachtspunt. BJz zou daar volgens deze gemeente nog meer een rol in kunnen spelen. Eén gemeente benoemt dat het lokale zorgnetwerk (LZN) is gekoppeld aan veiligheid en dat betrokkenheid van het LZN bij het sociale domein daarmee voorziet in het borgen van veiligheid. Een andere gemeente noemt het belang van het hanteren van de LIRIK om veiligheidssituaties in te schatten. De ervaring is volgens deze gemeente echter nog wel dat men het in het voorliggend veld lastig vindt om hiermee te werken. Professionals vinden zichzelf volgens één gemeente onvoldoende toegerust; ze hebben de behoefte om te leren. Volgens twee gemeenten is afgesproken dat aanmelders samen met BJz de LIRIK invullen. Eén gemeente geeft aan dat dit ertoe leidt dat medewerkers leren hoe de veiligheid kan worden ingeschat. Consultatie De meeste gemeenten noemen dat in de praktijk vaak Entréa of BJz wordt geconsulteerd. Eén gemeente en NIM geven aan dat Entréa naar tevredenheid direct benaderbaar is als aanmelders willen overleggen over een gezin. Entréa geeft aan dat veiligheid voor de doelgroep van de werkwijze gezinnen die in aanmerking komen voor ambulante hulp niet echt een issue is. Het betreft volgens Entréa een relatief lichte doelgroep die relatief weinig problemen zal kennen op het gebied van veiligheid van jeugdigen. Betrokkenheid BJz Als de veiligheid van het kind in het gedrang lijkt te zijn, wordt volgens alle partijen (gemeenten, Entréa en NIM) standaard BJz betrokken. Twee gemeenten en NIM benoemen dat als BJz na onderzoek tot een andere conclusie komt over bijvoorbeeld de veiligheidssituatie, het kan zijn dat BJz een gezin alsnog aanmeldt bij Entréa. Alle gemeenten geven aan dat er binnen gemeenten korte lijnen bestaan met BJz. Gemeenten zijn tevreden over het feit dat BJz op alle plekken contactpersonen heeft die vaak fysiek aanwezig zijn in het CJG of gezondheidscentrum.. Vernieuwend aanbod Overlap, hiaten en nieuwe vormen Eén gemeente benoemt dat het accountmanagement richting aanbieders belangrijk is: de gemeente moet weten wat het aanbod van aanbieders is. Deze gemeente ziet dat overlap in aanbod wordt aangepakt: partijen hebben de wil om meer samen te werken. Twee gemeenten benoemen de ontwikkeling dat Entréa en NIM gezamenlijk optrekken in het bieden van sluitende arrangementen voor gezinnen als positief. Vier gemeenten vinden dat er overlap zit in het aanbod van NIM en Entréa, bijvoorbeeld in het aanbieden van sociale vaardigheidstrainingen. Entréa geeft aan dat zij deze training alleen verzorgt als er meer speelt bij het kind (bijvoorbeeld: ADHD of autisme). Entréa vindt dat de training kan worden gedaan door NIM als het alleen gaat om sociale vaardigheden. NIM en één gemeente geven aan dat de gezinsondersteuning die Entréa biedt zwaarder is dan de ondersteuning 4

van maatschappelijk werkers. Twee gemeenten willen meer duidelijkheid over wat Entréa te bieden heeft. Eén gemeente benoemt dat NIM weinig uren voor maatschappelijk werk heeft op scholen en dit ertoe leidt dat scholen wellicht sneller dan noodzakelijk aanmelden bij Entréa. Eén gemeente benoemt het belang om Entréa als specialistische deskundigheid regionaal beschikbaar te houden. Uit de interviews is niet gebleken dat de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij leidt tot vernieuwende vormen van aanbod of aanpak. Stimulans om zoveel mogelijk zelf op te pakken Het merendeel van de respondenten geeft aan dat er in het kader van Jeugdzorg Dichtbij niet actief wordt gestuurd op de mate waarin medewerkers worden gestimuleerd om zoveel mogelijk vragen in het voorliggend veld op te pakken. Eén gemeente merkt daarbij op dat snel hulp inzetten niet altijd beter is, omdat het goed kan zijn voor ouders om eerst zelf over de situatie na te denken. Een andere gemeente merkt dat interne begeleiders (IB ers) van scholen meer casussen zelf oppakken en sneller in gesprek gaan met ouders. IB ers coachen volgens deze gemeente leerkrachten om zelf gesprekken aan te gaan met ouders over opvoed- en opgroeivraagstukken. Vergroten probleemoplossend vermogen gezinnen Om het probleemoplossend vermogen van het gezin (eigen kracht) te vergroten, zet één gemeente zogenoemde keukentafelgesprekken in. Vier van de vijf gemeenten noemen de inzet van Sociale Netwerk Strategieën (SNS) in de wijk door NIM, Entréa, BJz en MEE. Dankzij SNS werken partijen beter samen en trekken ze samen op met en in één gezin. Eén gemeente merkt op dat het sturen op eigen kracht van gezinnen steeds gewoner wordt dankzij SNS en niet zozeer als gevolg van de nieuwe werkwijze Jeugdzorg Dichtbij. Deskundigheid professionals De werkwijze Jeugdzorg Dichtbij vergroot de noodzaak om in het voorliggend veld een goede inschatting te maken van passende ondersteuning en hulp voor een gezin. Respondenten is gevraagd naar vormen van deskundigheidsbevordering in het voorliggend veld. Verschillende initiatieven zijn benoemd: Inzet van e-learning: vroeg-signalering van kindermishandeling & huiselijk geweld; Periodieke trainingen op thema s, zoals huishoudelijk geweld en gespreksvoering; Leren door te doen ( learning on the job ). Drie gemeenten geven aan dat er sprake is van handelingsverlegenheid en enige onbekwaamheid in het voorliggend veld, ondanks de inzet van trainingen rond vroegsignalering van risico s. Eén gemeente benoemt dat Entréa als jeugdzorgaanbieder veel kennis in het voorliggend veld kan inbrengen en een coachende rol moet pakken. Eén gemeente geeft aan dat er geen sluitende afspraken over deskundigheidsbevordering zijn gemaakt met BJz, waar dit wel wenselijk zou zijn. Werkprocessen Aantal aanmeldingen in 2013 d.d. 31 oktober 2013 Gemeente # Beuningen 11 Groesbeek en Millingen a/d Rijn 10 Druten 3 Heumen 5 Ubbergen 1 5

Aanmelden Eén gemeente vindt het belangrijk dat scholen snel aanmelden bij Entréa. De ervaring is volgens deze gemeente dat scholen soms te lang proberen om zelf een probleem op te lossen. Oorzaken daarvan liggen volgens de gemeente mogelijk in het hebben van (te) weinig kennis over de werkwijze of in het ervaren van schroom om aan te melden. Een andere gemeente sluit zich daarbij aan door te stellen dat het voor scholen nog een stap is om daadwerkelijk aan te melden. Een derde gemeente noemt de schroom / verlegenheid bij kinderopvanginstellingen om te melden; de afstand tussen de werkwijze en pedagogisch medewerkers is (te) groot. Volgens Entréa worden veel aanmeldingen voor de werkwijze gedaan door hun eigen PI-scholen. Aanmeldformulier Vier gemeenten zijn negatief over het aanmeldformulier. De bezwaren zijn dat het aanmeldformulier te lang is en teveel werk vraagt om in te vullen. Het aantal vragen schrikt ouders bovendien af waardoor ouders kunnen afhaken. Eén gemeente vindt het commentaar van professionals op het aanmeldformulier niet gegrond en geeft aan niet te horen dat de nieuwe werkwijze belastend is voor medewerkers. Twee gemeenten noemen het positief dat aanmelders het formulier samen met ouders invullen. Entréa geeft aan dat het voor een goede start en uitvoering van de hulp van groot belang is dat zij zo volledig mogelijke aanmeldingen (ingevulde aanmeldformulieren en andere relevante stukken) ontvangt, dat is nu niet altijd het geval. NIM benoemt dat zij goede ervaringen heeft met het aanmeldformulier. Termijn intake start hulp Twee gemeenten en NIM benoemen de termijn tussen intake en daadwerkelijke start (4 weken) van de hulp als aandachtspunt. Deze gemeenten vinden het belangrijk om verwachtingen van ouders hierover te managen. Ze geven aan dat het van belang is om goede overbruggingszorg tijdens wachttijd van ouders te bieden. Vier van de vijf gemeenten benoemen het nadeel dat ouders voor het startgesprek naar het hoofdkantoor van Entréa in Weurt moeten komen. Voor ouders kan dat betekenen dat zij erg ver moeten reizen; dit verhoogt de drempel. Startgesprek Alle gemeenten benoemen het feit dat het voor ouders erg fijn is dat in de nieuwe werkwijze aanmelders meegaan naar het intakegesprek bij Entréa. Enkele gemeenten benoemen dat deze afspraak nog meer onder de aandacht moet worden gebracht van kinderopvanginstellingen en scholen. Eén gemeente benoemt dat er sprake is van een transparante werkwijze: er bestaan afspraken over terugkoppeling van de uitkomst van het startgesprek naar aanmelders. Een andere gemeente en NIM benoemen dat het onduidelijk is of er door Entréa standaard wordt terug gekoppeld aan de aanmelder. Communicatie over werkwijze Er bestaan volgens de gemeenten korte communicatielijnen vanuit de voormalige projectorganisatie met partijen in het voorliggend veld. Drie gemeenten vinden dat er meer en betere communicatie over de werkwijze moet plaatsvinden: met name het onderwijs is volgens hen nog onvoldoende aangehaakt bij de werkwijze. Ondanks dat zij goed worden geïnformeerd, heerst er volgens deze gemeenten onder scholen nog veel onbekendheid over de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij. Eén gemeente vindt dat er voldoende is gecommuniceerd over de werkwijze naar medewerkers, door middel van trainingen, aanwezigheid van de regionale projectleider, werkveldbijeenkomsten en periodieke nieuwsbrieven. NIM benoemt dat een mooie folder over de inhoud van gezinsbegeleiding door Entréa van meerwaarde kan zijn en kan helpen om ouders die twijfelen toch te laten aanmelden. 6

Juiste doelgroep Drie gemeenten vinden het lastig om te beoordelen of ambulante jeugdhulp in de juiste gevallen is ingezet, of dat aanbod in het voorliggend veld wellicht beter had gepast. Gemeenten hebben geen zicht op welke cliënten voorheen via BJz gingen en welke nu via de nieuwe werkwijze worden aangemeld. Eén gemeente benoemt dat alle casussen terecht zijn aangemeld; in deze gemeente kijkt de CJG-coördinator mee met alle aanmeldingen. Entréa geeft aan kritisch te kijken naar de aanmeldingen en beoordeelt of het bij Entréa past. Eén gemeente en Entréa benoemen dat Entréa zichzelf profileert als 2 e lijns voorziening. Als een aanmelding te licht is, verwijzen zij terug naar het voorliggend veld (bijvoorbeeld NIM). Werkwijze in context Twee gemeenten noemen het belang van het uitbreiden van de werkwijze ambulante jeugdhulp zonder indicatie naar andere vormen van jeugdhulp, zoals residentiële zorg. Deze plannen worden op regionaal niveau uitgewerkt. De verbreding van de werkwijze vraagt nog meer aandacht voor het vergroten van kennis en het bevorderen van deskundigheid van het voorliggend veld. Twee gemeenten noemen het belangrijk om passend onderwijs nog nadrukkelijker te verbinden met de werkwijze. Stuurinformatie Twee gemeenten geven aan meer behoefte te hebben aan managementinformatie / cijfers over de nieuwe werkwijze. Eén gemeente geeft aan dat nu alleen het aantal aanmeldingen wordt geregistreerd. Conclusies & aanbevelingen Doel, visie en voordelen cliënt Het meest genoemde doel van de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij is meer snelheid in het aanmelden voor ambulante jeugdhulp. Als tweede doel wordt aangegeven dat Jeugdzorg Dichtbij tot een betere werkwijze leidt. Daarmee ontstaat het beeld dat de focus van gemeenten op logistieke verbetering ligt; het versnellen van het proces door de schakel van BJz er tussenuit te halen. Vanuit de interviews ontstaat het beeld dat nog weinig wordt gekeken wat het voorliggend veld meer zelf kan doen; meer signalen in het voorliggend veld oppakken, is niet genoemd als doel in zichzelf. Gemeenten zijn het niet eens over de aanname dat de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij leidt tot demping van zware zorg. Gemeenten hebben een goed zicht op voordelen van de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij voor cliënten. Aanbeveling: Gemeenten benutten de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij als kans om te experimenteren met het versterken van het voorliggend veld met het streven zoveel mogelijk signalen in het voorliggend veld op te pakken. Dit kan bijvoorbeeld vorm krijgen in meer inzet van generalistische functies die met een bepaalde vrije regelruimte werken. In de provincie wordt door verschillende regio s volop geëxperimenteerd met nieuwe lokale (organisatie)modellen in de zorg voor jeugd. Mogelijk zitten hier best practices tussen die toepasbaar zijn in de regio Nijmegen. Samenwerking Er bestaat tevredenheid over de samenwerking binnen het voorliggend veld en tussen het voorliggend veld en Entréa. In het merendeel van de gemeenten is de nieuwe werkwijze Jeugdzorg Dichtbij gekoppeld aan de bestaande casusoverlegstructuur. Als samenwerkingspartners worden GGZ Pro Persona, huisartsen en onderwijsadviseurs gemist. De rol van BJz in de samenwerking is helder: de organisatie heeft een rol als veiligheidsexpert. Gemeenten en partijen hebben behoefte aan vrijheid en 7

vertrouwen voor een goede samenwerking. Daarvoor is het nodig dat er een aanspreekcultuur ontstaat. Aanbevelingen: Gemeenten zoeken in regionaal verband naar kansen voor verbinding met Jeugd-GGZ en huisartsen. Gemeenten onderzoeken op welke wijze het onderlinge vertrouwen tussen partijen verder kan worden versterkt en hoe een aanspreekcultuur kan ontstaan. Kwaliteit & Veiligheid Het voorliggend veld is volgens gemeenten in staat tot een goede inschatting van de veiligheid van jeugdigen, maar geeft zelf aan behoefte te hebben aan meer deskundigheid in het gebruik van het LIRIK-instrument. De beelden over consultatie zijn eenduidig: in de praktijk worden Entréa en BJz geconsulteerd. Zij zijn voldoende benaderbaar voor het voorliggend veld. De veiligheidscheck wordt standaard uitgevoerd in nauwe samenwerking met BJz of Entréa en in mindere mate door medewerkers in het voorliggend veld. De betrokkenheid van BJz bij situaties waarin zorgen bestaan over de veiligheid van jeugdigen is goed geregeld. Aanbevelingen: Gemeenten en partijen onderzoeken hoe de check op veiligheid op een goede manier in het voorliggend veld kan worden belegd. Zouden medewerkers in het voorliggend veld zelfstandig bevoegd en bekwaam moeten zijn? CJG coördinatoren onderzoeken de behoefte aan deskundigheidsbevordering / coaching door BJz of Entréa in het gebruik van het LIRIK instrument door medewerkers in het voorliggend veld. Vernieuwend aanbod De werkwijze leidt niet tot vernieuwende vormen van aanbod of aanpak. De overlap in aanbod tussen NIM en Entréa, is in beeld. Entréa en NIM trekken meer samen op dan voorheen. Respondenten benoemen de meerwaarde van Entréa: in situaties waarin veel expertise wordt gevraagd omdat er sprake is van meerdere hulpvragen bij een kind of gezin. De SNS wordt veel ingezet en leidt tot een andere manier van (samen)werken. Deskundigheid professionals Er zijn verschillende initiatieven geweest om de deskundigheid van medewerkers in het voorliggend veld te bevorderen. Toch is er nog een investering nodig, met name op het gebied van vraagverheldering en risicotaxatie. Duidelijke afspraken met Entréa en BJz voor het verzorgen van deskundigheidsbevordering ontbreken. Aanbeveling: Gemeenten en partijen zoeken naar manieren om deskundigheid verder te bevorderen; welke voorbeelden zijn er te vinden in het land? Welke kansen biedt het verzorgen van intervisie waarbij met Entréa en BJz retrospectief een casus wordt besproken? Hoe kan coaching on the job door een ambulant jeugdhulpverlener worden verbeterd? Werkprocessen In het voorliggend veld bestaat met name in het onderwijs en in de kinderopvang onvoldoende kennis over de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij. Daarnaast is er sprake van schroom om aan te melden. Naast goede ervaringen met het aanmeldformulier (zoals gezamenlijk invullen met ouders) bestaat er onvrede over het aantal vragen en de tijd die het kost om de vragen te beantwoorden. Het gezamenlijke intakegesprek tussen Entréa, aanmelder en ouder wordt als positief benoemd. De 8

termijn tussen de intake voor hulp en de start van de hulp is een aandachtspunt in het managen van verwachtingen van ouders. Het feit dat het startgesprek voor hulp bij Entréa in Weurt plaatsvindt staat op gespannen voet met het idee Jeugdzorg Dichtbij. Een belangrijk genoemd resultaat van de werkwijze is dat Entréa dicht(er)bij wordt gebracht. Het is niet te beoordelen of ambulante jeugdhulp in de juiste gevallen is ingezet, of dat hulp/ondersteuning in het voorliggend veld wellicht beter had gepast. Gemeenten hebben geen zicht op managementinformatie over de nieuwe werkwijze en kunnen daardoor niet sturen op effecten. De werkwijze Jeugdzorg Dichtbij blijft aandacht vragen wat betreft communicatie, instructie en monitoring. Belangrijk is dat managers van instellingen erachter staan en professionals blijven stimuleren om aan te melden en gezamenlijk te evalueren en te verbeteren. Aanbevelingen: Partijen uit het voorliggend veld kijken met Entréa kijken waar het aanmeldformulier verbeterd kan worden. Belangrijk is daarbij te kijken naar het cliëntperspectief (schrikt het aantal vragen ouders niet af) en welke informatie Entréa nodig heeft (minimale set). CJG coördinatoren maken professionals duidelijk dat het gebruik van het aanmeldformulier niet verplicht is, maar dat het om de inhoudelijke informatie-eis gaat. Bestaande dossierinformatie die de inhoud van het aanmeldformulier dekt, kan ook worden gebruikt. Gemeenten gaan met Entréa in gesprek over de mogelijkheden voor het uitvoeren van de intakegesprekken van Entréa in het voorliggend veld: bij gezinnen thuis of in het lokale CJG of gezondheidscentrum, zodat er daadwerkelijk sprake is van jeugdzorg dichtbij. Gemeenten organiseren evaluatiemomenten met uitvoerende medewerkers uit het voorliggend veld, BJz en Entréa zodat er inzicht ontstaat in wat goed gaat en wat beter kan. Een voorbeeld is om casussen achteraf te bestuderen: welke keuzes zijn gemaakt en tot welke inzichten leidt dit? Partijen communiceren duidelijk naar ouders over de wachttijd tussen aanmelding en start hulp en over de overbruggingszorg die kan worden geboden. Gemeenten/CJG coördinatoren ontwikkelen samen met partijen een (communicatie)strategie om het onderwijs aan te haken bij de werkwijze Jeugdzorg Dichtbij. Een aanbeveling hierbij is om naar best practices te zoeken in andere regio s in de provincie. Gemeenten en partijen bedenken een werkbaar systeem voor het analyseren van goede stuur- /beleidsinformatie over de werkwijze. Er zijn voorbeelden van monitoringssystemen in andere regio s van de provincie Gelderland. 9

Bijlage 1: respondenten Respondenten Beuningen Stefan Stevens, coördinator CJG en beleidsambtenaar Druten Groesbeek / Millingen Heumen Ubbergen Entréa Arvid Ernst, coördinator CJG Willem Pijnappel, beleidsambtenaar Brechtje Bandell, coördinator CJG Ellen Beltman, beleidsambtenaar Ankie Rampaart, coördinator CJG Saskia Kastein, beleidsambtenaar Marjon van Klaveren, coördinator CJG Marielle van Heertum, beleidsambtenaar Tonnie Schotman, behandelcoördinator NIM Janneke van der Aalsvoort, maatschappelijk werker Bijlage 2: Conceptueel model 10