RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS Chr. College Schaersvoorde Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 00LJ Onderzoeksnummer : 195382 Datum onderzoek : 23 april 2013 Datum vaststelling : 20 juni 2013
Pagina 2 van 12
INHOUDSOPGAVE INLEIDING............................................ 5 CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT...................... 7 BEVINDINGEN.......................................... 8 Algemeen Beeld........................................ 8 Kwaliteits- en nalevingsprofiel.............................. 8 Toelichting bij kwaliteitsprofiel............................. 10 Pagina 3 van 12
Pagina 4 van 12
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 23 april 2013 een onderzoek uitgevoerd op het Christelijk College Schaersvoorde, afdeling vmbo-t/l te Winterswijk naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Het doel van dit onderzoek is om een beeld te vormen van de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling. Daarmee geldt dit onderzoek ook als het bezoek dat de inspectie op alle scholen voor voortgezet onderwijs ten minste eens in de vier jaar aflegt. De bevindingen uit dit onderzoek worden gebruikt om te bezien of het bestaande basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de indicatoren uit het kernkader onderzocht. Dit is het kader dat de inspectie bij haar kwaliteitsonderzoeken minimaal beoordeelt. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Onder de leerlingen is een digitale vragenlijst uitgezet waarin leerlingen bevraagd worden naar hun oordeel over het didactisch handelen. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. Schoolbezoek, waarbij in een aantal lessen de onderwijspraktijk is geobserveerd. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management en het bestuur. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en docenten en zorgcoördinator. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en bestuur. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Pagina 5 van 12
In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek en wordt het vigerende toezichtarrangement weergegeven. In hoofdstuk 3 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 6 van 12
CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op het Christelijk College Schaersvoorde, afdeling vmbo-t/l te Winterswijk op de onderzochte onderdelen op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden geen tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Pagina 7 van 12
BEVINDINGEN Algemeen Beeld De kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-theoretische leerweg van het Christelijke College Schaersvoorde te Winterswijk is op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau. Sterke punten van de school zijn de stabiele, voldoende opbrengsten, de prettige sfeer op school en het ondersteunende en veilige schoolklimaat, mede door de kleinschaligheid van deze locatie. De inspectie stelt vast dat de basiskwaliteit van de lessen in orde is en dat leerlingen met een zorgvraag voldoende ondersteuning krijgen. Hoewel de kwaliteitszorg als voldoende wordt beoordeeld kan dit proces nog verder versterkt worden. Het bovenstaande algemene oordeel wordt hieronder toegelicht. In paragraaf 3.2 staat het kwaliteitsprofiel in de vorm van oordelen op onderzochte indicatoren. In paragraaf 3.3 staat een toelichting bij dat profiel. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg. Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5 1.1 De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. Pagina 8 van 12
De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5 1.2.3 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-gt. 1.3.3 De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4.3 Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming 1 2 3 4 5.5 De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leerlingen krijgen een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) (De school bestrijdt effectief achterstanden.) 1 2 3 4 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Pagina 9 van 12
Nalevingsindicatoren 2013 Onvoldoende Voldoende N1 N2 N4 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de verplichte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). Toelichting bij kwaliteitsprofiel Opbrengsten De afdeling vmbo-t/l genereert al jaren achtereen voldoende opbrengsten. Twee opbrengstindicatoren worden als goed beoordeeld: het rendement bovenbouw (het percentage leerlingen dat vanaf het 3e leerjaar zonder zitten te blijven het diploma haalt) en het gemiddeld cijfer centraal examen. Het driejaarsgemiddelde CE-cijfer komt uit op 6,52 en het rendement bovenbouw is bijna 100 procent. Ook het verschil (0,31 punt) tussen het cijfer schoolexamen en het centraal examen ligt binnen de norm. Volgens de directie zijn de goede resultaten te verklaren door de sterke betrokkenheid van ouders, leerlingen en docenten bij hetgeen op school plaatsvindt. Het team is erg gedreven en is bereid om buiten de reguliere uren extra uitleg te geven aan examenkandidaten die er minder goed voorstaan. De school wijst verder op het belang en het succes van leercoaches. Het onderwijsproces De inspectie is van mening dat de basiskwaliteit zonder meer aanwezig is als het gaat om het geven van een duidelijke uitleg, de doelgerichtheid van de les en de actieve betrokkenheid van leerlingen. Wel kan de structuur van de les versterkt worden door aan het begin van de les het lesdoel aan te geven en aan het eind van de les te reflecteren op hetgeen de leerlingen nu hebben geleerd (terugkoppeling lesdoel). In het algemeen was er echter sprake van duidelijk herkenbare onderwijssituaties voor leerlingen. De lessen worden gegeven in een prettig en veilige leeromgeving, waarbij er sprake is van een goede pedagogische relatie tussen de docent en de leerling. Dat er sprake is van een Pagina 10 van 12
veilig schoolklimaat blijkt ook uit de gegevens van het oudertevredenheidsonderzoek en de enquête die onder leerlingen is uitgevoerd. Dit gegeven, in combinatie met de aanwezigheid van leercoaches, de korte lijnen op school en een duidelijke zorgstructuur, maakt dat naar de mening van de inspectie er sprake is van een goede op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur op school. Dit is voor een deel ook zichtbaar in de kwaliteit van de zorg en begeleiding. Door de maandelijkse leerlingbesprekingen, de korte lijnen en de kleinschaligheid van de locatie heeft het team alle leerlingen goed in beeld. Leercoaches bewaken de resultaten en het welbevinden van de leerlingen; indien noodzakelijk wordt de hulp van de remedial teacher ingeschakeld om leerachterstanden aan te pakken. De leercoach blijft dezelfde leerlingen coachen gedurende hun hele schoolloopbaan. In principe komen ook broertjes en zusjes bij dezelfde leercoach zodat deze goed met de gezinssituatie op de hoogte is. De school maakt voor de kernvakken gebruik van genormeerde toetsen om de leerresultaten en de vorderingen in beeld te brengen en te analyseren. Bij leerlingen die in aanmerking komen voor een handelingsplan heeft de inspectie geconstateerd dat die zorg planmatig wordt uitgevoerd. De school zou meer gebruik kunnen maken van groepshandelingsplannen, waarbij de handelingsadviezen inzichtelijk worden weergegeven op klasniveau. Hoewel de inspectie complexe vaardigheden zoals differentiatie niet heeft beoordeeld bij docenten, is dit aspect wel een aandachtspunt voor de school. Zeker in die klassen waar zowel basis-kader als g/t-leerlingen zitten kan er meer gedifferentieerd worden. Nu krijgen vrijwel alle leerlingen dezelfde lesstof en wordt er niet bewust gedifferentieerd op basis van een goede analyse van de leerresultaten per klas. De kwaliteitszorg Binnen de door de school gehanteerde PDCA-cyclus is er voldoende aandacht voor het evalueren van de opbrengsten en het onderwijsproces. De opbrengsten worden met name op sectieniveau besproken en geanalyseerd. Het gevaar bestaat eruit dat door de voldoende tot goede resultaten die in de afgelopen jaren zijn behaald, er minder scherp wordt gelet op de kwaliteit van de opbrengstevaluaties. In het gesprek met de docenten wordt zelf ook aangegeven dat de verschillen tussen de SE- en CE-cijfers niet structureel aan de orde worden gesteld en dat het toetsbeleid nog in ontwikkeling is. De inspectie merkt op dat in het kader van opbrengstgericht werken hier nog een verbeterslag gemaakt kan worden. Pagina 11 van 12
De school heeft in maart/april 2012 een sterkte-zwakte analyse (SWOT) gemaakt van de locatie en op basis hiervan zijn een aantal speerpunten vastgesteld en opgenomen in het jaarplan 2012-2013. Naast de SWOT-analyse zijn onder leerlingen en ouders tevredenheidsonderzoeken gehouden en worden nieuwe docenten intensief gecoacht. Gelet op de kleinschalige locatie weet het management heel goed wat er speelt op school en waar de komende tijd nog aandacht aan besteed moet worden: het taalbeleid en het toetsbeleid. In het kader van de kwaliteitszorg wordt in dit verband nauw samengewerkt met de locatie in Aalten. Hoewel bovengenoemde onderdelen nog geïmplementeerd moeten worden is de inspectie van mening dat er voldoende aandacht is voor het borgen van gerealiseerde kwaliteit. Pagina 12 van 12