Alles draait om betrouwbaarheid en het geven van vertrouwen Symposium I&O Research 20 jaar Amsterdam 22 november 2016 De participerende overheid in een veranderende samenleving Op een mooie, zonnige dinsdagmiddag meldden zich ruim 100 klanten, relaties, medewerkers en oud-medewerkers van I&O Research aan de Piet Heinkade in Amsterdam. Op de 18 de verdieping werden ze verwelkomd door de huidige I&O-staf en vergaapte menigeen zich aan de vergezichten over de stad Amsterdam en het IJ. Thema van de dag: de participerende overheid. De overheid wil ruimte bieden aan eigen initiatief. Ze levert daarvoor de randvoorwaarden, faciliteert en verbindt. Maar lukt dat eigenlijk? Op welke manier kan de overheid burgers en ondernemers die het heft in eigen hand nemen het best tegemoet treden? Het sleutelwoord deze middag: vertrouwen. Film: I&O Research: verleden, ontwikkeling, heden & toekomst Dagvoorzitter Thijs Lenderink opende het symposium met de film I&O Research: verleden, ontwikkeling, heden & toekomst en gaf daarna het woord aan algemeen directeur Inge Reijmer. Bekijk de hele film: hier. Inge Reijmer: hoe blijven we onze doelgroep bereiken? Inge deed uit de doeken hoe I&O in de beginjaren werkte aan de transitie van afdeling van de gemeente Enschede naar landelijk opererend commercieel onderzoeksbureau. In 2005, negen jaar na de verzelfstandiging, richtten Nico Buurman, Rob van de Peppel en Inge de BV op. De jaren die volgden brachten ons groei en nieuwe uitdagingen. We vestigden ons ook buiten Enschede en gingen steeds meer landelijke projecten draaien.
De vestigingen in Hoorn en Nieuwegein hebben we afgelopen jaar bewust samengebracht in een nieuwe locatie in Amsterdam. Inge zette uiteen dat het thema de participerende overheid in een veranderende samenleving ook voor I&O in haar rol als onderzoeksbureau een belangrijk thema is. Onze grootste uitdaging is het blijvend bereiken van de burger. Hoe zorgen we ervoor dat de stem van jongeren voldoende hoorbaar is? Bij een onderzoek naar SOA s lukt dat nog wel, maar als het over het peilen van politieke voorkeur gaat, is dat al een stuk lastiger. Ook andere doelgroepen als ouderen, ondernemers, laaggeletterden en Nederlanders met een migratieherkomst willen we bereiken in onze onderzoeken. Daarom blijven we ons de komende jaren ontwikkelen, bijvoorbeeld door het gebruik van geavanceerde methoden om burgers te betrekken en door vaker analyse van bestaande data te gebruiken in ons onderzoek en advies. Sheila Sitalsing: spierballenpolitiek van de overheid voedt wantrouwen Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing illustreerde hoe een overheid die zijn burgers niet vertrouwt wantrouwen oogst. Ze refereerde daarbij aan het laatste jaarverslag van de Nationale ombudsman: De overheid zegt enerzijds dat burgers in het kader van de participatiesamenleving meer de ruimte krijgen om zelf hun zaken te regelen. Anderzijds perkt zij deze ruimte in door allerlei eisen en regels te stellen en zwaar te straffen daar waar de regels niet worden opgevolgd. Dit staat haaks op elkaar en leidt in de praktijk tot problemen. Die regel- en handhavingsdrift wortelt in wantrouwen. Terwijl 98 procent van de burgers gewoon deugt en er het beste van probeert te maken, wordt de burger door de overheid aangesproken als een potentiële fraudeur, die als je even niet oplet met zijn tengels in de kassen van de sociale voorzieningen zit te graaien en met buitenproportionele strafmaatregelen in het gareel dient te worden gehouden. Het resultaat is spierballenpolitiek. Ze liet ook de burger niet buiten beschouwing, die moet zijn wantrouwen jegens de overheid overwinnen. Maar daarvoor is wel een betrouwbare overheid nodig. Sheila noemde Harry van der Meijden, Inspecteur-Generaal van het Staatstoezicht op de Mijnen, die moet bepalen tot welke niveaus van gaswinning in Groningen de risico s aanvaardbaar zijn. Volgens eigen zeggen doet hij dat geheel onafhankelijk. De gasbaten voor de overheid zouden hier geen enkele rol bij spelen, uitsluitend de veiligheid voor mens en milieu. Als je dat in Groningen zegt, zeggen ze ja dahag. Hij wordt ten diepste gewantrouwd. ( ) Herstel van vertrouwen heeft tijd nodig. En deemoed. Lees de hele column van Sheila Sitalsing: hier.
Jaap Bouwmeester: draagvlak verkrijgen is een kwestie van timing I&O-onderzoeker Jaap Bouwmeester behandelde de vraag hoe een gemeente maatschappelijk draagvlak kan verkrijgen voor besluiten over gevoelige thema s. In casu: de vestiging van asielzoekerscentra in een aantal Nederlandse gemeenten. Jaap liet zien dat er vrij veel steun is voor het opvangen van vluchtelingen in Nederland, zowel landelijk als in de individuele gemeenten. De helft tot twee derde is daar voor. Als het er echter om gaat dat die asielzoekers in de eigen gemeente moeten worden opgevangen, of sterker nog: in de wijk, daalt dat draagvlak. Hoe dichter bij de beoogde locatie hoe kleiner het draagvlak en tegelijk hoe hoger de bereidheid om aan onderzoeken deel te nemen. De drie cases die Jaap behandelde tonen dat de fase waarin de besluitvorming zich bevindt van grote invloed is op de uitkomsten van een draagvlakonderzoek. Hoe concreter de plannen hoe groter de bereidheid om mee te denken, maar hoe lager de acceptatie. Komt een gemeente vroeg in de besluitvorming met een meningspeiling dan voelen maar weinig inwoners zich geroepen hun mening te geven. En degenen die dat wel doen staan doorgaans positief tegenover de plannen en voeren daarvoor met name principiële redenen aan. Wanneer de plannen voor een azc concreter worden, neemt niet alleen de steun af maar zien we ook een verschuiving in het soort argumenten die in de discussie gebruikt worden. Principiële motieven maken plaats voor argumenten die voortkomen uit belangen, zorgen en emoties. De spanningen kunnen hoog oplopen en er toe leiden dat de plannen worden afgeblazen.
Voor de uitkomst van een draagvlakpeiling maakt het dus veel uit welke groep inwoners je op welk moment welke vraag stelt. De vraag is nu hoe je dan wel draagvlak voor een omstreden besluit als de vestiging van een azc krijgt. Als je een antwoord op de vraag of de gemeente wel of geen asielzoekers moet opvangen doe je dat het beste op het moment dat er nog geen concreet plan is. Dat biedt een uitgangspunt waaraan de opvang dient te voldoen. Wanneer er een concreet plan is c.q. een locatie is aangewezen, zou de focus zich moeten verleggen naar de direct omwonenden met de vraag op welke wijze de gemeente aan hun zorgen en ongerustheid tegemoet kan komen. In alle situaties is het goed eerdere periodes van opvang van asielzoekers te evalueren. Onze recente onderzoeken wijzen uit dat de gevolgen van de komst van een azc in de regel minder groot zijn dan vooraf gevreesd. Dit inzicht kan eveneens een positief gevolg hebben op het draagvlak voor toekomstige opvang. Neem contact op met Jaap voor de volledige presentatie of om hier met hem over door te praten: j.bouwmeester@ioresearch.nl. Peter Kanne: de participerende overheid moet vooral niet loslaten Peter Kanne, eveneens onderzoeksadviseur bij I&O Research, nam de zaal eerst mee in een persoonlijke klantreis. Startend bij de gedeelde ruimte achter het Centraal Station in Amsterdam ( de perfecte metafoor voor de loslatende overheid ), via de pont naar het Waterlandplein in Amsterdam Noord. Alwaar hij bekeurd werd voor fietsen op de stoep, probeerde online te communiceren met CJIB en OM, maar toch gewoon via een brief te horen kreeg dat hij binnen 26 weken antwoord krijgt over het bedrag dat hij moet betalen. Vervolgens toetste hij de boodschap van het WRR-rapport uit 2012, Loslaten in vertrouwen, te toetsen aan de praktijk. In een onderzoek onder bijna 4.000 burgers en ondernemers en 1.000 ambtenaren bracht hij in kaart wat burgers belangrijk vinden als ze initiatief nemen en hoe ze
de benadering door de overheid ervaren. Dit deed I&O aan de hand van onderstaand overheidsrollenmodel, geïnspireerd op de publicaties Martijn van der Steen e.a. (NSOB). Conclusie: burgers willen een gelijkwaardige relatie met de overheid. Ze willen vooral een zorgvuldige en betrouwbare overheid en een overheid die vertrouwen geeft. Ze willen geen hiërarchische overheid en niet losgelaten worden door de overheid. Ambtenaren willen dat omgekeerd ook. Maar minder dan de burgers en ze doen het minder dan ze willen. De vraag die overbleef: is de overheid bereid en in staat tot die gelijkwaardige situatie? En zijn burgers wel klaar voor die gelijkwaardige situatie? Neem contact op met Peter voor de volledige presentatie of om hier met hem over door te praten: p.kanne@ioresearch.nl.
Hans van Dorp en vrienden: ook de kunst heeft een kader nodig Hans van Dorp is niet alleen kunstenaar, instrumentbouwer en muzikant, maar ook een maatschappelijk geëngageerde burger. Hij wilde graag een ronde Timbila-marimba bouwen. En hij wilde iets doen voor de kinderen van vluchtelingen in de Nederlandse azc s. Het marimbaplan kreeg vorig jaar richting vanuit zijn machteloze gevoel over de vluchtelingencrisis. Toen het niet lukte via de Unicef-Paul van Vliet Award (hij greep net naast een prijs van 10.000 euro) ging hij op zoek naar andere sponsors. Vrienden brachten spontaan 1.500 euro bij elkaar. De Lakeland Foundation en het Prins Bernhard Cultuurfonds vulden dit aan met 6.000 euro. VluchtelingenWerk Nederland wilde de marimba graag gebruiken voor hun landelijk muziekproject op azc-scholen. Maar het liep een beetje anders. Het instrument werd gebouwd maar VluchtelingenWerk - werd bedolven onder de Goede Bedoelingen had niet de menskracht en de ruimte om de marimba actief aan te bieden en liet het beheer en de exploitatie over aan Hans. Weliswaar is met het instrument twee keer deelgenomen aan het muziekproject van VluchtelingenWerk, maar niet structureel ingebed, zoals eerder werd bedacht. Het marimba-project werd net iets te veel losgelaten. Tijdens het symposium lieten Hans en zijn vrienden de mooie klank van de marimba horen en werd de overheidsparticipatie-gedachte enthousiast in praktijk gebracht.
Jan Rotmans: de overheid moet zich opstellen als onderheid Volgens prof. dr. ir. Jan Rotmans, hoogleraar transities en transitiemanagement, wordt alles anders. Maar dan ook alles. We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperken, is een gevleugelde uitspraak van hem. De fase die we achter ons laten wordt gekenmerkt door de natiestaat, centraal en top-down aangestuurd, waarbij het collectief centraal staat. De fase die we ingaan zal volgens Rotmans worden gedomineerd door steden en regio s, decentraal, horizontaal en bottom-up aangejaagd. Met een veel meer gepersonaliseerde focus. Van hokjes-denken naar een samenleving waarbij alles vloeibaar is. De kantelperiode waarin we ons nu bevinden wordt geïllustreerd door het verdwijnen van oude zekerheden: traditionele, grote bedrijven vallen om, vakbonden, cao s, brancheorganisaties, politieke partijen, etc. verdwijnen. Sommige burgers worden angstig en wantrouwend. Anderen trekken het initiatief naar zich toe: broodfondsen, lokale energiecoöperaties, lokale zorgcoöperaties, G1000 s, etc. De disruptieve burger komt onstuitbaar dichterbij en richt zijn leefomgeving zelf in. De overheid door Rotmans consequent onderheid genoemd moet volgens hem op zoek naar een nieuwe rol: Óf de overheid beweegt mee óf ze verliest het contact met de samenleving. De overheid 3.0 werkt horizontaal, is een netwerkorganisatie met zelfsturende teams. Nu is de overheid nog te veel georganiseerd volgens starre kolommen. Een faciliterende overheid geeft richting en biedt innovatieruimte.
Rotmans ziet dat de praktijk weerbarstig is: de overheid probeert het wel, maar zodra het spannend wordt valt men weer terug in oude patronen. Voor een echt andere manier van werken is niet alleen een cultuuromslag, maar ook een structuurverandering en andere organisatie van de overheid nodig. De cultuur bij een gemeente noemt Rotmans behoudend, traditioneel en risicomijdend; de structuur 20ste eeuws: hiërarchisch, top-down en verticaal. Hoe kun je als overheid kantelen? Rotmans belangrijkste advies: neem niet gelijk de hele organisatie op de schop! Creëer ruimte voor verandering; doe het geleidelijk, in fasen en stappen en neem minimaal 5 jaar. Experimenteer in de luwte met proeftuinen en reken experimenten niet af op resultaat Als na te streven voorbeeld haalt Rotmans de gemeente Hollands Kroon aan die 80% van de regels afschafte: alleen dingen die echt gevaarlijk zijn, zijn nog verboden. Met als gevolg: burgers spreken elkaar aan op wangedrag. Gemeenteambtenaren én burgers zijn er tevreden mee. Rotmans doet een krachtig appèl aan gemeenten om te werken met friskijkers en dwarsdenkers. Daarnaast roept hij recalcitrante en positief kritische mensen bij de overheid op om het gewoon te gaan dóén. Maar dat kan alleen als de gemeente veiligheid biedt: Er zit veel angst bij mensen om te veranderen. Het overwinnen van die angst is de grote opgave, dit kost tijd en ruimte. Deze mensen hebben een veilige omgeving nodig. Afsluitende borrel Jan Rotmans maakte veel los in de zaal. De vragen bleven maar komen en de discussie was soms verhit. Om half 5 sloot Thijs de bijeenkomst en verplaatste de discussie zich naar de bar & borrel. Dit alles onder bedeleiding van de ondergaande zon en de klanken van Hans marimba.