Trainingsboek M&O HAVO 2016

Vergelijkbare documenten
Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 12 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

management & organisatie Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

management & organisatie management & organisatie

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

M&O VWO 2011/

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

drs. A. Maurer vwo m&o Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 vrijdag 10 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

management & organisatie management & organisatie

Appendix Bedrijfseconomie

Hoofdstuk 3: Resultaten

Samenvatting Management & Organisatie Berekeningen

management & organisatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

management & organisatie management & organisatie

havo m&o drs. A. Maurer Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

Financiële aspecten van de planning

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Examen VWO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Vraag Antwoord Scores. Opmerking Voor het eindantwoord 50 geen scorepunten toekennen.

Eindexamen havo m&o 2013-I

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Verslag bespreking Centraal Examen M&O, VWO, 2015 tijdvak 1. dd 13 mei 2015

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

BECO: DE BALANS - THEORIE

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

management & organisatie management & organisatie

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Financiële analyse van de jaarrekening

Mundo nv is een Nederlandse multinational op het gebied van financiële dienstverlening. Gegevens over 2018:

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Hoofdstuk 25, 30 en 31

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

De Naamloze Vennootschap ~ NV. Het bijeenroepen en leiden van algemene vergadering van aandeelhouders.

Vraag Antwoord Scores. Opmerking Voor elke fout wordt 1 scorepunt in mindering gebracht.

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Uitgeverij Het Lezende Luipaard nv toont de volgende cijfers: Creditzijde van de balansen Het Lezende Luipaard nv (getallen x 1.

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

Eindexamen havo m&o 2013-I

Examen VWO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

Bij een keten van elektronicawinkels kunnen consumenten hun aankopen in termijnen betalen. enkelvoudige interest per jaar

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Vraag Antwoord Scores

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

Wetenschappelijk Onderwijs

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

Hoofdstuk 6: Beoordelen

6,6. Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1:

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 vrijdag 22 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 42 belangrijk

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging)

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO

Hoofdstuk 3: Resultaten

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Vraag Antwoord Scores

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Transcriptie:

Trainingsboek M&O HAVO 2016 Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 1

Hey jij daar! Welkom op de examentraining M&O HAVO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je zorgt dat je overzicht houdt. Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met examenvragen. Tijdens het oefenen hiervan zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen; ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden. Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken. Mocht je nog meer willen oefenen na deze examentraining, neem dan een kijkje op www.examentraining.nl. Daar vind je oude examens en ons lesmateriaal van vorig jaar. Na de tips volgen het programma voor vandaag en de bijbehorende opgaven. We verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! We willen je graag leren hoe je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een heel jaar hard werken We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer Hoofdcoördinator Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 2

Tips en trics bij het voorbereiden en tijdens je examens Examens voorbereiden Tip 1: Heb vertrouwen in jezelf Laat je niet gek maken door uitspraken als Nu komt het er op aan. Het examen is een afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd veel kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je kennis was verdwenen. De beste garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt gedaan. Heb vooral vertrouwen in jezelf! Tip 2: Bereid je goed voor Om jezelf goed voor te bereiden op je eindexamen maak je een planning, leer je de stof en oefen je met vragen. Hoe pak je dit nou het beste aan? Begin allereerst met het maken van een overzicht van alle stof en een planning. Je kunt bijvoorbeeld een schema maken met daarin alle hoofdstukken die je moet leren en welke onderwerpen daarbij horen. Daarbij schrijf je wanneer je welk onderdeel gaat leren. Als je aan de slag gaat met leren, zorg dat je op tijd begint en plan dan niet teveel studie-uren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders moet je iedere keer opnieuw opstarten. Wissel verschillende vakken af en wissel het leren af met oefenen. Op die manier kun je je beter concentreren en leer je effectiever. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede komt, is leren op vaste tijdstippen. Tip 3: Leer alsof je examens zit te maken Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon weg) en maak je tafel zo leeg mogelijk. Maak ook een keer een proefexamen met een timer of eierwekker erbij, zodat je weet hoe het is om voor langere tijd een examen te maken en zodat je weet hoe je je tijd het beste in kunt delen. Tip 4: Herhaal de geleerde stof Belangrijk is om alle leerstof te herhalen! Wat heb je de vorige dagen ook alweer geleerd? Door te herhalen blijft de stof langer in je hoofd (lange termijn geheugen) en verklein je de kans dat je het weer vergeet. Zorg dat je de dag vóór het examen geen nieuwe stof meer hoeft te leren en dat je alles nog even doorneemt en herhaalt. Tip 5: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken) Alleen maar lezen in je boek verandert al snel in staren in je boek zonder dat je nog wat opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat het ook echt een samenvatting wordt. Kijk ook eens op Youtube, daar zijn talloze filmpjes te zien waarin de stof duidelijk wordt uitgelegd. Maak daar gebruik van, want op die manier komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen je prima beheerst. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 3

Mindmap: Goed voor jezelf zorgen! Tip 1: Zorg voor voldoende beweging Eigenlijk is leren net als topsport: het vergt een goede voorbereiding, planning, rust, oefenen en concentratie. Om een goede prestatie te leveren, is het belangrijk dat je je fit voelt. Sporten en bewegen tussen het leren door en aan het einde van de dag is daarom aan te raden. Het doorbreekt de sleur van het leren, brengt zuurtstof naar de hersenen, zorgt voor ontspanning en dat je je weer opgeladen voelt om verder te gaan met leren. Tip 2: Zorg voor een goede balans tussen spanning en ontspanning Om een goede prestatie te leveren is er een goede balans nodig tussen spanning en ontspanning. Spanning zorgt ervoor dat je alert bent en ontspanning zorgt ervoor dat je je aandacht erbij kan houden. Teveel spanning is niet goed en teveel ontspanning ook niet. Als je merkt dat je té ontspannen bent en dat daardoor je concentratie en motivatie weg zijn, probeer dan voor jezelf doelen te stellen. Slagen met een 8 gemiddeld bijvoorbeeld, dan komt die gezonde spanning vanzelf. Als je té gespannen bent, probeer dan eens of mindfulness iets is voor jou of ga lekker sporten. Tip 3: Zorg voor voldoende slaap Een nachtje doorblokken is geen slim idee. Je hebt namelijk slaap nodig om goed te kunnen functioneren en concentreren. Bovendien, tijdens je slaap wordt alle geleerde informatie van die dag vastgelegd in je geheugen. Langdurig onthouden lukt dus beter als je na het leren gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 4

Tip 4: Zorg dat je goed eet en drinkt Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de kinderschoenen, toch weten we al een aantal handige dingen daarover. En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed. Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda s leveren meer langdurige energie dan koekjes en snoep. Koffie en thee bevatten cafeïne, wat kan zorgen voor een betere concentratie. Drink er echter niet teveel van; het kan je onrustig maken. En dan het examen zelf De dag is eindelijk gekomen. Je bent er klaar voor en de examens worden uitgedeeld. Je mag beginnen! Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd Wat doe je tijdens het examen? - Lees rustig alle vragen - Blijf niet te lang hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet - Schrijf zoveel mogelijk op maar. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren. - Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die worden gevraagd. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk zonde van de tijd. - Vul bij meerkeuzevragen maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan duidelijk aan. - Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen is alleen maar goed voor je concentratie. - Let niet op wat klasgenoten doen. Sommige van hen zullen al snel klaar zijn, maar trek je daar niets van aan en ga rustig verder. - Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van een) vraag overslaan. - Tot slot: bedenk van tevoren of je thuis je antwoorden van het zojuist gemaakte examen wilt nakijken. Hoe reageer je als blijkt dat je veel fouten hebt? Heeft dit negatieve of juist positieve invloed op het leerwerk voor de examens die nog komen gaan? Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is. Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC of leg gewoon even je pen neer. Als je goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om toch gewoon je examen te halen. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 5

Hoe pak je open vragen en meerkeuzevragen aan? Een examen bestaat vaak uit een mix van open en meerkeuzevragen. Je hebt verschillende strategieën om tot het juiste antwoord te komen. Bij meerkeuzevragen gaat het erom dat je de juiste uitspraak of bewering kiest, bij meerkeuzevragen is het belangrijk dat je antwoord geeft op de vraag, dat je volledig bent of dat je de juiste berekening toepast. Meerkeuzevragen Veel leerlingen vinden meerkeuzevragen lastig. Er staan namelijk vaak meerdere antwoordmogelijkheden die op elkaar lijken. Hoe pak je zo n vraag nou het handigste aan? Tip 1: Omcirkel en streep de foute antwoorden weg Lees de vraag goed en omcirkel eventueel de belangrijkste kernwoorden uit de vraag. Vervolgens kun je het beste eerst nagaan welk antwoord je zelf zou geven. Daarna vergelijk je dat met alle antwoordmogelijkheden die er staan. Vaak kun je dan al de twee meest foute antwoord wegstrepen. Er blijven dan nog twee antwoorden over. Lees de vraag nogmaals en bekijk welk antwoord van de twee overgebleven antwoorden het meest volledig is. Tip 2: Blijf bij je gevoel Het komt je vast bekend voor: je krijgt een toets terug, waarbij je ziet dat je het goede antwoord toch nog op het laatst hebt veranderd in een antwoord dat fout blijkt te zijn. Daarom: je eerste ingeving blijkt meestal te kloppen. Verander je antwoord alleen als het een extreem wilde gok was, als je nieuwe inzichten hebt gekregen of als je de vraag per ongeluk verkeerd hebt gelezen. Tip 3: Gok als je het antwoord niet weet Het kan natuurlijk gebeuren dat je het antwoord echt niet weet op de vraag. Gok in dat geval het antwoord, wie weet gok je goed. Je hebt immers een kans van 1 op 4 en misschien zelfs groter als je een fout antwoord hebt weg kunnen strepen. Als je moet gokken, kun je dat slim doen : - Streep foute antwoorden eerst weg - Let op woorden als altijd, nooit of in geen enkel geval. Vaak zijn die fout. - Laat je niet leiden door de langste zin of het meest ingewikkelde antwoorden. - Heb je bij je vorige vragen al drie keer A geantwoord, trek je daar niets van aan. Een vierde keer A kan ook gewoon. - Bekijk welke antwoorden sterk op elkaar lijken, vaak is een van die twee antwoorden juist. Open vragen Tip 1: Wees volledig Het komt vaak voor dat vragen niet volledig worden beantwoord en dat je daardoor niet alle punten voor die vraag krijgt. Kijk daarom goed wat er precies gevraagd wordt. Let op woorden als: leg uit, verklaar, waarom etc. Als er gevraagd wordt naar twee redenen, let er dan op dat je ook echt twee redenen geeft. Als je er meer geeft, tellen die niet mee. Nadat je het antwoord hebt opgeschreven, lees de vraag dan nog even door en kijk of je volledig bent geweest. Tip 2: Haal informatie uit de bronnen Vaak krijg je bij een vraag een bron erbij. Dit kan een kaart, afbeelding, grafiek, tabel of afbeelding zijn. Het goed bestuderen van de bron kan je al een eind op weg helpen in het beantwoorden van de vraag. Wat zie ik eigenlijk? Wat is de titel? Wat geeft de bron weer? Is er een legenda? Wat staat er op de x-as en y-as? Welke eenheden zijn er gebruikt? Wie is de maker? Staat er een jaartal bij? Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 6

Tip 3: Schrijf tussenstappen op Je krijgt niet alleen punten voor het juiste antwoord, ook de tussenberekeningen leveren punten op. Het is jammer om die punten te verliezen, terwijl je wel weet hoe het moet. Tip 4: Schrijf nuttige informatie op Weet je het antwoord op de vraag niet, maar weet je wel iets nuttigs te melden over de vraag? Schrijf maar op! Vaak krijg je hier ook punten voor. Zorg er wel voor dat het relevant blijft en dat je geen onzin op gaat schrijven. Tip 5: Zorg dat je alles nog even controleert Je hebt de laatste vraag gemaakt en het liefst wil je zo snel mogelijk naar huis. Blijf toch nog even zitten en controleer je toets nog even. Heb je niet per ongeluk een vraag overgeslagen? Heb je antwoord gegeven op de vraag? Zijn je antwoorden leesbaar? Ben je nog iets vergeten? Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 7

Programma Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Financiering Financieel beleid I Financieel beleid II Externe verslaglegging Oefenexamen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 8

Welkom op de examentraining M&O HAVO Wat gaan we doen? Financiering Financieel beleid I Rechtsvormen Eigen Aandelen en obligaties Kort en lang vreemd Winstverdeling Interest berekeningen Financieel beleid II Afschrijvingen Break-evenanalyse Begrotingen Bedrijfsresultaat Budgetanalyse Delingscalculatie Kostprijzen Voorraadwaardering Externe financiële verslaglegging Balans Resultatenrekening Kengetallen Investeringsselectie Blok 1: Financiering Onderwerpen: Rechtsvormen Eigen Aandelen en obligaties Kort en lang vreemd Winstverdeling Interest berekeningen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 9

Rechts vcrmen Aandelen Blok 1: Financiering Obligaties Eigen Organisaties met rechtspersoonlijkheid Besloten Vennootschap Naamloze Vennootschap Stichting Vereniging Winstverdeling Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid Vennootschap onder Firma Eenmanszaak Vreemd Interest Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Noem de verschillen tussen de rechtsvormen op het gebied van: Leiding Scheiding eigendom/leiding Aansprakelijkheid Continuïteit Zeggenschap Vermogensbehoefte Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 10

Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Besloten Vennootschap Aandelen zijn niet vrij verhandelbaar Aandelen staan op naam Inschrijving in aandeelhoudersregister Naamloze Vennootschap Aandelen zijn vrij verhandelbaar Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Aandelen aan toonder (naam eigenaar is niet vermeld) Aandelen op naam (inschrijving aandeelhoudersregister) Bonusaandelen (gratis aandeel uitgekeerd ten laste agioreserve) Prioriteitsaandelen (extra stembevoegdheden) Certificaat van aandeel (geeft geen stemrecht) Preferente aandelen (geven bepaald voorrecht) Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Waarde van aandelen Nominale waarde: Waarde die op het aandeel staat Emissiewaarde: Prijs van een aandeel bij uitgifte Intrinsieke waarde: Eigen per geplaatst aandeel (Eigen /aantal geplaatste aandelen) Uitkering boven pari: Emissiewaarde > nominale waarde Bij uitkering boven pari neemt de agioreserve toe met toename aantal geplaatste aandelen x (emissiewaarde - nominale waarde) Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 11

Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Agio op obligaties: Extra betaling op de obligatie Disagio op obligaties: Korting op de obligatie Voorbeeld: Een N.V. geeft een obligatie uit ter waarde van 500 miljoen. De nominale waarde van een obligatie is 500,-. Voorlopig worden 700.000 obligaties geplaatst tegen een koers van 98,5%. De rente op de obligatie is 6%. 1. Bereken de uitgiftekoers van een obligatie. 2. Is de marktrente voor soortgelijke obligaties hoger of lager dan 6%? Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Uitwerking Een N.V. geeft een obligatie uit ter waarde van 500 miljoen. De nominale waarde van een obligatie is 500,-. Voorlopig worden 700.000 obligaties geplaatst tegen een koers van 98,5%. De rente op de obligatie is 6%. 1. Bereken de uitgiftekoers van een obligatie. 0,985 x 500= 492,50 2. Is de marktrente voor soortgelijke obligaties hoger of lager dan 6%? Hoger, de uitgiftekoers is lager dan de nominale waarde. Deze korting is daarom nodig om beleggers over te halen om de obligatie te kopen. Blok 1: Financiering Rechts Eigen Vreemd Aandelen Obligaties Winstverdeling vcrmen Het eigen van de NV en de BV Eigen = GAK + Reserves + Winstsaldo Interest Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 12

Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Wat kan een bedrijf doen met de winst? Reserveren Investeren Uitkeren aan de aandeelhouders (in de vorm van dividend) Op welke manieren kan een bedrijf winst uitkeren? Stockdividend Cashdividend Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Games BV heeft een totaal eigen van 10.000.000,-. Het maatschappelijk aandelen is 9.000.000,- waarvan 1.000.000,- in portefeuille. De nominale waarde van een aandeel is: 10. Wat is de intrinsieke waarde per aandeel dan? Kies het juiste antwoord. A. 10 B. 11.25 C. 12,50 D. 13,75 Uitwerking: ( 9.000.000-1.000.000) : 10 = 800.000 (aantal geplaatstenaandelen). Intrinsieke waarde = totale EV : geplaatst aantal aandelen = 10.000.000 : 800.000 = 12,50. Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Rekenen met dividend 1. Wat is het geplaatst aandelenkapitaal? 2. Bereken het totale brutodividend 3. Bereken 15% dividendbelasting over het brutodividend 4. Bereken het stockdividend 5. Het restant is de netto cashdividend Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 13

Rechts vcrmen Aandelen Blok 1: Financiering Obligaties Eigen Winstverdeling Een N.V. heeft een winst behaald van 100.000, en besluit daarom om dividend uit te keren. Het dividendpercentage bedraagt 10%, 20% hiervan wordt uitgekeerd in stockdividend en 80% in cashdividend. De dividendbelasting is 15% en de vennootschapsbelasting 20%. Extra gegevens: Maatschappelijk aandelen: 1.000.000 Geplaatst aandelen: 500.000,- 1. Bereken hoeveel stockdividend wordt uitgekeerd 2. Bereken hoeveel cashdividend wordt uitgekeerd Vreemd Interest Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Gebruik het 5-stappenplan! 1. Geplaatst aandelen is 500.000 2. Het totale brutodividend is 10% x 500.000 = 50.000 3. De dividendbelasting is 15% x 50.000 = 7.500 4. 20% van het dividend wordt uitgekeerd als stockdividend. Het stockdividend is 20% x 50.000 = 10.000. 5. De rest van het dividend is cashdividend. Het cashdividend is 50.000-7.500-10.000 = 32.500 Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Lang vreemd (> 1 jaar) Hypothecaire lening Onderhandse lening Obligatielening Kort vreemd (< 1 jaar) Rekening-courantkrediet Leverancierskrediet Afnemerskrediet Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 14

Rechts vcrmen Aandelen Lineaire hypotheek Aflossing blijft gelijk Rentebedrag daalt Maandlasten dalen Blok 1: Financiering Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Rechts vcrmen Aandelen Blok 1: Financiering Obligaties Annuïteiten hypotheek Aflossing neemt toe Rentebedrag daalt Maandlasten blijven gelijk Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Rechts vcrmen Aandelen Spaarhypotheek Wat klopt er niet aan het plaatje hiernaast? Blok 1: Financiering Obligaties Geen aflossing gedurende de periode Rente blijft gelijk Maandlasten blijven gelijk Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 15

Blok 1: Financiering Rechts vcrmen Aandelen Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Interest Enkelvoudige rente: Er wordt alleen rente betaald over het geleende bedrag. Samengestelde rente: Er wordt tevens rente betaalt over de rente. Rechts vcrmen Aandelen Enkelvoudige rente K x P x T K = beginkapitaal P = interestpercentage T = tijd Blok 1: Financiering Obligaties Eigen Winstverdeling Vreemd Samengestelde rente E = C x (1+i)^n C = beginkapitaal I = interestpercentage N = aantal perioden Interest Rechts vcrmen Aandelen Blok 1: Financiering Obligaties Eigen Winstverdeling Joost wil over een aantal jaren de scooterwinkel van zijn vader ondernemen. Om die reden stort hij op 1 februari 2002 een bedrag van 43.800 op een spaarrekening. Op deze spaarrekening vergoedt de bank een rente van 0,6% per maand, op basis van samengestelde interest. Bereken het bedrag dat op 31 december 2002 op deze spaarrekening staat. A. 46.500,10 B. 46.871,75 C. 46.779,10 D. 47.221,92 Tip: 1 februari 2003 tot en met 31 december 2002 zijn hoeveel maanden? Vreemd Interest Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 16

Rechts vcrmen Aandelen Blok 1: Financiering Obligaties Eigen Winstverdeling Joost wil over een aantal jaren de scooterwinkel van zijn vader ondernemen. Om die reden stort hij op 1 februari 2002 een bedrag van 43.800 op een spaarrekening. Op deze spaarrekening vergoedt de bank een rente van 0,6% per maand, op basis van samengestelde interest. Bereken het bedrag dat op 31 december 2002 op deze spaarrekening staat. A. 46.500,10 B. 46.871,75 C. 46.779,10 D. 47.221,92 Van 1 februari 2002 tot en met 31 december 2002 zijn in totaal 11 maanden. Het is 31 december dus de maand december telt ook nog mee. Het bedrag dat op 31 december 2002 op deze spaarrekening staat bereken je op de volgende manier: 43.800 x 1,006^11 = 46.779,10 Vreemd Interest Opgaven Oefenen! Blok 2: Financieel beleid I Onderwerpen: Bedrijfsresultaat Delingscalculatie Kostprijzen Opslagmethoden Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 17

Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat Brutowinstopslagmethode Verkoopprijs bestaat uit Inkoopprijs Opslagpercentage brutowinst Nettowinstopslagmethode Verkoopprijs bestaat uit Inkoopprijs Opslagpercentage inkoopkosten Opslagpercentage overheadkosten Opslagpercentage nettowinst Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat Opdracht: Van een product bedraagt de inkoopprijs 32,- exclusief 19% BTW. Bereken de verkoopprijs indien: 1. De brutowinst 40 % van de inkoopprijs is 2. De brutowinst 40% van de verkoopprijs is Wist je dat als. Je de brutowinst over de inkoopprijs berekend het brutowinstopslag heet. Je de brutowinst over de verkoopprijs berekend het brutowinstmarge heet. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 18

Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat Opdracht: Van een product bedraagt de inkoopprijs 32,- exclusief 19% BTW. Bereken de verkoopprijs exclusief btw indien: 1. De brutowinst 40% van de inkoopprijs is Inkoopprijs 32,- Brutowinst 12,80 (0,4 x 32) Verkoopprijs 44,80 2. De brutowinst 40% van de verkoopprijs is Inkoopprijs 32,- (60%) Brutowinst 21,33 (40%) Verkoopprijs 53,33 (100%) Nettowinstopslagmethode Inkoopprijs + opslag inkoopkosten (in % van de inkoopprijs) Vaste verrekenprijs (VVP) + opslag voor overheadkosten (in % van de vvp) Kostprijs per product Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat + opslag nettowinst (in % van de kostprijs) Verkoopprijs exclusief btw Een handelsonderneming gebruikt voor de berekening van haar verkoopprijzen de methode van de nettowinstopslag. Van een van de producten bedraagt de verwachte gemiddelde inkoopprijs 15,-. Opslag inkoopkosten: 10% Opslag overheadkosten: 20% Opslag nettowinst: 25% BTW: 19% Bereken de verkoopprijs excl. BTW Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat Nettowinstopslagmethode Inkoopprijs 15.00 + opslag inkoopkosten 1.50 Vaste verrekenprijs (VVP) 16.50 + opslag overheadkosten 3.30 Kostprijs per product 19.80 + opslag nettowinst 4.95 Verkoopprijs excl. Btw 24.75 Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 19

Verkoopprijs Blok 2: Financieel beleid I Opslagmethoden Het bedrijfsresultaat kun je op twee manieren berekenen 1. Verkoopresultaat + budgetresultaten 2. Werkelijke omzet- werkelijke kosten Bedrijfsresultaat Verkoopprijs Blok 2: Financieel beleid I Manier 1 werkt als volgt: Opslagmethoden Bedrijfsresultaat 1. Bereken het verkoopresultaat - Afzet x (verkoopprijs excl. btw kostprijs) 2. Bereken het budgetresultaat - Toegestane kosten werkelijke kosten 3. Een positief budgetresultaat tel je bij het verkoopresultaat op, een negatief budgetresultaat haal je van het verkoopresultaat af. Zo krijg je het bedrijfsresultaat! Blok 2: Financieel beleid I Verkoopprijs Opslagmethoden Bedrijfsresultaat En manier 2 werkt zo: 1. Bereken de omzet - Afzet x verkoopprijs 2. Trek de werkelijke kosten van de omzet af om het bedrijfsresultaat te krijgen! Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 20

Opgaven Oefenen! Blok 3: Financieel beleid II Onderwerpen: Afschrijvingen Voorraadwaardering Break-evenanalyse Begrotingen Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Break-even Opdracht Piet koopt een bedrijfswagen Aanschafwaarde: 10.000 Restwaarde: 2.000 Economische levensduur is 4 jaar Technische levensduur is 6 jaar 1. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar? 2. Wat is de boekwaarde na 2 jaar? Debet/credit Begrotingen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 21

Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Fifo: first in, first out Oudste partij wordt als eerste verkocht Voorraad staat tegen actuele prijzen op balans Hogere winst bij stijgende prijzen Break-even Debet/credit Lifo: last in, first out Begrotingen Laatst ingekochte partij wordt als eerste verkocht Voorraad staat tegen oudere prijzen op balans Lagere winst bij stijgende prijzen Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Vaste verrekenprijs (VVP) Break-even Debet/credit Kenmerken Eenvoudige berekening Voorraad kan berekend worden: bedrag van voorraad/vvp = voorraad in stuks Bestaat uit: Gemiddelde verwachte inkoopprijs Opslag voor inkoopkosten Begrotingen Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Break-even Debet/credit Technische voorraad: wat werkelijk aanwezig is Economische voorraad: waar je prijsrisico over loopt Technische voorraad = Economische voorraad voorinkopen + voorverkopen Begrotingen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 22

Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Break-even Debet/credit Constante kosten? Variabele kosten? Begrotingen Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Break-even Dekkingsbijdrage per product Verkoopprijs - Inkoopprijs Brutowinst Debet/credit - Overige variabele kosten Dekkingsbijdrage BEA= Totale constante kosten (C) dekkingsbijdrage per product (P-V) Begrotingen Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Debet Voorraad Credit Nog te ontvangen bedragen Te betalen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Break-even Debet/credit Vooruit ontvangen bedragen Debetzijde: ik heb een vordering op iemand Creditzijde: iemand heeft een vordering op mij Noem 3 voorbeelden die onder de debetzijde vallen Noem 3 voorbeelden die onder de creditzijde vallen Begrotingen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 23

Blok 3: Financieel beleid II Afschrijvingen Voorraad Break-even Debet/credit Begrotingen Liquiditeitsbegroting Resultatenbegroting Ontvangsten en uitgaven Opbrengsten en kosten Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Wat zijn ontvangsten maar geen opbrengsten? BTW Lening Debiteuren Verkoop gebouw Break-even Debet/credit Begrotingen Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Break-even Wat zijn kosten maar geen uitgaven? Afschrijvingskosten Later te betalen interestkosten Nog te betalen huur Debet/credit Begrotingen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 24

Afschrijvingen Blok 3: Financieel beleid II Voorraad Wat zijn ontvangsten en ook opbrengsten? En uitgaven en ook kosten? Contante verkopen Loonkosten Energiekosten Etc. Break-even Debet/credit Begrotingen Opgaven Oefenen! Blok 4: Financiële verslaggeving Onderwerpen: Balans Resultatenrekening Kengetallen Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 25

Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Balans Resultaten rekening Wat staat er in een jaarrekening? - Balans - Winst- en verliesrekening/resultatenrekening - Toelichting op beide Wat zijn de doelen van een jaarrekening? - Wettelijke verplichting - Verantwoording - Informeren kengetallen hefboomeffect Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Debet Balans Vaste activa Financiële Immateriële Materiële Vlottende activa Liquide activa Resultaten rekening Credit Eigen GAK Reserves Winstsaldo Lang vreemd Kort vreemd 1. Noem een voorbeeld van financiële vaste activa 2. Waar hoort een voorziening bij? 3. Waar horen vooruit ontvangen bedragen bij? kengetallen hefboomeffect Blok 4: Financiële verslaggeving Resultaten Jaarrekening Balans kengetallen hefboomeffect rekening Resultatenrekening Omzet (netto) - Inkoopwaarde omzet Bruto-omzetresultaat - Overheadkosten Netto-omzetresultaat +/- Financieringsresultaat Resultaat uit bedrijfsbeoefening - Vennootschapsbelasting Nettowinst uit gewone bedrijfsbeoefening Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 26

Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Balans Resultaten rekening Kengetallen Liquiditeitskengetallen: wat zeggen zij precies? Liquiditeitskengetallen geven aan in hoeverre een organisatie in staat is om aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen Current ratio: (Vlottende activa + liquide activa)/ KVV Quick ratio: (Vlottende activa voorraden + liquide activa)/kvv hefboomeffect Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Solvabiliteitskengetallen: wat zeggen zij precies? Solvabiliteitskengetallen geven aan in hoeverre een organisatie in staat is om aan al haar schulden te voldoen TV/VV x 100% EV/VV x 100% Balans Resultaten rekening kengetallen hefboomeffect Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Balans Resultaten rekening kengetallen Jeroen heeft een lening aangevraagd bij de bank voor zijn schoonmaakbedrijf. De bank gaat daarmee akkoord als de solvabiliteit minstens 65% blijft na het sluiten van de lening. Het eigen is 18.000 euro en het totaal 41.000 euro. De lening die Jeroen wil afsluiten bedraagt 5.500 euro. Bereken de solvabiliteit (EV/VV) en leg uit of de bank wel of niet akkoord gaat. Wat is de solvabiliteit na het afsluiten? Gaat de bank akkoord? hefboomeffect Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 27

Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Balans Resultaten rekening Het nieuwe vreemd is dan 41.000 + 5.500 = 46.500-18.000 = 28.500. De solvabiliteit is dan: (EV/VV) x 100% = 18.000/28.500 x 100 % = 63,2 % Conclusie: de bank verstrekt de lening niet. kengetallen hefboomeffect Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Balans Resultaten rekening kengetallen hefboomeffect Rentabiliteit: wat zegt dit precies? Rentabiliteit geeft de opbrengst van het geïnvesteerde aan REV: Nettowinst/ Gemiddeld(!) eigen x 100% RTV: (Nettowinst inclusief belasting+ interestkosten)/ Gemiddeld(!) totaal x 100% IVV: Interestkosten/Gemiddeld(!) vreemd x 100% Jaarrekening Blok 4: Financiële verslaggeving Balans Resultaten rekening kengetallen Positief: REV>RTV, oorzaak IVV<RTV De rentabiliteit van de onderneming is hier hoger dan het interestpercentage. Er wordt dus winst gemaakt op het vreemde. hefboomeffect Negatief: REV<RTV, oorzaak IVV>RTV De onderneming betaalt hier een zo hoog percentage interest dat het ten koste gaat van de winst. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 28

Opgaven Oefenen! Oefen Examen Evaluatie Laat ons weten wat je van de training vond: www.examentraining.nl/evaluatie Enthousiast na deze training? Kijk op www.examentraining.nl voor al je andere vakken Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 29

Einde Examentraining Heel veel succes! Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 30

Blok 1 Financiering Opgave 1 Van Teforce bv, een bedrijf dat chips produceert, is de volgende interne balans gegeven: Debet Balans per 31 december 2014 (getallen x 1.000) Gebouwen 5.338 Maatschappelijk aandelenkapitaal 3.000 Machines 4.332 Aandelen in portefeuille 500 Inv entaris 672 Geplaatst aandelenkapitaal 2.500 Voorraden 400 Agioreserv e 1.000 Debiteuren 132 Algemene reserve 317 Bank 48 Ov erige reserves 456 Kas 9 6% Hypothecaire lening 2.700 Bank 48 7% Onderhandse lening 3.200 Crediteuren 62 Te betalen interest 96 Resultaat 2014 v oor belasting 600 10.931 10.931 Verder is gegeven: De nominale waarde van een aandeel is 100. Het tarief van de vennootschapsbelasting bestaat uit twee delen: o 20% over de eerste 200.000 van het resultaat; o 25% over het resterende deel van het resultaat. Van het resultaat na aftrek van vennootschapsbelasting wordt 300.000 beschikbaar gesteld voor dividend, de rest wordt gereserveerd. Het tarief van de dividendbelasting is 15%. a. Bereken het bedrag dat van het resultaat over 2014 door Teforce nv gereserveerd wordt. Teforce wil haar hoeveelheid liquide middelen niet teveel laten afnemen. Daarom keert zij in plaats van alleen cashdividend ook stockdividend uit. Er wordt 8% stockdividend beschikbaar gesteld. b. Leg uit dat dit dividendbeleid van Teforce een gunstige invloed heeft op haar hoeveelheid liquide middelen. c. Bereken het percentage cashdividend dat Teforce bij de verdeling van het resultaat over 2014 beschikbaar stelt. d. Bereken het eigen van Teforce na de winstverdeling. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 31

Opgave 2 Sylvia de Nijs heeft een beleggingsrekening geopend bij haar bank en kocht op 1 januari 2010 en op 1 januari 2012 telkens een pakket van 500 aandelen Dony tegen de op dat moment geldende beurskoers. De beurskoers van één aandeel Dony op 1 januari 2010 was 20. Deze beurskoers is toen gelijkgesteld aan een indexcijfer van 100. De ontwikkeling van de beurskoers van het aandeel Dony is als volgt: Datum Indexcijfer van aandeel Dony 1 januari 2010 100 1 april 2010 98,5 1 juli 2010 97 1 oktober 2010 105 1 januari 2011 111,5 1 april 2011 114 1 juli 2011 119 1 oktober 2011 122 1 januari 2012 125 1 april 2012 128 1 oktober 2012 130,5 Op 31 december 2012 noteerde het aandeel Dony 20% lager dan op 1 o ktobe r 2012. a. Bereken de waarde van de beleggingsportefeuille van Sylvia op 31 december 2012. b. Bereken met hoeveel procent de waarde van de beleggingsportefeuille van Silvia op 31 december 2012 is veranderd ten opzichte van het oorspronkelijk ingelegde. Geef aan of er sprake is van een daling of stijging. Sylvia besluit om minder risicovol te beleggen en zoekt op het internet naar een geschikte spaarrekening. Zij ziet dat de PORT bank 4,1% samengestelde interest per jaar vergoedt op een spaarrekening met een vaste looptijd van 3 jaar. Sylvia zal haar aandelenportefeuille per 31 december 2012 verkopen tegen de dan geldende beurskoers en het gehele bedrag per 1 januari 2013 op deze spaarrekening storten. c. Bereken het bedrag van de totale verwachte interest op deze spaarrekening over de gehele looptijd. Een alternatief voor de spaarrekening is het beleggen in obligaties. Deze geven ook een vaste interestvergoeding. Stel dat Sylvia het gehele bedrag van de beleggingsportefeuille op 1 januari 2013 in obligaties zou hebben belegd gedurende 3 jaar met een gelijk interestpercentage als bij de spaarrekening. d. Leg uit waarom de totale interestvergoeding in euro s op deze obligaties lager is dan op de spaarrekening. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 32

Opgave 3 Peter is eigenaar van een eenmanszaak. Hij heeft geen pensioen- of prepensioenregeling afgesloten. Omdat hij van plan is om op zijn 62 e verjaardag te stoppen met werken, heeft hij jaarlijks tot zijn 55 e verjaardag een vast bedrag op een spaarrekening gestort. Het saldo van deze spaarrekening bedraagt op zijn 55 e verjaardag 100.000,-. a. Bereken het saldo op deze spaarrekening op zijn 62 e verjaardag als er rekening wordt gehouden met een jaarlijkse interestvergoeding van 4% op basis van samengestelde interest en er verder geen stortingen meer zullen plaatsvinden. Peter stelt zijn toekomstplannen bij en wil een cruise maken. Daarom wil hij op zijn 62 e verjaardag over een bedrag beschikken dat 35.000,- hoger ligt dan het spaarsaldo van opgave 3a vraag 28. Hiertoe zal Peter op zijn 56 e verjaardag een eenmalige aanvullende storting op deze spaarrekening doen. b. Bereken het bedrag van de aanvullende storting als ook hier rekening wordt gehouden met een jaarlijkse interestvergoeding van 4% op basis van samengestelde interest. Opgave 4 Els en Sjoerd willen graag een huis kopen. Ze hebben zich verdiept in verschillende hypotheekvormen en hebben ontdekt dat een annuïteitenhypotheek het beste bij hun sit uatie past. Hypotheekverstrekker Hypo biedt Els en Sjoerd een hypotheek van 200.000 aan tegen een rente van 3,2 %. Ter informatie krijgen ze onderstaande tabel te zien: Jaar Schuld Rente Aflossing Annuïteit 1 200.000 10.380,- 2 3 4 a. Vul de tabel verder in. b. De looptijd van de hypotheek is 30 jaar. Hoeveel rente hebben Els en Sjoerd na 30 jaar aan Hypo betaald? Extra opgave Steven van Cuijk heeft op 1 augustus 1994 een bedrag van 43.000 op een spaarrekening gezet bij een Rabobank in Valkenswaard. Deze bank vergoedt 0,4% per maand, samengestelde interest. Vanaf 1 januari 1998 verlaagt deze bank de interest naar 0,35% per maand. De interest wordt steeds aan het eind van de maand bijgeschreven. In verband met de aankoop van een auto van 73.500 neemt Steven op 1 september 2000 het spaarbedrag inclusief de bijgeschreven interest bij de bank op. a. Bereken de eindwaarde op 1 september 2000 van het door Steven van Cuijk op 1 augustus 1994 op de spaarrekening gestorte bedrag. b. Bereken welk bedrag op 1 januari 1998 op de spaarrekening had moeten staan om op 1 september 2000 over een tegoed van 73.500 te beschikken. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 33

Blok 2 Financieel beleid I Opgave 5 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Handelsonderneming De Vries verkoopt één type pop. Verder zijn er geen activiteiten die een bijdrage leveren aan het resultaat. Verwachte gegevens voor het jaar 2014: De verkoopprijs van één pop is als volgt opgebouwd: inkoopprijs 12,00 inkoopkosten 0,60 vaste verrekenprijs 12,60 overheadkosten 3,15 kostprijs 15,75 nettowinstopslag 1,26 verkoopprijs 17,01 De afzet wordt geschat op 70.000 stuks. Het aantal in te kopen poppen zal gelijk zijn aan het aantal poppen dat verkocht zal gaan worden. Gerealiseerde gegevens over het jaar 2014: De afzet is 68.000 stuks. Het aantal ingekochte poppen is gelijk aan het aantal verkochte poppen. inkoopprijs 11,95 verkoopprijs 17,01 inkoopkosten 41.500 overheadkosten 224.000 De Vries berekent het resultaat op inkopen door het resultaat op de inkoopprijs en het resultaat op de inkoopkosten bij elkaar op te tellen. a. Bereken over 2014 het gerealiseerde resultaat op inkopen en vermeld erbij of dit resultaat voordelig of nadelig is. b. Bereken over 2014 het gerealiseerde verkoopresultaat en vermeld erbij of dit resultaat voordelig of nadelig is. c. Bereken over 2014 met behulp van het gerealiseerde verkoopresultaat het gerealiseerde bedrijfsresultaat en vermeld erbij of dit resultaat voordelig of nadelig is. d. Bereken over 2014 het gerealiseerde bedrijfsresultaat door de totale opbrengsten (TO) te verminderen met de totale kosten (TK) en vermeld erbij of dit resultaat voordelig of nadelig is. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 34

Opgave 6 Rondo bv is de eerste winkel in Nederland die een nieuw soort Curve TV s verkoopt. De eigenaar van Rondo verwacht dat de verkoop erg succesvol gaat zijn en stelt zijn brutowinstopslag daarom vast op 200% van de inkoopprijs. Rondo bv heeft 1000 TV s ingekocht voor 265,- per stuk. a. Wat is de verkoopprijs (excl. btw) van de nieuwe Curve TV? Na drie maanden heeft Rondo bv 500 van de nieuwe TV s verkocht. Inmiddels zijn er meerdere aanbieders van de Curve TV, waardoor de prijs omlaag moet. Rondo bv stelt de nieuwe brutowinstopslag vast op 100% van de inkoopprijs. b. Wat wordt de nieuwe verkoopprijs (excl. btw) van de Curve TV? Zes maanden later zijn bijna alle Curve TV s verkocht en komt er een nieuwe versie van de TV op de markt. Om hier ruimte voor te maken, verkoopt Rondo bv zijn laatste 75 TV s aan een opkoper voor 22.678,50 inclusief 21% btw. c. Wat is de gemiddelde brutowinstopslag die Rondo bv heeft gehanteerd bij de verkoop van de Curve TVs? Opdracht 7 Rudolf bv is een groothandel in Kaukasische sparren. Deze sparren worden ingekocht in Denemarken en geleverd aan tuincentra en aan supermarkten in Nederland. Voor de berekening van de verkoopprijs hanteert deze handelsonderneming de nettowinstopslagmethode. Hiertoe is gegeven: Rudolf bv heeft voor 2012 een inkoopprijs bedongen van 35 Deense kronen (DKK) per spar bij een verwachte wisselkoers: 1 DKK = 0,13. De verwachte inkoopkosten zijn 0,95 per spar. De vaste verrekenprijs bestaat uit de verwachte inkoopprijs en de verwachte inkoopkosten. De opslag voor overheadkosten is 20% van de vaste verrekenprijs. De nettowinstmarge is 34% van de verkoopprijs exclusief 21% btw. a. Bereken de verkoopprijs inclusief btw van een Kaukasische spar. In december 2012 verwacht Rudolf bv 80.000 Kaukasische sparren te verkopen. b. Bereken het verwachte verkoopresultaat over december 2012. Geef aan of dit resultaat voor- of nadelig is. In januari 2013 zijn de volgende werkelijke gegevens over december 2012 bekend: De inkopen en de afzet zijn 83.125 stuks. Het verkoopresultaat is 282.625,- voordelig. De inkoopprijs is 35 DKK. 1 DKK = 0,14. Het resultaat op inkoopkosten is 1.031,25 nadelig. De overheadkosten zijn 90.000,-. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 35

c. Bereken het gerealiseerde resultaat op de inkopen over december 2012. Geef aan of dit resultaat voor- of nadelig is. d. Bereken het gerealiseerde resultaat op de overheadkosten over december 2012. Geef aan of dit resultaat voor- of nadelig is. e. Bereken het gerealiseerde totaal resultaat van Rudolf bv over december 2012. Geef aan of dit resultaat voor- of nadelig is. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 36

Blok 3 Financieel beleid II Opdracht 8 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Annet de Haas heeft in Maastricht een groothandel in hondenbrokken die verpakt zijn in zakken van 100 kg (bestaande uit 10 klein verpakkingen). Als gevolg van de toegenomen concurrentie verlaagde zij vanaf 15 februari 2012 de verkoopprijzen van de hondenbrokken. Over de maand februari 2012 zijn de volgende gegevens bekend: De magazijnvoorraad per 1 februari is 70 zakken (van 100 kg). De inkoopprijs hiervan is 160,- per zak. Op 1 februari zijn er geen zakken in bestelling. Verkopen worden direct afgeleverd aan de klant. Inkopen worden 1 week na bestelling ontvangen. Onderstaande inkopen en verkopen: datum inkoop aantal zakken van 100 kg verkoop aantal zakken van 100 kg inkoopprijs in per zak van 100 kg verkoopprijs in per zak van 100 kg 3 februari 20 350,- 5 februari 40 140,- 14 februari 80 350,- 25 februari 50 130,- 27 februari 10 300,- a. Bereken de technische voorraad in aantallen zakken (van 100 kg) hondenbrokken op 29 februari 2012. b. Wijkt de economische voorraad in zakken (van 100 kg) af van de technische voorraad in aantallen zakken (van 100 kg) op 29 februari 2012? Motiveer het antwoord zonder berekening van de economische voorraad. De brutowinst die Annet behaalde met de verkoop van 14 februari 2012 bedroeg 15.800,-. c. Maakt Annet bij haar voorraadadministratie in februari 2012 gebruik van de FIFO- of van de LIFO-methode? Licht het antwoord toe met een berekening. Inkopen en verkopen door Annet hebben gevolgen voor de balans van de groothandel. d. Welk gevolg heeft de verkoop van 27 februari voor het balanstotaal van de groothandel van Annet de Haas? Motiveer het antwoord met behulp van het noemen van balansposten zonder een berekening te maken. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 37

Opgave 9 Firma Op den Berg is een handelsonderneming in eieren en maakt gebruik van een eiersorteermachine. Omdat deze machine traag is en steeds meer storingen gaat vertonen, zal Op den Berg deze machine gaan vervangen. Bij de aanschaf van een nieuwe eiersorteermachine heeft Op den Berg de keuze uit de typen SE I en SE II. Van SE I is het volgende gegeven: aanschafwaarde 300.000,- restwaarde 20.000,- levensduur 4 jaar constante kosten (exclusief afschrijving) per jaar 30.000,- variabele kosten per 100.000 eieren 1.000,- capaciteit per jaar in eieren 6 miljoen De firma verwacht jaarlijks 5 miljoen eieren te sorteren en te verkopen. Op den Berg schrijft op haar machine af met jaarlijks gelijke bedragen. a. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten van sorteermachine SE I. Op den Berg rekent de afschrijvingskosten van de sorteermachine tot de constante kosten. b. Waarom zal Op den Berg deze afschrijvingskosten tot de constante kosten rekenen? In onderstaande grafiek zijn de totale kosten van sorteermachine SE II weergegeven. c. Teken in de grafiek de totale kostenlijn van sorteermachine SE I. Op den Berg baseert haar keuze van de machine op de jaarlijkse totale kosten. d. Welke sorteermachine zal Op den Berg aanschaffen? Motiveer het antwoord met behulp van de ingevulde grafiek. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 38

Opgave 10 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing Handelsonderneming Smartie koopt en verkoopt verschillende soorten smartphones. Gegeven over februari 2013: inkoopwaarde van de omzet totale variabele bedrijfskosten 70% van de omzet 5% van de omzet totale constante kosten 20.000,- a. Teken in de onderstaande grafiek de lijn die het verband aangeeft tussen de totale dekkingsbijdrage en de omzet voor februari 2013. Welke omzet moet Smartie halen om break-even te spelen? In februari 2013 was de omzet 100.000,-. b. Geef in de grafiek bij deze vraag de winst over februari 2013 op de juiste as aan. Handelsonderneming Smartie vindt de afzet - en daarmee samenhangend de nettowinst - te laag en besluit om per 1 maart 2013 een reclamecampagne te starten. Mede als gevolg van de reclamecampagne stijgen de totale variabele bedrijfskosten en de totale constante kosten. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 39

Gegeven over maart 2013: inkoopwaarde van de omzet totale variabele bedrijfskosten totale constante kosten 70% van de omzet 6% van de omzet stijgen met 10.000,- ten opzichte van februari 2013 nettowinst maart 2013 13.200,- Reclamekosten worden door Smartie gerekend tot de constante kosten. c. Leg uit wanneer (een deel van) de reclamekosten worden gerekend tot constante kosten. d. Bereken de omzet in euro s over maart 2013. Opgave 11 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Square.com is een internetwarenhuis. Voor de tweede helft van 2013 worden de volgende omzet- en inkoopcijfers verwacht: maand omzet (getallen x 1.000) inkopen (getallen x 1.000) juli 720 480 augustus 780 400 september 740 410 oktober 800 500 november 700 580 december 950 450 Verder is gegeven: Van de inkopen is 75% op rekening, de rest is contant. De krediettermijn van crediteuren is 2 maanden. Verkopen en inkopen worden direct geleverd. De brutowinst in het vierde kwartaal van 2013 is 700.000,-. De bovenstaande gegevens hebben gevolgen voor de resultatenbegroting, de liquiditeitsbegroting en de balans. a. Is er bij het ontstaan van crediteuren sprake van afnemerskrediet of van leverancierskrediet? Motiveer het antwoord. b. Leg uit waarom in het algemeen de inkoopwaarde van de omzet in een periode niet gelijk hoeft te zijn aan de waarde van de inkopen in die periode. c. Bereken het bedrag dat als gevolg van de betaling aan leveranciers op de liquiditeitsbegroting van het vierde kwartaal van 2013 wordt opgenomen. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 40

De waarde van de voorraad bedraagt aan het einde van het derde kwartaal van 2013 490.000,- d. Bereken de waarde van de voorraad op 31 december 2013. Opgave 12 Groothandel Vino bv importeert wijn uit Italië. De verwachte verkopen van Italiaanse wijn door Vino voor 2013 over de verschillende kwartalen bedragen: kwartaal in 2013 verkopen exclusief 21% btw 1 240.000 2 270.000 3 330.000 4 360.000 Binnen de kwartalen zijn de verkopen gelijkmatig verdeeld over de maanden. De verkopen vinden voor 70% contant plaats. Het overige deel wordt verkocht op rekening waarbij gemiddeld één maand krediet wordt verstrekt. a. Bereken de totale verwachte ontvangsten voor Vino uit contante verkoop in het tweede kwartaal van 2013. b. Bereken de totale verwachte ontvangsten voor Vino uit verkopen op rekening in het tweede kwartaal van 2013. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 41

Blok 4 Externe financiële verslaggeving Opgave 13 Het dagblad KRANT hanteert de volgende abonnementsprijzen voor 2011: per maand 29,-; per kwartaal 82,-; per halfjaar 154,-; per jaar 300,-; het abonnementsgeld dient vooruit betaald te worden door middel van automatische incasso of door middel van een toegestuurde acceptgirokaart. Voor de acceptgirokaart geldt een toeslag van 2,-; de abonnementen worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. a. Wat is het voordeel voor KRANT, indien het abonnement wordt betaald via automatische incasso in plaats van via een acceptgirokaart? KRANT stelt elke maand een balans en resultatenrekening op en gebruikt daarbij in haar administratie onder andere de posten: Bank Crediteuren Debiteuren Nog te betalen bedragen Nog te ontvangen bedragen Onderhoudskosten Opbrengsten abonnementen Vooruitbetaalde bedragen Vooruitontvangen bedragen KRANT incasseert op 1 januari 2011 het abonnementsgeld van Piet voor 2011. Daardoor zal naast de post Bank nog een balanspost veranderen. b. Noem deze balanspost en motiveer of deze post debet of credit op de balans voorkomt. KRANT heeft een langlopend contract voor onderhoud van één van haar machines. KRANT betaalt hiervoor aan het begin van elk kwartaal een bedrag van 2.400,- voor de komende 3 maanden. c. Is hierbij voor KRANT sprake van een afnemers- of een leverancierskrediet? Motiveer het antwoord Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 42

Opgave 14 Op de balans van onderneming Accell komen in alfabetische volgorde onder andere de volgende posten voor: Aandelenkapitaal Crediteuren Debiteuren Deelnemingen Gebouwen en terreinen Goodwill Licenties Machines Reserves Voorraden Vooruitontvangen bedragen Voorzieningen (kortlopende) Vordering op de belastingdienst. a. Welke van de hiervoor genoemde posten staan op de activazijde van de balans van Accell? Vul hiertoe in onderstaande tabel, de activazijde van de balans van Accell in door de posten op de juiste plaats te zetten. Vaste activa Vlottende activa Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Financiële vaste activa Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 43

Voor de balanspost Gebouwen en terreinen zijn de volgende gegevens (getallen x 1.000) bekend: Gebouwen en terreinen a Boekwaarde 1 januari 2010 38.200 b Investeringen 2010 5.947 c Herwaardering 2010 930 d Afschrijvingen 2010 1.967 e Boekwaarde 31 december 2010 b. Bereken de boekwaarde van de Gebouwen en terreinen op 31 december 2010. c. Leg uit welke van de bovenvermelde gegevens a tot en met e op een liquiditeitsbegroting van Accell kan/kunnen voorkomen. Opgave 15 In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Hieronder staan de balansen van de groothandel in bouwmaterialen Home Total (in 1.000,-). Debet 31 december 2014 31 december 2013 Gebouwen 3.200 3.000 Afschrijving gebouwen 1.350 1.200 1.850 1.800 Transportmiddelen 1.750 1.500 Afschrijving transportmiddelen 750 600 1.000 900 Voorraden 1.480 1.400 Debiteuren 320 300 Overige vorderingen 220 230 Liquide middelen 80 95 4.950 4.725 Credit 31 december 2014 31 december 2013 Maatschappelijk aandelenkapitaal 3.500 3.500 Aandelen in portefeuille 1.000 1.000 2.500 2.500 Reserves 700 700 6,0% Onderhandse lening 450 525 Rekening-courantkrediet 60 480 Crediteuren 400 300 Overige schulden 40 220 Winst 2009 800 4.950 4.725 Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 44

De balanspost Reserves kan onder andere ontstaan zijn doordat de in het verleden behaalde winsten niet volledig zijn uitgekeerd. a. Noem nog twee andere oorzaken waardoor de balanspost Reserves zou kunnen toenemen. De winst werd gelijkmatig verdeeld over het jaar opgebouwd. b. Bereken over 2014 de rentabiliteit van het gemiddeld eigen. Jaarlijks vinden op 1 mei de aflossing en interestbetaling van de 6,0% Onderhandse lening plaats. De overige veranderingen van het vreemd vinden halverwege 2014 plaats. c. Bereken de interestkosten van de 6,0% Onderhandse lening over 2014. De overige kosten van het vreemd waren 40.000,- over 2014. d. Bereken over 2014 de rentabiliteit over het gemiddeld totaal. e. Is er sprake van een positief of negatief hefboomeffect? Opgave 16 Marjon Bosma loopt stage bij Gorm bv. Ze heeft als opdracht gekregen een verslag te maken over de financiële situatie van Gorm. Zij baseert zich hierbij onder andere op de balans per 1 januari 2014. Balans van Gorm bv per 1 januari 2014 (getallen x 1.000,-) Debet Credit Gebouwen 3.800 Aandelenkapitaal 4.200 Machines 2.700 Aandelen in portefeuille 1.000 Inventaris 900 Geplaatst aandelenkapitaal 3.200 Deelnemingen 1.240 Algemene reserve 300 Effecten 300 Agioreserve 750 Vooruitbetaalde bedragen 600 7% Obligatielening 1.800 Voorraden 900 Vooruitontvangen bedragen 1.600 Debiteuren 850 Crediteuren 1.700 Rabobank 410 Te betalen belasting 1.250 Winst 2010 na belasting 1.100 11.700 11.700 Aanvullende gegevens: De winst is gelijkmatig over het jaar verkregen. Het rekening-courantkrediet bij de Rabobank is maximaal 100.000,-. Naar het oordeel van de directie is zowel de liquiditeitspositie als de solvabiliteitspositie van Gorm op 1 januari 2014 onvoldoende. De directie wijst hierbij onder meer op de ontwikkeling van de current ratio. Volgens de directie dreigt er voor Gorm een faillissement. a. Wordt een dreigend faillissement in het algemeen veroorzaakt door een liquiditeits- of door een solvabiliteitsprobleem? Motiveer het antwoord. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 45

De current ratio is in 2013 ten opzichte van 2012 gedaald bij Gorm. Marjon stelt echter dat op basis van de daling van de current ratio in het algemeen niet kan worden vastgesteld dat er sprake is van een liquiditeitsprobleem in de onderneming. b. Geef met behulp van twee argumenten aan dat Marjon gelijk heeft. Toch doet de directie van Gorm een voorstel om de current ratio te verbeteren. Het voorstel omvat het op 2 januari 2014 betalen van de crediteuren, mede met behulp van het beschikbare rekening-courantkrediet bij de Rabobank. Marjon stelt dat deze maatregel de current ratio niet zal verbeteren. De current ratio van Gorm per 1 januari 2014 bedraagt voor uitvoering van het voorstel van de directie 0,67. c. Heeft Marjon gelijk? Motiveer het antwoord met een berekening van de current ratio op 2 januari 2014 na uitvoering van het voorstel van de directie. Extra opgave Julia bv is een detailhandelszaak die gespecialiseerd is in de verkoop van bruidskleding. Van deze bv zijn de volgende balansen en resultatenrekening gegeven. Balansen per 1 januari en 31 december 1999 in euro s: Debet Credit 01-01- 99 31-12- 99 01-01- 99 31-12- 99 Winkelpand 580.000 560.000 Aandelen 150.000 150.000 Winkelinventaris 55.000 50.000 Reserves 200.000 240.000 Winkelvoorraad 145.000 150.000 Voorzieningonderhoud 25.000 30.000 Debiteuren 5.000 7.500 6%-lening 300.000 270.000 Liquide middelen 15.000 22.500 Crediteuren 119.000 94.600 Te betalen interest 6.000 5.400 800.000 790.000 800.000 790.000 Resultatenrekening over 1999 in euro s. Inkoopwaarde omzet 375.000 Afschrijvingskosten 25.000 Interestkosten 36.750 Overige bedrijfskosten 183.250 Winstsaldo 1999 80.000 700.000 Omzet 700.000 700.000 Op basis van deze stukken berekent de huisbankier de volgende kengetallen: - Quick ratio = (vlottende activa voorraden + liquide middelen) Kort vreemd - Rentabiliteit gemiddeld eigen (REV): = (Nettowinst : gemiddeld eigen ) x 100% - Rentabiliteit van het gemiddeld totale (RTV): = (nettowinst + interest vreemd ) : (gemiddeld totaal ) x 100% - Solvabiliteit = (totale : vreemd ) x 100% a. Bereken de quick ratio op 31 december 1999 (in één decimaal) b. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld eigen in 1999 (in één decimaal) c. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld totale in 1999 (in één decimaal) Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 46

d. Bereken het solvabiliteitspercentage met behulp van de balans per 31 december 1999 (in één decimaal) Extra Opgave Balans Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 47

1. Bereken het bedrag van de balanspost Boeken & overige Media (a) op 31 december 2014 2. Bereken de baten uit lidmaatschap (b) van BDH in 2014 3. Bereken het totale bedrag dat BDH in het jaar 2014 aan boetes (c) heeft ontvangen 4. Bereken het eigen (d) van BDH op 31 december 2014 Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 48

Uitwerkingen Blok 1 Financiering Opgave 1 a. Het resultaat voor belasting van Teforce nv is 600.000. Er moet in totaal 200.000 * 0.20 + 400.000 * 0.25 = 140.000 aan belasting betaald worden. Daarnaast wil Teforce nv 300.000 beschikbaar stellen voor dividend. Tefort zal daarom 600.000-140.000-300.000 = 160.000 reserveren. b. Door het gedeeltelijk uitkeren van stockdividend in plaats van volledig cashdividend dalen de liquide middelen minder dan bij volledige cashdividenduitkering. c. Er wordt 8% stockdividend beschikbaar gesteld. Dit is 2.500.000*0.08= 200.000. Er blijft dan nog 300.000-200.000 = 100.000 over voor cashdividend. Dit is 100.000/ 2.500.000 = 4%. d. Eigen = geplaatst aandelen + reserves + winst Het geplaatst aandelen is gelijk aan het bedrag op de balans plus het stockdividend, dus 2.500.000 + 200.000 = 2.700.000 De reserves zijn gelijk aan de bedragen op de balans plus het deel dat gereserveerd is, dus 1.000.000 + 317.000 + 456.000 + 160.000 = 1.933.000. De winst is verdeeld dus moet er niet nogmaals bij opgeteld worden. Het eigen van Teforce bv na de winstverdeling is daarom 2.700.000 + 1.933.000 = 4.633.000. Opgave 2 a. Sylvia heeft in totaal 1000 aandelen Dony. De waarde van één aandeel Dony op 1 oktober 2012 is 20 * 1.305 = 26.10 Op 31 december 2012 is de waarde van een aandeel 20% lager, dus 26.10 * 0.8 = 20.88. De waarde van de beleggingsportefeuille van Sylvia is daarom 20.88 * 1000 = 20.880. b. Sylvia heeft op 1 januari 2010 500 * 20 = 10.000 ingelegd. Op 1 januari 2012 heeft ze 500 * 25 = 12.500 ingelegd. Haar totale inleg is dus 22.500. Het rendement is dus 20.880 22.500 22.500 100% = 7,2%. Dit is een daling. c. De eindwaarde van het ingelegde bedrag is 20.880 1,041 3 = 23.554,98. De totale interestvergoeding is daarom 23.554,98 20.880 = 2.674,98. d. Op obligaties wordt enkelvoudige interest vergoed. Opgave 3 a. Tussen zijn 55 e en 62 e verjaardag zitten 7 jaren. Het bedrag dat op zijn 62 e verjaardag op zijn rekening zal staan is daarom 100.000 1,04 7 = 131.593,18 b. Tussen zijn 56 e en 62 e verjaardag zitten 6 jaren. Als Peter over 35.000 meer wilt beschikken, zal hij 35. 000 = 27.661,01 moeten storten op zijn 56 e 1.04 6 verjaardag. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 49

Opgave 4 a. Jaar Schuld Rente Aflossing Annuïteit 1 200.000 6400 3980 10.380 2 196.020 6272,64 4107,36 10.380 3 191.912,64 6141,20 4238,80 10.380 4 187.682,84 6005,85 4374,15 10.380 b. In totaal betalen Els en Sjoerd 10.380 * 30 = 311.400 aan de bank. Aangezien de hypotheek 200.000 was, is de totale aflossing ook 200.000. De totale rente is dus 311.400-200.000 = 111.400. Extra opgave a. Van 1 augustus 1994 tot 1 januari 1998 = 41 maanden. Op 1 januari 1998 verlaagt de bank de interest naar 0,35% per maand. Van 1 januari 1998 naar 1 september 2000 = 32 maanden. De eindwaarde op bankrekening op 1 september 2000 is dus: 43.000 x 1,004^41 x 1,0035^32 = 56.637,85 b. 73.500 : (1.0035)^32 = 65.725,10 Blok 2 Financieel beleid I Opgave 5 a. Het resultaat op de inkoopprijs is ( 12-11,95) * 68.000 = 3.400 voordelig. Het resultaat op de inkoopkosten is ( 0,60 * 68.000) - 41.500 = 700 nadelig. Het totale resultaat op inkopen is 3.400-800 = 2.700 voordelig. b. Het verkoopresultaat is 68.000 (17,01 15,75) = 68.000 1,26 = 85.680,- voordelig. c. Verkoopresultaat = 85.680 voordelig Resultaat op inkopen = 2.700 voordelig Resultaat op overhead = ( 3,15 * 68.000) - 224.000 = 9.800 nadelig Het gerealiseerde bedrijfsresultaat is 85.680 + 2.700 9.800 = 78.580,- voordelig. d. 68.000 17,01 68.000 11,95 41.500 224.000 = 78.580,- voordelig. Opgave 6 a. Inkoopprijs 265 (100%) Brutowinstopslag 530(200%) Verkoopprijs 795 (300%) b. Inkoopprijs 265 (100%) Brutowinstopslag 265(100%) Verkoopprijs 530 (100%) c. ( 795 500+ 530 425+ 22. 678, 50 ) 265 1000 1. 21 265 1000 265.000 = 37650 0 = 142,07% Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 50

Opgave 7 a. De vaste verrekenprijs is 35 x 0,13 + 0,95 = 5,50 De kostprijs is 120/100 x 5,50 = 6,60 De verkoopprijs exclusief btw 100/66 x 6,60 = 10 De verkoopprijs inclusief btw 10 x 1,21 = 12,10 b. Het verwachte verkoopresultaat is 80.000 x ( 10,00 6,60) = 272.000 voordelig c. Het resultaat op de inkoopprijs is (35 x 0,13 35 x 0,14) x 83.125 = 29.093,75 nadelig. Het resultaat op inkoopkosten is 1.031,25 nadelig. Het totale resultaat op inkopen is daarom 29.093,75 + 1.031,25 = 30.125 nadelig. d. Het resultaat op overheadkosten is 83.125 x 0,20 x 5,50 90.000 = 1.437,50 voordelig. e. Het gerealiseerde totaal resultaat over december 2012 is 282.625 30.125 + 1.437,50 = 253.937,50 voordelig Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 51

Blok 3 Financieel beleid II Opdracht 8 a. De magazijnvoorraad op 1 februari is 70 zakken. In februari worden in totaal 20 + 80 + 10 = 110 zakken verkocht en meteen geleverd. Er worden 40 + 50 = 90 zakken besteld, maar alleen de bestelling van 5 februari wordt voor het eind van de maand geleverd. De technische voorraad op 29 februari is dus 70 110 + 40 = 0 zakken. b. De economische voorraad wijkt af van de technische voorraad, want de voorinkoop van 25 februari telt niet mee bij de berekening van de technische voorraad, maar wel bij de berekening van de economische voorraad. c. Brutowinst bij FIFO: 80 x 350 (50 x 160 + 30 x 140) = 15.800. Brutowinst bij LIFO: 80 x 350 (40 x 140 + 40 x 160) = 16.000. Ze gebruikt de FIFO-methode. d. Het balanstotaal neemt toe, omdat: De balanspost Kas/Bank/Debiteuren (tegen verkoopwaarde) neemt meer toeneemt dan dat de balanspost Voorraad (tegen inkoopwaarde) afneemt. De balanspost Eigen toeneemt toe door de verkoopwinst. Opgave 9 a. ch = a a h a a a a a = 300. 000 20. 000 = 70.000 4 b. Omdat de afschrijvingskosten onafhankelijk zijn van de hoeveelheid gesorteerde eieren. c. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 52

d. Op den Berg zal SE I aanschaffen, omdat bij een te sorteren hoeveelheid van 5 miljoen eieren de jaarlijkse totale kosten lager zijn dan bij SE II. Opgave 10 a. Break-even omzet = 80.000 b. Zie grafiek bij vraag a. c. (Een deel van de) reclame wordt gerekend tot de constante kosten om dat de reclamekosten onafhankelijk zijn van de afzet; ook wanneer er niets wordt verkocht, moet de reclame betaald worden. d. Omzet inkoopwaarde van de omzet variabele kosten constante kosten = nettowinst 100% - 70% - 6% - 30.000 = 13.200 100% - 70% - 6% = 43.200 24 % = 43.200 De omzet van maart 2013 is 43.200/0.24= 180.000 Opgave 11 a. Bij het ontstaan van crediteuren is er sprake van leverancierskrediet, omdat de leverancier uitstel van betaling geeft. 4 b. De afzet hoeft in het algemeen niet gelijk te zijn aan het aantal ingekochte producten. De ingekochte producten worden niet altijd in dezelfde periode verkocht. c. Het vierde kwartaal bestaat uit oktober, november en december. 75% van de inkopen is op rekening, 25% is contant. Contante betalingen zijn dus 0,25 x (500 + 580 + 450) x 1.000 = 382.500 Betalingen op grond van inkopen op rekening komen uit augustus, september en oktober en zijn dus 0,75 x (400 + 410 + 500) x 1.000 = 982.500. Op de liquiditeisbegrotingliquiditeitsbegroting van het vierde kwartaal wordt 382.500 + 982.500 = 1.365.000 opgenomen. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 53

d. De inkoopwaarde van de omzet van het vierde kwartaal is de omzet de brutowinst, dus ((800 + 700 + 950) 700) x 1.000 = 1.750.000. De nieuwe voorraad kan berekend worden door beginvoorraad + inkopen verkopen. Verkopen is gelijk aan de inkoopwaarde van de omzet. De waarde van de voorraad op 31 december is daarom (490 + (500 + 580 + 450) 1.750) x 1.000 = 270.000 Opgave 12 a. In het tweede kwartaal zijn er 270.000 aan verkopen. 70% daarvan wordt contant betaald, dat is 270.000 x 0,7 = 189.000. Deze verkopen zijn echter exclusief btw, terwijl Vino de btw wel ontvangt. Om de ontvangsten te berekenen moet de btw daarom toegevoegd worden. De totale ontvangsten van contante verkopen in het tweede kwartaal is daarom 189.000 x 1,21 = 228.690. b. Er wordt gemiddeld één maand krediet gegeven en 30% wordt op rekening betaald. Dit betekent dat in kwartaal 2 ontvangsten van verkopen op rekening binnenkomen van maart, april en mei. Dit is dus voor 1/3 uit kwartaal 1 en voor 2/3 uit kwartaal twee afkomstig. Op rekening eerste kwartaal 240.000 * 30% * 1/3 = 24.000 Op rekening tweede kwartaal 270.000 * 30% * 2/3 = 54.000 Totale ontvangsten exclusief btw: 24.000 + 54.000 = 78.000 Totale ontvangsten inclusief btw 78.000 * 1.21 = 94.380 Blok 4 Externe financiële verslaggeving Opgave 13 a. Dagblad KRANT heeft op deze manier een grotere zekerheid van ontvangst van abonnementsgeld. Lagere administratiekosten is een ander voordeel. b. De balanspost vooruitontvangen bedragen zal veranderen. Deze balanspost komt credit op de balans voor, want er onstaat een verplichting van KRANT aan Piet. c. Er is sprake van een afnemerskrediet, want de afnemer betaalt eerder dan de leverancier de dienst verleent. Opgave 14 a. Nationale Examentraining M&O HAVO 2016 54