Bijgaand bij het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende de gedeeltelijke goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 2-3 Zonevreemde constructies - fase 3 gemeente Anzegem Goedkeuringsbeslissing met ref. : RP/DEP/12/104 Brugge, 08/03/2012 De provinciegriffier (Get.) Hilaire Ost De gouverneur-voorzitter (Get.) Carl Decaluwé Voor eensluidend afschrift Namens de deputatie Stephaan Barbery De adviseur Dienst Ruimtelijke planning uitgesloten delen Gemeente Anzegem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 november 2011, definitieve vaststelling
Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 03 stedenbouw@leiedal.be Opdrachtgever: Gemeente Anzegem Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 19 november 2009 Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 5 juli 2011 Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 1 augustus 2011-1 oktober 2011 Ontwerpers - ruimtelijke planners: Kathy Helsen Hannelore Leys Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO): 17 oktober 2011 Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 12 december 2011 Definitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: De burgemeester: Victor Gerniers De schepen ruimtelijke ordening: Claude Van Marcke De gemeentesecretaris: Patrick Vandeputte 2 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
figuur 10: Deelplan 02 - verordenend plan 2 3 1 Beek te Biest Legende plangebied 1 2 3 zone voor lokale bedrijvigheid zone voor buffer zone voor natuur 0 12.5 25 50 Meters Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 17
2.11 Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1: zone voor lokale bedrijvigheid Hoofdcategorie: bedrijvigheid 1.1 De zone is bestemd voor: Land- en tuinbouwactiviteiten, aan de landbouw toeleverende, verwerkende en dienstverlenende bedrijven. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, zijn toegelaten. OF De bestaande activiteiten. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de bedrijfsvoering zijn toegelaten. 1.2 De onbebouwde delen van deze zone zijn bestemd voor opritten, stalling van voertuigen, stapelplaatsen in open lucht, terrassen, tuin en/of groenschermen en aanhorigheden. 1.3 Een uitbreiding van de bebouwing en verharding op het bedrijfsperceel mag tot maximaal 10% van de terreinbezetting van de bestaande bebouwing en verharding. Maximaal 50% van het terrein mag bebouwd en/of verhard worden met niet-waterdoorlatende materialen. Land- en tuinbouwactiviteiten zijn bijvoorbeeld: een veehouderij, telen van akkergewassen, telen van plantgoed, telen van fruit,... Aan de landbouw toeleverende bedrijven zijn bijvoorbeeld: verspreiding van zaaigoed, verdeling van spuitproducten, verdeling van plantaardappelen en de verdeling van andere benodigdheden nodig voor de bedrijfsvoering van land- en tuinbouwactiviteiten Landbouwverwerkende bedrijven zijn bijvoorbeeld: versnijding en verpakking van oogstproducten, groothandel in landbouwgewassen, mestverwerking,... Voor de landbouw dienstverlenende bedrijven zijn bijvoorbeeld: landbouwloonwerk, onderhoud van landbouwmachines, weegbrug,... Aanhorigheden bij de tuin zijn bijvoorbeeld: speeltoestellen, een tuinhuis, zwembad, verlichting,... Voorbeelden van verharding met niet waterdoorlatende materialen zijn: een asfalt oprit, betonklinkers, kasseien, een zwembad,... Een grintverharding, grasdallen of een houten terras met waterdoorlatende spleten worden niet beschouwd als verharding in niet-waterdoorlatende materialen. 1.4 Nieuwe bedrijfsgebouwen moeten een compact geheel vormen met bestaande bebouwing. 1.5 Voor alle gebouwen en constructies bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 6 m en nokhoogte 9 m. 1.6 Voor het uitvoeren van werken (behoudens afbraakwerken) aan de bedrijfsgebouwen geldt volgende voorwaarde: bouwvolume en de dakvorm, het aan te leggen groenscherm moeten zorgen voor een optimale integratie van de gebouwen in hun omgeving. 1.7 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone parkeerruimte aan te leggen om te voldoen aan de eigen parkeerbehoefte. De nodige manoeuvreerruimte voor bedrijfsvoertuigen dient eveneens binnen deze zone te worden voorzien. 1.8 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone de nodige al dan niet ondergrondse maatregelen te treffen, zodat het waterbergend vermogen van het terrein niet significant wordt verkleind. 1.9 Voor het aanbrengen van reclame- of uithangborden gelden volgende voorschriften: de reclame- of uithangborden mogen niet lichtgevend zijn, mogen niet bovenop de gebouwen geplaatst worden en moeten aan de gevel bevestigd worden. De reclame houdt rechtstreeks verband met de benaming van het bedrijf en de activiteiten uitgeoefend op het bedrijfsperceel. 1.10 De opslag van producten, grondstoffen en goederen dient maximaal binnen de bedrijfsgebouwen georganiseerd te worden. De opslag buiten het bedrijfsgebouw is slechts beperkt toegelaten onder de volgende voorwaarden: - De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende omgeving. - De opslag mag enkel aan de achterzijde van het perceel gebeuren - De maximale stapelhoogte bedraagt 3 m. 1.11 Het bedrijf dient verplicht een buffer aan te planten zoals omschreven in de zone voor buffer. 18 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1.12 Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de bedrijfsactiviteiten zal bijkomend worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: - Het zorgvuldig ruimtegebruik. - Een kwaliteitsvolle aanleg en afwerking van de gebouwen en de site. - De landschappelijke inpassing en integratie met de omgeving. - De mogelijke hinder ten opzichte van de aanpalende bebouwing en/of activiteiten. 2: zone voor buffer Hoofdcategorie: bedrijvigheid 2.1 Deze zone is bestemd voor de verplichte aanleg van een groenscherm. 2.2 Het groenscherm moet voldoen aan volgende voorwaarden: - Een streekeigen gemengd bestand van hoogstammige bomen en struiken. - Het groenscherm moet aangeduid worden op een inrichtingsplan bijgevoegd bij elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. - Het groenscherm moet ten laatste gerealiseerd worden in het plantseizoen volgend op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd goedgekeurd. 2.3 Binnen deze zone zijn geen nieuwe gebouwen of constructies toegelaten. 3: zone voor natuur Hoofdcategorie: natuur 3.1 De zone is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten. 3.2 In deze zone geldt een verbod voor bijkomende bebouwing en verharding. 2.12 Op te heffen voorschriften deelplan nr. 02 Volgende stedenbouwkundige voorschriften zijn strijdig met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden binnen dit plangebied opgeheven: Stedenbouwkundige voorschriften van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen (m.n. het gewestplan Kortrijk K.B. 04/11/1977). Stedenbouwkundige voorschriften van het natuurgebied volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen (m.n. het gewestplan Kortrijk K.B. 04/11/1977). Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 19
Krommestraat figuur 18: Deelplan 87 - verordenend plan Spoorweg Brussel - Kortrijk 1 2 Legende plangebied 1 2 zone voor lokale bedrijvighei zone voor buffer 0 12.5 25 50 Meters 30 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
3.11 Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1: zone voor lokale bedrijvigheid Hoofdcategorie: bedrijvigheid 1.1 De zone is bestemd voor: Land- en tuinbouwactiviteiten, aan de landbouw toeleverende, verwerkende en dienstverlenende bedrijven. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, zijn toegelaten. OF De bestaande activiteiten, met name tuinaanleg en tuinonderhoud. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de bedrijfsvoering zijn toegelaten. Land- en tuinbouwactiviteiten zijn bijvoorbeeld: een veehouderij, telen van akkergewassen, telen van plantgoed, telen van fruit,... Aan de landbouw toeleverende bedrijven zijn bijvoorbeeld: verspreiding van zaaigoed, verdeling van spuitproducten, verdeling van plantaardappelen en de verdeling van andere benodigdheden nodig voor de bedrijfsvoering van land- en tuinbouwactiviteiten. Landbouwverwerkende bedrijven zijn bijvoorbeeld: versnijding en verpakking van oogstproducten, groothandel in landbouwgewassen, mestverwerking,... Voor de landbouw dienstverlenende bedrijven zijn bijvoorbeeld: landbouwloonwerk, onderhoud van landbouwmachines, weegbrug,... 1.2 De onbebouwde delen van deze zone zijn bestemd voor opritten, stalling van voertuigen, stapelplaatsen in open lucht, terrassen, tuin en/of groenschermen en aanhorigheden. 1.3 Een uitbreiding van de bebouwing en verharding mag tot maximaal 25% van de huidige oppervlakte aan bebouwing en/of verharding. Maximaal 80% van het terrein mag bebouwd en/of verhard worden met niet-waterdoorlatende materialen. Aanhorigheden bij de tuin zijn bijvoorbeeld: speeltoestellen, een tuinhuis, zwembad, verlichting,... Voorbeelden van verharding met niet waterdoorlatende materialen zijn: een asfalt oprit, betonklinkers, kasseien, een zwembad,... Een grintverharding, grasdallen of een houten terras met waterdoorlatende spleten worden niet beschouwd als verharding in niet-waterdoorlatende materialen. 1.4 Nieuwe bedrijfsgebouwen moeten een compact geheel vormen met bestaande bebouwing. 1.5 Voor alle gebouwen en constructies bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 6 m en nokhoogte 9 m. 1.6 Voor het uitvoeren van werken (behoudens afbraakwerken) aan de bedrijfsgebouwen gelden volgende voorwaarden: - Het gebouw of de constructie is op het moment van de vergunningsaanvraag niet verkrot. - De kleur van de materialen van de gebouwen en constructies, het bouwvolume en de dakvorm, het aan te leggen groenscherm moeten zorgen voor een optimale integratie van de gebouwen in hun omgeving. 1.7 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone parkeerruimte aan te leggen om te voldoen aan de eigen parkeerbehoefte. De nodige manoeuvreerruimte voor bedrijfsvoertuigen dient eveneens binnen deze zone voorzien te worden 1.8 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone de nodige al dan niet ondergrondse maatregelen te treffen, zodat het waterbergend vermogen van het terrein niet significant wordt verkleind. 1.9 Voor het aanbrengen van reclame- of uithangborden gelden volgende voorschriften: de reclame- of uithangborden mogen niet lichtgevend zijn, mogen niet bovenop de gebouwen geplaatst worden en moeten aan de gevel bevestigd worden. De reclame houdt rechtstreeks verband met de benaming van het bedrijf en de activiteiten uitgeoefend op het bedrijfsperceel. Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 31
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1.10 De opslag van producten, grondstoffen en goederen dient maximaal binnen de bedrijfsgebouwen georganiseerd te worden. De opslag buiten het bedrijfsgebouw is slechts beperkt toegelaten onder de volgende voorwaarden: - De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende omgeving. - De opslag mag enkel aan de achterzijde van het perceel gebeuren. - De maximale stapelhoogte bedraagt 3 m. 1.11 Het bedrijf dient verplicht een buffer aan te planten zoals omschreven in de zone voor buffer. 1.12 Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de bedrijfsactiviteiten zal bijkomend worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: - Het zorgvuldig ruimtegebruik. - Een kwaliteitsvolle aanleg en afwerking van de gebouwen en de site. - De landschappelijke inpassing en integratie met de omgeving. - De mogelijke hinder ten opzichte van de aanpalende bebouwing en/of activiteiten. 2: zone voor buffer Hoofdcategorie: bedrijvigheid 2.1 Deze zone is bestemd voor de verplichte aanleg van een groenscherm. 2.2 Het groenscherm moet voldoen aan volgende voorwaarden: - Een streekeigen gemengd bestand van hoogstammige bomen, struiken en graspartijen. - Het groenscherm moet aangeduid worden op een inrichtingsplan bijgevoegd bij elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. - Het groenscherm moet ten laatste gerealiseerd worden in het plantseizoen volgend op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd goedgekeurd. 2.3 Binnen deze zone zijn geen nieuwe gebouwen of constructies toegelaten. 2.4 Maximaal 10% van de oppervlakte van deze zone mag worden verhard als toerit naar de bedrijfsgebouwen. 32 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
3.12 Op te heffen voorschriften deelplan nr. 87 Volgende stedenbouwkundige voorschriften zijn strijdig met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden binnen dit plangebied opgeheven: Stedenbouwkundige voorschriften van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen (m.n. het gewestplan Kortrijk K.B. 04/11/1977). Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 33
figuur 26: Deelplan 95 - verordenend plan 1 2 Legende plangebied 1 2 zone voor lokale bedrijvigheid zone voor buffer 0 12.5 25 50 Meters 44 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
4.11 Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1: zone voor lokale bedrijvigheid Hoofdcategorie: bedrijvigheid 1.1 De zone is bestemd voor: Land- en tuinbouwactiviteiten, aan de landbouw toeleverende, verwerkende en dienstverlenende bedrijven. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, zijn toegelaten. OF De bestaande activiteiten. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de bedrijfsvoering zijn toegelaten. OF Nieuwe bedrijfsactiviteiten. Aan nieuwe bedrijfsactiviteiten worden volgende voorwaarden opgelegd: - De bedrijfsactiviteiten zijn kleinschalig, ambachtelijk en laagdynamisch van aard. - Er zijn geen activiteiten toegelaten die gericht zijn op handel. - Er zijn tevens geen activiteiten toegelaten die qua verkeersdynamiek de draagkracht van de omgeving zouden overschrijden. Activiteiten die meer hinder veroorzaken dan de huidige bedrijfsactiviteiten zijn niet toegelaten. 1.2 De onbebouwde delen van deze zone zijn bestemd voor opritten, stalling van voertuigen, stapelplaatsen in open lucht, terrassen, tuin en/of groenschermen en aanhorigheden. Land- en tuinbouwactiviteiten zijn bijvoorbeeld: een veehouderij, telen van akkergewassen, telen van plantgoed, telen van fruit,... Aan de landbouw toeleverende bedrijven zijn bijvoorbeeld: verspreiding van zaaigoed, verdeling van spuitproducten, verdeling van plantaardappelen en de verdeling van andere benodigdheden nodig voor de bedrijfsvoering van land- en tuinbouwactiviteiten. Landbouwverwerkende bedrijven zijn bijvoorbeeld: versnijding en verpakking van oogstproducten, groothandel in landbouwgewassen, mestverwerking,... Voor de landbouw dienstverlenende bedrijven zijn bijvoorbeeld: landbouwloonwerk, onderhoud van landbouwmachines, weegbrug,... Voor een beschrijving van de huidige bedrijfsactiviteiten wordt naar de toelichtende nota (p. 34) verwezen. Aanhorigheden bij de tuin zijn bijvoorbeeld: speeltoestellen, een tuinhuis, zwembad, verlichting,... 1.3 Een uitbreiding van het bestaande bedrijf kan tot maximaal 1.000 m², en enkel in functie van laad- en losruimte, manoeuvreerruimte, parkeerruimte voor eigen personeel. 1.4 Nieuwe bedrijfsgebouwen buiten de bestaande bebouwing zijn niet toegelaten. 1.5 Voor alle gebouwen en constructies bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 6 m en nokhoogte 9 m. 1.6 Voor het uitvoeren van werken (behoudens afbraakwerken) aan de bedrijfsgebouwen gelden volgende voorwaarden: - Het gebouw of de constructie is op het moment van de vergunningsaanvraag niet verkrot. - De kleur van de materialen van de gebouwen en constructies, het bouwvolume en de dakvorm, het aan te leggen groenscherm moeten zorgen voor een optimale integratie van de gebouwen in hun omgeving. 1.7 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone de nodige al dan niet ondergrondse maatregelen te treffen, zodat het waterbergend vermogen van het terrein niet significant wordt verkleind. 1.8 Voor het aanbrengen van reclame- of uithangborden gelden volgende voorschriften: de reclame- of uithangborden mogen niet lichtgevend zijn, mogen niet bovenop de gebouwen geplaatst worden en moeten aan de gevel bevestigd worden. De reclame houdt rechtstreeks verband met de benaming van het bedrijf en de activiteiten uitgeoefend op het bedrijfsperceel. Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 45
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1.9 De opslag van producten, grondstoffen en goederen dient maximaal binnen de bedrijfsgebouwen georganiseerd te worden. De opslag buiten het bedrijfsgebouw is slechts beperkt toegelaten onder de volgende voorwaarden. - De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende omgeving. - De opslag mag enkel aan de achterzijde van het perceel gebeuren. - De maximale stapelhoogte bedraagt 3 m. 1.10 Het bedrijf dient verplicht een buffer aan te planten zoals omschreven in de zone voor buffer. 1.11 Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de bedrijfsactiviteiten zal bijkomend worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: - Het zorgvuldig ruimtegebruik. - Een kwaliteitsvolle aanleg en afwerking van de gebouwen en de site. - De landschappelijke inpassing en integratie met de omgeving. - De mogelijke hinder ten opzichte van de aanpalende bebouwing en/of activiteiten. 2: zone voor buffer Hoofdcategorie: bedrijvigheid 2.1 Deze zone is bestemd voor de verplichte aanleg van een groenscherm. 2.2 Het groenscherm moet voldoen aan volgende voorwaarden: - Een streekeigen gemengd bestand van hoogstammige bomen en struiken. - Het groenscherm moet aangeduid worden op een inrichtingsplan bijgevoegd bij elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. - Het groenscherm moet ten laatste gerealiseerd worden in het plantseizoen volgend op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd goedgekeurd. 2.3 Binnen deze zone zijn geen nieuwe gebouwen of constructies toegelaten. In de zone mag geen verharding worden voorzien. 46 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
4.12 Op te heffen voorschriften deelplan nr. 95 Volgende stedenbouwkundige voorschriften zijn strijdig met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden binnen dit plangebied opgeheven: Stedenbouwkundige voorschriften van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen (m.n. het gewestplan Kortrijk K.B. 04/11/1977). Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 47
figuur 34: Deelplan 141 - verordenend plan Tieboutslaan 8m 1 8m 2 Legende plangebied 1 2 zone voor lokale bedrijvigheid zone voor buffer 0 12.5 25 50 Meters 58 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
5.11 Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1: zone voor lokale bedrijvigheid Hoofdcategorie: bedrijvigheid 1.1 De zone is bestemd voor: Land- en tuinbouwactiviteiten, aan de landbouw toeleverende, verwerkende en dienstverlenende bedrijven. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, zijn toegelaten. OF De bestaande activiteiten, met name: landbouwloonwerken en diverse ondergeschikte nevenactiviteiten. Alle werken, handelingen, constructies, voorzieningen en inrichtingen, die nodig of nuttig zijn voor de bedrijfsvoering zijn toegelaten. 1.2 De onbebouwde delen van deze zone zijn bestemd voor opritten, stalling van voertuigen, stapelplaatsen in open lucht, terrassen, tuin en/of groenschermen en aanhorigheden. 1.3 Maximaal 50% van het plangebied mag bebouwd en/of verhard worden met niet-waterdoorlatende materialen. Land- en tuinbouwactiviteiten zijn bijvoorbeeld: een veehouderij, telen van akkergewassen, telen van plantgoed, telen van fruit,... Aan de landbouw toeleverende bedrijven zijn bijvoorbeeld: verspreiding van zaaigoed, verdeling van spuitproducten, verdeling van plantaardappelen en de verdeling van andere benodigdheden nodig voor de bedrijfsvoering van land- en tuinbouwactiviteiten. Landbouwverwerkende bedrijven zijn bijvoorbeeld: versnijding en verpakking van oogstproducten, groothandel in landbouwgewassen, mestverwerking,... Voor de landbouw dienstverlenende bedrijven zijn bijvoorbeeld: landbouwloonwerk, onderhoud van landbouwmachines, weegbrug,... Aanhorigheden bij de tuin zijn bijvoorbeeld: speeltoestellen, een tuinhuis, zwembad, verlichting,... Voorbeelden van verharding met niet waterdoorlatende materialen zijn: een asfalt oprit, betonklinkers, kasseien, een zwembad,... Een grintverharding, grasdallen of een houten terras met waterdoorlatende spleten worden niet beschouwd als verharding in niet-waterdoorlatende materialen. 1.4 Nieuwe bedrijfsgebouwen moeten een compact geheel vormen met bestaande bebouwing en dient zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de bestaande bebouwde omgeving. 1.5 Voor alle gebouwen en constructies bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 6 m en nokhoogte 9 m. 1.6 Voor het uitvoeren van werken (behoudens afbraakwerken) aan de bedrijfsgebouwen gelden volgende voorwaarden: - Het gebouw of de constructie is op het moment van de vergunningsaanvraag niet verkrot. - De kleur van de materialen van de gebouwen en constructies, het bouwvolume en de dakvorm, het aan te leggen groenscherm moeten zorgen voor een optimale integratie van de gebouwen in hun omgeving. 1.7 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone parkeerruimte aan te leggen om te voldoen aan de eigen parkeerbehoefte. De nodige manoeuvreerruimte voor bedrijfsvoertuigen dient eveneens binnen deze zone te worden voorzien. 1.8 Het bedrijf is verplicht binnen deze zone de nodige al dan niet ondergrondse maatregelen te treffen, zodat het waterbergend vermogen van het terrein niet significant wordt verkleind. 1.9 Voor het aanbrengen van reclame- of uithangborden gelden volgende voorschriften: de reclame- of uithangborden mogen niet lichtgevend zijn, mogen niet bovenop de gebouwen geplaatst worden en moeten aan de gevel bevestigd worden. De reclame houdt rechtstreeks verband met de benaming van het bedrijf en de activiteiten uitgeoefend op het bedrijfsperceel. Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 59
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING 1.10 De opslag van producten, grondstoffen en goederen dient maximaal binnen de bedrijfsgebouwen georganiseerd te worden. De opslag buiten het bedrijfsgebouw is slechts beperkt toegelaten onder de volgende voorwaarden: - De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende omgeving. - De opslag mag enkel aan de achterzijde van het perceel gebeuren. - De maximale stapelhoogte bedraagt 3 m. 1.11 Het bedrijf dient verplicht een buffer aan te planten zoals omschreven in de zone voor buffer. 1.12 Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de bedrijfsactiviteiten zal bijkomend worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: - Het zorgvuldig ruimtegebruik. - Een kwaliteitsvolle aanleg en afwerking van de gebouwen en de site. - De landschappelijke inpassing en integratie met de omgeving. - De mogelijke hinder ten opzichte van de aanpalende bebouwing en/of activiteiten. 2: zone voor buffer Hoofdcategorie: bedrijvigheid 2.1 Deze zone is bestemd voor de verplichte aanleg van een groenscherm. 2.2 Het groenscherm moet voldoen aan volgende voorwaarden: - Een streekeigen gemengd bestand van hoogstammige bomen en struiken. - Het groenscherm moet aangeduid worden op een inrichtingsplan bijgevoegd bij elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. - Het groenscherm moet ten laatste gerealiseerd worden in het plantseizoen volgend op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd goedgekeurd. 2.3 Binnen deze zone zijn geen nieuwe gebouwen of constructies toegelaten. 60 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 Leiedal, november 2011
5.12 Op te heffen voorschriften deelplan nr. 141 Volgende stedenbouwkundige voorschriften zijn strijdig met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden binnen dit plangebied opgeheven: Stedenbouwkundige voorschriften van het agrarisch gebied volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen (m.n. het gewestplan Kortrijk K.B. 04/11/1977). Leiedal, november 2011 Gemeente Anzegem, RUP 2.3. Zonevreemde constructies fase 3 61
bedrijventerreinen stedenbouw milieu informatie- en communicatietechnologie mobiliteit herbestemmingsprojecten www.leiedal.be intergemeentelijke samenwerking projectontwikkeling streekontwikkeling