Beantwoording raadsvraag van Ad van de Sande (VVD), ingediend op 7 november 2014. Onderwerp: Juridische/financiële consequenties voor de gemeente Oirschot van het mogelijk (niet) doorgaan, dan wel het te laat in de tijd uitvoeren van de langzaam verkeersbrug over het Wilhelminakanaal Inleiding De aanleg van de langzaam verkeersbrug over het Wilhelminakanaal is onderdeel van de toegekende subsidie door de Provincie Noord-Brabant in het kader van de subsidieregeling landschappen van allure Noord-Brabant Vaststelling De subsidietoekenning de dato 10 oktober 2013 geeft op bladzijde 3/6 aan dat aan het einde van het project alle prestaties en activiteiten uit het overzicht bijlage II behorende bij het investeringsoverzicht dienen te zijn gerealiseerd. Op bladzijde 4/6 wordt aangegeven: U realiseert de prestaties vóór 1 januari 2017. De subsidietoekenning is gericht aan Stichting het Noord-Brabants Landschap te Haaren. Vragen Heeft de gemeente Oirschot geparticipeerd bij de subsidie aanvraag en heeft de gemeente Oirschot de subsidie aanvraag mede ondertekend of heeft de gemeente Oirschot zich anderszins verbonden aan deze subsidie aanvraag? Welke verplichting(en) is de gemeente Oirschot door het (mogelijk) mede ondertekenen van de subsidie- aanvraag aangegaan? Uitloop in de toegestane uitvoeringsduur, wat zijn daarvan de (mogelijke) consequenties? Wat zijn de (mogelijk) financiële gevolgen voor de gemeente Oirschot van het zich (mogelijk) terugtrekken van de gemeente Oirschot uit dit project? Kan de gemeente Oirschot juridisch formeel afstand doen van uitvoering van de langzaam verkeersbrug over het Wilhelminakanaal? Graag worden wij in het bezit gesteld van een kopie van de volledige subsidieaanvraag de dato 29 april 2013 ontvangen door de Provincie Noord-Brabant voor het project "De Groene Corridor" op grond van de Subsidieregeling landschappen van allure Noord-Brabant. /blz. 1
Antwoord Brabants Landschap heeft als penvoerder zorggedragen voor indiening van het investeringsvoorstel bij de provincie Noord-Brabant. Gemeenten Eindhoven en Oirschot hebben daartoe op 24 april 2013 een samenwerkingsverklaring ondertekend dat zij kennis hebben genomen van de inhoud van het investeringsvoorstel De Groene Corridor. Provincie Noord-Brabant vereiste dat partijen die gezamenlijk een investeringsvoorstel indienen, een samenwerkingsverklaring ondertekenen en deze bijvoegen als bijlage bij de aanvraag. Dit om concreet aan te geven dat partijen het voorstel dragen alsook dat afspraken zijn gemaakt over inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheden. Ondertekening van de samenwerkingsverklaring achten Stichting Brabants Landschap, gemeenten Eindhoven en Oirschot in de lijn van de intentieovereenkomst van 15 juni 2012 (bijlage 1 van het raadsvoorstel van 23 april 2013). Hierin hebben partijen naar elkaar uitgesproken dat een projectvoorstel voor de realisering van de Groene Corridor moest worden voorbereid. In de verklaring hebben partijen in aanmerking genomen dat zij zelf inhoudelijk en financieel verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de door hen aangedragen deelprojecten binnen het investeringsvoorstel. Nadere afspraken over (financiële) verantwoordelijkheden zullen worden gemaakt na het verkrijgen van een subsidiebeschikking Landschappen van Allure. Deze afspraken dienen nog te worden vastgelegd onder voorbehoud en in afwachting van de raadsbehandeling in Oirschot over het beschikbaar stellen van de financiële bijdragen voor een langzaam verkeersbrug. Gemeente Oirschot heeft nog altijd de mogelijkheid om zich terug te trekken uit dit project en afstand doen van de uitvoering van de langzaam verkeersbrug. Dit heeft overigens geen verdere juridische gevolgen. Uiteraard zullen wij op dat moment fatsoenshalve hierover uitleg moeten geven aan Brabants Landschap en gemeente Eindhoven. Mocht realisatie van de brug de uiteindelijke deadline van het overall project Groene Corridor niet halen, dan heeft provincie ons onder voorbehoud en afhankelijk van de stand van het project medegedeeld dat dit geen verdere financiële consequenties hoeft te hebben. Bijvoorbeeld in geval de brug in uitvoering is genomen, kan voldoende worden aangetoond dat het project in de lijn van de voorgenomen prestaties zal worden afgerond. Anders wordt het wanneer nog geen variantenkeuze is gemaakt dan wel dat het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is. Overigens zijn wij verplicht een jaarlijkse voortgangsrapportage in te dienen; goedkeuring hiervan door provincie is leidend voor vervolgproces en eventuele heroverwegingen. Indien Oirschot zich terugtrekt uit het project, betekent dit dat de gereserveerde bijdragen vanuit het programma Landschappen van Allure voor de prestaties in Oirschot komen te vervallen. Gemeente Oirschot heeft dan bijgedragen door ambtelijke inzet alsook heeft zij circa 30.000,- voor de variantenstudie van buro WEST8 uit Rotterdam bekostigd. /blz. 2
Een kopie van de volledige subsidieaanvraag treft u separaat aan bij de beantwoording van uw vragen Oirschot, 9 december 2014 /blz. 3
Beantwoording raadsvraag van Suzanne Staffeleu (SP), ingediend op 7 november 2014. Onderwerp: Langzaam verkeersbrug 1. Bij de vergelijking van de verschillende varianten is veiligheid niet als beoordelingscriterium genoemd. De helling nodigt uit tot naar beneden racen met skeelers, skateboards, of gewoon met de fiets (zoals ook gebeurt op de hellinkjes bij De Poort). Bij sommige varianten zitten op enkele meters boven de grond scherpe bochten, die een gevaarlijke situatie kunnen opleveren. Wordt er bij het vergelijken van de alternatieven voldoende aandacht besteed aan het aspect veiligheid? 2. Is het mogelijk de provinciale subsidie te gebruiken voor een fietsbrug naast of aansluitend op de huidige brug in de Kempenweg? Kennen we alle reële alternatieven waarvoor deze subsidie gebruikt kan worden? Antwoord 1 De varianten die opgenomen zijn in de variantenstudie, zijn slechts nog conceptuele verbeeldingen. De varianten zijn aan de hand van een aantal hoofdcriteria getoetst o.a. kosten, onderhoud en bediening, ruimtelijke inpassing en gebruik door het langzaam verkeer. Uiteraard is het hellingspercentage vanwege de toegankelijkheid en veiligheid een zwaarwegend criterium. Dit hellingspercentage zal ook leidend zijn voor het definitieve ontwerp. De uiteindelijk verkozen voorkeursvariant werken wij nader uit in een beeldend en technisch programma van eisen ten behoeve van het definitief ontwerp. Overigens de voorgestelde hellingshoek komt niet overeen met de toegepaste steilere helling bij winkelcentrum de Poort. 2 De verantwoording van de subsidie vindt plaats op basis van prestaties en gerealiseerde kosten. Dit houdt in dat hetgeen binnen het project -projectaanvraag- als prestatie is aangemerkt bij de uiteindelijke vaststelling moet zijn gerealiseerd. In de projectaanvraag is de aanleg van een fiets-voetbrug in Oirschot over het Wilhelminakanaal expliciet genoemd. Deze brug is een specifiek, maar essentieel onderdeel van het totaalproject Groene Corridor. De langzaam verkeersbrug is opgenomen en verbeeld als locatie in de door uw raad vastgestelde integrale visie in april 2013. Deze visie maakt onderdeel uit van de subsidieaanvraag in het kader van de Landschappen van Allure. /blz. 4
Door aanleg van deze fiets-voetbrug wordt het Wilhelminakanaal als zijnde een barrière voor deze stad landverbinding op de meest cruciale locatie beslecht; de (recreatieve) fietser komt direct van de Groene Corridor aan in het monumentale centrum van Oirschot Het aanhangen van een fietspad aan of direct nabij de huidige Kempenbrug past als gevolg hiervan niet binnen de vastgestelde visie en voldoet daarom niet aan de voorgestelde prestatie. In 2009 is er reeds een studie verricht naar de realisatie van een langzaam verkeersbrug over het Wilhelminakanaal in het kader van het project Kanaalzone. Het toenmalige rapport is ingebracht in de huidige variantenstudie. Uit een tweetal hoofdvarianten, vast versus beweegbaar- en diverse afgeleide varianten is een viertal ontwerpen voortgekomen. Naar onze mening is de studie die nu verricht is, toereikend; deze varianten voldoen alle aan de prestatie die als voorwaarde gelden. Oirschot, 9 december 2014 /blz. 5
Beantwoording raadsvraag van Piet van Esch (D66), ingediend op 19 november 2014. Onderwerp: De Groene Corridor In de brief van de Provincie Noord-Brabant aan Stichting het Noord-Brabants Landschap met kenmerk M0.40/130736 dd 11 okt 2013 staat op pagina 2 : - De fietsbrug is een specifiek, maar essentieel onderdeel van het totaalproject Groene Corridor. - Indien bepaalde prestaties niet worden gerealiseerd, dan worden de project- en subsidiabele kosten naar rato bijgesteld. Op pagina 4: - Wilt u de prestaties gewijzigd uitvoeren dan verzoekt u ons voorafgaand schriftelijk om toestemming. Voor D66 een beetje verwarrend en voor de toerist onbelangrijk via welke weg hij het centrum benadert. Om dit project beter op het netvlies te krijgen de navolgende vragen: - Indien in het project de langzaam verkeersbrug (fietsbrug) vervalt, is dan de Groene Corridor subsidiabel? - Indien het project de Groene Corridor vervalt, is dan de fietsbrug subsidiabel? - Indien een deel van de Groene Corridor vervalt, is dan de rest van de Groene Corridor subsidiabel? Antwoord De verantwoording van de subsidie vindt plaats op basis van prestaties en gerealiseerde kosten. Dit houdt in dat hetgeen binnen het project de projectaanvraag- als prestatie is aangemerkt bij de uiteindelijke vaststelling moet zijn gerealiseerd. In de projectaanvraag is naast de aanleg van een fiets-voetbrug in Oirschot over het Wilhelminakanaal ook de realisatie van groenvoorzieningen in diverse deelgebieden in Oirschot opgenomen. Volgens de voorwaarde brengt het vervallen van deze langzaam verkeersbrug de financiële bijdragen aan de versterking van natuur en landschap en de realisering van een Groene Corridor direct in gevaar. Zoals ook de adviescommissie Landschappen van Allure in haar advies van 14 juni 2013 (zie provinciaal besluit tot subsidieverlening van 10 oktober 2013) reeds verwoordde, is de fietsbrug een specifiek maar essentieel onderdeel van het totaalproject Groene Corridor. In het investeringsvoorstel voor het programma Landschappen van Allure hebben de samenwerkende partijen de langzaam verkeersbrug ook al als een van belang zijnde onderdeel aangehaald voor het goed functioneren van de Groene Corridor. De brug is juist van belang voor de oversteekbaarheid van het Wilhelminakanaal in het verlengde van de Eindhovensedijk en geeft daarmee juist bestaansrecht aan de Groene Corridor. Indien de langzaam verkeersbrug vervalt, zal tevens de financiële bijdragen aan de Groene Corridor overige deelgebieden- niet meer worden gehonoreerd. Dit laatste is door provincie Noord-Brabant aan ons bevestigd. De stad-landverbinding waaraan de bijdrage vanuit de Landschappen van Allure wordt gekoppeld, is dan immers van de baan. /blz. 6
Indien het project Groene Corridor niet doorgaat, vervalt tevens de bijdrage voor de langzaam verkeersbrug. Zoals u zelf reeds aangeeft worden de subsidiabele kosten naar rato bijgesteld, indien bepaalde prestaties niet worden gerealiseerd waarbij artikelen 5, 7 en 11 van de subsidieregeling Landschappen van Allure Noord-Brabant (Bijlage 5 van het raadsvoorstel van 23 april 2013) in acht moeten worden genomen. Oirschot, 9 december 2014 /blz. 7